Zaterdag 3 en zondag 4 februari, Hola amigo’s!

Vrijdagavond zijn we aangekomen in Punta del Este. Hier hebben we de zaterdag en de zondagochtend doorgebracht. Er waren een paar wijzigingen in het programma gekomen waardoor we zaterdag een vrije dag hadden. Deze hebben we wel besteed met een tour door de stad en bakken op het strand. Punta del Este is hét vakantieoord van Uruguay en omdat het hier hartje zomervakantie is, was het erg druk in de stad. De stad ligt op een schiereiland tussen de Atlantische Oceaan en de Rio de la Plata. Het is niet moeilijk om je hier een tijdje te vermaken door de aanwezigheid van de vele horecagelegenheden. Zondagmiddag zijn we met de bus richting het noordelijk gelegen Melo vertrokken. In dit kleine stadje hebben we een gesprek gehad met de landelijke en de lokale voorzitter van de “Federación Rural de Jóvenes”. Dit is de organisatie die opkomt voor de belangen van jonge boeren en mensen in het buitengebied. De federatie bestaat uit 150 leden (leeftijd 13-35 jaar) die vier keer per jaar samenkomen. De belangrijkste taken zijn het lobbyen bij de politiek voor trainingen en steun voor jonge boeren. Ook zetten ze zich in om sociale voorzieningen op het platteland te verbeteren, met name onderwijs. De organisatie is in ontwikkeling en groeit in het aantal leden. In totaal telt Uruguay 40.000 boeren.

We begonnen de avond met het drinken van Mate. dit is een lokale drank, vergelijkbaar met thee, die met een rietje uit een potje met gemalen theebladeren gedronken wordt. Het is een traditie om dit met elkaar te delen, maar het was voor ons wel even wennen.

De landelijke voorzitter Mauricio Piñiero heeft ons verteld over de kansen en uitdagingen waar jonge boeren in Uruguay mee te maken hebben. Hij heeft zijn boerderij vier jaar geleden verkocht en is nu manager van een handelsbedrijf in vleesvee. Sinds 2017 is hij voorzitter van de Federatie en hij zet zich in om alle delen van het land beter vertegenwoordigd te krijgen.

Mauricio vertelt over de landbouw in Uruguay in het algemeen en de landbouw in de regio die voor het grootste gedeelte uit vleesveeteelt bestaat. Door de aanwezigheid van veel stenen in de grond is er bijna niets anders mogelijk dan grasland.

Hij vertelt over proces van kalfje tot slachthuis, voor het merendeel puur gras, feedlot is niche. Door de beesten de laatste drie maanden harder te voeren krijgt men malser vlees dat ook iets beter betaald word. Er wordt ook meerwaarde gecreëerd ten opzichte van omliggende landen door de goede traceerbaarheid met elektronische oormerken. Elke locatie en enting van het rund wordt door de overheid geregistreerd en is tot in de supermarkt te volgen.

De lokale voorzitter Luciano heeft met zijn familie een bedrijf met 3000 hectare in de buurt van Melo. Ze hebben hier vleesvee, melkvee en trainen er paarden. Luciano zelf gaat nog naar school in Montevideo. Hij is trots op het familiebedrijf en wil dit graag overnemen.

Uitdagingen jonge boeren zijn:
Hoge belastingdruk is het grootste probleem. Er wordt veel belasting betaald over arbeid en goederen. Ook voor de export van landbouwproducten buiten de Mercosurlanden (Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela) moet stevig afgetikt worden aan de overheid waardoor er minder overblijft voor de boer.

Bedrijfsovername gebeurt op hogere leeftijd omdat jonge boeren vaak niet serieus genomen worden door de oudere generatie. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de angst voor onzekerheid en het onbekende die in de cultuur sterk aanwezig is. Dit remt innovatie en maakt het lastig voor ambitieuze jonge boeren om vrijheid te krijgen om te ondernemen. Dit vertaalt zich ook in een flinke rente van 9% die de banken berekenen.

Een probleem is ook dat als jonge boeren de stad een tijdje meegemaakt hebben voor een hogere of universitaire studie ze niet meer terug willen naar het platteland. Grootste oorzaak hiervan is het gebrek aan goede voorzieningen op het platteland.

We hebben de avond afgesloten met een diner in het hotel.

Geert en Jehannes

Wat deed NAJK voor jou in januari?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden, ontwikkelen trainingen en cursussen, regelen winacties en behartigen jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in januari? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • Weg met onnodige regels! Om leden de mogelijkheid te geven iets te doen aan onnodige regelgeving heeft NAJK bekendheid gegeven aan het Agroloket van het ministerie.
  • NAJK is op zoek naar twee nieuwe dagelijks bestuurders: melkveehouderij en bedrijfsovername. De vacatures zijn via de sociale mediakanalen verspreid.
  • NAJK-voorzitter Andre Arfman en dagelijks bestuurder internationaal Iris Bouwers zijn met een aantal NAJK-leden bij een discussiebijeenkomst van LTO geweest. Ze hebben Eurocommissaris Hogan en minister Schouten bevraagd over het nieuwe GLB.
  • NAJK-voorzitter Andre Arfman en NAJK-bestuurder Iris Bouwers zijn bij de opening van het nieuwe kantoor van LTO Nederland geweest. Daar hebben zij  gesproken met diverse partijen uit het agrarische bedrijfsleven, belangenverenigingen en landbouwwoordvoerders van de Tweede Kamer.
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername, Sander Thus, heeft een interview gegeven in het blad Colland over bedrijfsovername.
  • Tijdens de Agrifirm jongerendag heeft NAJK-voorzitter Andre Arfman een speech gegeven over hoe de landbouw erin 2050 uit zou kunnen zien en heeft hij deelgenomen aan de paneldiscussie.
  • Er is een avond over het bedrijfsovernamefonds geweest in Beerze. Naast vele jongeren en NAJK-bestuurder Sander Thus, waren ook het ministerie van LNV en de Rabobank aanwezig.
  • Binnen de Europese Raad van Jonge Boeren, CEJA, is op 11 en 12 januari gediscussieerd over de Brexit. NAJK dagelijks bestuurders Andre Arfman en Iris Bouwers hebben NAJK vertegenwoordigd. In maart wordt de discussie vervolgd.
  • Dagelijks bestuurders Andre Arfman en Iris Bouwers hebben kennisgemaakt met de nieuwe medewerker van Jan Huitema.
  • In januari konden NAJK-leden zich inschrijven voor de MaïsChallenge 2018.
  • Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder met de portefeuille melkveehouderij, heeft tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer de visie van NAJK op het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn gedeeld.
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille akkerbouw, Doeko van ’t Westeinde, heeft een column geschreven over het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. De column is te lezen op de website van NAJK.
  • Afgelopen maanden heeft NAJK-voorzitter Andre Arfman meegedacht in verschillende toekomstsessies over de landbouw 2050. In januari was de slotbijeenkomst.
  • NAJK-bestuurder Sander Thus heeft samen met toekomstboeren en Landgilde een workshop Boer zoekt Boer gegeven op de Biobeurs. Daarnaast was er ruimte voor opvolgers en overdragers om te speeddaten.
  • Sander Thus heeft samen met NAJK-partner Flynth bij AJK De Liemers een avond gegeven over de sociale kant van bedrijfsovername. Zowel jongeren als hun ouders waren aanwezig. De avond is afgesloten met een brainstorm over het bedrijfsovernamefonds.
  • NAJK-voorzitter Andre Arfman is met de Nederlandse delegatie op de Grüne Woche in Berlijn geweest. Hier heeft hij uitgebreid gesproken met verschillende personen binnen de land- en tuinbouwsector.
  • Tijdens de jubileumdag van NAJK in december werd de NAJK-partnerfilm getoond. In de partnerfilm vertellen de partners over nieuwe verdienmodellen. Deze staat nu ook op het YouTube-kanaal van NAJK.
  • NAJK is op de hoogte gebracht door minister Schouten over de I&R fraude. Samen met LTO, NMV en NZO heeft NAJK hierover het bericht uitgebracht dat fraude onacceptabel is.
  • Op 24 januari is een avond geweest over financieren van agrarische bedrijven in Drenthe. Een aantal leden, NAJK-bestuurder Sander Thus, Rabobank en het ministerie van LNV zijn met elkaar in gesprek geweest over het bedrijfsovernamefonds.
  • Ook in januari zijn weer twee blogs gepubliceerd over nieuwe financieringsvormen. De blogs zijn onderdeel van het onderzoek van SFYN-voorzitter Susan Drion.
  • De aftermovie van de jubileumdag van NAJK van 2 december staat nu online.
  • Tijdens een discussiebijeenkomst zijn een aantal leden en NAJK-partners Interpolis, Flynth en ForFarmers in gesprek geweest over license to produce. Hoe moet de landbouw in de toekomst produceren? In de BNDR van maart is de discussie terug te lezen.
  • NAJK-partner Flynth heeft 17 vragen en antwoorden over fosfaatrechten opgesteld. Deze is terug te lezen op de website van NAJK.
  • NAJK-voorzitter Andre Arfman is bij het Young farmers festival van NAJK-partner FrieslandCampina geweest. Thema van de dag was: anders denken, anders doen.
  • Op 27 januari is de studiereis naar Uruguay begonnen. De ervaringen van de deelnemers zijn te volgen via sociale media van NAJK.
  • NAJK heeft een vacature gedeeld van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Zij zoeken voor de Pachtkamer en Centrale Grondkamer een deskundig lid (actieve agrariër).
  • NAJK heeft gastlessen op de Groene Welle gegeven over weidegang.
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Bart van der Hoog, is met de werkgroep melkveehouderij van AJF in gesprek geweest over grond(gebonden).
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal, Iris Bouwers, heeft deelgenomen aan het driedaagse Oxford Farming Conference Emerging Leaders programma.

 

Wat zal NAJK voor jou doen in februari?

Natuurlijk zal in februari ook veel door NAJK worden georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • Op 1 februari is er een avond over het bedrijfsovernamefonds bij AJK Oldambt en op 5 februari in Flevoland. Dagelijks bestuurder Sander Thus gaat met leden in gesprek over de invulling van het bedrijfsovernamefonds.
  • Op 13 februari is er een wereldboerendiscussieavond bij de Aeres Hogeschool in Dronten. Studenten gaan in discussie over de wereldwijde voedselproductie.
  • Donderdagavond 15 februari vindt een Boer zoekt Boer-informatiebijeenkomst in Hoogeveen plaats. Aanwezigen komen met geïnteresseerde boeren en potentiële bedrijfsopvolgers in contact en krijgen meer inzicht in alle aspecten die bij bedrijfsovername buiten de familie van belang zijn.
  • Tot en met 15 februari kunnen NAJK-leden solliciteren op de vacatures dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij en dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.
  • In februari gaan de dagelijks bestuurders van NAJK in gesprek met verschillende landbouwwoordvoerders in de Tweede Kamer.
  • Van 27 februari tot en met 1 maart staat NAJK weer op de RMV in Venray. Bezoek onze stand!
  • Op 27 februari is de eindbijeenkomst van het innovatiefonds voor telers in Apeldoorn. Tijdens de bijeenkomst wordt teruggekeken op acht jaar innovatiefonds.

Dag 5 – Met een Nederlands tintje

‘s Morgens vroeg vertrokken we vanuit Colonia de Sacramento richting Daan van Langen. Daan is een Nederlandse jongen van 30 jaar oud en woont met zijn vriendin op een akkerbouwbedrijf. Hij woont nu vier jaar in Uruguay en is bedrijfsleider op het akkerbouwbedrijf met 750 ha grond met als hoofdteelten mais en soja.
Een van de overige gewassen die Daan teelt is koolzaad. Dit wordt gebruikt voor biodiesel. Het bedrijf is eigendom van een Amerikaanse investeerder. De soja heeft een hoog saldo, maar in verband met resistentie van onkruiden tegen glyfosaat wordt er ook gewisseld met mais. In de mais kun je onkruiden spuiten met middelen waar soja niet tegen kan. De maisteelt staat er in Uruguay om bekend moeilijk te zijn. Vooral droogte zorgt ervoor dat de opbrengst nog wel eens wil tegenvallen of mislukken. Echter met de juiste aanpassingen lukt het Daan inmiddels om bij de mais nu ook op sommige percelen 10 ton per ha te halen. Hierdoor zit het saldo van mais op Daan zijn boerderij ongeveer even hoog als het saldo van soja. In de winter worden er gewassen geteeld als groenbemester. Een van deze gewassen is rogge en hierover is Daan goed te spreken, omdat de wortels de grond los maken/houden.

Voor het zaaien van de soja past Daan geen grondbewerking toe. De rogge wordt doodgespoten en doorgezaaid met soja. De overgebleven rogge bedekt dan mooi de grond en dit zorgt er onder meer voor dat de grond minder snel uitdroogt. Daan heeft twee vaste medewerkers en in de pieken variabel personeel.

Daan heeft nu 150 stuks vleesvee. Hij zou graag meer organische mest willen gebruiken voor de bodemvruchtbaarheid. Echter dit moet ongeveer 180 km ver weg komen en door de transportkosten is dit te duur. In de toekomst wil hij misschien vleeskuikens gaan houden zodat hij dierlijke mest voor zijn grond krijgt om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren en een deel van zijn gewasopbrengsten zou hij kunnen gebruiken als voer. Tot nu toe vonden wij dit misschien wel een van de grootste contrasten met Nederland. In Nederland moeten we betalen om van dierlijke mest af te komen en in Uruguay smeekt de landbouw bijna om dierlijke mest.

Omdat door droogte het risico op een mislukte oogst aanwezig is, Is Daan bezig met de aanschaf van een pivot. Naast de meeropbrengst van gewassen ziet Daan dit ook als een verzekering om de oogst niet te verliezen in een slecht jaar. Daan teelt naast een eindproduct ook nog zaaizaad voor de coöperatie. Hij is groot voorstander van coöperaties door de voordelen van het samen in en verkopen. Het mais en soja dat er op het bedrijf geteeld wordt is allemaal gmo. Daan is een enthousiaste en gedreven ondernemer en het was zeer interessant om zijn bedrijf te bezoeken en zijn verhaal te horen!

Onderweg in de bus kwamen we deze week geregeld protesterende boeren tegen. De boeren zijn boos omdat de overheid hoge belastingen heft op onder meer de brandstoffen en nutsvoorzieningen, wardoor deze erg duur worden (ongeveer 30% duurder dan de omliggende landen). Dit zorgt voor een hoge kostprijs. De landbouw is veruit de grootste sector van Uruguay. Daardoor is eigenlijk alleen bij de landbouw wat te halen voor de overheid. De boeren zouden graag zien dat de belasting die betaald wordt ook weer terug komt bij de landbouw. Momenteel wordt het voornamelijk gebruikt voor sociale voorzieningen.

‘s Middags reden we door naar Interfood. Voordat we bij het bedrijf waren kwamen we door een poort met veel beveiliging. Het bleek dat Interfood is gevestigd op een free trading zone. Dit is een terrein met allerlei handelsbedrijven. Deze vestigingen zijn officieel niet in een land gevestigd. Je kunt het vergelijken met de taxfree shops op het vliegveld. We begrepen dat het onder andere voordelen geeft bij de volgende situaties: 1. producten importeren en pas invoerrechten betalen als je het product weer verkocht hebt in het land van bestemming. 2. Geen inkomens/winst-belasting over de handel.

Wel wordt er gewoon belasting betaald over de salarissen. Door de vele werkgelegenheid die een free trading zone bied is dit interessant voor een overheid.

Interfood is een Nederlands zuivelhandelsbedrijf met vestigingen over de hele wereld. De vestiging waar wij waren was dus niet in een land gevestigd. Vergeet dat je in Uruguay bent zeiden ze. We werden ontvangen door Maria Fernanda Vila. Zij vertelde ons waar Interfood zich mee bezig houdt en over de zuivelmarkt in Uruguay. 70% van de zuivel in Uruguay wordt geëxporteerd. Hiervan wordt ongeveer 50% via Interfood verhandeld. Kort geleden ging er een groot aandeel van de export naar Venezuela. Door de crisis daar is dit terug gegaan naar 0% . Nu gaat het grootste deel van de zuivel naar Brazilië. Door het handelsverdrag met Brazilië, Paraguay, Venezuela en Argentinië (genaamd Mercosur) is Uruguay beperkt in het aantal exportlanden. Dat het overgrote deel van de zuivelexport nu naar Brazilië gaat, zorgt ervoor dat Uruguay erg afhankelijk is van Brazilië, zoals ze dat eerst van Venezuela waren. Dit is een risico.

Kort gezegd koopt Interfood zuivelproducten van zuivelleveranciers en verkoopt dit door over de hele wereld. Het was een interessant verhaal waar we weer veel van geleerd hebben. Wij wisten vooraf niet dat er iets bestond als een free trading zone en een aantal van ons hadden niet verwacht dat zo’n groot deel van de export handel via bedrijven als deze gaat.

Na een aantal uren in de bus kwamen we weer aan in Montevideo waar we overnacht hebben.

Groeten Sicco en Rik

Dag 6 Uruguay – Aardappelen en koeientour

Rond 8 uur vertrokken we uit het hotel in Montevideo, waarna we na anderhalf uur rijden aankwamen bij Alessandro Mietto in Libertad.

Alessandro is akkerbouwer en bewerkt 1200 ha, waarvan 800 in eigendom. Het is een familiebedrijf wat zijn vader begonnen is. Hij plant 250 ha aardappelen voor consumptie jaarrond. Zomers verbouwt hij 400 ha korrelmais en 400 ha sojabonen, in de winter tarwe, gerst en haver.

Het bedrijf van Alessandro is gevestigd langs de rivier, hier zijn de beste akkerbouwgronden van Uruguay met prijzen van 15.000 tot 20.000 dollar per ha. Dit komt vanwege de goede grond en dat er water in de grond aanwezig is wat goede opbrengsten mogelijk maakt.

De poters voor de 250 ha aardappelen teelt hij deels zelf (50%), de rest word direct gekocht in Canada, USA, UK, Frankrijk en Nederland. De ene helft wordt tussen 15 december en 15 maart gepoot, de andere helft tussen 15 juli tot 15 september. Hierdoor heeft hij jaarrond aardappelen te verkopen aan de lokale markt. De opbrengst is tussen de 25 en 45 ton. De verkoopprijs is ongeveer 70 euro per 100 kg.

De meeste aardappels worden door middel van druppelirrigatie bevloeid. In de zomer alles in verband met de droogte, in de winter 40% omdat het dan natter en kouder is. Alessandro hanteert een rotatie van 1 op 3 / 4. Alessandro heeft 20 mensen vast in dienst, daarnaast huurt hij 30 mensen in tijdens de oogst.

In Uruguay wordt 5000 ha aardappelen verbouwd door 150 akkerbouwers, 80% van dat areaal wordt door 15 akkerbouwers gedaan. De rijen staan 80 cm uit elkaar, de poters worden 25 a 30 cm uit elkaar gepoot.

Allessandro wil in de toekomst een eigen bewaarloods voor aardappelen bouwen en aardappelen verwerken tot kant en klare producten, om zo de tweede keus aardappelen te verwaarden.

Na het zien van de velden en de gewassen stond er een heerlijke lunch klaar die Alessandro voor ons had laten bereiden.

Na de lunch zijn we vertrokken naar melkveehouder Alvaro Lepido. Hij is 56 jaar en runt een melkveebedrijf met 800 melkkoeien, 700 jongvee en 300 vleesvee. Op jaarbasis produceert hij 4 miljoen kg melk met 4,5% vet, 3,7% eiwit. Hij heeft kruisling koeien, Holstein x Jersey. Tussen februari en april heeft hij de afkalfpiek, dit past mooi in het patroon van het grazen in het veld.

Alvaro heeft 1200 hectare grond in gebruik, waarvan hij 800 ha voor melkvee gebruikt, 300 voor de sojateelt en 100 om het vleesvee te beweiden. Voor de melkvee teelt hij Engels raaigras , luzerne, klaver en sorghum. In totaal werken er 13 mensen op het bedrijf. Jesus is de hoofdmanager.
Er wordt 2x per dag gemolken. Rond half 12 ‘s ochtends en half 12 ‘s avonds, omdat ‘s avonds de stroom 66% goedkoper is. Een melkbeurt duurt 4 uur. De kostprijs is 28 dollar per 100 kg, en brengt momenteel 35 dollar per 100 kg op.

Op het jongvee gebruikt hij sperma van Jerseystieren, dit omdat deze nog niet groot genoeg zijn voor Holstein. Op de koeien gebruikt hij Holstein. Sperma word gekocht in Nederland (CRV) en Nieuw Zeeland.

We kregen van Alvaro een tour over zijn bedrijf. We begonnen bij de melkstal en melkvee. De gewassen, droge koeien, jongvee en vleesvee zijn we langsgegaan met drie auto’s, een deel van ons in de bak achterin.

We hebben een interessante dag gehad, veel gediscussieerd met de boeren en veel gezien. We hebben een heldere blik gekregen van de melkveehouderij en akkerbouw in Uruguay van deze personen.

Begin van de avond zijn we vertrokken naar ons volgende hotel, in Punta del Este.

Otto en Gidion

Dag 4 – Reisverslag Uruguay

Fadisol zaden en zwemmen in de Río de la Plata

Vanuit Trinidad zijn we vertrokken naar zaadhandel en teeltbedrijf Fadisol. Dit bedrijf teelt en handelt in zaden voor de gewassen als soja, sudangras, luzerne en andere voedergewassen. Fadisol heeft 3000 ha in eigen gebruik en huurt nog een aantal duizenden hectares bij van lokale boeren. Hierop hebben ze verschillende proefvelden en productievelden, waar ze o.a. onderzoek doen naar plaatsspecifieke bemesting en plantafstand. Als voorbeeld: bij percelen waar mais verbouwd wordt, wordt gekeken naar de grond. Op de minder vruchtbare grond worden minder zaden gezaaid dan op de vruchtbare grond. Hier wordt dan ook rekening gehouden met de kunstmestgift en ook met gewasbescherming. De meeste gewassen zijn GMO, dit biedt veel voordelen op het gebied van gewasbescherming. Dit is wel echt een groot verschil met Nederland. Zonder GMO kunnen ze in Uruguay moeilijk gewassen telen. Het is lastig om GMO-vrije gewassen te telen omdat vrijwel alle toeleverende bedrijven vrijwel alleen GMO-zaden en gewasbeschermingsmiddelen verkopen. Fadisol heeft als eerste bedrijf ook GMO-vrije zaden te koop in Uruguay en dit biedt ook kansen voor de afzet in Europa om zo meer toegevoegde waarde te creëren.

Fadisol is een familiebedrijf en is opgericht eind jaren 70. Er werken circa 100 mensen verdeeld over drie vestigingen. De hoofdvestiging is in Ombúes de Lavalle. Dit ligt 70 kilometer vanaf de haven, wat erg gunstig is vanwege de export van zaden. Fadisol is tevens eigenaar van DSV Zaden en heeft in Nederland ook een vestiging. De grootste exportgebieden van Fadisol zijn China en Maleisië, en dan voornamelijk raapzaad naar Maleisië en Europa en soja naar China. Koolzaad en raaigraszaad wordt ook naar Nederland geëxporteerd.

Na het bezoek bij het bedrijf Fadisol, zijn we verder met de bus naar het zuiden gereisd. Naar een uurtje rijden kwamen we in de oudste stad van Uruguay aan, genaamd Colonia del Sacramento, vaak afgekort tot Colonia. Colonia is een stad in het zuidwesten van Uruguay, bij de Río de la Plata, tegenover Buenos Aires in Argentinië.

Hierbij een korte geschiedenis van het stadje, Colonia del Sacramento werd in 1680 gesticht door de Portugezen. Later werden die bevochten door de Spanjaarden, die zich hadden gevestigd op de tegenoverliggende oever in Buenos Aires. Het gezag over de kolonie bleef wisselen door toedoen van verdragen als het Verdrag van Madrid in 1750 en het Verdrag van San Ildefonso in 1777, totdat het in handen bleef van de Spanjaarden. Toen veranderde het weer naar Portugees gezag, en later naar dat van de Brazilianen in 1816, toen de gehele oostelijke oever (Banda Oriëntal) van Uruguay onderworpen was door de regering van Rio de Janeiro. Later werd het deel van het onafhankelijke Uruguay.

Momenteel is de stad uitgebreid naar het oosten, maar het oorspronkelijke gedeelte wordt nog steeds gekenmerkt door haar ongestructureerde, op het terrein aangepaste stratenplan, dat opgezet is door de Portugezen en keurig staat tegenover de bredere calles in het Spaanse gebied.

De historische delen van Colonia del Sacramento zijn benoemd door UNESCO tot Werelderfgoed.

Na het inchecken in het hotel, zijn we het stadje gaan verkennen en hebben we een rondleiding gehad door de oude stad. Nadat we de vuurtoren hebben beklommen zijn we wezen zwemmen in de rivier. En na een goede maaltijd midden in de stad hebben we de dag afgesloten met een goed glas lokaal bier.

Robert, Paul en Rakesh

Dag 3 – Reisverslag Uruguay

‘s morgens zijn we vertrokken vanuit het hotel in Trinidad. Het was zo’n 1,5 uur rijden naar het bedrijf van de heer Henk Versendaal. Hij exploiteert een melkveebedrijf in het plaatsje Young. De beste man heeft inmiddels al een leeftijd van 67 en is getrouwd met een Uruguyaanse vrouw. Henk had samen met zijn vader een bedrijf in Nederland en heeft toch besloten  te emigreren naar Uruguay in 1994.  In het  begin had hij een samenwerking met een goede kennis. In 2002 besloot hij voor zich zelf een bedrijf te starten samen met zijn vrouw die hij in Uruguay heeft ontmoet. Samen hebben zij een dochter die momenteel in de hoofdstad Montevideo studeert.

Het bedrijf telde momenteel 65 melkkoeien met bijbehorend jongvee. Een aantal jaar geleden had het bedrijf op zijn top 160 melkkoeien maar vanwege zijn leeftijd richt hij het bedrijf nu anders in. De koeien lopen 365 per jaar buiten en worden bijgevoerd met sorghum die ingekuild is. Verder wordt er ook sojahullen aan de veestapel gevoerd.

Rondom het bedrijf is 180 hectare grond aanwezig. Hierop verbouwt hij sorghum, gras en hoofdzakelijk soja. De zomerteelt bevat vooral soja en in de winter metname gras. De werkzaamheden voor de sojateelt worden volledig gedaan door een loonwerker. 75 procent van de opbrengst is voor de loonwerker voor de werkzaamheden en 25 procent voor de landeigenaar. De opbrengst van de soja is rond 3000 kg per hectare en momenteel is de sojaprijs 350 US dollar per ton.  Het gewas soja is resistent tegen Roundup. Hiervan wordt drie keer 5 liter per hectare over het gewas gespoten met een mosquito (veldspuit). Dan is het gewas netjes onkruidvrij. Ook wordt er drie keer tegen insecten gespoten, met name tegen rupsen. Verder is fosfaatbemesting  belangrijk voor de soja.  De stikstof haalt de soja zelf uit de lucht omdat het een vlinderbloemige plant is.

Na de middag zijn we te gast bij de melkfabriek Claldy, ook in het plaatsje Young. Het bedrijf is opgericht in 1966. Het bedrijf verwerkt momenteel 130.000 liter per dag, maar dit fluctueert per seizoen. De melk wordt geleverd door 70 melkveehouders rondom de zuivelfabriek. Ze verwerken de melk tot de volgende producten: Kaas, Yoghurt, Mozzarella, weipoeder en melkpoeder. Alle melk die het bedrijf binnenkomt wordt gepasteuriseerd door de melk op te warmen tot 72 graden, een uur lang. Alle stoom op het bedrijf wordt gemaakt met behulp van hout in een houtkachel. Hiervoor is per dag 20 ton hout nodig.

Een aantal jaren geleden werd 90% van de productie geëxporteerd naar Venezuela. Maar door de politieke crisis in dit land is de export daar naartoe gedaald tot 0. Hierdoor kampt het bedrijf met flinke problemen met de afzet van hun producten en is de doelstelling van het bedrijf overleven in plaatst van groeien. Ze exporteren nu naar Colombia, Brazilië en China.

Het unique selling point van het bedrijf is de yoghurtproductie voor de nationale markt. Ze hebben 180 personeelsleden, maar dit varieert door de melkaanvoer. Op korte termijn willen ze de kosten naar beneden brengen, onder andere door met minder personeel te werken. De melkprijs die ze uitbetalen aan de leden is 10 peso per liter momenteel (€0,28). De overheid vindt zuivel een basisbehoefte dus moet zuivel toegankelijk zijn voor iedereen. Daarom hebben zij ingevoerd dat een liter melk in de supermarkt een maximale prijs mag hebben van 25 Peso (€0,71) per liter melk.

De tweede helft van de middag kregen we een onverwachtse excursie aangeboden naar een melkveebedrijf. Toen we op het bedrijf aankwamen spatte de ambitie en energie van de berdrijfsleider af. Het is een zeer net en professioneel bedrijf. De bedrijfsleider woont samen met zijn gezin op het bedrijf. Ze hebben beide voor veearts gestudeerd in Uruguay. Hierna hebben ze samen vijf jaar in New Zeeland gewerkt op een melkveebedrijf.  Toen ze op dit bedrijf terecht kwamen hebben ze in een aantal jaar de melkproductie verhoogd van 3 miljoen naar 5 miljoen liter melk. Dit zonder grote investeringen maar puur door betere management van de veestapel.

Het bedrijf heeft 600 ha grond, hierop telen ze mais en luzerne met klaver. Ze hebben in totaal 620 melkkoeien. Er is net een nieuwe jongveestal gebouwd. De productie van de koeien is zeer goed met 10500 liter per jaar. Momenteel waren de koeien gemiddeld 380 dagen in lactatie. Dit omdat de meeste koeien kalven in maart, april en mei. De jongveestal is voldoende groot gebouwd om deze afkalfpiek op te vangen. Alle koeien hebben een transponder om de poten waarin ze herkend worden in de melkstal en vervolgens ook na de melkstal in een aparte ruimte automatische gesepareerd kunnen worden. De koeien kunnen zowel voor als na het melken aan een voergang gemengd voer eten.

Er werken gemiddeld acht mensen op dit bedrijf. De bedrijfsleider vertelde dat het personeel een moeilijke factor is in het bedrijf.  Als hij het personeel probeerde te motiveren gaven zij aan dat als de bedrijfsleider niet tevreden was ‘zij de koffers pakken en vertrokken’. De melkerstijden waren tweemaal rond half 12 maar hier hadden zij dan weer geen moeite mee. De bedrijfsleider had zoveel te vertellen dat we ’s avonds twee uur later aan het diner zaten dan gepland.

Dag 1 & 2 – Reisverslag Uruguay

Dag 1 – Stadswandeling en foodhall

28 januari 2018

Na een lange vlucht vanaf Düsseldorf zijn we ’s ochtends aangekomen in Montevideo (Uruguay). Eerst hebben we een stadswandeling gemaakt met een gids door de hoofdstad, daar hebben we de meest bijzondere bezienswaardigheden bezocht. ’s Avonds hebben we gedineerd bij een ‘foodhall’  dit is een hal met winkeltjes met lokale producten en restaurantjes.

Dag 2 – landbouwjournalistiek en 19 melkveestallen

29 januari 2018

Om een indruk te krijgen van Uruguay kregen we een lezing van vooraanstaand landbouwjournalist Eduardo Blasina. Hij vertelde ons dat Uruguay een agrarisch exporterend land is met 12 miljoen runderen en 6 miljoen schapen, dat komt neer op 4 runderen en 2 schapen per inwoner. Uruguay is 18 miljoen hectare groot (4 maal groter dan Nederland). De vruchtbare gronden bevinden zich in het westen van het land, waar het merendeel van de runderen gehouden wordt en akkerbouw plaatsvindt. In het oosten bevindt zich voornamelijk akkerbouw met rijst en in het noorden voornamelijk bosbouw. De beste percelen hebben een waarde van € 6500,- per hectare, de minder vruchtbare grond kost ongeveer € 2500,- per hectare. De landbouwproducten worden hoofdzakelijk verhandeld op de wereldmarkt.

De middag hebben we een bezoek gebracht aan Estancias Del Lago. Dit is een gigantisch melkveebedrijf met 8800 melkkoeien en een eigen melkpoederfabriek. Op het bedrijf wordt er gemolken met drie 80-stands buitenmelkers. Alle koeien staan in stallen van 740 koeien per stal, er stonden 19 van deze stallen. Het rantsoen bestond uit mais, sorghum, soja en graan. Op het bedrijf kalven per maand 1000 koeien, werken 250 man en nog eens 250 man in de verwerking van de melk tot melkpoeder.  Het personeel werkt zes dagen achtereen, waarna ze twee dagen vrij zijn. Per dag werken ze maximaal 8 uur.

Jelle en Gerben

17 vragen en antwoorden over fosfaatrechten

Een nieuwe wereld is open gegaan. Op 1 januari 2018 is het stelsel van fosfaatrechten voor melkvee in werking getreden. Dat betekent dat u vanaf dat moment met uw melkvee niet méér fosfaat mag produceren dan het aantal rechten dat u heeft. Maar waar doet u nu goed aan? Dat hangt natuurlijk van de bedrijfssituatie af. Rendement en risico van het investeren in fosfaatrechten is erg verschillend per bedrijf. Een grote stal met overcapaciteit of juist een collega die maximaal gekort wordt?

Als melkveehouder heeft u een beschikking ontvangen waarin de fosfaatrechten aan u worden toegekend. En nu…? Onderstaand beantwoorden we de belangrijkste vragen over fosfaatrechten.

Melkveehouders

1. Ik heb een beschikking ontvangen, wat nu…?
Controleer uw situatie goed. Check op wel/niet grondgebonden, kortingspercentage, dieraantallen, melkproductie, oppervlakte en fosfaatklasse.

2. Ik heb geen beschikking ontvangen, maar denk wel rechten nodig te hebben. Wat moet ik doen?
Alleen bedrijven met dieren in de categorie 100, 101 en 102 krijgen op basis van het aantal dieren op 2 juli 2015 fosfaatrechten toegewezen. Als de registratie mogelijk niet op orde is, worden er geen rechten toegekend. Deze groep ondernemers moet naar onze mening binnen 6 weken na 1 januari een verzoek indienen bij RVO om fosfaatrechten toegekend te krijgen.

3. Ik ben het niet eens met de hoeveelheid fosfaatrechten. Welke opties heb ik?
U kunt bezwaar maken binnen 6 weken na ontvangst of u kunt zich aanmelden als knelgeval voor 1 april 2018. Het is in ieder geval raadzaam vooraf contact op te nemen met de rechtsbijstandsverzekering.

4. Mijn gegevens zijn niet correct weergegeven in de beschikking. Wat moet ik doen?
Als uw gegevens niet correct zijn, moet u binnen 6 weken bezwaar maken. Voorbeelden van redenen van bezwaar: Pal/Pw-getal onjuist geregistreerd, jongvee onjuist geregistreerd, diermutaties niet correct verwerkt of niet afgeleverde melk. Bij bezwaar tegen onjuistheden in de registratie moet u dat direct zo goed mogelijk toelichten.

5. Ik wil mij aanmelden als knelgeval, kan dat?
Aanmelding als knelgeval is mogelijk vóór 1 april 2018. U komt in aanmerking als knelgeval als u door bijzondere omstandigheden 5% minder melkvee hield op 2 juli 2015. Bijzondere omstandigheden: bouw, diergezondheid, ziekte of overlijden vennoot of aanverwant in eerste graad, publiek project, vernieling of brand. Ook voor starters geldt de knelgevallenregeling.

6. Ik ben voor 2 juli 2015 financiële verplichtingen aangegaan. Maak ik kans als ik bezwaar maak?
In het geval van financiële verplichtingen aangegaan voor 2 juli 2015 is het noodzakelijk aan te tonen dat u disproportioneel nadeel ondervindt van de invoering. Het is belangrijk om uit te rekenen hoe groot het nadeel is en wanneer de onomkeerbare besluiten genomen zijn. Maak binnen 6 weken pro forma bezwaar met een korte motivatie.

7. Hoe en wanneer wordt mijn bezwaar beoordeeld en getoetst?
De manier waarop bezwaren beoordeeld en getoetst gaan worden is nog niet bekend. De VLB-kantoren verwachten samen met RVO tot een efficiënte afhandeling van bezwaren te komen. Waarschijnlijk zullen eerst enkele bezwaren behandeld worden. Daarna vraagt RVO voor andere melkveehouders aanvullende informatie op die nodig is voor de afhandeling. RVO heeft toegezegd onderbouwde bezwaren ten aanzien van onjuiste registraties vlot af te handelen. U moet er dus rekening mee houden dat het vele maanden kan duren voordat u zekerheid heeft.

8. Maak ik meer kans op bezwaar tegen fosfaatrechten als ik succes heb gehad met mijn bezwaar tegen het Fosfaatreductieplan 2017?
Het fosfaatrecht en het Fosfaatreductieplan zijn twee compleet verschillende wetten. De wetten kennen een verschillende juridische basis, andere looptijd en een verschillende knelgevallenregeling. Wij denken dat de bezwaren tegen heffingen in het Fosfaatreductieplan geen effect hebben op bezwaren tegen de fosfaatrechten.

9. Ik had mijn jongvee op 2 juli 2015 uitgeschaard? Hoe kom ik nu toch aan fosfaatrechten?
Vanaf 1 januari 2018 kunt u een verzoek insturen om uw fosfaatrecht op te hogen. Belangrijk is dat de inschaarder moet instemmen met een verlaging van zijn fosfaatrechten. Er moet een overeenkomst zijn tussen in- en uitschaarder. Ook moet met I&R worden aangetoond dat uitscharing heeft plaatsgevonden. Via het formulier In- en uitscharen moet dit gemeld worden via Direct regelen.

10. Ik had mijn jongvee op 2 juli 2015 ondergebracht bij een jongveeopfokbedrijf? Hoe gaat dat met de fosfaatrechten?
Vanaf 1 januari 2018 kunt u een verzoek insturen om uw fosfaatrecht op te hogen. Belangrijk is dat de jongveeopfokker moet instemmen met een verlaging van zijn fosfaatrechten. Er moet een overeenkomst zijn tussen de jongveeopfokker en het melkveebedrijf. Ook moet met I&R worden aangetoond dat sprake was van jongveeopfok.

11. Ik wil fosfaatrechten overdragen. Waar moet ik aan denken?
Een melding bij RVO en 100 euro leges zorgen voor overdacht van de rechten. Let op: houd rekening met een korting van 10% van het aantal rechten. Dit geldt niet in geval van vererving, bloed-/aanverwanten tot de derde graad, partner of teruglevering in hetzelfde jaar.

12. Hoe kan ik het beste reageren met mijn bedrijfsvoering op de invoering van de rechten?
Velen van u willen de gekorte hoeveelheid fosfaat terugkopen. Een begrijpelijke reactie, maar toch.. emotie is een slechte raadgever. Het is verstandig eerst de bedrijfsvoering te optimaliseren binnen de fosfaatrechten die u heeft. In hoofdlijnen betekent dat: streef naar een hoge(re) melkproductie per koe, langere levensduur en zo min mogelijk jongvee. Kijk ook naar uw plannen voor de toekomst. Is samenwerking een optie? Of zijn er andere mogelijkheden? Weet u al waar u wilt staan over 5 jaar? Ook hier kan Flynth u uitstekend begeleiden.

13. Koop of huur van fosfaatrechten. Wat is het beste?
Rechten kunt u kopen of leasen. Flynth kan voor u een berekening maken aangaande rendement en terugverdientijd voor de aanschaf van fosfaatrechten. U kunt ook kiezen voor huur van een jaar of voor langere tijd. Houd ook rekening met de fiscale gevolgen van uw keuze. Op deze wijze kunt u specifiek voor uw bedrijf beoordelen of aanschaf van fosfaatrechten middels koop of lease een passende optie is.

14. Kan ik in aanmerking komen voor fosfaatrechten uit de op te richten Fosfaatbank?
Er is een aankondiging geweest dat een Fosfaatbank wordt opgericht. Die wordt gevuld uit de afroming van de transacties, de 10% korting bij overdracht. De spelregels en de criteria voor toekenning zijn nog volstrekt onduidelijk. Flynth denkt dat de fosfaatbank pas na afhandeling van de bezwaren actief wordt.

15. Ik ga toch meer fosfaat produceren dan mijn rechten. Wat zijn de consequenties?
Let op: als u in een kalenderjaar meer fosfaat produceert dan toegestaan, is er sprake van een economisch delict. Bij een veroordeling wordt u het economisch voordeel afgenomen, ontvangt u een boete en krijgt u een strafblad.

Vleesveehouders/zoogkoeienhouders

16. Ik ben vleesveehouder en heb geen toekenning fosfaatrechten ontvangen. Wat moet ik doen?
Alleen bedrijven met dieren in de categorie 100, 101 en 102 krijgen op basis van het aantal dieren op 2 juli 2015 fosfaatrechten toegewezen. Het jongvee van vlees/zoogkoeien moet worden geregistreerd in categorie 101 en 102. Als de registratie mogelijk niet op orde is, worden er geen rechten toegekend. Deze groep ondernemers moet naar onze mening binnen 6 weken na 1 januari een verzoek indienen bij RVO om fosfaatrechten toegekend te krijgen.

17. Heb ik voldoende rechten toegekend gekregen?
Als vleesvee- en zoogkoeienhouder is het belangrijk te checken op welke diercategorie het vee geregistreerd is. Als de aantallen niet kloppen is het raadzaam binnen 6 weken bezwaar te maken.

Wilt u meer informatie over fosfaatrechten? Neem dan contact op met uw Flynth adviseur. U kunt ook een e-mail sturen naar agro@flynth.nl of bellen met 088 – 236 77 77.

Sectororganisaties doen dringend beroep op melkveehouders

De belangenorganisaties van de melkveehouderij LTO Nederland, NMV en NAJK en de zuivelondernemingen verenigd in de NZO benadrukken het grote belang van een sluitend systeem van identificatie en registratie van runderen voor de Nederlandse rundveesector. Zij wijzen melkveehouders op hun individuele verantwoordelijkheid hierin.

Het I&R-systeem is cruciaal voor de sector. LTO, NMV, NAJK en de zuivelondernemingen zijn dan ook verontwaardigd dat een deel van de melkveehouders het afgelopen jaar heeft gefraudeerd met het I&R-systeem in het kader van het fosfaatreductieplan. Fraude is onacceptabel.

Het is in het belang van de sector om ervoor te zorgen dat het I&R-systeem zo snel mogelijk op orde komt. De organisaties gaan na welke mogelijkheden zij hebben om samen met het ministerie de fraude op te sporen en tegen te gaan.

NAJK spreekt in Tweede Kamer over zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn

Op dinsdag 16 januari 2018 vind het gesprek over het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn plaats in de Tweede Kamer. Iedereen kan meekijken via deze link. Dit gesprek wordt gehouden om inzicht te verwerven wat de gevolgen en resultaten zijn van het voorgestelde zesde actieprogramma nitraatrichtlijn. Tijdens dit rondetafelgesprek spreken Tweede Kamerleden met partijen en organisaties die betrokken zijn bij het actieprogramma. NAJK heeft in de ontwerpfase van het zesde Actieprogramma Nitraatrichtlijn meerdere malen input geleverd aan het ministerie van LNV. Een gedeelte van deze is terug te vinden in het concept actieprogramma, daar is NAJK erg tevreden over. Namens NAJK is Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder en portefeuillehouder melkveehouderij, bij het rondetafelgesprek aanwezig. Hij licht de ervaringen van de jonge melkveehouders en akkerbouwers toe:

Voor ons als jonge boeren staat voorop dat wij graag de slag willen maken van generiekbeleid naar bedrijfsspecifiek. Door meer bedrijfsspecifiek te sturen kunnen we als sector de volgende stap maken naar minder verliezen en schoner water.

Rijenbemesting maïs

Wij maken ons ernstig zorgen over de verplichte rijenbemesting vanaf 2021 op maïsland. De maatregel ‘rekent’ weliswaar erg gunstig volgens de huidige rekenmethodiek, maar wij hebben grote twijfels of de maatregel ook in de praktijk milieueffect heeft. Met name bodemverdichting zal toenemen wanneer er met dergelijk zwaar materiaal op maïsland wordt bemest. Ook maken wij ons zorgen over de extra kosten die deze maatregel met zich meebrengt. In de praktijk zal een teler zelf niet investeren in dergelijke techniek. Alles zal worden uitbesteed wat een hogere kostprijs oplevert en capaciteitsproblemen in het voorjaar. Wij doen daarom enkele aanbevelingen:

  • deze maatregel alleen invoeren in gebieden waar nitraatuitspoeling nog aantoonbaar te hoog is;
  • vrijstelling voor percelen kleiner dan 5 hectare, omdat met zwaar materiaal op kleine percelen te veel bodemverdichting zal gaan plaatsvinden.

Verplichte grasonderzaai of vanggewas voor 1 oktober

NAJK is niet tegen grasonderzaai en het telen van volwaardige groenbemesters. De praktijk laat zien dat het telen van een goede groenbemester aantoonbaar milieuwinst oplevert. We constateren wel dat maïstelers zeer beperkt ervaring hebben met grasonderzaai. Het uitbreiden van de kennis en inzetten op innovatie in het volgende Actieprogramma Nitraatrichtlijn is daarom van het grootste belang. Daarnaast moeten we constateren dat het weer, mede door klimaatverandering, steeds extremere uitschieters laat zien. Het zal ongetwijfeld voorkomen dat de omstandigheden het niet toelaten om op tijd de groenbemester te zaaien. In dergelijke gevallen moet de overheid coulant zijn wanneer een teler, om zijn bodem te sparen, later aan zijn verplichting voldoet.

Bedrijfsspecifieke benadering

NAJK vindt het belangrijk dat er alvorens definitieve maatregelen rondom bedrijfsspecifieke maatregelen komen, via pilots geëxperimenteerd kan worden. Voor de akkerbouw zou dit betekenen dat vakmanschap beloond moet worden. Gelet op de grondsoort en de daadwerkelijke opbrengst zou op perceelsniveau een op maat bemesting mogelijk moeten zijn. Bodemvruchtbaarheid en het op peil houden van het organische stofgehalte mag hierbij door regelgeving niet in de weg gestaan worden. De uitgaande en ingaande mineralenstromen moeten hierbij in beeld zijn. Hiervoor zou een systematiek ontwikkeld moeten worden om dit op een betrouwbare manier te kunnen registreren. Een dergelijk systeem zou voor de gehele grondgebonden landbouw moeten gelden.

BEP-BES pilots

NAJK is blij met de huidige BEP- en BES-pilots. De agrarische sector haalt veel nieuwe kennis uit deze innovatieve pilots. Daarnaast kunnen melkveebedrijven stappen zetten naar evenwichtsbemesting en het vervangen van kunstmest voor dierlijke mest. Deelnemers zijn enthousiast en ook milieutechnisch worden er mooie stappen gezet. Wij vinden het jammer dat er in het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn weinig ambitie uitstraalt naar een bredere toepassing van deze succesvolle pilots.  Graag hadden wij gezien dat met name de BES-pilot fors wordt uitgebreid van drie naar ook 400 deelnemers. Op deze manier kunnen meer melkveehouders ervaring opdoen door te werken met bedrijfsspecifieke normen en dus  kunstmest vervangen voor dierlijke mest.

Verankering sectorplafonds meststoffenwet

In het actieprogramma wordt ook besproken de sectorale fosfaatplafonds onder te brengen in de meststoffenwet. NAJK is tegen deze maatregel omdat het geen enkel milieudoel dient. Daarnaast is het in de toekomst niet meer mogelijk om de plafonds aan te passen wanneer we bijvoorbeeld fosfaatexport mogen verrekenen met het nationale fosfaatplafond. Het aanvaarden van deze maatregel maakt dat Nederland nog afhankelijker wordt van besluitvorming vanuit Brussel. Het is wat ons betreft een historische fout waar we in de toekomst veel last van krijgen wanneer Nederland akkoord gaat met dit voostel.

Gewasderogatie

In het Actieprogramma missen we de prikkel tot het telen van gewassen als gras en tarwe, die weinig nitraatuitspoeling kennen. Wij maken u erop attent dat de sleutel tot minder nitraatuitspoeling ligt bij een passende derogatie. Bedrijven die aan de derogatie meedoen mogen 250 kg stikstof per hectare toedienen. Dit mag zowel op gras als op mais. Gras is een stikstofbehoeftiger gewas dan mais. Het voorstel is om per gewas een derogatie in te voeren. De totale bemestingsruimte blijft gelijk, maar in de praktijk zal gras dan meer bemest mogen worden en maïs minder. Dit idee hebben wij ook aan het ministerie voorgesteld. Wij hebben nog steeds het vertrouwen dat het ministerie zich zal inspannen voor een gewasderogatie.

Tot slot vinden wij het belangrijk dat er draagvlak blijft onder het actieprogramma. Dit betekent dat agrariërs vertrouwen moeten hebben in de te nemen maatregelen. Het betekent ook dat zij niet onnodig hard aan de bak moeten ten opzichte van andere partijen die naar het oppervlaktewater lozen. Alle betrokken partijen moeten gezamenlijk de handschoen oppakken om aan schoner oppervlaktewater te werken.