Stap voor stap natuurinclusief: Niels aan het woord!

 

Projectleider Marjan Holtland ging in gesprek met onze BoerNatuurlijk-ambassadeur, Niels Vermue. Hoe kijkt de jonge veehouder naar vernieuwing, wat drijft hem, en welke tips heeft hij voor andere jonge ondernemers die stappen willen zetten richting een duurzamere bedrijfsvoering?

Niels werkt samen met zijn ouders en broer op het thuisbedrijf met schapen en zoogkoeien in het Zeeuwse Ritthem. Daarnaast werkt hij fulltime op de logistieke afdeling van een pootgoedhandelshuis. “Die combinatie vind ik fijn: na een dag op kantoor kan ik thuis nog lekker fysiek bezig zijn!”, aldus de kersverse ambassadeur van BoerNatuurlijk.

Wat motiveerde jullie richting natuurinclusieve landbouw?

“Een paar jaar geleden kregen we de kans om 35 hectare grond vlak bij ons in de straat natuurinclusief te gaan beheren. Die grond is eigendom van het havenschap waar we naast wonen. In totaal bood het havenschap ruim 100 hectare land aan, verdeeld over vier boeren. Zo’n kans om dichtbij land te pachten krijg je niet vaak, dus die grepen we met beide handen aan.”

Tegen welke obstakels lopen jullie aan als je nieuwe ideeën wilt doorvoeren?

“Voor die grond betalen we, gezien de voorwaarden die eraan hangen, een redelijk hoge pachtprijs. Volop experimenteren zit er dus niet direct in. Je wilt immers wel ge

woon een goede oogst halen. Als we echt zouden willen experimenteren, is het handiger als je nog terug kunt grijpen op kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen. Dan heb je een soort back-up om schade te beperken en durf je meer. Nu hebben we die niet, en dat remt ons wel wat.”

Kun je een voorbeeld geven?

“In het eerste jaar hadden we bijvoorbeeld enorme last van jacobskruiskruid, dat overal opkwam. Die plant is giftig voor dieren, dus dat was geen fijn begin. Eigenlijk start je dan al met een achterstand. We hebben toen een paar stukken geploegd en zijn een deel kwijtgeraakt, maar door de hoge druk in het omliggende gebied waaien er telkens nieuwe zaden binnen. Op de ergste percelen hebben we luzerne gezaaid, met het idee dat de stikstof die luzerne bindt, het jacobskruiskruid kan verdrijven.”

Heeft het toepassen van natuurinclusieve maatregelen jouw eigen kijk op het boeren veranderd?

“Nee, niet per se. Het zal ook nooit voor iedereen passend zijn. Je moet wel tegen verandering kunnen; net als je denkt dat je het onder de knie hebt, verandert er weer iets. S

ommigen spreken van een spanningsveld tussen traditie en vernieuwing, ik zie dat zelf niet zo. Iedereen moet vooral doen wat bij hem of haar past. Als je wél spanning voelt, denk ik dat je met iets bezig bent waar je zelf niet achter staat. Het moet wat dat betreft echt bij je passen.”

Hoe ervaar je de samenwerking met bijvoorbeeld overheid, andere boeren of natuurorganisaties?

“Onze ervaring met natuurorganisaties is goed, zolang je maar in contact blijft. Dan kun je alles bespreken, en begrijpen ze vaak ook wel dat je niet het onmogelijke kunt doen. Verder werken we nauw samen met onze achterbuurman: wij zetten gras, hij akkerbouwgewassen, en hij ontvangt een groot deel van onze vaste stalmest. Die mest is namelijk niet makkelijk te gebruiken op grasland.”

Wat zou je andere jonge boeren willen meegeven die overwegen natuurinclusiever te gaan werken?

Doe het alleen als je er 100% voor gaat. Probeer vooral niet alles tegelijk, maar  doe het stapje voor stapje!”