Zuivel neemt verantwoordelijkheid bij reductie broeikasgassen

De zuivelsector levert de komende jaren een forse bijdrage aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. In het vandaag gepresenteerde Klimaatakkoord reduceert de zuivelsector tot 2030 voor in totaal 1,6 megaton aan broeikasgassen en voldoet daarmee aan de gevraagde opgave vanuit de overheid.

De bijdrage van de zuivelsector is als bijlage integraal opgenomen in het deelakkoord Landbouw en Landgebruik van het nationale Klimaatakkoord. Organisaties van melkveehouders (LTO Nederland, NAJK, NMV) en zuivelondernemingen (NZO) hebben het deelakkoord, dat voor alle sectoren geldt, onderschreven.

Het deelakkoord is een volgende stap in de verdere verduurzaming van de zuivelketen. Melkveehouders en zuivelondernemingen werken op eigen initiatief al jaren samen aan de reductie van broeikasgassen. Dat gebeurt onder meer door efficiënter om te gaan met hulpbronnen als mineralen en energie en door het gebruik van hernieuwbare energie via zonnepanelen, windmolens en mestvergistingsinstallaties.

Alle ketenpartijen leveren een bijdrage

In het akkoord is vastgelegd dat de beoogde reductie van de zuivelsector mogelijk is als alle partijen in de keten een bijdrage leveren: agrarische ondernemers, verwerkende en toeleverende industrieën, overheden, maatschappelijke organisaties, banken en retail. Een andere voorwaarde is de beschikbaarheid van een adequaat financieel pakket van de overheid met financiële-, fiscale- en investeringsregelingen voor melkveehouders en gewenste aanpassingen in wet- en regelgeving.

Het akkoord baseert zich op een bedrijfsgerichte aanpak, waarbij de melkveehouder zelf bepaalt met welke maatregelen hij de emissie van broeikasgassen op zijn bedrijf vermindert. De klimaatprestaties van de melkveehouders worden individueel en ook sectoraal gemeten, gemonitord en inzichtelijk gemaakt via de carbon footprint monitor. Om de veehouders te ondersteunen zal de zuivelsector in 2019 samen met de veevoerindustrie en overheden een onafhankelijk expertisecentrum opzetten. 2

Verdienmodel voor melkveehouders

In het akkoord is afgesproken dat betrokken partijen binnen de bestaande mededingingsregels een verdienmodel uitwerken. Dat moet melkveehouders in staat stellen te investeren in de reductie van broeikasgassen. Het verdienmodel moet uiterlijk 1 januari 2020 gereed zijn.

Het akkoord moet in 2030 leiden naar een klimaatverantwoorde zuivelsector en een energieneutrale melkveehouderij. De sector reduceert dan 1,6 megaton CO2-equivalenten aan broeikasgassen in Nederland. De reductie valt uiteen in twee delen. Maatregelen die te maken hebben met het dier, diervoeding, mestopslag en bemesting leiden tot een reductie van methaan gelijk aan 0,8 megaton CO2- equivalenten. Met energiebesparende maatregelen, de productie van duurzame energie en maatregelen op gebied van bodem en gewas wordt nog eens 0,8 megaton aan CO2-equivalenten gereduceerd. Daarmee voldoet de sector aan de opgave die zij gekregen heeft.

Daarnaast verwacht de zuivelsector klimaatwinst in het buitenland te behalen. Uitvoering van het advies van de Commissie Grondgebondenheid leidt er toe dat de melkveehouders meer eiwitrijke gewassen op eigen grond gaan telen. De import van soja en palmpitten zal daardoor de komende jaren fors afnemen. Dat levert naar verwachting nog eens 1,0 megaton aan besparing op bovenop de geformuleerde taakstelling.

Onderhandelaarsakkoord klimaat gepresenteerd

21 december presenteerde Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, het onderhandelaarsakkoord ‘klimaat’. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is de afgelopen periode betrokken geweest bij de onderhandelingen over de invulling van de reductiedoelstelling voor de sectortafel Landbouw en Landgebruik. NAJK is tevreden dat er ondanks de beperkte tijd, nu toch een akkoord ligt.

Het Klimaatberaad is opgericht door het huidige kabinet om de klimaatdoelstellingen uit het ‘Akkoord van Parijs’ te behalen. Het klimaatberaad staat onder leiding van Ed Nijpels en is opgedeeld in vijf sectoren. De vijf sectoren zijn: industrie, energie, bebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw en landgebruik. Het agrarische bedrijf heeft raakvlakken met onderwerpen die op verschillende sectortafels worden besproken.

Doelstelling kabinet

De doelstelling voor landbouw en landgebruik besloeg 3,5 miljard kilogram (ook wel als megaton of Mton aangegeven) minder in 2030. Deze doelstelling volgt uit het regeerakkoord van het kabinet. Ook heeft het kabinet in het regeerakkoord aangegeven dat deze 3,5 megaton onderverdeeld worden in een reductie van 1 megaton op basis van methaan, 1 megaton op basis van glastuinbouw en 1,5 megaton op landgebruik. Het akkoord beschrijft op welke wijze de landbouw aan deze doelstellingen gaat voldoen.

Technische maatregelen

NAJK is blij dat er gekozen wordt voor technische maatregelen boven volumebeperkende maatregelen (beperking in dieraantallen) om de reductie te behalen. Dit om voldoende toekomstperspectief te behouden voor de sectoren. NAJK realiseert zich wel dat deze technische maatregelen wel impact kunnen hebben op de dagelijkse bedrijfsvoering op bedrijven. “ We zullen bepaalde aanpassingen moeten doorvoeren om de reductie opgave te behalen, maar die zijn ook in ons eigen belang. Immers, onze sector heeft ook het meeste last van klimaatverandering. Daarnaast bieden wij als sector ook oplossingen, die ons nieuwe kansen zullen opleveren”, aldus Andre Arfman, voorzitter NAJK.  Een voorbeeld hiervan is de opslag van koolstof in de bodem. Dit heeft een positief effect op de bodem en neemt CO2 uit de lucht weg.

Meer uitdagingen dan klimaat alleen

Punt van aandacht blijft volgens Arfman dat de samenhang met andere uitdagingen voldoende bewaakt wordt. Arfman: “De agrarische sector staat voor meer uitdagingen dan klimaat alleen, wij moeten bijvoorbeeld ook doelstellingen behalen op het gebied van biodiversiteit.  Het kan dus niet zo zijn dat wanneer belangen botsen dat de boer dit maar moet oplossen en daardoor zijn werk negatief beïnvloed wordt.” Een agrarisch ondernemer heeft  naast de onderwerpen die vallen onder de tafel Landbouw en Landgebruik ook raakvlakken met bijvoorbeeld de tafel energie (energiebesparing en –opwekking) en mobiliteit (landbouwvoertuigen). NAJK heeft zorgen op het gebied van ruimte. Veel gekozen maatregelen vragen ruimte (zonneweides, productie biomassa, aanleg nieuwe natuur e.d.). Arfman: “ Het kan niet zo zijn dat bedrijven van toekomstgerichte jonge ondernemers hierdoor in de knel komen en niet verder kunnen ontwikkelen, hiervoor zullen we in het vervolgproces blijven strijden.”

Aankomende periode zal het onderhandelaarsakkoord worden doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving. Ook wordt dit akkoord voorgelegd aan de achterbannen van de verschillende deelnemende organisaties in het akkoord. Op zijn vroegst wordt er komend voorjaar een definitief akkoord verwacht.

Voorlopig geen fosfaat uit fosfaatbank voor jonge boeren

De fosfaatbank blijft voorlopig dicht. Een motie in de Tweede Kamer van Jaco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD) waarin gevraagd wordt om de fosfaatbank in te zetten om een nieuwe generieke korting te voorkomen is gisteren aangenomen. Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft aangegeven achter de motie te staan en de bank dicht te houden zolang er nog rechtszaken lopen. NAJK staat achter het besluit als dit voorkomt dat er een nieuwe generieke korting komt.

Afgelopen maanden was er veel te doen over het fosfaatrechtenstelsel. De onduidelijkheid over de boete gaf onrust in de melkveesector en op de fosfaatmarkt. Ook was er discussie ontstaan over het uitdelen van rechten aan vleesveehouders. Daarnaast werd in de loop van 2018 duidelijk hoe lastig het sturen op fosfaatproductie op bedrijfsniveau is. Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft de zorgen van de jonge boeren over de verschillende thema’s gedeeld, verzocht om meer duidelijkheid te verschaffen in de cijfers en benadrukt om de ruimte die er is goed te benutten. “Het voorkomen van een nieuwe generieke korting heeft de hoogste prioriteit, zelfs als dit betekent dat de fosfaatbank niet open gaat”, aldus Klever.

Nog te veel rechten in de markt

Minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft in de Kamerbrief van vrijdag 7 december en het Kamerdebat van donderdag 13 december duidelijkheid gegeven over de cijfers en aangegeven dat er geen ruimte is voor toekenning van meer fosfaatrechten. Met het aantal fosfaatrechten dat momenteel in de markt is, kan het sectorplafond worden overschreden. De CBS cijfers laten zien dat er nu geen overschrijding is. Het gevolg hiervan is dat de fosfaatbank voorlopig niet opengaat. Klever: “Het is jammer dat de fosfaatbank waarin jonge boeren een voorkeursrecht hebben niet open gaat, maar als dit een nieuwe generieke korting voorkomt is dit de juiste beslissing”.

Discussie over knelgevallen

Al het gehele jaar is er discussie over knelgevallen en of en hoe deze geholpen kunnen worden. De dynamiek in de cijfers van fosfaatrechten geeft reden om discussie te voeren over hoe deze cijfers geïnterpreteerd moeten worden. In het Kamerdebat op 13 december kwam dit ook naar voren. Klever: “Het is belangrijk dat er duidelijkheid komt over de cijfers en het glashelder wordt of er ruimte is. Wanneer er ruimte is, moet duidelijk worden hoe daarmee omgegaan wordt. Alleen dat brengt rust in het fosfaatrechtenstelsel”. Verder heeft minister Schouten aangegeven dat zij bij het OM wil aangeven dat boeren die bezwaar hebben gemaakt geen duidelijkheid hadden over hun beschikking. Of dit de boete zal beïnvloeden kan zij echter niet garanderen.

Weidegang Trofee voor alle boeren

Vanwege het record aantal boeren dat de koeien buiten laat lopen hebben alle boeren dit jaar de Weidegang Trofee gewonnen. Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft woensdagmiddag 19 december de Weidegang Trofee in ontvangst mogen nemen. De Weidegang Trofee werd uitgereikt tijdens de bijeenkomst van het Convenant Weidegang.

Uit gegevens van de zuivelondernemingen blijkt dat inmiddels 82,0 procent van de melkveehouders de koeien laat grazen. Sinds in 2012 weidegang gestimuleerd is, is het percentage niet zo hoog geweest. Diverse partijen, waaronder ook NAJK, hebben eerder hun handtekening gezet onder het Convenant Weidegang om de koe in de wei te houden. Doelstelling van het convenant was om weidegang te behouden op minimaal het niveau van 2012, wat 81,2 procent betrof.

Niet verplicht, wel doelstelling behaalt
In het huidige regeerakkoord staat beschreven dat de huidige regering geen verplichte weidegang wil. De melkveehouderij moet uiterlijk in 2020 haar eigen doelstelling voor weidegang behalen. NAJK is trots op wat de melkveehouderijsector heeft bereikt. “Zonder verplichting hebben we als sector toch de doelstelling op het gebied van weidegang gehaald. Als we dit als sector kunnen, dan kunnen we ook andere uitdagingen als sector met elkaar aan”, aldus Klever.

Trofee weidegang

Trofee weidegang

NAJK-project Wei en Maatschappij
Afgelopen jaren zijn er verschillende projecten geïnitieerd om kennis over weidegang over te dragen en weidegang te bevorderen. Mede door deze projecten is het percentage van 82,0 procent weidende bedrijven gehaald. In de verschillende speeches die werden gehouden tijdens de bijeenkomst van het Convenant Weidegang werd ook positief gesproken over het NAJK-project Wei en Maatschappij. NAJK geeft binnen dit project gastlessen over weidegang op agrarische mbo en hbo’s en verzorgt avonden over weidegang bij haar lokale afdelingen (AJK’s).

Geef jonge boer ontwikkelingsruimte in plaats van strafblad

Sinds een halfjaar ben ik bestuurslid bij NAJK met de portefeuille melkveehouderij. Als derde bestuurslid op rij krijg ik te maken met het fosfaatrechtenstelsel en de uitwerking ervan. Richting het einde van het jaar blijkt hoe lastig het is om goed uit te rekenen hoe je uitkomt binnen de fosfaatruimte op bedrijfsniveau.

Als jonge melkveehouder met een nieuwe stal en volop ambitie richting de toekomst heb ook ik aan den lijve ondervonden wat een lastig jaar dit is geweest. Sturen op fosfaatproductie bleek nog niet eenvoudig. Koeien verkopen resulteerde soms in een stijging van de fosfaatproductie in plaats van een daling. Ondertussen hing er wel een strafblad boven het hoofd en bleef de prijs van fosfaat maar stijgen. Niet echt een lekker begin van je carrière als boer.

Ik heb vanuit NAJK meerdere keren mijn zorgen, over onder andere de boete, lease (gedeeltelijk) zonder afroming, voorwaarden fosfaatbank, knelgevallen, CBS-cijfers en opties voor vereveningen, gedeeld in Den Haag. Als bestuurder is mij in ieder geval heel duidelijk geworden dat invloed aan het eind van een proces heel gering is. De richting is bepaald en daar wordt niet meer vanaf geweken. Het fosfaatrechtenstelsel is in een wet gegoten en daarmee lastig meer te beïnvloeden.

Echter, de fosfaatbank is nog niet definitief. Hier zie ik dan ook nog kans om nog zaken te wijzigen. De fosfaatbank is bedoeld om ontwikkelruimte te geven aan met name de duurzame jonge boeren. Een belangrijk punt hierin is de vijf jaar termijn. Jonge melkveehouders hebben, binnen het huidige voorstel, twee keer zoveel kans op fosfaat uit de fosfaatbank. Echter, je bent alleen jonge melkveehouder als je onder de 41 bent en niet langer dan vijf jaar melkveehouder bent (hierbij geldt ook de tijd dat je in maatschap zit). Dit is dus eigenlijk maar een beperkte groep. Ik zou liever zien dat er een breder begrip  is voor de jonge boer, zodat ook de jonge boeren die rond de overname zitten een beroep kunnen doen op de fosfaatbank. Want wat wij nodig hebben om als nieuwe generatie duurzamer te boeren zijn ontwikkelmogelijkheden en niet een strafblad.

___________________________________________________________________________________

Marije Klever

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Marije Klever (31) verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Marije combineert deze functie met het werk op haar melkveehouderij in De Meern.

 

Vrijdag 16-11-2018 | Nederlandse ambassade en terug naar huis

Nadat we gisteravond de toerist hebben uitgehangen in Rome en  een deel van de groep het nachtleven van Rome is ingedoken gingen we vandaag op bezoek bij de Nederlandse ambassade. Hier waren ook jonge Italiaanse boeren bij aanwezig. We werden ontvangen door ambassadeur Joep Wijnands en Marguerite Sipman. De Nederlandse ambassade, AGIA en NAJK hebben zich aan elkaar gepresenteerd. Na een heerlijke lunch aangeboden gekregen te hebben van de ambassade zijn we richting het vliegveld gegaan en was de studiereis ten einde. We vlogen terug naar Nederland waar we weer in het dagelijks leven van onze bedrijven kwamen.

Donderdag 15-11-2018 | Een dagje Rome

Na het ontbijt bij het naastgelegen koffiehuis  zijn we vertrokken richting Rome.  Het was een reis van ruim drie uur en hebben tijdens de reis veel van het Toscaanse landschap gezien. Een prachtig heuvelachtig landschap waarin ook veel landbouw bedreven wordt. Alle grond die ook maar enigszins bereik- en berijdbaar is wordt benut. Het bewijst dat een gemiddelde Italiaanse boer niet bang is om steile hellingen te trotseren. Veel grondbewerking gebeurt met relatief kleine rupstrekkers. Naast granen zagen we ook veel wijn- en olijfgaarden. Maar ook zagen we percelen waarop diverse soorten notenbomen staan. In de dalen wordt veel luzerne geteeld. Luzerne vormt een belangrijk aandeel in het voerrantsoen van veehouders.

Rond twee uur kwamen we aan in Rome en konden we direct genieten van de rijke cultuur van deze prachtige stad. Ook het chaotische verkeer hebben we mee mogen maken. Onze chauffeur liet dan ook regelmatig de claxon klinken, niet zelden gevolgd door een harde remingreep.

Na een hele rit door de stad kwamen we uiteindelijk oog in oog te staan met het Colosseum. Dit is een geweldig groot bouwwerk waarin in het begin van het Romeinse Rijk gladiatoren streden op leven en dood. Dat effecten van spelen vandaag de dag nog steeds aan de orde zijn bewees een gesloopt vijvermonument verderop in de stad na een verloren voetbalwedstrijd van Feijenoord. Met de metro hebben we nog een aantal andere highlights bekeken. De Sint Pieter in het Vaticaan hebben we vanbinnen bewonderd. In deze grootsheid voelden wij ons als agrariërs uit Nederland toch wel heel nietig. Verder hebben we de Trevifontein, de Spaanse Trappen, diverse tempels en het  Pantheon bekeken.

Na een overheerlijke Italiaanse maaltijd te hebben genuttigd, dook de harde kern van het studiereis-uitgaansteam het Romeinse nachtleven in. De terugkeer in de het hotel bleef voor de achtergeblevenen niet onopgemerkt…!

Woensdag 14-11-2018 | Woensdag, wijndag!

De week is doormidden. Vandaag reizen we weer verder naar het zuiden van Italië. Na een bezoek aan een middelgrote supermarkt vertrokken we richting San Prospero. We bezochten Gruppo Italiano Vini, de grootste wijnproducent van Italië. Op deze locatie produceren ze per dag 150.000 flessen ‘sparkling’ wijn. Na een tour langs de 300 ketels, flessenvoorraad en wijngaard was het tijd om het zelf te proeven. Vier verschillende wijnen van  cavicchioli u. & figli werden geserveerd, met Italiaanse delicatesse. Er werd uitleg gegeven over de smaak en structuur van de wijnen. Op kleur, bubbels, geur en smaak is de wijn te beoordelen. Een drogere wijn wordt in Lambrusco het meest gedronken, dit past het beste bij de lokale Italiaanse gerechten. Twintig procent van de wijnen van Gruppo Italiano  Vini wordt geëxporteerd naar landen als Amerika, China, Duitsland en Engeland. Dit zijn met name de zoete gangbare wijnen.

Na een wijnproeverij vertrokken we met de bus richting Toscane voor een bezoek aan de Public Authority Regione Toscana (het provinciehuis van Toscane). Er werd verteld over het beschikbare landbouwbudget van Europa, landelijke en regionaal voor de boeren uit de regio Toscane. Starters krijgen een budget tussen de €30.000,- en €50.000,- om als jonge landbouwer te beginnen in Toscane. Ook heeft Toscane The Landbank. Daarin hebben jongeren ook voorrang voor de beschikking van grond. Na een korte discussie en een echt Italiaans ijsje vertrokken we met de bus naar Albergo Giardino. We werden ontvangen op het bedrijf van de voorzitter van de jonge boerenorganisatie in Toscane. Hij produceert de Brunello di Montalcino ‘ Martoccia’-wijnen. Onder het genot van een Italiaans diner mochten we deze proeven. Afsluitend begeleide hij ons door Montalcino, de plek waar we overnachtten.

Groetjes uit Toscane!

 

Dinsdag 13-11-2018 | Heel veel koeien en hectares

We zijn dinsdag begonnen met een rondleiding over Cascina Caremma, de plek waar we gisteravond in het donker aan kwamen. Leuk om dan bij daglicht verrast te worden. Vervolgens gingen we naar het indrukwekkende melkveebedrijf van de familie Mulino in Lodi. Op dit bedrijf lopen 2000 runderen waarvan er nu 800 aan de melk zijn. Op dit grote familiebedrijf wordt met 18 medewerkers het werk gedaan. Er is 600 hectare grond in gebruik waar maïs, gras en luzerne geteeld wordt. De mest wordt verwerkt in een grote vergister waar ook het restvoer en de mindere kwaliteit stro en mais in gaat. De famlie Mulino heeft het bedrijf 20 jaar geleden gekocht nadat ze op hun oude bedrijf weg moesten voor uitbreiding van de stad Milaan. De koeien liggen ook hier in diepstrooisel boxen en worden gemolken in een grote 48 stands buitenmelker van De Laval. Er wordt een indrukwekkende productie gehaald van 13.000 kg melk per koe per jaar met 4% vet en 2,7% caseïne. Dat is een kengetal waarop de hoeveelheid kaas die er van de melk gemaakt kan worden op wordt gebaseerd. Ze kennen dus niet zoals wij Nederlanders de vet-eiwit-lactose verhouding. De melk wordt geleverd aan een kleinere coöperatie van ongeveer 100 melkveebedrijven die vervolgens de melk doorverkoopt aan de grote coöperatie en Grano Padano producent Latteria Soresina.  Op dit moment wordt er 38,5 cent per kg melk uitbetaald zonder de nabetaling die nog moet komen.

Na het bezoek aan het melkbedrijf vertrokken we richting Bologna. Hier is de AMA-group gevestigd. Dit bedrijf maakt assemblageonderdelen voor verschillende agrarische machinefabrikanten o.a. Claas, Merlo en Toyota. Dit was de hoofdlocatie, er werden voornamelijk printplaten gemaakt en getest. Daarnaast hadden ze een softwarepakket ontwikkeld voor het verzamelen van verschillende data en deze vervolgens in een onlineprogramma te koppelen.

Na dit bezoek zijn we doorgereden naar SEAT-industries. SEAT-industries is een dochteronderneming van de AMA-group. Jaarlijks worden hier ongeveer 250.000 stoelen geproduceerd die geschikt zijn voor onder andere tractoren en grasmaaiers.

Aan het eind van de middag nog een rondje gedaan op een akkerbouwbedrijf wat graan, soja en mais in het bouwplan had. Ook hadden zij een grote loonwerktak. Het bedrijf werd gerund door Valeria, zij is de manager, haar vader en broer zijn verantwoordelijk voor het operationele deel.  Gemiddeld behaalden ze een opbrengst van 7 ton graan per hectare.

Maandag 12-11-2018 | Boeren in Milaan

Zondagmiddag vlogen we vanaf Schiphol naar Milaan, daar werden we opgehaald door onze buschauffeur voor de komende week. Na een reis van een half uur kwamen we aan bij het hotel. In de buurt van het hotel gingen we eten. Na het eten ging een deel van de groep het nachtleven verkennen. Na een nog redelijke nacht gingen we met de bus richting het oude centrum van Milaan, daar hebben we wat cultuur gesnoven. De kathedraal en het kasteel werden bezocht.

’s Middags kregen we een presentatie van CIA (één van de drie Italiaanse boerenbelangenbehartigers), ze hebben vier vestigingen in het noorden van Italië. De voorzitter Paolo Maccazzola heeft iets verteld over de agrarische sector in Italië. We kregen een uitgebreide Italiaanse lunch aangeboden inclusief Aperol Spritz en rode bubbelwijn.
Na de lunch gingen we met Paolo mee naar zijn bedrijf. Hij woont aan de rand van een dorp met 27.500 inwoners en verkoopt veel producten aan huis. Op enkele meters naast zijn bedrijf begonnen de flatgebouwen, zijn klanten wonen dus letterlijk om de hoek. Er worden 140 koeien gemolken met op dit moment een productie van 28 kg per dag 4,1% vet en 3,62% eiwit. De jaarproductie is 12.000 kg per koe. 80 procent van het rantsoen wordt zelf verbouwd, ze verbouwen vooral maïs. Het rantsoen bevat in verhouding veel energie. Ze leveren aan de Grano Padano kaasfabriek. Het verschil tussen Grano Padano en Parmazaanse kaas is dat Paolo de gehele maïsplant moet voeren waar bij Parmazaanse kaas alleen de maïskorrel gevoerd mag worden. Wij werden tot slot verwend met eigen gemaakte panna cotta en creme caramel. Daarna gingen we de bus in voor het laatste stukje, naar onze overnachtingsplek bij Cascina Caremma, een typisch agrotoerisme hotel. Mooie locatie op het platteland. In Italië dineren ze rond 20:00 uur en nemen ze echt de tijd. We verlieten dan ook pas rond 22.30 uur de tafel na genoten te hebben van heel veel lekkere gangen. Even wennen voor ons Hollanders op studiereis.