CDG MILK in Brussel | Wilbert Wouters

Op vrijdag 4 oktober mocht ik deelnemen aan de Civil Dialoque Group on milk. Met de Agra actie protesten van 1 oktober nog vers in het geheugen, was ik erg benieuwd wat daarvan doorgekomen was in Brussel. Deze bijeenkomst leende zich er echter niet voor om daar een standpunt over in te nemen. Het eerste wat me in de metro in Brussel opviel was een grote banner waarop stond Meatthefacts. Deze reclamecampagne wordt bewust in Brussel gestart omdat juist daar de politici direct beïnvloed moeten worden. De campagne laat zien dat dieren die op een goede manier behandeld worden, zorgen voor een leefbaar platteland en dus een duurzaam klimaat.

Productie in Europa

Hoe de melkmarkt zich het afgelopen jaar heeft ontwikkeld en wat de vooruitzichten zijn, worden besproken en geëvalueerd. Opvallend is de sterke stijging in melkproductie in Ierland en Polen en de afname in productie in Nederland en Spanje. Hierbij speelt de regelgeving in Nederland en de ruwvoer voorraad in Spanje een belangrijke rol. Het aantal melkkoeien in Europa stijgt licht, maar niet zo snel als de totale productiegroei. Dit betekent dus dat de productie per koe gestaag toeneemt. Afgelopen jaar is de meeste melk ooit geproduceerd in Europa, ondanks de krapte in ruwvoer door de droogte van vorig jaar.

Zuivelexport vanuit Europa

De export van zuivel nam met 13% toe. Dit lijkt veel maar de totale zuivelexport in euro’s steeg nauwelijks. Dit komt door de sterke concurrentie van Nieuw-Zeeland op de wereldmarkt. China blijft een zeer belangrijke handelspartner net zoals Zuid-Oost Azie en Afrika. De zeer recentelijke sancties van Amerika om extra importheffingen te heffen op zuivel gaan effect hebben. Het is nog afwachten hoe en welke producten hier de dupe van zijn. Bepaalde handelsakkoorden hebben effect op volledig andere producten. Zo heft Indonesië 25% importheffing op zuivel omdat Europa (bijna) geen palmolie voor biodiesel meer wil importeren. De wereldwijde zuivelconsumptie laat al jaren een duidelijke dalende lijn voor consumptie melk zien, terwijl vooral kaasconsumptie sterk toeneemt. Dit is met name in de Afrikaanse landen.

De Brexit

De Brexit is nu zeer actueel omdat er duidelijkheid moet komen voor het einde van oktober. Verschillende Ierse boeren zien in dat een harde Brexit een catastrofe wordt voor de Ierse melkveehouderijen. Dit omdat een zeer groot gedeelte van de zuivel naar of door Engeland naar Europa wordt geëxporteerd. Een harde Brexit zal voor zeer veel logistieke problemen zorgen. Europa heeft haar gedeelte van het crisismanagement op orde, het is de vraag hoe Engeland dit op orde heeft. Afwachten dus.

Transparantie in de melkmarkt

Er wordt gewerkt aan een programma om de melkmarkt transparanter te maken. Binnen de gehele keten is veel transparantie in onder andere de productie, verwerking en verkoop cijfers. Alleen de retail is erg terughoudend om gegevens vrij te geven. Geprobeerd wordt om: verkoopprijzen te verzamelen, vergelijkbare producten en markten te gebruiken, verkoop hoeveelheden en de inkoopprijzen te verzamelen. Dit moet er voor zorgen dat er beter op de markt in ingespeeld kan worden.

Common Agriculture Policy

In een presentatie over het CAP (Common Agriculture Policy) werd uitgelegd wat het CAP is en welke vorm dit gaat krijgen. Ook stonden klimaat en de volgende generatie hierin centraal. Het is erg belangrijk om over vijftig jaar nog steeds op een goede manier voedsel te kunnen produceren. Duidelijk kwam van verschillende kanten naar voren dat de jonge agrariërs meer ruimte en ondersteuning moeten krijgen om duurzaam te produceren. Ook het standpunt dat de vergrijzing in razend tempo toeneemt werd genoemd en dat de bereidheid om nog boer te worden steeds minder wordt. Dit komt door het lage verdienmodel en de vele uren hard werk. Belangrijk dat deze punten benoemd worden, hopelijk gaan we dit op een bepaalde manier terug zien!

Een aantal NAJK leden nemen namens NAJK deel aan cdg’s, dit zijn de adviesgroepen van de Europese Commissie. Zij vertellen graag over hun ervaringen en over de onderwerpen die hier worden besproken. 

Overheid zwaait jonge boeren uit

Vrijdag 4 oktober heeft minister Schouten van het ministerie van LNV de eerste maatregelen bekend gemaakt om uit de stikstof-impasse te komen. Hoewel het uitgangspunt van de overheid is dat er geen gedwongen bedrijfsbeëindiging komt, wordt de agrarische sector op slot gezet door het afpakken van vergunde ruimte die niet benut is en een afroming van 30% bij extern salderen. Daarbij maakt NAJK zich grote zorgen over bedrijfsovernames. Deze aangekondigde maatregelen treffen ook bedrijfsovernames, waardoor deze niet meer aantrekkelijk worden. Het toekomstperspectief voor jonge boeren verdwijnt met de voorgenomen maatregelen, beleidsdoelen als kringlooplandbouw worden niet meer gehaald en de land- en tuinbouwsector stort als een kaartenhuis in elkaar.

De brief van minister Schouten aan de Tweede Kamer volgde als reactie op het advies van commissie Remkes dat woensdag 25 september gepubliceerd werd. De minister geeft in haar brief aan dat er al veel in gang is gezet en is bereikt. Toch is versnelling volgens haar noodzakelijk. NAJK reageert geschokt op deze Kamerbrief en maakt zich grote zorgen over de impact op zowel de korte als de lange termijn. “Wij, jonge boeren, hebben bewegingsvrijheid en vertrouwen nodig. Deze maatregelen houden ons verre hiervan. Wij jonge boeren moeten ontwikkelingsruimte inleveren voor andere sectoren. De toekomst van jonge boeren was al onzeker en dit versterkt het nog meer”, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK.  

Geen bedrijfsontwikkeling meer mogelijk
NAJK maakt zich grote zorgen over de bedrijfsovernames, bedrijfsontwikkelingen en de blijvers in de agrarische sector. Hoewel er een vrijwillige opkoopregeling komt voor bedrijven die willen stoppen, moeten de bedrijven rondom de Natura-2000 gebieden niet worden vergeten. “Het is van groot belang dat er voldoende ruimte blijft om te kunnen ontwikkelen voor bedrijven rondom Natura 2000-gebieden,” aldus Klever.     

De ruimte die boeren hadden binnen hun vergunning wordt nu door de overheid in één ruk afgepakt. Klever: “Het is erg vreemd dat stalruimte die nog niet gerealiseerd is, maar wel vergund, zo kan worden afgenomen. Boeren die ‘spantje voor spantje’ wilde groeien, moeten straks opnieuw ruimte vinden door intern en extern salderen, terwijl zij hier al wel een vergunning voor hadden.” 

De stikstofmaatregelen staan haaks op alle activiteiten om jongeren te stimuleren een agrarisch bedrijf over te nemen. Er is geen uitzondering gemaakt voor bedrijfsovernames, zowel binnen als buiten de familie, bij de voorwaarde voor extern salderen. Binnen dit hele maatregelenpakket ontbreekt het aan een toekomstperspectief voor jonge boeren. Agrarische bedrijfsovernames zijn simpelweg niet meer aantrekkelijk. De overheid zwaait jonge boeren uit!

Overheid brengt gehele economie aan het wankelen
De overheid heeft aangegeven dat bij het verkopen van ammoniakrechten de fosfaatrechten doorgehaald worden. De agrarische ondernemer die deze ammoniakrechten koopt, zal dus naast deze investering ook fosfaatrechten moeten kopen op een markt die door de stikstofmaatregelen in disbalans zal raken. Ook de pluimvee- en varkenssector komt op deze manier op slot te staan. Deze sectoren zijn al nagenoeg emissiearm, waardoor het voor hen niet mogelijk is om met intern salderen ruimte te creëren. 

De stikstofmaatregelen hebben daarnaast een negatief effect op de kringlooplandbouw, de bloei en innovatiekracht van de sector. Kortom, de gehele Nederlandse economie zal de negatieve effecten hiervan kunnen ondervinden. Niet alleen de boerenbedrijven zullen hierdoor stilstaan of omvallen, de negatieve effecten zullen voor de gehele keten voelbaar zijn.

Meten is weten: aandacht voor rekenmethodiek ontbreekt
Ook vind NAJK het verontrustend dat er zulke ingrijpende maatregelen worden doorgevoerd, terwijl er grote discussie bestaat over de betrouwbaarheid van bestaande rekenmodellen. In de Kamerbrief wordt het rekenmodel ook benoemd.  Klever: “Het is belangrijk dat er meer transparantie komt over de rekenmethodiek. Doordat deze transparantie ontbreekt zal draagvlak voor maatregelen uitblijven.”

Oplossingen voor PAS meldingen
De minister schrijft in haar brief dat er gezocht wordt naar een generieke eenmalige legalisering van de meldingen. Klever: “Het is positief dat er voor de meldingen een oplossing komt. Echter dient er aan de bedrijven die legaal zonder NB vergunning zijn gebouwd in de tijd voor de PAS ook een oplossing te worden geboden.”

Jonge boeren produceren het voedsel van morgen. Geef ons bewegingsvrijheid en vertrouwen in de toekomst. “Wij laten ons niet uitzwaaien!

Taskforce legt uitdagingen verdienvermogen bloot

Verdienvermogen is een essentiële voorwaarde voor kringlooplandbouw. LTO Nederland, POV en NAJK benadrukken dit sinds de lancering van de kringloopvisie van minister Schouten. Het is dan ook goed dat het de ondertitel is van het vandaag uitgebrachte rapport ‘Goed boeren kunnen boeren niet alleen’ van de Taskforce Verdienvermogen, ingesteld door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het rapport bevat enkele interessante denkrichtingen, maar legt verder vooral de uitdagingen rondom verdienvermogen bloot.

Vrije handel en kringlooplandbouw
De Nederlandse land- en tuinbouw speelt een belangrijke rol in de Europese voedselproductie. In de gesprekken over kringlooplandbouw vragen LTO Nederland, POV en NAJK daarom steeds aandacht voor de impact van extra nationale regelgeving in een open economie. Als regelgeving voor hogere kosten zorgt die niet kunnen worden terugverdiend in het buitenland, of producten daardoor binnen Nederland niet meer concurrerend zijn met buitenlandse productie, dan verdwijnt de Nederlandse primaire sector.

De Taskforce Verdienvermogen erkent dit. Zij spreekt herhaaldelijk over het belang van een gelijk speelveld. Tegelijkertijd doet diezelfde Taskforce met het oog op de kringlooplandbouw tal van voorstellen die dit gelijke speelveld juist ondermijnen. Zo wordt geadviseerd de GLB-gelden grotendeels in te zetten voor het realiseren van de kringlooplandbouw. Dat is een zeer zorgelijk voorstel. In alle andere Europese landen wordt het GLB vooral ingezet voor directe inkomenssteun voor boeren en tuinders. Door als Nederland het GLB geheel anders in te willen gaan zetten ontstaat direct weer een ongelijk speelveld. Hetzelfde geldt voor het vergaande voorstel van de commissie om een heffing in te stellen op belastende emissies, zowel op Nederlandse productie als op importen. Genoemde partijen twijfelen ten zeerste aan de juridische en politieke haalbaarheid van zulke maatregelen – nog geheel los van de vraag of dit bedrijfseconomisch mogelijk zou zijn voor de primaire producent. Bovendien kan een dergelijke heffing nooit alleen in Nederland worden ingevoerd gelet op het gelijke speelveld.

Overheidssturing
De partijen uit de primaire sector zijn geschrokken van het dwingende sturingsmodel dat de taskforce adviseert. De overheid stelt wat de taskforce betreft de normen en bepaalt het ‘wat’ van de sector, het ‘hoe’ is vervolgens aan boeren, tuinders en ketenpartijen. Dat is een richting die de vertegenwoordigers van de primaire sector fundamenteel afwijzen. Het kan niet zo zijn dat de overheid de toekomst van de Nederlandse landbouw top-down bepaalt en dat boeren, tuinders en ketenpartijen daar vervolgens uitvoering aan moeten geven. Er is nadrukkelijk behoefte aan minder regels en meer ruimte, niet aan nog meer regels en verdere beperkingen.

De Taskforce Verdienvermogen pleit voor een dashboard waarmee ondernemers geprikkeld worden om steeds ambitieuzer normen te behalen. De 10% ‘best presterenden’ zijn leidend, waarbij de overheid de norm daar periodiek op aanpast. LTO Nederland, POV en NAJK zullen nooit akkoord gaan met zo’n top-down model. Verkeerde implementatie van zo’n advies zou betekenen dat de overheid steeds met regelgeving komt die voor 90% van de sector (nog) niet haalbaar is. Vertegenwoordigers van de primaire sector zien in het vaststellen van een ‘onomstreden set van indicatoren’ door de overheid een onmogelijkheid. Het opgelegde en verregaand delen van data levert bovendien vragen op over het eigenaarschap van data. Data hebben waarde en bevatten vaak bedrijfsgevoelige informatie.

Er zijn al heel veel pilotprojecten waarbij (aspecten van) kringlooplandbouw in de praktijk worden gebracht. Nederlandse boeren en tuinders zijn innovatief. LTO Nederland, POV en NAJK pleiten er daarom voor om bij een transitie richting kringlooplandbouw lessen te trekken uit de honderden initiatieven die er al zijn, in plaats van een kleine groep als ‘beste’ aan te wijzen en de normering daar op aan te passen.

Draagvlak sector
De Taskforce geeft aan dat hun advies ‘niet vrijblijvend is, en dat er geen weg terug is’. Dat zijn bepaald geen teksten die motiveren. LTO Nederland, POV en NAJK stellen vast dat, hoewel het rapport interessante denkrichtingen bevat, er fundamentele uitdagingen onbeantwoord blijven. Het verbeteren van het verdienvermogen blijft in het rapport te algemeen terwijl de doelen van wat er allemaal bereikt moet worden te specifiek wordt. Wat LTO Nederland, POV en NAJK betreft is dit advies aan de minister op verschillende punten voor stevige verbetering vatbaar. Het zoeken naar daadwerkelijke oplossingen is een proces waar de primaire sector én de rest van de keten volop bij betrokken moet worden. Alleen dan kunnen de juiste stappen op het juiste moment worden gezet. Daarbij is een fundamenteel uitgangspunt dat het verdienvermogen de eerste prioriteit heeft. Want inderdaad geldt het principe: ‘geen groen als je in het rood staat’.

We moeten niet de kaas van ons (duurzame) brood laten eten

Dat je als boer met behulp van de bodem voedsel kunt produceren is prachtig, maar wat er tegelijkertijd in de bodem gebeurt, is minstens net zo mooi. De gewassen nemen namelijk CO2 op uit de atmosfeer en zetten dit met behulp van zonlicht (fotosynthese) om naar zuurstof en plantenbiomassa, zoals wortels en bladeren. Een deel van deze koolstof wordt gelekt of uitgescheiden en komt zo in de grond terecht. Deze koolstof wordt opgeslagen in de bodem waar het dan duizenden jaren vast gehouden kan worden. Tenminste, zolang het niet door verstoringen in de bodem, bijvoorbeeld door grondbewerking of drooglegging van natte grond, zoals veengebieden, weer vrijkomt.

Dat je als boer nu al een positieve bijdrage levert aan de CO2-reductie zonder dat je daar iets extra’s voor doet is natuurlijk een mooi gegeven. Maar de kans dat je wel gevraagd gaat worden om iets extra’s te doen om koolstof op te slaan, is waarschijnlijk vrij reëel. De overheid heeft namelijk in het klimaatakkoord gezet dat met duurzaam bodembeheer extra koolstofvastlegging in de bodem moet worden gerealiseerd: 0,5 megaton in 2030. Op zich is het mooi dat we als landbouwsector hier een positieve rol in kunnen vervullen. Het vastleggen van koolstof in de bodem biedt voor de teelt veel voordelen – zoals een vruchtbaardere en gezondere bodem van goede kwaliteit, doordat voedingstoffen en water beter worden vastgehouden – maar daarnaast zou het natuurlijk helemaal mooi zijn als het op korte termijn ook financieel iets oplevert. Vanuit verschillende kanten wordt daarom al gekeken wat voor verdienmodellen er bedacht kunnen worden die hieraan bijdragen. Een veel genoemde optie zijn de Carbon Credits die verkocht kunnen worden aan industrieën die te veel uitstoten. Door middel van de Carbon Credits kunnen deze industrieën hun teveel aan CO2-uitstoot compenseren. Klinkt als een mooi plan, maar de verkochte Credits gaan dan niet meer van de 0,5 megaton af waardoor de sector de doelen van 2030 wellicht niet meer bereikt.

Bedrijven als KLM en Shell pakken het slim aan. Door het betalen van een kleine toeslag over de ticketprijs of door de duurdere V-power brandstof te nemen, kun je als klant ‘jouw’ CO2-uitstoot compenseren. Het geeft je als klant een goed gevoel en hoewel de consument ervoor betaald heeft, behoort deze compensatie op papier nog steeds toe tot de luchtvaart- en olie- en chemie-industrie. Dit zouden we als agrarische sector met hulp vanuit de keten misschien ook kunnen. Duurzaam voedsel dat iets meer kost dan gewone producten, maar waar consumenten hun eigen ‘carbon footprint’ mee kunnen verkleinen. Het geeft ze dus de mogelijkheid om naast duurzame energie en een duurzamere auto ook duurzaam, in Nederland geproduceerd, voedsel te kopen. De teelt van dit duurzamere voedsel vraagt waarschijnlijk hier en daar wel om wat aanpassingen op het gebied van bemesting, grondbewerking en het bouwplan vergeleken met het ‘gewone’ voedsel, maar de opgeslagen koolstof blijft hierbij wel van de sector.

Misschien blijft het bij een mooi plan dat in 2030 consumenten in de supermarkt ook duurzame frietjes kunnen kopen, maar dat de opslag van koolstof de komende jaren een belangrijke rol gaat spelen in de landbouw, staat voor mij wel vast. Dit zorgt gegarandeerd voor mooie kansen, mits we daarbij ons niet de kaas van ons (duurzame) brood laten eten.

 


Leendert Jan Onnes

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Leendert Jan Onnes verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw. Onnes heeft samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van 120 hectare in het Groningse Finsterwolde. Met de afgeronde studies internationale bedrijfskunde en Business  Marketing / Marketing Research is Leendert Jan een goede aanvulling op het dagelijks bestuur van NAJK.

Remco Kruithof | De toekomst begint vandaag

Hierna beschrijf ik, Remco Kruitbos, hoe het mij is vergaan na het winnen van de prijs ‘Bedrijfsadvies op maat’.

Met het bedrijfsadvies op maat wilde ik verder onderzoeken of het haalbaar is om een melkveebedrijf over te nemen van mensen die geen familie zijn.

Om deze vraag te beantwoorden, heb ik met de boer en boerin waar ik mee samenwerk verschillende adviseurs uitgenodigd: accountants, agrarische adviesorganisaties en onze accountmanager van de Rabobank. Een accountant heeft ons het langst geholpen. Na een flinke tijd kwam er een plan tot stand dat mogelijk haalbaar zou zijn.

Dit plan hebben we voorgelegd aan de fiscus, maar helaas bleek dat niet alle onderdelen van het plan
door de fiscus werden geaccepteerd. Dit betrof thema’s als het juridisch eigendom, schenkingsbelasting en de voortzettingseis voor de BOR. Toen zijn we opnieuw om tafel gegaan met verschillende adviseurs om aan het plan te schaven.

Naast alle fiscale en juridische uitdagingen, moesten we het ook financieel eens worden. Hiervoor hebben we veel met elkaar gesproken. Ook hebben we de accountmanager van de Rabobank bij dat
proces betrokken.

Uiteindelijk kwamen we helaas niet tot een voor beide partijen haalbaar en acceptabel plan. Dit kwam onder andere doordat de fosfaatrechten een hele grote financiële hobbel vormden. Na een lange zoektocht die veel energie kostte, vind ik het heel jammer dat een bedrijfsovername er niet inzit. We hebben er samen wel heel veel van geleerd en heel prettig samengewerkt.

De volgende tips geef ik mee aan mensen die ook een dergelijke samenwerking willen aangaan:

  • Er moet een goede klik zijn tussen de mensen die gaan samenwerken, zowel op bedrijfsniveau als op sociaal vlak.
  • Je moet met plezier kunnen (samen)werken.
  • Bij aanvang van de samenwerking is het goed om afspraken te maken. Een aantal daarvan komen op papier, maar vooral ook verwachtingen uitspreken naar elkaar. Denk onder andere aan (tijds)inzet, (financiële) beloning en wat er zou moeten gebeuren als de samenwerking toch stopt.
  • Goed advies is onbetaalbaar, maar denk ook (eerst) met elkaar goed na en bepaal je gezamenlijke visie voordat je een adviseur aan het werk zet.
  • Goede communicatie is de sleutel tot succes. Concreet betekent dit dat je vaak én regelmatig
    bij elkaar moet gaan zitten om te praten. Naast de praktische zaken die besproken moeten worden, kun je dan ook bespreken wat er goed gaat in de samenwerking en wat juist niet. Hiermee zorg je ervoor dat je de verwachting over ieders aandeel in het bedrijf afstemt. Het gebeurt soms dat er frustratie of teleurstelling is over het samenwerken. Het is handig om ook dat soort gevoelens op zo’n rustig (vergader)moment te bespreken.