NAJK reageert op concept 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn

NAJK reageert op concept 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Het 8e APN heeft gevolgen voor jonge boeren en tuinders. Wij zijn positief over stappen richting doelsturing, waarbij vakmanschap en bedrijfsspecifieke omstandigheden meer ruimte krijgen.

Tegelijkertijd maken we ons zorgen over punten waar nog veel onduidelijkheid is, zoals de herziening van de stikstofgebruiksnormen en de invulling van de aandachtsgebieden voor oppervlaktewater. Zonder helderheid kunnen boeren geen verantwoorde keuzes maken voor het nieuwe seizoen en is de exacte impact van het 8e APN momenteel nog niet te over zien.

📄 Lees hier onze volledige reactie: Consultatie 8e ActieprogrammaNitraatrichtlijn – NAJK

Meer steun voor jonge boeren, maar Europees landbouwbeleid steeds minder gemeenschappelijk

De Europese Commissie presenteerde op 16 juli haar voorstellen voor het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2028–2034 en het Meerjarig Financieel Kader (MFK), de Europese meerjarenbegroting. Deze plannen zijn van grote betekenis voor jonge boeren en tuinders in heel Europa: zij bepalen in grote lijnen welke steun, ontwikkelkansen en beleidsruimte er de komende jaren vanuit Brussel beschikbaar zijn.

NAJK is gematigd positief over de richting van de voorstellen, maar ziet ook duidelijke zorgen. Het positieve nieuws is dat Eurocommissaris Hansen expliciet heeft aangekondigd dat het budget voor jonge boeren binnen het GLB verdubbeld wordt: van 3% naar 6% ten opzichte van de huidige percentages. Met deze verdubbeling komt er aanzienlijk meer ruimte om jonge boeren gericht te ondersteunen bij bedrijfsovername, investeringen en innovatie.

 Tegelijkertijd is het totale GLB-budget in deze voorstellen lager dan in de huidige periode. Dat is zorgwekkend, zeker gezien de grote maatschappelijke opgaven die op het landbouwbeleid afkomen, zoals klimaatverandering, dierenwelzijn en de waterkwaliteit. De verlaging treft met name de budgetten die nu zijn ondergebracht in pijler 2, het onderdeel dat zich juist richt op plattelandsontwikkeling — juist daar waar veel regelingen voor jonge boeren, innovatie en duurzame ontwikkeling worden ondergebracht.

 Daarnaast dreigt het gemeenschappelijke karakter van het GLB verder te verwateren. In de nieuwe voorstellen krijgen lidstaten opnieuw veel ruimte voor eigen interpretatie en nationale invulling. Daarmee wordt het risico op een ongelijk speelveld tussen boeren in verschillende EU-landen groter. Een Nederlandse boer zou hierdoor met strengere eisen kunnen worden geconfronteerd dan zijn collega over de grens. NAJK vindt dat onacceptabel: het GLB moet boeren in Europa gelijke kansen bieden.

 Inzet jonge boeren lijkt resultaat te hebben

De afgelopen maanden heeft NAJK, samen met Europese collega-organisaties zoals CEJA, intensief ingezet op een toekomstgericht landbouwbeleid waarin jonge boeren centraal staan. Er is gesproken met Europarlementariërs, Kamerleden, ministeries en maatschappelijke organisaties. Een eerste analyse van de vandaag gepresenteerde voorstellen laat zien dat deze inzet effect heeft gehad.

“Het is positief dat Europa generatievernieuwing en jonge boeren nu expliciet benoemt als prioriteit binnen het GLB,” zegt Gerben Boom, portefeuillehouder Internationaal bij NAJK. “En de verdubbeling van het budget voor jonge boeren is echt een belangrijke erkenning. Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven: veel hangt nu af van hoe Nederland deze ruimte gaat benutten. Zonder een krachtige nationale invulling die oog heeft voor een gelijk speelveld in Europa blijven het mooie woorden.”

 Oproep aan Den Haag: benut de ruimte, voorkom ongelijkheid

NAJK roept het ministerie van LVVN, Financiën en de leden van de Tweede Kamer op om de geboden ruimte in de Europese voorstellen om te zetten in concrete, praktische maatregelen binnen het Nationaal Strategisch Plan. Daarbij is het essentieel dat jonge boeren en tuinders optimaal profiteren van de verdubbeling van het budget waardoor bedrijfsovernames weer makkelijker worden. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat Nederland met extra nationale eisen het speelveld voor Nederlandse boeren oneerlijk zwaarder maakt dan dat van collega’s in andere lidstaten.

Alleen met een goed doordacht NSP, dat kansen biedt én het gelijke speelveld bewaakt, kunnen jonge boeren echt verder. NAJK zal de voorstellen de komende periode verder analyseren en het gesprek voortzetten met Nederlandse en Europese beleidsmakers. Het doel is helder: een landbouwbeleid dat jonge boeren en tuinders niet alleen noemt, maar ook echt verder helpt.

8e APN: Jonge boeren steunen de koers naar doelsturing, maar vragen snelle duidelijkheid over stikstofnormen

Op maandag 14 juli presenteerde minister Wiersma in haar kamerbrief de nadere contouren van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN), waarin de omslag naar doelsturing een centrale plaats inneemt. NAJK waardeert de inspanningen van de minister om tot een doelsturingsaanpak te komen. Naast de doelsturingsaanpak wordt ook het generieke spoor van het 8e APN aangekondigd. Met name de onduidelijkheid rondom de herziening van de stikstofgebruiksnormen baart NAJK zorgen.

Doelsturing voor een betere waterkwaliteit

Doelsturing is een centrale pijler binnen het concept 8e APN en biedt ruimte voor telers om een uitzondering te krijgen op generieke maatregelen. Zo kunnen ondernemers bij aantoonbaar goede resultaten in aanmerking komen voor meer stikstofgebruiksruimte, een uitzondering op de ‘1 oktober- maatregel’ en een uitzondering op de rustgewasverplichting 1:4 (of 1:3). “De omslag naar doelsturing geeft ondernemers meer handelingsperspectief en biedt kansen om af te stappen van generieke normen en rigide kalenderlandbouw. Dat is essentieel als we  waterkwaliteitsdoelen op een praktische én toekomstgerichte manier willen behalen”, aldus Hilde Coolman – Portefeuillehouder Akkerbouw.

Generieke spoor en actualisatie stikstofgebruiksnormen

Tegelijkertijd bevat het programma ook een generiek spoor met voortzetting en aanscherping van bestaande maatregelen uit het 7e APN. Zo wordt o.a. een aanpassing van de rustgewassenverplichting van 1:4 naar 1:3 voorgesteld. Opvallend is dat de herziening van de stikstofgebruiksnormen nog ontbreekt: het ministerie kondigt aan deze pas later vast te stellen op basis van een advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). “De onzekerheid over de stikstofnormen maakt het lastig voor boeren om hun bouwplan en bemesting voor te bereiden. Ook is onduidelijk hoeveel ruimte doelsturing daadwerkelijk biedt,” aldus Ruben Klein Teeselink, portefeuillehouder Melkvee.

Van  NV-gebieden naar aandachtsgebieden:

Het 8e APN vervangt de NV-gebieden door zogeheten ‘aandachtsgebieden’, die specifieker zijn ingericht op stikstof- of fosfaatproblematiek in het oppervlaktewater. Deze aandachtsgebieden worden vastgesteld op basis van geactualiseerde bronnenanalyses. Er wordt onderscheid gemaakt in maatregelen tussen gebieden met een fosfaatproblematiek (zoals infiltratiegreppels en beteelde bufferzones) en gebieden met een stikstofproblematiek (waar stikstofkorting wordt toegepast, afhankelijk van het ‘doelgat’, met een maximum van 20%). NAJK ziet het gebruik van actuele data en een duidelijker onderscheid tussen fosfaat en stikstof als verbetering, maar benadrukt ook hier het belang van snelle regionale duidelijkheid.

Vervolg

NAJK heeft de afgelopen maanden, samen met het brede consortium van samenwerkende landbouworganisaties, intensief samengewerkt met het ministerie van LVVN om te verkennen hoe doelsturing op een effectieve, werkbare en gedragen manier kan worden vormgegeven. Met het concept 8e APN lijkt doelsturing daadwerkelijk van de grond te komen. De komende periode blijft NAJK zich, via het consortium, inzetten voor een zorgvuldige uitwerking en praktische implementatie van deze perspectiefvolle strategie. Daarnaast zal NAJK de aangekondigde aanpassing van de stikstofgebruiksnormen kritisch blijven volgen. Ook zullen alle gepubliceerde documenten en onderliggende analyses de komende tijd zorgvuldig worden bestudeerd, zodat NAJK onderbouwd en constructief kan deelnemen aan de internetconsultatie die ook vandaag van start is gegaan.

NAJK presenteert gezamenlijke bouwsteen stikstofaanpak

‘Jonge boeren willen vooruit – dit voorstel biedt perspectief’

NAJK presenteert vandaag het Stikstofvoorstel dat gezamenlijk is opgesteld met alle provincies (IPO), gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en LTO Nederland. Dit voorstel vormt een belangrijke eerste bouwsteen voor het terugdringen van stikstofuitstoot, het op gang brengen van vergunningverlening en het reduceren van stikstofemissies. “Jonge boeren en tuinders willen door en aan een oplossing werken, maar dat kunnen ze niet alleen. We zijn blij dat we provincies, gemeenten en waterschappen hebben overtuigd van onze inhoud. Zij steunen onze positie en versterken daarmee de toekomstgerichte belangen van jonge boeren en tuinders in Den Haag,” aldus Roy Meijer, voorzitter NAJK.

Erkenning voor problemen jonge boer en tuinder

De grote meerwaarde van dit voorstel is dat alle lagere overheden belangrijke knelpunten erkennen. Zo vinden zij dat PAS-melders en interimmers al jaren onterecht in de kou staan en gelegaliseerd moeten worden. “Dat lijkt logisch, maar bijvoorbeeld het legaliseren van interimmers is in het kabinet nog geen gelopen race,” aldus Meijer. Ook erkennen deze overheden dat deze groepen vastzitten en pas kunnen reduceren met een geldige Natuurbeschermingswetvergunning. NAJK is blij dat deze constatering nu ook vanuit de overheid komt. Daarnaast erkennen de partijen dat in Natura2000-zones het bestaansrecht van de sector net zo zwaar weegt als het natuurbelang. “Dit is een helder en belangrijk signaal voor ondernemers die zich daar bevinden,” stelt Meijer.

Steun voor oplossingen voor ondernemers die door willen

In dit voorstel wordt een oplossingsrichting aangedragen waarbij PAS-melders en interimmers niet langer dertig jaar terug hoeven voor hun vergunningsreferentie, maar kunnen uitgaan van het heden. Legalisering blijft nu uit, omdat veel bedrijven zich sinds die tijd te goeder trouw hebben ontwikkeld en daardoor niet meer passen in de oude referentie. NAJK vindt het onbegrijpelijk dat bestaande emissies niet gelegaliseerd worden, terwijl hun depositie al is meegenomen in stikstofberekeningen. “Legaliseer je deze bedrijven met hun feitelijke gebruik, dan komt er geen gram depositie bij. Sterker nog, door legalisatie gaat de depositie afnemen, omdat deze bedrijven met een natuurbeschermingswetvergunning in de hand in staat worden gesteld om te reduceren,” aldus Meijer. Daarnaast moet vergunningverlening weer op gang komen voor ondernemers met een Natuurbeschermingswetvergunning, want ook deze bedrijven zitten inmiddels vast. NAJK is vooral blij dat lagere overheden dit erkennen en samen met de ondertekenaars aan deze oplossing willen werken.

Daarnaast steunen de lagere overheden de omslag naar doelsturing in het stikstofbeleid. In het voorstel is afgesproken dat na wettelijke verankering provincies en gemeenten het maatregelenbeleid, zoals verplichte voer- of stalmaatregelen, vervangen door emissiereductie op basis van doelsturing. “Ondernemers komen aan het roer van hun eigen emissiereductie en kunnen zelf de maatregelen kiezen die zij hiervoor nodig achten. Doelsturing is hiermee een blijvertje, ondanks de val van dit kabinet,” stelt Meijer. Elke ondernemer wordt verantwoordelijk voor het behalen van het tussendoel in 2030 en het hoofddoel in 2035. Dit gebeurt op basis van een absolute norm, niet met een reductiepercentage, zodat wordt voorkomen dat zij die al veel emissies hebben gereduceerd benadeeld worden.

Een belangrijk element voor NAJK is dat dit voorstel een uitvoerbaar structuurbeleid bevat waarin zowel boeren die door willen als boeren die vrijwillig stoppen goed worden ondersteund. Er komt aandacht voor betere stoppersregelingen, fiscale stimulansen voor blijvers en ruimte in het ruimtelijk beleid – zoals nieuwvestiging bij bedrijfsverplaatsing en vergroting van bouwblokken. Ook wordt gepleit voor nieuwe publiek/private samenwerkingen waarin boeren, bedrijfsleven en overheden samen emissiereductie vormgeven. “Alleen samen kunnen we dit vormgeven. Enkel een overheid gaat dit niet voor elkaar krijgen,” aldus Meijer. Hiervoor is veel rijksbudget nodig om ondernemers te stimuleren in de juiste investeringen.

Impact door samenwerking

NAJK herkent in dit voorstel veel van haar eigen stikstofinzet en is mede-initiatiefnemer. Door samen op te trekken met overheden en belangenorganisaties wordt de boodschap sterker in politiek Den Haag, richting ministeries en bij de formatietafel. “Onze leden willen geen stilstand meer, maar duidelijkheid en een eerlijke kans op een toekomst. Dit voorstel sluit aan op wat wij al vaker hebben ingebracht. Doordat we nu met drie van de vier overheidslagen en LTO samen optrekken, staan we sterker en vergroten we de kans dat dit echt wordt opgepakt in Den Haag,” zegt Meijer. Daarom heeft het NAJK-bestuur, bestaande uit alle provinciale AJK’s, besloten dit voorstel te steunen.

Vervolgstappen

Dit voorstel is de eerste bouwsteen. “Het is nu aan minister Wiersma en het kabinet om deze handreiking op te pakken voor het startpakket, dat de minister na de zomer aan de Tweede Kamer wil presenteren. Politieke partijen kunnen ook profiteren van dit breed gedragen voorstel voor hun verkiezingsprogramma’s,” zegt Meijer. NAJK ziet kansen in de nieuwe formatie. Omdat zoveel overheden en LTO het steunen, kunnen formerende partijen dit voorstel niet negeren,” besluit Meijer.

NAJK blijft betrokken bij de inhoud en uitwerking en zal het perspectief van jonge boeren en tuinders bij elke stap blijven verdedigen.

NAJK is boos over uitvoering GLB 2025

NAJK heeft kennisgenomen van de Kamerbrief ‘Gecombineerde opgave en aanmelding GLB 2025’, die op 4 juli is gepubliceerd. Uit de brief blijkt dat de voorlopige resultaten laten zien dat het budget voor 2025 voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) – voor zowel de basispremie en eco-regeling – met ruim 70 miljoen euro is overschreden. Dit heeft tot gevolg dat de basisinkomenssteun wordt verlaagd naar €158 per hectare. Daarnaast vallen de tarieven voor goud, zilver en brons maximaal 10% lager uit dan de oorspronkelijk gecommuniceerde bedragen van respectievelijk €200, €100 en €60.

NAJK is boos over deze gang van zaken. Herhaaldelijk heeft NAJK het ministerie gewaarschuwd voor het gevaar van de opzet van de huidige regeling en bijbehorende communicatie. Daarbij heeft NAJK ook voorstellen aangedragen om deze situatie te voorkomen. “Jonge boeren en tuinders willen graag bijdragen aan de verduurzaming van de landbouw, maar dit is alleen mogelijk wanneer de overheid zich opstelt als een betrouwbare partner, en vooraf duidelijk is welke waarde wordt toegekend aan de inspanningen die door een boer worden geleverd,”, aldus Gerben Boom, portefeuillehouder internationaal.

Komende week zal het NAJK met het ministerie in gesprek gaan over het vervolg van het huidige GLB-jaar en dat van volgend jaar.

 

Herziening pachtwet: jonge boeren en tuinders wordt langjarig perspectief geboden

Donderdag 3 juli heeft Staatssecretaris Rummenie de Besluitenbrief Pachtherziening gepubliceerd. In deze brief zijn de gemaakte keuzes voor de herziening van de pachtwetgeving bekend gemaakt. Het voorstel van onder andere NAJK en LTO biedt samen met de initiatiefnota van VVD en Groenlinks-PVDA de basis voor de gemaakte keuzes. “Rummenie heeft eerder al laten zien stappen te willen zetten op dit dossier, met deze brief maakt hij dit concreet. De gemaakte keuzes bieden jonge boeren en tuinders echt langjarige zekerheid als het gaat om pachtgronden” aldus Merel Straathof, portefeuillehouder Leefomgeving bij NAJK.

De noodzaak van langjarige pacht

Voor jonge boeren en tuinders is het van belang dat er voldoende toegang is tot pachtgronden met een lange looptijd. Ook moeten er tussen pachter en verpachter prijsafhankelijke afspraken gemaakt kunnen worden over duurzaamheid. Daarnaast is het voor grondmobiliteit belangrijk dat de bedrijfsmatigheidstoets gaat voorkomen dat landbouwgronden niet-agrarisch worden beheerd. In een eerdere reactie maakte NAJK duidelijk waarom het huidige pachtstelsel het in praktijk nagenoeg onmogelijk maakt om duurzaam en langlopend te (ver)pachten. Terwijl jonge boeren langjarige zekerheid zo hard nodig hebben om hun bedrijven te kunnen door ontwikkelen. De genomen besluiten brengen hier verandering in aan en biedt jonge boeren wat ze nodig hebben. Een overzicht van de belangrijkste elementen van het nieuwe pachtstelsel is opgenomen in de tabel onderaan dit persbericht, afkomstig uit de Besluitenbrief pachtherziening.

Nieuwe vormen van pacht

Het nieuwe pachtstelsel vergroot de mogelijkheden voor jonge boeren om langjarig grond te pachten. Zo wordt de looptijd van kortlopende pachtcontracten verruimd naar maximaal 12 jaar. Tegelijkertijd wordt deze vorm van pacht ontmoedigd door een oplopend prijsstelsel, waarbij de regionorm als bovengrens geldt. Dit maakt kortlopende pacht financieel minder aantrekkelijk, maar flexibiliteit blijft behouden. Daar staat tegenover dat voor nieuwe reguliere (langjarige) pachtcontracten de verpachter niet langer gebonden is aan de regionorm. Dit vergroot de prijsvrijheid en maakt het voor grondeigenaren aantrekkelijker om langdurig te verpachten. Ook worden er twee nieuwe pachtvormen toegevoegd. Als eerst duurzaam langlopende pacht, dit biedt de mogelijkheid langjarig (>24 jaar) te verpachten tegen voorwaarden die passen bij de wensen van pachter én verpachter. Als tweede natuurpacht. Deze pachtvorm gaat gelden voor gronden met een natuurbestemming. Door de minimale looptijd van 6 jaar, met de voorwaarde dat beheersafspraken flexibel zijn als dit nodig is voor het natuurdoel, krijgen boeren veel langer zekerheid op het beheer van deze gronden.

Handreiking en convenant

Het ministerie werkt ook aan een handreiking voor, en een convenant met medeoverheden over de inrichting van duurzaam pachtbeleid. Langjarigheid is hierin een belangrijk component. “Overheden dienen het juiste voorbeeld te geven, een convenant met afspraken over langjarige duurzame verpachting van overheidsgronden stemt NAJK dan ook zeer positief”, aldus Straathof.

Vervolg

De keuzes worden tegen het eind van de zomer doorvertaald naar een concreet wetsvoorstel. Als alles spoedig verloopt, kunnen jonge boeren en tuinders vanaf 2028 profiteren van de nieuwe wetgeving. “De komende maanden blijft NAJK zich inzetten voor de puntjes op de i. Op naar een pachtstelsel dat aansluit bij de wensen van pachter en verpachter én bijdraagt aan verduurzaming van de agrarische sector”, aldus Straathof.

Tabel: Pachtvormen op hoofdlijnen

Bron: Besluitenbrief Pachtherziening, LVVN, 3 juli 2025.

Lumpy Skin Disease in Italië en Frankrijk

Op 21 juni is Lumpy Skin Disease (LSD) vastgesteld op een rundveebedrijf op het Italiaanse eiland Sardinië. Afgelopen week werd ook een besmetting ontdekt in Frankrijk, vlakbij de grens met Italië. Dit vraagt om alertheid bij rundveehouders, omdat LSD een meldingsplichtige en bestrijdingsplichtige dierziekte is. In dit bericht leest u meer over LSD.

Wat is LSD?

Lumpy Skin Disease (LSD) is een virale aandoening van runderen. Het meest opvallende symptoom zijn de uitwendig zichtbare bulten verspreid over het lichaam. De ziekte heeft een grote impact op de gezondheid van runderen.

LSD valt onder meldingsplichtige dierziekte

LSD is een meldingsplichtige en bestrijdingsplichtige ziekte volgens de Europese Diergezondheidsverordening, de Animal Health Regulation (AHR). LSD valt onder categorie A-ziekte, wat betekent dat lidstaten verplicht zijn tot bestrijding.

Voor LSD geldt in Nederland een meldplicht bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

Het zo snel mogelijk melden is van essentieel belang voor het beschermen van de veehouderijsector.

Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat LSD in Nederland voorkomt. Toch is het van belang om alert te blijven op de situatie.

Kijk voor meer informatie over LSD op de site van de gezondheidsdienst voor Dieren (Royal GD) via deze link: Lumpy skin disease .

 

 

Peter Meedendorp herkozen als voorzitter Europese jonge boeren

NAJK-bestuurder Peter Meedendorp is op 2 juli op de algemene ledenvergadering van CEJA, de Europese jonge boeren, opnieuw verkozen als voorzitter. De andere leden van het CEJA-bestuur komen uit Letland, Zweden, Oostenrijk en Italië.

 

NAJK is blij en trots dat Peter, als Nederlandse jonge boer en NAJK-er, zijn voorzitterschap mag voortzetten. De afgelopen twee jaar was de uit Groningen afkomstige akkerbouwer ook al CEJA-voorzitter.

De afgelopen jaren heeft hij samen met zijn team, de Europese jonge boeren al flink op de kaart gezet. Met als belangrijke resultaten de oprichting van een grond-observatorium, de openstelling van de Europese investeringsbank voor jonge boeren en flexibele investeringssteun in het GLB.

Meedendorp: “Ik vind het super om mijn voorzitterschap voort te zetten. Jonge boeren in Europa vragen om continuïteit en daadkracht in een tijd vol onzekerheden en daar ga ik me dus volop voor inzetten!”

De komende periode richten CEJA en NAJK zich op het vergemakkelijken van EU-wetgeving, de positie van jonge boeren in het nieuwe GLB en op de aangekondigde strategie voor generatievernieuwing en bedrijfsovername.

NAJK vindt sterke vertegenwoordiging van jonge boeren op Europees niveau van groot belang. CEJA speelt hierin een cruciale rol, juist in een tijd waarin het Europees landbouwbeleid voor ingrijpende veranderingen staat.

Lees hier het officiële nieuwsbericht van CEJA over de herbenoeming van Peter Meedendorp: https://www.ceja.eu/press-releases/2020

 

NAJK beoordeelt initiatiefwet Holman op belangen jonge boeren

NAJK heeft kennisgenomen van de plannen van NSC-Kamerlid Harm Holman om eind deze zomer een initiatiefwetsvoorstel over grondgebondenheid te presenteren. De inhoud van het voorstel wordt na publicatie zorgvuldig bestudeerd, waarna NAJK via de reguliere consultatieroute met een formele reactie zal komen.

Politieke context

Hoewel het Kabinet demissionair is en de verkiezingen naderen, heeft minister Wiersma toegezegd om zeer binnenkort met een eerste uitwerking van grondgebondenheid te komen. Daarnaast heeft het Kabinet nog altijd de afspraak met de Europese Commissie om in 2032 een vorm van grondgebondenheid te realiseren vanuit het Addendum, 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn.

We zien dat het thema grondgebondenheid inmiddels politieke aandacht heeft gekregen en brede steun krijgt bij maatschappelijke organisaties. Tegelijkertijd ontbreekt het nog aan een concrete invulling. Indien er een brede Kamermeerderheid is, richt NAJK zich met name op een uitwerking die werkbaar is voor jonge boeren, met oog voor regionale verschillen en ontwikkelruimte voor agrarisch ondernemerschap.

Criteria van jonge boeren

Bij het beoordelen van onze inhoudelijke reactie toetsen wij het voorstel aan drie kernvragen:

  1. Is het voorstel uitvoerbaar voor jonge boeren?
  1. Worden jonge boeren voldoende ondersteund?
  1. Draagt het voorstel bij aan langetermijnperspectief voor jonge agrarische ondernemers?

Convenant ‘stappen naar een dierwaardige veehouderij’ richting 2040 getekend

Dinsdag 24 juni is het convenant ’Stappen naar een dierwaardige veehouderij’ gezamenlijk getekend door minister Wiersma (ministerie Landbouw Visserij Voedselzekerheid en Natuur (LVVN)), Sectorpartijnen, markt-en ketenpartijen en maatschappelijke partijen. Sinds september 2022 is door alle partijen hard gewerkt aan een gezamenlijk convenant met doelen om de dierwaardigheid richting 2040 te verhogen. Veehouders kunnen dit niet alleen realiseren, de hele keten, van boer tot consument, is hiervoor verantwoordelijk. ‘”Het convenant straalt verbondenheid uit,” aldus Wendy Kicken, Dagelijks Bestuurder NAJK. “De brede samenwerking toont aan dat dit een gedragen onderwerp is binnen de keten.”

De basis van het convenant is terug te herleiden naar de 6 leidende principes die de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) opstelde in 2021. Vanuit deze basis zijn afgesproken ambities tussen betrokken partijen opgesteld. Hierbij staan realistische en verantwoorde stappen centraal tussen sectorpartijen, markt- en ketenpartijen en maatschappelijke partijen.  Met het convenant wordt er gewerkt aan doelen richting 2040, waarbij de stappen altijd moeten blijven aansluiten bij de integrale opgaves, verdienvermogen, afzetmarkt en vergunningverlening. Zonder deze voorwaarden kunnen we geen stappen zetten. Samenwerking is cruciaal, want de boer is niet gehouden aan het onmogelijke,” aldus Wendy Kicken, Dagelijks Bestuurder NAJK. Daarom wordt de Autoriteit Dierwaardige Veehouderij opgericht.

Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB)

Naast het convenant ‘’Stappen naar een dierwaardige veehouderij’’ is ook het ontwerp- Algemeen Maatregel van Bestuur (AMvB) gepubliceerd en ter consultatie voorgelegd aan de samenleving. Vanaf publicatie is het mogelijk om zes weken input te leveren door iedereen. Het convenant en het ontwerp- AMvB hangen nauw samen. De AMvB, opgesteld door de overheid, bevat wet- en regelgeving voor veehouders, terwijl het convenant bovenwettelijke afspraken vastlegt. “De AMvB vormt de basis, en binnen het convenant zetten partijen samen verdere stappen naar dierwaardigheid,” aldus Ruben Klein Teeselink, Dagelijks Bestuurder NAJK. Het convenant, AMvB en de Autoriteit Dierwaardige Veehouderij zijn onlosmakelijk verbonden.

Autoriteit Dierwaardige Veehouderij

De nieuw op te richten ‘’Autoriteit Dierwaardige Veehouderij’’ meet, monitort en rapporteert de voortgang op de gezamenlijke doelen van de convenantspartijen. ‘’De autoriteit moet transparant en objectief oordelen over de status van bepaalde afspraken die door convenantspartijen zijn gemaakt. “De autoriteit fungeert als een gas- of rempedaal, afhankelijk van de ontwikkelingen,” aldus Wendy Kicken, NAJK Dagelijks Bestuurder. Ze onderzoekt financierbaarheid, marktopname, vergunningen en de voortgang in de primaire sectoren. Daarnaast adviseert ze over de inwerkingtreding van de AMvB en waarborgt dat wettelijke maatregelen verantwoord worden ingevoerd. Indien nodig kan de inwerkingtreding worden uitgesteld.

Perspectief jonge boer

Door het convenant, opgesteld met het Ministerie Wiersma (ministerie LVVN), sectorpartijen, markt- en ketenpartijen en maatschappelijke partijen krijgen jonge boeren meer zekerheid en duidelijkheid over de stappen richting 2040 betreft dierwelzijn. Door de gezamenlijk stappen, ziet de politiek dat deze afspraken samen verder komen, dan enkel wet- en regelgeving . “Met het convenant, AMvB en de Autoriteit Dierwaardige Veehouderij zetten we gezamenlijk verantwoorde stappen, zonder het onmogelijke te vragen. Nu het convenant is gesloten, begint de uitvoering en start voor ons het echte werk’’, sluit Wendy Kicken, Dagelijks Bestuurder NAJK vastbesloten af.