1 december tweede ronde JOLA open

Op donderdag 1 december 2016 is in alle provincies de tweede ronde van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) opengesteld. Boeren en tuinders, jonger dan 41 jaar, kunnen van 1 december 2016 tot en met 16 januari 2017 subsidie aanvragen voor investeringen. Dit is voor hen een steun in de rug. De regeling is qua voorwaarden gelijk aan de openstelling eerder dit jaar, maar de investeringslijst is per provincie veranderd.

Bij deze openstelling zijn de resultaten van de evaluatie van NAJK en de voorlopige resultaten van de provinciale evaluatie over de JOLA meegenomen. “Het was te kort dag voor de provincies om de afgeronde evaluatie mee te nemen in deze openstelling,” aldus Sander Thus, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername. De provincies onderschrijven de resultaten van de NAJK-enquête en hebben toezeggingen gedaan. Zodra de officiële evaluatie van de eerste openstelling afgerond is, houden zij de regeling kritisch tegen het licht.

“Bij deze openstelling is de invulling met investeringsmogelijkheden verbeterd maar we zijn er nog lang niet. De regeling moet volgens NAJK namelijk jonge ondernemers ná bedrijfsovername, wanneer de kapitaalbeschikbaarheid laag is, ondersteunen om investeringen te doen.” De investeringslijst is ten opzichte van de vorige openstelling uitgebreid. Alleen de provincie Noord-Brabant heeft opnieuw veel mogelijkheden uitgesloten.

Jonge boeren en tuinders die gebruik willen maken van de JOLA kunnen een aanvraag doen via de website van hun provincie. Meer informatie over de voorwaarden en investeringsmogelijkheden zijn daar ook te vinden. Voor specifieke vragen kan men ditmaal rechtstreeks bij RVO terecht.

Dagje Praktijk voor ambtenaren!

NAJK zoekt jonge boeren en tuinders die mee willen doen.

Na een zeer geslaagde uitwisseling tussen de jonge agrariërs en de beleidsmedewerkers van het ministerie van Economische Zaken in 2015, organiseert NAJK dit jaar weer een praktijkdag voor ambtenaren.

Dagje Praktijk

Op 20 december 2016, tijdens Dagje Praktijk,  loopt een ambtenaar van het ministerie een dag mee op jouw bedrijf. De ambtenaar maakt al doende kennis met de realiteit op het agrarisch bedrijf. De stagiaire krijgt een goede indruk van het bedrijf en hoe jij hierin staat. Naast technische en zakelijke aspecten kunnen ook de andere aspecten van agrarisch ondernemerschap de revue passeren: motivatie, uitdagingen, visie en wensen.

Terugkomdag

Begin 2017 zijn de deelnemers aan deze praktijkstage voor ambtenaren welkom op het ministerie van Economische Zaken. De ambtenaren willen jou dan graag kennis laten maken met hun ministerie en laten ervaren wat het leven van een ambtenaar inhoudt.

Aanmelden

Voor de uitvoering van Dagje Praktijk 2016 is NAJK op zoek naar enthousiaste jonge boeren en tuinders die de ambtenaren willen ontvangen. NAJK zorgt voor de organisatie en begeleiding. Ben jij trots op je bedrijf en wil je dit laten zien? Mag een ambtenaar bij jou de handen uit de mouwen komen steken? Meld je dan snel aan via het aanmeldformulier. Aanmelden kan tot en met 10 december 2016.

Aanmeldformulier agrarische ondernemers

Aanmeldformulier beleidsmedewerkers

Ondersteuning jonge boeren en tuinders blijft van groot belang

Op maandag 21 november publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op basis van voorlopige cijfers van de Landbouwtelling, de cijfers over bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Deze uitkomsten bevestigen wat het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) altijd al heeft aangegeven: stimulering van jonge boeren en tuinders is van groot belang. Slechts 40% van de agrarische bedrijven heeft een bedrijfsopvolger. Veel agrarische bedrijven zullen de komende jaren verdwijnen. Door de groeiende wereldbevolking zal de vraag naar voedsel echter alleen maar groter worden.

In 2016 waren er ruim 55 duizend landbouwbedrijven. Volgens de cijfers van het CBS hebben ruim 15.000 bedrijven geen opvolger. Het aantal stoppers onder de kleine bedrijven is groter dan onder grote bedrijven.

Vergrijzing

Op de meeste boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder staat geen bedrijfsopvolger klaar, aldus het CBS. Sander Thus, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille bedrijfsovername: “Het percentage stoppers is groter dan de groei van blijvende bedrijven. De agrarische sector vergrijst.” De vergrijzing belemmert, volgens NAJK, vernieuwing en innovatie in de sector. Nederland is koploper in de agrarische sector. Om die koppositie te behouden is vernieuwing en innovatie hard nodig. “Jonge boeren en tuinders zijn de voedselproducenten van de toekomst. Het is in het belang van Nederland dat jonge boeren en tuinders niet belemmerd, maar juist gestimuleerd worden om het agrarische bedrijf over te nemen”, aldus Thus.

Stimulering

De steun voor jonge boeren blijft belangrijk om de opvolging, ontwikkeling en optimalisering van de agrarische sector te stimuleren. “De Jonge Landbouwersregeling is een voorbeeld hiervan”, aldus Thus. De regeling is een onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dat loopt tot 2020. Het is noodzakelijk dat ook na 2020 de Jonge Landbouwersregeling onderdeel blijft van dit beleid. De Jonge Landbouwersregeling is bedoeld om jonge ondernemers na bedrijfsovername een steuntje in de rug te geven. Thus: “De periode na bedrijfsovername is financieel de meest zware periode. Het is wel de meest belangrijke periode om te ontwikkelen. De Jonge Landbouwersregeling stimuleert ontwikkeling op agrarisch bedrijf. De cijfers bevestigen de noodzaak van een stimulans voor jonge agrarisch ondernemers.”

Verantwoordelijkheid

Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de uitstroom van agrarische ondernemers groter is dan de instroom. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de oudste zoon of dochter het familiebedrijf overneemt. Bedrijfsovername is steeds meer een bewuste keuze voor jongeren. Er komt veel bij kijken: “Als boer of tuinder ben je 24/7 verantwoordelijk voor het agrarisch bedrijf. Je hebt te zorgen voor planten en dieren, maar moet ook het bedrijf draaiende houden. Daarnaast moet het bedrijf voldoende inkomsten genereren”, geeft Thus aan.

Boer zoekt Boer

NAJK ziet al jaren agrarische bedrijven eindigen omdat er geen opvolger is. Tegelijkertijd zijn er veel jongeren die graag boer willen worden, maar geen bedrijf hebben. Om deze bedrijfsopvolgers en overdragers met elkaar in contact te brengen is NAJK het initiatief Boer zoekt Boer gestart. “Als je ouders geen agrarisch bedrijf hebben om over te nemen en de wens er wel is, is het lastig om te starten”, vertelt Thus. Via Boer zoekt Boer zorgt NAJK samen met het agrarisch bedrijfsleven voor goede begeleiding bij buiten familiaire bedrijfsovername. Het online platform Boer zoekt Boer brengt potentiële nieuwe boeren en boeren zonder opvolger met elkaar in contact. Thus: “De animo hiervoor groeit en we hopen dat dit een hulpmiddel is voor beide partijen.”

Stem nu op de beste innovatie

Het Innovatiefonds voor telers heeft uit de dertien inzendingen van najaar 2016 drie initiatieven van telers geselecteerd. Deze inzendingen voldoen aan de criteria voor deelname aan het Innovatiefonds en scoorde het hoogst op: mate van innovatie, implementeerbaarheid, verbetering productie en innovatief vermogen. De bedenkers worden door het Innovatiefonds beloond met een financiële stimulans. Daarbovenop maken zij kans op de publieksprijs.

De publieksprijs van het Innovatiefonds voor telers is de prijs voor de beste innovatie bij agrarische ondernemers in akkerbouw en tuinbouw, gekozen door het publiek. De stemperiode loopt tot 29 november 2016. Op woensdag 30 november 2016, tijdens de Tuinbouw Relatiedagen in Venray, wordt de winnaar bekendgemaakt. De publieksprijs van het Innovatiefonds voor telers bestaat uit een geldprijs van € 750,-.

Kanshebbers

De drie kans hebbende innovaties zijn:

  1. Ondergronds strokenploegen – Henk Pol
  2. Toekomstgerichte teeltoptimalisatie boomkwekerij – Stefan Even
  3. Introductie zoete bataatteelt Nederland – Joep van de Bool

Lees hier de toelichting van de bedenkers en stem op jouw beste innovatie!

 

Het Innovatiefonds voor telers is een initiatief van acht samenwerkende partners: NAJK, Abemec, Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer CropScience, KWOOT, Syngenta en OCI Agro.

NAJK kritisch maar op hoofdlijnen akkoord

Op vrijdag 18 november 2016 informeerde staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken de Tweede Kamer over het principeakkoord. Dit akkoord moet zorgen voor het behoud van derogatie in Nederland. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft ingestemd met de hoofdlijnen van het pakket van maatregelen.

De invulling van de maatregelen vergt nog aandacht maar met de hoofdlijnen van het pakket voor fosfaatreductie is NAJK akkoord. Het totale pakket van maatregelen moet ervoor zorgen dat de Nederlandse melkveehouderij aankomend jaar fors haar fosfaatproductie zal reduceren. Deze maatregelen zijn nodig voor behoud van derogatie in 2017 en zijn een ingang tot het gesprek over een nieuwe derogatie van 2018 tot 2021. Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille melkveehouderij: “De uitwerking van het akkoord is een grote opgave en er zijn nog veel obstakels te nemen. Juridisch moet de invulling van het pakket van maatregelen voldoende houvast geven. Ook Brussel zal haar goedkeuring nog moeten geven over het pakket van maatregelen. Dit akkoord betekent niet dat we er al zijn.”

Stoppersregeling en vermindering aantal melkkoeien

“Wij zien met name ruimte voor reductie van fosfaatproductie bij de bedrijven die willen stoppen met melken. Ook een financiële prikkel is een stimulans om te reduceren, ten opzichte van de dieraantallen op 2 juli 2015,” aldus Van der Hoog. Het bedrag dat een melkveehouder ontvangt om een koe uit productie te nemen moet, volgens NAJK, wel voldoende houvast bieden voor deze ondernemer. “Je kunt het ook een ‘offer you can’t refuse’ noemen. Als je kijkt naar het gemiddelde koesaldo over de afgelopen 5 jaar van ruim €1900,- en een aantrekkende zuivelmarkt, moet het aanbod om vrijwillig te reduceren voldoende groot zijn.” Om voldoende budget te kunnen generen is een gedifferentieerde heffing over de geleverde liters melk in 2017 nodig, vindt NAJK.

Fosfaatvermindering via zuivelverwerkers

NAJK plaatst enkele kritische kanttekeningen bij het reductieplan van de zuivelverwerkers.  Dat dit plan kan werken staat niet ter discussie, wel de manier waarop. Van der Hoog: “Op dit moment geven de eerste contouren enige duidelijkheid op welke manier de zuivelverwerkers haar reductie willen gaan bewerkstelligen.” NAJK heeft de afgelopen weken meerdere voorstellen gedaan richting de bestuursleden van de NZO en ZuivelNL om een zo acceptabel mogelijke verdeling te maken van de reductiemaatregelen.  “Wij willen ervoor waken dat groeiende en recent gestarte bedrijven niet buitenproportioneel worden getroffen door het zuivelreductieplan. Het mag niet zo zijn dat de volledige reductie wordt bewerkstelligd bij een kleine groep melkveehouders die vanuit de normale bedrijfsontwikkeling in 2018 ook fosfaatrechten moeten gaan kopen.”

Vogelgriep en jouw AJK: wat te doen?

Op 9 november 2016 stelde staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken een ophokplicht in. Aanleiding is de aangetroffen vogelgriep, type H5N8. NAJK raadt daarom AJK’s af om komende periode pluimvee gerelateerde bijeenkomsten te houden. Dit advies is naar aanleiding van de vogelgriep die ook in Nederland heerst.

Toen wilde dode watervogels waren gevonden met de hoog pathogene vogelgriep, stelde Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken een ophokplicht in. Deze week kwamen daar nog de eisen omtrent de bezoekersregeling, kinderboerderijen en tentoonstellingen bij. Alleen mensen die komen voor diergezondheid, -welzijn en welzijn van mensen zijn toegelaten op het pluimveebedrijf en kinderboerderij. Het is nog onbekend hoelang deze maatregelen van kracht blijven. De maatregelen kunnen pas opgeheven worden als het risico op besmetting laag is.

Oproep

Hoewel er in Nederland geen commerciële bedrijven besmet zijn met de vogelgriep, roept NAJK haar AJK’s wel op om maatregelen te nemen om zo mogelijke besmetting te voorkomen. “Voorkomen is beter dan genezen”, aldus Edward Satkowski, afgevaardigde pluimveehouderij bij NAJK. Naast dat NAJK haar AJK’s oproept maatregelen te nemen, roept NAJK ook haar pluimveeleden op verantwoordelijkheid te nemen in deze situatie en zich te houden aan de gestelde maatregelen.

Gevolgen voor de sector

Wanneer de ziekte overslaat naar de commerciële pluimveehouderij worden de regels nog verder aangescherpt. Dan kan tijdelijk het pluimveetransport in Nederland stil gelegd worden. Gebieden met extra beperkingen kunnen worden ingesteld. Satkowski: “Het is goed dat de staatssecretaris deze voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Als de vogelgriep op onze bedrijven wordt geconstateerd, heeft dit grote gevolgen voor onze sector. Met name op het gebied van diergezondheid, hygiëne, de positie in de markt en internationaal. Maar het treft dan ook de volksgezondheid en heeft invloed op het maatschappelijk draagvlak. Wees dus zeer alert op het risico die er dreigt. Houd je aan de ophokplicht, strengere bezoekersregeling, aangescherpte hygiëne en vermijd bijeenkomsten met andere pluimveehouders.” De strengere hygiëneregels zijn extra belangrijk voor leghenhouder. Door de eierwagens wordt de kans op insleep van besmetting vergroot. Ontsmetting van pomp- en vrachtwagen bij het in- en uitrijden is daarom van groot belang.

Verdere details over de maatregelen zijn te vinden op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

NAJK staat voor gezondheid mens en dier

Naast de gezondheid van dieren staat ook de gezondheid van mensen hoog in het vaandel bij de jonge boeren van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). Echter vindt NAJK dat de wet dieraantallen geen oplossing is om gezondheidsproblemen bij omwonenden te voorkomen. “De wet dieraantallen werkt zelfs averechts op versnelling van verbetering van leefomgeving rondom veehouderijen”, aldus Ronald van Leeuwen, portefeuillehouder intensief bij NAJK.

Op 15 november 2016 vindt er een technische briefing plaats in de Tweede Kamer over een aantal rapporten. Deze rapporten gaan over gezondheidsrisico’s voor omwonende rond veehouderijen. Deskundigen geven toelichting over diverse technische aspecten. Eén van deze rapporten is het onderzoek veehouderijen en gezondheid omwonenden (VGO) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De uitkomsten van dit rapport gaven staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken aanleiding om de wet dieraantallen weer uit de kast te pakken. Zijn voorganger heeft hiervoor al eerder een opzet gemaakt.

Wetsvoorstel

Het wetsvoorstel houdt in dat provincies en gemeenten de bevoegdheid krijgen om het aantal landbouwhuisdieren per bedrijf of in een gebied te kunnen reguleren, met als doel gezondheidsproblemen bij omwonenden te verminderen. Gezondheid is een belangrijk aspect, waarbij volgens NAJK de veehouderij net als de industrie en verkeer hun verantwoordelijkheid moeten nemen. “De gezondheidseffecten van veehouderijen zijn echter meer gekoppeld aan het type huisvesting dan aan het aantal dieren”, aldus Van Leeuwen.

Stimuleren emissiebeperkende maatregelen

De wet dieraantallen blokkeert bedrijfsontwikkeling en is geen verbetering van de leefomgeving in overbelaste situaties. NAJK pleit daarom voor doorontwikkeling en het stimuleren van emissiebeperkende maatregelen. Door dit proactief en voortvarend op te pakken, kan op een snellere wijze resultaten geboekt worden. Van Leeuwen: “De veehouderij is, in het kader van een goed toekomstperspectief, gebaat bij versnelde vooruitgang in de kwaliteit van stalsystemen. De omgeving is gebaat bij een zo snel mogelijke doorvoering hiervan.”

Trump Train

Tijdens het schrijven van deze column kijk ik met een schuin oog naar de televisie waarop te zien is dat Donald Trump een haast onmogelijke winst toch binnen gaat halen. De afgelopen weken werd er in de Nederlandse media voorspeld dat de Clinton-dynastie zou worden voortgezet. Ze zou eerste vrouwelijke president worden. Niets is minder waar: de ‘Trump train’ dendert naar een sensationele winst op het gevecht om het witte huis.

Dit schouwspel levert schitterde televisie op met huilende democraten en NOS-verslaggevers die hun teleurstelling maar moeilijk kunnen verbloemen. Je zou bijna vergeten dat de melkveehouderij in een zelfde soort soap is beland waarvan de uitkomst ook niet te voorspellen valt. De afgelopen weken heb ik deze soap voor behoud van derogatie van dichtbij meegemaakt. Ik heb meer uren doorgebracht in de benauwde en broeierige vergaderzalen in Den Haag, Amersfoort en Beekbergen dan in onze eigen melkstal. Dit alles met als doel een goed pakket van maatregelen op te leveren voor behoud van derogatie.

Derogatie is een groot goed voor de Nederlandse melkveehouderij. Wanneer we derogatie verliezen zullen de effecten groot zijn op het boerenerf: de kostprijs van een liter melk stijgt, het inkomen van de gemiddelde melkveehouder daalt met bijna € 20.000,- en behoud van weidegang staat verder op de tocht. Ook voorspellen deskundigen negatieve gevolgen voor het behalen van milieudoelen als bijvoorbeeld de nitraatrichtlijnen. We moeten er dus alles aan doen om al in 2017, zonder wettelijk kader van fosfaatrechten, de productie van fosfaat te beteugelen. Deze verregaande acties zijn nodig omdat Nederland alleen op deze manier een ingebrekestelling vanuit Brussel kan voorkomen. Een ingebrekestelling zal de onderhandelingen voor een nieuwe derogatietermijn vanaf 2018 volledig blokkeren.

Mij is duidelijk geworden dat het zeker mogelijk is om aankomend jaar als melkveehouderijsector fors minder fosfaat te produceren en daarmee onder het nationaalplafond uit te komen. We zullen moeten inzetten op een verdere verscherping van de rantsoenen, minder melkkoeien en jongvee, geen verdere groei van de totale melkproductie en bovenal stoppende melkveehouders de ruimte geven om al in 2017 hun melkproductie te staken. Dit krijgen we alleen voor elkaar als iedereen in de zuivelketen haar verantwoordelijkheid neemt: van melkfabriek tot voerleverancier en van bank tot boer. Iedereen heeft hierin een rol, groot of klein, maar samen moeten we het doen. Ook de overheid heeft, onder leiding van Martijn van Dam, een belangrijke taak in de derogatietrein naar Brussel. Het is de plicht van onze staatssecretaris om de mooie woorden van 2 november in Zwolle om te zetten in keiharde daden.

Het is inmiddels 08:38 en Dionne Stax laat op haar virtuele scorebord zien dat ook Wisconsin rood kleurt. Trump heeft nu meer dan de benodigde 270 kiesmannen, wie had dat gedacht! Laten we hopen dat de Nederlandse melkveehouderij ook vanuit een zeer benarde situatie een overwinningstocht, behoud van derogatie, kan starten richting Brussel. Alleen met een eensgezinde zuivelketen en een strijdvaardige staatssecretaris kunnen we deze ‘train’ succesvol laten zijn.


Bart van der Hoog

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Bart van der Hoog verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Bart combineert deze functie met het werk op het melkveebedrijf in Enspijk.

 

René Bal nieuwe voorzitter ZAJK

Het Zeeuws Agrarisch Jongeren Kontakt (ZAJK) heeft een nieuwe voorzitter. René Bal is tijdens de algemene ledenvergadering van zaterdag  5 november gekozen als opvolger van Ilse van den Meijdenberg. Ilse van den Meijdenberg stopt met het bestuurswerk binnen de vereniging na een periode van bijna 6 jaar, waarvan de laatste 2,5 jaar als voorzitster.

“Ik heb een hele mooie periode gehad binnen het ZAJK, het is een sterke vereniging die kansen aangrijpt om de jongeren binnen de agrarische sector in Zeeland te vertegenwoordigen. Omdat steeds minder jongeren het agrarische bedrijf van hun ouders overnemen, wordt het steeds belangrijker dat de belangen goed behartigd worden. Ik draag mijn taken dan ook met vertrouwen over aan René,” aldus Ilse.

René heeft zijn achtergrond in de fruitteelt liggen waarbij hij samen met zijn oom een fruitteeltbedrijf heeft in Kwadendamme. Naast het fruitteeltbedrijf is René nog 3 dagen per week actief als adviseur in de fruitteeltsector. De belangen en het samenbrengen van jonge agrariërs zullen de belangrijkste focus blijven, waarbij actuele onderwerpen uiteengezet worden in bijeenkomsten, projecten en samenwerkingsverbanden waar het ZAJK al jaren bekend om staat.

Tegen welke opgelegde regels loop jij aan op jouw agrarisch bedrijf?

Loop jij op jouw agrarische bedrijf tegen opgelegde regels aan die praktisch niet uitvoerbaar zijn? Dit is jouw kans om deze knelpunt op de agenda van het ministerie van Economische Zaken te zetten!

Met de maatwerkaanpak regeldruk Agrofood wil het ministerie van EZ samen met agrarische ondernemers de regeldruk verminderen. Op deze manier worden knelpunten aan het licht gebracht en kunnen uitvoerbare oplossingen worden bedacht. In de maatwerkaanpak regeldruk gaat het om knelpunten die betrekking hebben op de invulling en uitvoering van regels en beleid. Het gaat niet om de doelstellingen van beleid.

Heb jij suggesties om de regeldruk te verminderen? NAJK wil graag van jou weten tegen welke knelpunten jij aan loopt en welke mogelijke oplossingen er volgens jou zijn! Geef hier jouw knelpunten en opmerkingen door. NAJK bundelt de aangedragen knelpunten en oplossingen en deelt deze met het ministerie van EZ. De vragenlijst kan tot en met 15 november 2016 worden ingevuld.

Bekijk hier resultaten van de eerste ronde Maatwerkaanpak Regeldruk.

Heb je nog vragen? Neem dan contact op NAJK via info@najk.nl of 030-2769869.