Aan jonge mensen die thuis het bedrijf willen overnemen, vraag ik vaak: ‘wat neem je over?’ Meestal kijken ze me vreemd aan en zeggen dan: ‘het bedrijf natuurlijk’. Maar wat is dat agrarische familiebedrijf precies? Wat hoort er allemaal bij? Met wie heb je allemaal te maken?
Systemen
Als agrarische ondernemers zit je middenin een krachtveld van systemen. De familie, het bedrijf, de markt, de regionale gemeenschap, de maatschappij, en het kapitaal / het eigendom. Al die systemen hebben invloed op jou als ondernemer. Soms trekken ze aan je. We zeggen dan: ‘het familiebedrijf trekt aan je’. Soms werken ze beklemmend. Wanneer (ongeschreven) regels jou belemmeren om een eigen weg in te slaan. In agrarische familiebedrijven komen systemen samen aan de keukentafel. Sterker, systemen lopen daar vaak dwars door elkaar heen. Daar zitten ouders en kinderen samen. Daar overleggen ze als maten van het bedrijf. Daar zitten ook de voeradviseur en de accountmanager van de bank. Een tijd terug vertelde Nico (niet z’n echte naam) over de lastige werkrelatie met z’n vader. Elke keer als hij het over z’n vader had, zei hij ‘pap’. Logisch, want Nico komt uit het zuiden en daar zeggen ze ‘ons pap’. Maar ‘pap’ is een woord van het familiesysteem. Daar ben je ouders en kinderen van elkaar. Dat is een verticale relatie. In het bedrijfssysteem zijn Nico en z’n vader elkaars maten. Dat is een horizontale relatie van gelijken. Nico is in gesprekken over het bedrijf z’n vader bij de voornaam gaan noemen. Zijn vader reageert nu naar zijn maat. In plaats van naar zijn zoon, zoals hij ruim twintig jaar heeft gedaan. Wees je bewust van de invloed van de verschillende systemen. Soms hebben ze een eigen taal. Of vragen ze om een aparte tafel voor een goed gesprek.
Patronen
Patronen zijn de ongeschreven regels van de systemen. Soms gaan die regels generaties lang mee. Dan klinkt het: ‘Zo doen we dat hier, altijd’. Een veel voorkomend patroon in agrarische familiebedrijven is het patroon van ‘de bezette troon’. De overdrager blijft op de troon van de zeggenschap zitten. Waardoor er voor de overnemer geen ruimte is om een eigen plek in te nemen. Dat is voor beide partijen vaak heel frustrerend. Andere patronen die worden beschreven, zijn: ‘nooit goed’, ‘vanuit vroeger’, ‘niet spreken’ en ‘kloon en lievelingskind’. Net als bij systemen is het bij patronen belangrijk om je er bewust van te zijn of te worden. Want bewustwording is het begin van verandering! Wat neem je over? En wat niet? Bedrijfsovername gaat over meer dan het bedrijf, de grond, het vee en de gebouwen. Het gaat ook over jouw plek in de verschillende systemen. En of je bepaalde patronen overneemt, of niet.
Op persoonlijke titel schreef Wiggele Oosterhoff het boek ‘Doorzien, een contextueel handboek voor agrarische familiebedrijven’. In het handboek staan veel praktijkverhalen en ook opdrachten om zelf aan de slag te gaan.