Top-up

Onlangs heeft de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) berichten aan jonge boeren uitgestuurd over toekenning of afwijzing van de aangevraagde extra hectaretoeslag (top-up) bij de gecombineerde opgave 2015. NAJK krijgt hier momenteel vragen over. Daarom wordt in dit bericht uitgelegd wie aanspraak kunnen maken op de top-up voor jonge boeren. Op deze manier kun je achterhalen of een afwijzing terecht is en of dat het raadzaam is hier bezwaar tegen te maken. Niet iedere afwijzing is namelijk terecht en zelfs bij toekenning kan er nog een fout in het aantal uit te keren jaren zitten. 

De eerste 5 jaar nadat je, volgens de voorwaarden die bij de top-up horen, voor de eerste keer zeggenschap hebt gekregen, kun je deze hectaretoeslag aanvragen. Dit wordt als volgt bepaald:

“De zeggenschap gaat in op de datum waarop de jonge landbouwer is toegetreden tot de rechtspersoon of het samenwerkingsverband. Deze datum halen wij uit de registratie bij de Kamer van Koophandel (KvK). Deze datum kan ook later zijn als u met bewijsstukken (bijvoorbeeld statuten en schriftelijke overeenkomsten) kunt aantonen dat u:

  • later blokkerende zeggenschap heeft gekregen dan de datum die bij de KvK staat geregistreerd.
  • op een later moment verantwoordelijk bent geworden voor de dagelijkse bedrijfsvoering, omdat u een dagopleiding volgde van gemiddeld meer dan 3 dagen per week of betaalde werkzaamheden deed in een andere onderneming voor gemiddeld meer dan 24 uur per week.

Er is geen zeggenschap voor de periode waarin een overeenkomst tussen alle maten of een overeenkomst tussen alle vennoten bepaalt dat de maatschap of VOF eenzijdig door de andere maten of vennoten kan worden opgezegd. Bijvoorbeeld de proefmaatschappen. Als alle maten onbeperkt bevoegd zijn heeft de jonge landbouwer geen blokkerende zeggenschap.”  

Eerste onderneming

Je kunt alleen top-up aanvragen als het bedrijf je eerste onderneming is. Wanneer je een bedrijf ongewijzigd hebt overgenomen na een samenwerkingsperiode blijft het gezien worden als je eerste onderneming (ook al veranderd het relatienummer). De datum van eerste zeggenschap verandert daarbij dus niet. Er komen veel opmerkingen bij NAJK binnen dat dit onterecht is omdat de jonge ondernemers juist ná bedrijfsovername de top-up nodig hebben. Zo kijkt NAJK ook tegen de huidige invulling van de top-up aan, maar dat staat los van wie nu voor de top-up in aanmerking komen. Bij splitsing van een onderneming is het overigens niet vanzelfsprekend dat de onderneming als eerste onderneming gezien blijft worden. Bij een tweede (of daaropvolgende) onderneming kom je in ieder geval niet in aanmerking voor de top-up.

Controle door RVO

RVO gaat ervan uit dat je startdatum van zeggenschap gelijk is aan de datum waarop je voor het eerst als landbouwer bij de Kamer van Koophandel (KvK) bent geregistreerd. Wanneer de door jou opgegeven startdatum van zeggenschap afwijkt van de geregistreerde datum bij KvK heeft RVO als het goed is aanvullende gegevens bij jou opgevraagd. Daarmee kun je aantonen dat je inderdaad later zeggenschap, volgens de voorwaarden van de top-up, hebt gekregen. Dit zou bijvoorbeeld een maatschapscontract kunnen zijn waaruit blijkt dat je een periode proefmaatschap had. Of een document waaruit blijkt dat je schoolgaand of werkend was naast het bedrijf.

Het kan ook zijn dat je zelf de datum van eerste zeggenschap onjuist hebt ingevuld. Het komt voor dat er verwarring is ontstaan over de eerste datum van zeggenschap. Dit komt voort uit het feit dat de zeggenschap volgens de voorwaarden van de top-up losstaat van of je voor de fiscus ondernemer bent of niet. In alle gevallen waarin je recht zou hebben op top-up en deze toch is afgewezen kun je bij RVO bezwaar indienen. Het is belangrijk dat je zelf de bewijsstukken meestuurt die aantonen waarom jij wel recht hebt op de top-up. Dit geldt ook voor degenen die zelf een fout hebben gemaakt bij de aanvraag. Zorg er in alle gevallen voor dat de juiste datum van eerste zeggenschap bij RVO geregistreerd staat.