NAJK-leden en -partners over druk van de omgeving, spanning binnen de familie en de kracht van open gesprekken

Van buitenaf lijkt het boerenleven vaak rustig en idyllisch: grazende koeien, een ronkende trekker en een erf vol bedrijvigheid. Maar achter die ‘rust’ schuilt soms een onzichtbare strijd: ondernemers die balanceren tussen de passie voor hun vak en de groeiende druk van regels, financiën, maatschappelijke verwachtingen en soms lastige familiegesprekken. Tijdens een themabijeenkomst van NAJK, haar partners en leden, spraken jonge boeren en betrokken partijen over mentale druk in de agrarische sector.

Wat volgde was een openhartig gesprek tussen (jonge) boeren, adviseurs, verzekeraars en ervaringsdeskundigen over de impact van regelgeving, de publieke opinie, financiële druk en familieverhoudingen — én over het belang van praten, juist als dat lastig voelt.

‘Je moet ertegen kunnen, maar tot hoever?’

Melkveehouder Robert Koops (FrieslandCampina) beet het spits af: “Tot op zekere hoogte hoort druk bij het ondernemerschap”, vindt hij, “maar er zijn grenzen aan wat gezond is.” Elisabeth Jukema (Agrifirm Jongerenraad) sluit zich daarbij aan, maar zorgen de verplichtingen en toegenomen papierlast wel voor een bron van spanning: “Je bent niet meer alleen koeien aan het melken. Twintig procent van je tijd gaat op aan administratie om iedereen tevreden te houden.” Om over de financiële druk nog maar te zwijgen. Bedrijven worden groter, kosten hoger en de onzekerheid over toekomstige regelgeving groeit. Een vertegenwoordiger van AJF vatte het samen: “Bedrijven worden steeds groter en een bedrijf overnemen gaat steeds lastiger. Vroeger werd vaak gezegd ‘je kunt altijd nog boer worden’, nu is het niet meer zo vanzelfsprekend en moet je er keihard voor werken.”

Druk van buitenaf

De aanwezigen zijn het er unaniem over eens: we moeten ook de druk vanuit de omgeving en de maatschappelijke beeldvorming niet onderschatten. Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea) gaf hier een duidelijk voorbeeld van: “Ik had tegenover ons huis een stukje grasland gespoten en voor ik het wist werd er op het wegdek een doodskop getekend van Extinction Rebellion met de tekst ‘Let op: landbouwgif!’. Dan doe je als ondernemer eigenlijk niks verkeerd, want mijn veldspuit wordt gewoon gekeurd is en ik gebruik een middel dat toegelaten is. En toch word je zo betiteld. Dat werkt natuurlijk niet mee.” Het gebeurt volgens Hans Haasken (DAJK) vaker dan we denken. “De laatste jaren zie ik steeds meer mensen de middelvinger naar me opsteken als ik op de trekker zit. Als je het gesprek aangaat, begrijpen ze het vaak beter, maar het eerste beeld dat zij van ons hebben, is dat het mis is wat wij doen.” Tijdens de Open Boerderijdag ontving Robert Koops (FrieslandCampina) zo’n 1500 bezoekers. Toch waren er nul negatieve reacties die dag. “Het is vaak ook een gebrek aan uitleg”, legt Robert uit, “We laten als boeren te weinig zien waar we mee bezig zijn, daar zijn we veel te bescheiden voor.”

Familie: steunpilaar of bron van spanning

Soms zit de bron van spanning helaas dichterbij dan we denken. “Familie is vaak een belangrijke factor. Het is prachtig om samen te werken, maar juist die nauwe band kan ook spanning geven, zeker bij bedrijfsovernames”, legt Ankie de Jong (TABOER) uit. DAJK-lid Hans Haasken heeft thuis een gemengd bedrijf en zit middenin een ingewikkeld overnameproces met zijn broer en zus. Hij bevestigt dat familierelaties soms zwaar op je schouders kunnen liggen: “We hebben inmiddels een derde buitenstaander bij het gesprek betrokken, maar het blijft ingewikkeld.” Ankie de Jong ziet in haar werk bij TABOER hoe familieconflicten grote invloed kunnen hebben op het welzijn van de (jonge) ondernemer: “Het kan zoveel spanning veroorzaken, en er wordt vaak niet of te laat over gepraat.”

Investeren in hoofd en hart

Als je naar een gemiddelde jaarrekening kijkt van een agrarisch bedrijf, zie je voornamelijk investeringen in machines en gebouwen. Volgens de aanwezigen wordt er dan ook te weinig geïnvesteerd in ‘het hoofd en het hart’ van de boer. Een AJF-lid merkt op: “De mentale gezondheid krijgt veel minder aandacht. Iedere keer als er weer een uitnodiging is van een studiegroep of AJK-avond, gaat het vooral over ‘Hoe krijgen we een beter stalklimaat?’ of ‘Hoe kunnen we onze mest afzetten?’, het gaat eigenlijk nooit over iets mentaals, terwijl Iedereen daar wel mee kan worstelen. Dat vind ik wel jammer.” Ook Hendrik Veldman (DeLaval) vind dat iedere ondernemer moet investeren in zichzelf. “Er bestaat natuurlijk niet perse een cursus met ‘Hoe voorkomen we een burn-out?’, maar blijf jezelf wel ontwikkelen en stel jezelf altijd de vraag: word ik hier gelukkig van?”

De zwijgcultuur doorbreken

Zelf aan de bel trekken vinden boeren vaak lastig, maar Erik van Ophoven (Achmea Agro) wijst op de rol van adviseurs: “Wij zijn geen hulpverleners, maar we kunnen wel signaleren en doorverwijzen.”

Volgens de deelnemers is mentale druk vaak een optelsom van factoren: wet- en regelgeving, financiële druk, familieverhoudingen én het feit dat er te weinig over wordt gesproken. De zwijgcultuur die er momenteel heerst kan de mentale druk namelijk wel vergroten. Minder praten leidt tot meer spanning — en hoe meer spanning, hoe minder je praat. “Door erover in gesprek te gaan, kan de druk van de ketel”, vult Ankie (TABOER) aan.

Kortom: laat de druk niet oplopen, maar zet in op laagdrempelige gesprekken. Soms is één gesprek of constatering al genoeg om iets in beweging te zetten!

Deze stellingen stonden centraal in de discussie

  • Mentale druk hoort bij het ondernemerschap in de agrarische sector, daar moet je gewoon tegen kunnen.
  • De grootste mentale druk komt niet van buiten, maar van mijn eigen familie.
  • Je kunt onderdeel zijn van een familiebedrijf en je toch compleet alleen voelen.
  • We investeren in machines en stallen, maar te weinig in het hoofd en hart van de boer.
  • Mentale druk is geen gevolg van beleid of werkdruk, maar van een zwijgcultuur.

Deze themabijeenkomst over ‘Mentale druk’ is tot stand gekomen met medewerking van:

Ankie de Jong (LTO Noord/TABOER), Elisabeth Jukema (Young Agrifirm), Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea), Hendrik Veldman (DeLaval), Robert Koops (FrieslandCampina), Hans Haasken (DAJK), Wendy Kicken (NAJK) en een vertegenwoordiger van AJF.