Wat deed NAJK voor jou in mei?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, de achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden. Daarnaast ontwikkelen we trainingen en cursussen, regelen we winacties en behartigen we jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in mei? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • NAJK heeft de Kamerleden opgeroepen om aandacht te hebben voor de praktische toepasbaarheid van de krachtvoerregeling. De begrenzing van het eiwitgehalte in krachtvoer is volgens NAJK onwerkbaar.
  • Andre Arfman, voorzitter NAJK, en Willem Voncken, portefeuillehouder internationaal, waren aanwezig bij een online CEJA-bijeenkomst over ondersteuning van jonge boeren die door de COVID-19-pandemie in zwaar weer zijn gekomen. Er is aangegeven dat er vooral gezorgd moet worden dat het geld daadwerkelijk op het boerenerf terecht moet komen.
  • Portefeuillehouder akkerbouw, Leendert Jan Onnes, is betrokken geweest bij filmopnames voor een documentaire van de WUR over kringlooplandbouw.
  • Een ludieke actie: de ‘vacature’ agrarisch ondernemer melkveehouderij ging viral en werd door verschillende partijen opgepikt.
  • Tim van der Mark, portefeuillehouder intensief, heeft input geleverd aan het Adviescollege Remkes voor de intensieve veehouderij.
  • De partnerovereenkomst met Flynth is verlengd, hier is online op geproost met een fotomomentje!
  • Marije Klever, portefeuillehouder melkveehouderij, was bij De oogst van overmorgen, een positieve sessie ‘De wereld eet door’ georganiseerd door LNV en LTO projecten met als doel een gesprek over de toekomst van landbouw. Dit keer ging het over de invloed van corona hierop.
  • Andre Arfman was aanwezig bij de werkgroep melkvee. Met vrijwel alle melkveebelangenbehartigers werd besproken hoe de voermaatregelen aan te passen valt en hoe we verder gaan in de uitwerking van de maatregelen voer, mest en weidegang.
  • Leendert Jan Onnes had een interview met student van de Universiteit Utrecht over duurzame landbouw.
  • NAJK zet vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van de Farm to Fork Strategie. Er moet niet alleen op cijfers gestuurd worden, maar er moet ook naar de praktijk gekeken worden.
  • Leendert Jan Onnes was bij een brainstorm van Delphy over hoe POP3 -klimaat projecten beter bij de boer belanden.
  • De JOLA-evaluatie over de JOLA van 2019 is weer bekend. Opvallend is dat de onvrede over de investeringslijst alle jaren is gebleven. Uit de evaluatie blijkt dat jonge landbouwers vooral behoefte hebben aan financiële steun voor de kleinere investeringen.
  • Dick Kampert is de nieuwe afgevaardigde kalverhouderij bij NAJK. Hij ondersteunt in deze functie Tim van der Mark in zijn taken.
  • Sietse Draaijer, portefeuillehouder bedrijfsovername, hield een online ledenbijeenkomst, de Meet&Greet, over het bedrijfsovernamefonds. Ook Rene Veldman, sectormanager van de Rabobank, was aanwezig om vragen over de VVK te beantwoorden.
  • De afgelopen maand stond in het teken van droogte. Hier hebben ook alle bestuurders op de een of andere manier mee te maken gehad.
  • Marije Klever stond in het AD met een stuk over de papieren werkelijkheid die de bewegingsvrijheid van jonge boeren en tuinders ondermijnt.
  • Samen met de partners van NAJK werden er filmpjes gemaakt om jonge agrarisch ondernemers tips en ondersteuning te bieden in tijden van coronacrisis.
  • De dagelijks bestuurders van NAJK gaven op social media een kijkje in hun boerenleven en de werkzaamheden waar ze op dat moment mee bezig waren.
  • Tim van der Mark gaf een interview aan Food100 over het belang van verbinding binnen en buiten de agrarische sector.
  • NAJK heeft een animatie ontwikkeld om duidelijk te maken waar we als belangenvereniging mee bezig zijn.
  • NAJK werkt samen met ZuivelNL, LTO Nederland, NMV, NZO en Stigas aan een veiliger boerenerf via het project BoerVeilig. Deze maand is de campagnewebsite gelanceerd: www.boerveilig.com
  • Willem Voncken schreef in zijn blog over de waarde van voedsel: zien we die nog wel met z’n allen?
  • Marije Klever was te zien in het programma Goedemorgen NL! over de verdeling van financiën vanuit de overheid voor innovatie en doorontwikkeling in de landbouw.
  • Er is een advertentie over de voorlichtingsavonden van het Dairy Training Centre geplaatst voor de opleiding Middelbaar Kader Melkveehouderij voor bedrijfsopvolgers of TOP-medewerker.

Wat doet NAJK voor jou in juni?

Natuurlijk wordt er in mei ook veel door NAJK georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • NAJK is druk bezig met een check van het ledensysteem om te zorgen dat alles up-to-date is. Ontvang jij geen BNDR of nieuwsbrief, terwijl jij die wel zou moeten krijgen? Of zijn pas jouw gegevens veranderd? Geef dit dan aan ons door!
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille akkerbouw, Leendert Jan Onnes, zal aanwezig zijn bij de alv van GrAJK. De opzet van de vergadering zal dit jaar ook anders zijn vanwege alle maatregelen.
  • 13 juni komt weer een nieuwe editie van ons ledenblad BNDR uit. Houd je brievenbus in de gaten.
  • In juni houden wij ons jaarlijkse NAJK-partneroverleg. De dagelijks bestuurders en partners van NAJK praten elkaar dan bij over de actualiteiten en zoeken met elkaar hoe we elkaar nog meer kunnen versterken. Dit keer is het een digitale bijeenkomst vanwege het coronavirus.
  • Willem Voncken, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal, zal aan de vergadering van ons Europees overkoepelend orgaan, CEJA, meedoen.
  • 25 juni is de alv waarin Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername, zal aftreden. De alv zal kiezen wie zijn opvolger wordt.

Crisismanagement | Tips van onze partners

Als (jonge) boer of tuinder heb je nu meer dan ooit te maken met onzekere tijden. Om jonge boeren en tuinders te ondersteunen hebben onze partners online advies gegeven via webinars en filmpjes over verschillende onderwerpen rondom crisismanagement. 

Flynth

Tijdens de Woensdag Webinar voor ondernemers ‘Stikstof: hoe nu verder?’ is er besproken wat er op het gebied van stikstof wél of niet voor u van toepassing is? Welke strategische keuzes moet u maken voor een gezonde bedrijfsvoering in de toekomst? Flynth heeft verschillende webinars voor (jonge) agrarisch ondernemers ontwikkeld.

Interpolis

Interpolis geeft tips hoe je als agrarisch ondernemer het beste met een crisis kunt omgaan. Heb je het bijvoorbeeld goed geregeld voor je medewerkers? En staat je bedrijf even stil? Maak dan tijd om plannen te maken of misschien is dit wel een goed moment voor onderhoud.

Royal Reesink

Royal Reesink benoemt het belang van een duidelijke strategie. Wat kun je veranderen of verbeteren? Ga je uitbreiden, automatiseren of juist richting smart farming? Bekijk hieronder alle tips (ook interessant wanneer je geen last hebt van de coronacrisis!)

Flynth | Melkveehouderijsector:  krappe marge vraagt om nieuwe verdienmodellen

Flynth | Melkveehouderijsector: krappe marge vraagt om nieuwe verdienmodellen

Sectoren als horeca, toerisme en sierteelt worden thans hard getroffen door de coronacrisis. Binnen de landbouw voelen visserij, tuinbouw en akkerbouw nu de grootste gevolgen. De effecten voor de Nederlandse zuivel zijn tot nu toe beperkt. Hiertegenover staat de voorspelling dat binnen de landbouwsector, de melkveehouderij het langst de gevolgen van de coronacrisis zal ondervinden. Tot en met het eerste kwartaal van 2021 verwacht Rabobank dat de omzet van de melkveehouderij lager zal blijven dan over 2019. Mogelijk is de corona-crisis ook een extra aanjager voor de zoektocht naar nieuwe verdienmodellen in de melkveehouderij.

Voor het huidige kwartaal wordt voor melkveehouderij een omzetdaling met 10 procent verwacht (ten opzichte van vorig jaar).  en voor het derde kwartaal wordt verwacht dat de melkveehouderij meer achter blijft dan andere sectoren. Pas vanaf het tweede kwartaal van 2021 zou de melkveehouderij weer op het niveau van 2019 zitten. Voor 2021 zijn de vooruitzichten vooralsnog rooskleurig en wordt een omzetstijging van 10 procent verwacht. De vraag blijft of de melkveehouderij daar ook van kan profiteren en de verwachte omzetdaling tot begin 2021 lopende dat jaar kan ombuigen.


Marktontwikkeling

Analisten voorspellen golfbewegingen, voordat wordt terugkeert naar een “nieuwe” norm. De eerste golf werd gekenmerkt door een toename van de melkvraag, veroorzaakt door paniekaankopen. Bij de tweede golf is sprake een dalende winkelvraag en toenemende logistieke en financiële uitdagingen. De derde golf zorgt via lage verkoop, een seizoenpiek in de melkproductie en vertraging van de wereldhandel, voor toename van de voorraden en prijsdruk voor de melkveehouder.

Bedrijfsontwikkeling

De afgelopen 20 jaar is de gemiddelde melkproductieomvang op de bedrijven verdubbelt (naar 930.000 kg), de waarde van de grond ruim verdrievoudigd (naar 60.000 euro per hectare) en de opbrengstprijs van de melk bijna op hetzelfde niveau gebleven (tussen 36 en 38 cent).


Kritieke opbrengstprijs melk en marge

De kritieke opbrengstprijs geeft de melkprijs aan, die een melkveehouder minimaal moet ontvangen om precies alle kosten en uitgaven te kunnen betalen, inclusief benodigde vervangingsinvesteringen, aflossingen en privé-uitgaven. Waar deze kritieke opbrengstprijs zo’n tien jaar geleden nog rond dertig cent lag, is de gemiddeld minimaal benodigde melkprijs inmiddels opgelopen richting 37 cent. Bovendien blijkt op 2/3 deel van de Flynth-melkveebedrijven een melkprijs nodig van minimaal 36 cent. Over dezelfde periode is door de jaren heen een gemiddelde melkprijs gerealiseerd van 36,9 cent per kilo. Vorig jaar (2019) lag de melkprijs op 37,9 cent. In drie jaren lag de melkprijs boven de 40 cent en in vijf jaren onder dit gemiddelde. In 2009 en 2016 lag de melkprijs onder respectievelijk rond de 30 cent. Ter vergelijking: voor toekomstplannen en prognoses in verband met investeringsplannen, wordt als basis uitgegaan van een te verwachten melkprijs van 36 cent.

Het verschil tussen de kritieke opbrengstprijs (= benodigde melkprijs) en de werkelijk gerealiseerde melkprijs betreft de marge. De marge is de ruimte om tegenvallers op te kunnen vangen. In de periode vanaf 2009 tot en met 2019 is deze marge gemiddeld 2,4 cent per jaar. Bij een huidige gemiddelde bedrijfsomvang richting 1 miljoen kg melk is dit 24.000 euro op jaarbasis oftewel 2.000 euro per maand.



Verschillen tussen individuele bedrijven

Elk jaar zien we grote verschillen in bedrijfsresultaten tussen vergelijkbare bedrijven. Tussen de groep 25% beste bedrijven en het gemiddelde resultaat zit een financieel verschil van 60.000 euro op jaarbasis. Dit verschil van 60.000 euro, beschikbaar op de 25% beste bedrijven kan hier worden benut om bijvoorbeeld extra financieringslasten te kunnen dragen. Op basis van 7% financieringslasten (bijvoorbeeld 2% rente en 5% aflossing, is een lening van 20 jaar,  of 3% rente en 4% aflossing, is een lening van 25 jaar) is er een ruimte voor het aantrekken van zo’n 850.000 euro vreemd vermogen voor ontwikkeling van het bedrijf. Alternatief is dat deze 60.000 euro als bufferruimte wordt gebruikt. Belangrijke aanknopingspunten voor de betere bedrijfsresultaten hebben te maken met een gezonde veestapel met voldoende levensduur, een goede (gras)landproductie in hoeveelheid en kwaliteit en acceptabel niveau van bewerkingskosten.

Bufferruimte

De beschikbare bufferruimte is de beschikbare financiële ruimte om een periode met zwaar weer het hoofd te kunnen te bieden; nodig om het bedrijf bij tegenwind toch op koers te kunnen houden.

Enkele jaren geleden berekende Flynth dat melkveehouders in hun bedrijf gemiddeld een totale bufferruimte hebben om gedurende bijna 3 jaar een melkprijsverlaging naar 30 cent te kunnen opvangen. Op de grotere bedrijven bleek sprake van een lagere kritieke opbrengstprijs, maar door lagere gehaltes in de melk werd op deze bedrijven ook een lagere melkprijs gerealiseerd. Per saldo is hier sprake van een betere marge. Als bijfinanciering van tekorten via een bank lastiger wordt, dan wordt beschikbare bufferruimte belangrijker. Aspecten die een positief effect hebben op de omvang van de bufferruimte:

  • bedrijf in balans, met goed op elkaar afgestemde productiemiddelen
  • kostenbesparing
  • een aanvullend inkomen van buiten het bedrijf
  • een geleidelijke groei,

Overeenkomst melkveehouders en KLM

De huidige crisis maakt pijnlijk duidelijk hoe groot het belang is om over bufferruimte te beschikken. Recent werd helder, dat onze nationale trots de KLM, deze bufferruimte niet of nauwelijks heeft. Minister Wopke Hoekstra zegde een bedrag tussen2 en 4 miljard euro aan steun toe, om liquiditeitstekorten bij KLM aan te vullen.

Voor een andere nationale trots, onze toonaangevende melkveehouderijsector, geldt dat op basis van krappe marges, gemiddeld genomen weinig buffercapaciteit aanwezig is. Een verschil met KLM is dat onze bijna 17.000 melkveehouders veelal beschikken over stille reserves, vooral vastgelegd in de grond bij het  bedrijf,  met name veroorzaakt door een waardestijging.Bij een opbrengstprijs voor de melk die afgelopen 20 jaar nauwelijks is veranderd, is de gemiddelde waarde van een hectare landbouwgrond in dezelfde periode ruim drie keer over de kop gegaan. Echter deze waarde zit vast in de grond en is niet benutbaar. Financieringsaanvragen beoordeelt een bank met name op basis van exploitatie en ruimte in de kasstroom om de rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. De waarde van de grond is hierbij tegenwoordig veel minder relevant.

Wat voor KLM geldt, speelt ook voor veel bedrijven in de horeca, toerisme, de land- en tuinbouw en ook in de melkveehouderij:  er is gemiddeld genomen te weinig bufferruimte aanwezig om tegenvallers op te kunnen vangen. Ter vergelijking: de totale melkproductie in Nederland door alle melkveehouders bij elkaar is rond 14 miljard kg melk op jaarbasis. Een steunbedrag van 2 miljard euro zou een bedrag betekenen van 14 cent per kg melk.

De veel gevolgde route met investeren in fosfaatrechten, stalruimte en grond is kapitaalintensief. Belastingbesparing als motief om een investering door te zetten is niet altijd de beste reden. Het kost liquiditeit en brengt hogere financiële verplichtingen in de toekomst. Een kritische blik op investeringen en bijbehorende lastenverzwaring is op zijn plaats. Ook na investeren moet sprake zijn van een passende kostprijs, als basis voor een kritieke opbrengstprijs, die ruimte laat voor voldoende marge.

Verdienmodel

Zeker voor individuele bedrijven geldt dat een lage buffercapaciteit in goede jaren een alarmsignaal is dat het in slechte tijden mis kan gaan De ontwikkelingen en vaak krappe marges zijn aanleiding om kritisch te zijn over het huidige verdienmodel op melkveebedrijven. In combinatie met waardering voor de sector is een goed verdienmodel ook van belang om de melkveehouderij aantrekkelijk te laten zijn voor jonge potentiële ondernemers.

Kansen en uitdagingen bij nieuwe verdienmodellen in de melkveehouderij zijn er bijvoorbeeld ten aanzien van CO2-reductie, efficiëncy-verbetering bij het winnen van eiwit van eigen land, toepassen van beweiding en het inspelen op andere melkstromen of een combinatie met andere activiteiten.

Een bekende route om bedrijfsmiddelen efficiënter en goedkoper in te zetten is samenwerking met één of meer collega-agrariërs. Het beter benutten van de optie samenwerking biedt nog volop kansen, bijvoorbeeld bij het gebruik van machines en gebruik of ruil van grond.

Omgaan met risico’s

Bij het omgaan met risico’s, kan ervoor worden gekozen om risico’s te accepteren, verminderen, vermijden, spreiden of het overdragen van risico’s. De keuze om risico te spreiden gebeurt bijvoorbeeld bij een ondernemer die heeft gekozen voor een tweede tak. Een optie is om de risico’s te verkleinen van zaken die een grote impact hebben op het bedrijf. Als voorbeeld het beperken van het risico van weersinvloeden, via het afsluiten van een verzekering. In de akkerbouw is deze vorm bekend. Het beperken van prijsrisico’s werkt volgens hetzelfde principe. Kosten kunnen (ineens) sterk stijgen en opbrengsten kunnen dalen. Zo kan het risico van rentestijging worden beperkt via het vastzetten van de rente voor een langjarige periode. Risicobeperking bij het voer kan via termijnmarktcontracten op veevoergrondstoffen of door het vastzetten van de voerprijs via voorkoop. Deze opties gelden ook voor bijvoorbeeld kunstmest en energie.

Het afdekken van de melkprijs voor een stabieler inkomen is ook een optie, maar kost geld. Een bedrijf dat in staat is zelf te reserveren, kan prijsschommelingen zelf goedkoper afdekken. Maar dan moet de bufferruimte er wel zijn. Andere optie is afdekking van de melkprijs op een internationale termijnmarkt. Nadeel van termijncontracten is het benodigde kapitaal. Als de melkprijs stijgt moet geld worden bijgestort. Vraag is of juist de bedrijven waarvoor deze optie nuttig is, de financiële ruimte hebben om bij te storten.


Productverkoop en verdienmodel

De meeste melkveehouders leveren hun melk als grondstof aan de zuivelfabriek. Hierdoor zijn zaken als vermarkting en verdienmodellen voor de doorsnee-melkveehouder al snel de “ver van mijn bed show”. Niet altijd terecht. Andere verdienmodellen kunnen betrekking hebben op afzet via lokale markten, certificering, werken met langjarige contracten of het uitschakelen van tussenhandel. En bij  verkoop van producten vanaf de boerderij, zijn er diverse opties:


Personalisatie: hierbij wordt nog meer ingehaakt op de eigen wensen en behoeften van de klant, met als gevolg een loyalere klant, een hogere omzet en meer kennis van je klant, waarbij je weet wat populair is.


Specifiek betreft de verkoop van goederen kan aan de volgende verdienmodellen worden gedacht:

  • Een abonnementsvorm voor een meer continue inkomstenstroom
  • Het lokaasmodel; een goedkoop basisproduct plus dure onderdelen
  • Het instapmodel; per direct ontvangt de klant een gratis dienst, waarbij de winst in de “upgrade” zit.
  • Koppelverkoop, met de combinatie van een succesvol aantrekkelijk product met een minder bekend product.
  • Servicemodel, waarbij het eerste product met een lage marge wordt verkocht en “de aanvulling” tegen meerprijs, met een hoge winstmarge.

Advies

Korte termijn

  • Stel een liquiditeitsprognose op, rekening houdend met een melkprijsdaling
  • Beoordeel de beschikbare en te realiseren marge en bufferruimte op het bedrijf
  • Neem al bij een te verwachten liquiditeitstekort, tijdig contact op met de bank

Langere termijn

  • Beoordeel, bijvoorbeeld via bedrijfsvergelijking, de mogelijkheden voor verbetering van het bedrijfsresultaat
  • Schenk hierbij ook aandacht aan nieuwe verdienmodellen en risicobeheersing
  • Zodra mogelijk, zorg ervoor dat de reservepot daadwerkelijk wordt aangelegd en gevuld
Hans Scholte,
sectorleider melkveehouderij  Flynth adviseurs en accountants

Geen NK Veebeoordelen 2020

Helaas moeten wij mededelen dat er dit jaar geen NK Veebeoordelen zal plaatsvinden. Sinds vorig jaar 

zijn wij te gast bij Fokveedag Hoornaar. Wegens de perikelen rondom corona heeft Fokveedag Hoornaar aangegeven dat er dit jaar geen Fokveedag Boerenlandfeest zal zijn. Zoals voorzitter Johan de Groot zegt: “We vinden het erg jammer dat de Fokveedag in 2020 niet kan plaatsvinden. We willen echter geen enkele risico lopen met het oog op de gezondheid van onze bezoekers, leden en vrijwilligers.” 
NAJK staat achter deze keuze. Er is samen met coöperatie CRV nog gekeken naar een andere locatie maar dit vonden wij niet haalbaar. Naast het feit dat niet alle provinciale wedstrijden plaats kunnen vinden, wat de selectie van deelnemers lastig maakt, willen wij onze deelnemers niet in gevaar brengen door een eventuele besmetting.
 
Wij hopen volgend jaar op zaterdag 2 oktober 2021 weer bij elkaar te kunnen komen in Hoornaar en een mooi NK Veebeoordelen te organiseren voor jullie! 

Reactie NAJK op internetconsultatie Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering

Hieronder is de reactie te lezen van NAJK op de internetconsultatie van de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering.

Internetconsultatie Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering

In dit document geeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) reactie op de internetconsultatie van de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering. NAJK is de belangenvereniging voor jonge boeren en tuinders. De vereniging heeft zo’n 8000 leden; de ondernemers van de toekomst.

Onze vereniging is een vereniging voor, door en met jonge boeren en tuinders. Aan de ene kant staan we midden in de praktijk en aan de andere kant strijden wij voor de belangen van jonge boeren en tuinders. Wij zijn voorstander van voortvarend handelen, echter is de reactietermijn van vier werkdagen wel erg kort om een goede en complete inhoudelijke reactie te verwachten. Zeker gezien wij ons bestuurswerk vrijwillig doen.

Meten is weten
Het streefdoel van 50% reductie van depositie op stikstofgevoelige natuur in 2030 is erg ambitieus. Deposities worden namelijk berekend uit stikstofemissies en niet als zodanig gemeten. NAJK pleit er dan ook voor om de komende jaren uitgebreid onafhankelijk onderzoek te doen naar depositie in relatie tot emitters in de omgeving. Op basis van dit onderzoek kunnen (wellicht) betere keuzes worden gemaakt in maatregelen om het streefdoel te bereiken. Dit onderzoekstraject moet gekoppeld worden aan de jaarlijkse monitoringscyclus en deze vormt tevens de basis voor nieuwe onderzoeksvragen en -inzichten.

Streefwaarde onwenselijk en onhaalbaar
Het is volgens NAJK maar zeer de vraag of uit de Vogel- en Habitatrichtlijn volgt dat er een harde streefwaarde opgenomen moet worden in de wetgeving om een gunstige instandhouding te bereiken in natuurgebieden. Dit laatste zou juist het doel moeten zijn en niet een hard ‘cijfer’ waar mogelijk later door bijvoorbeeld onvoorziene omstandigheden niet meer van afgeweken kan worden. Ook kunnen mogelijk nieuwe inzichten in de veroorzakers van depositie een ander licht werpen op de te realiseren doelstelling. Door deze streefwaarde vast te leggen kan deze mogelijke ongewenste belemmeringen oproepen. Het is volgens ons maar zeer de vraag of het op een later moment, met nieuwe inzichten, nog mogelijk is om de streefwaarde aan te passen.
Ook valt of staat beleid met draagvlak. Een strenge norm die van bovenaf wordt opgelegd, legt een extra bom onder eventueel draagvlak in de provinciale gebiedsgerichte aanpakken bij de landbouw. Immers, de landbouw kreeg al de zwartepiet toegespeeld door het kabinet in de Kamerbrief van 24 april 2020. Deze brief stelde dat de landbouw de komende jaren voor 90% aan stikstofdepositie moet gaan reduceren. Hier komt nu een streefwaarde van 50% overheen en dat geeft een extra knauw aan de bereidheid van de landbouw om vol energie en passie te participeren aan de gebiedsgerichte aanpak.

Onmogelijke KDW’s
Onderzoeken hebben aangeven dat de kritische depositiewaarden (KDW) van Natura 2000 (N2000)-gebieden dusdanig streng zijn vastgesteld dat het vrijwel onmogelijk is deze te behalen. NAJK pleit dan ook voor een grondige herijking van soorten en bijbehorende KDW’s in de N2000-gebieden.

Geen uitbreiding N2000-gebieden
NAJK vindt dat eerst alle KDW’s (bij voorkeur aangepast) moeten worden behaald alvorens gekeken wordt naar uitbreiding van N2000-gebieden, zowel in aantal als in omvang. Deze kanttekening dient opgenomen te worden in de wettekst.

Geen uitwisseling NH3 en NOx
NAJK pleit ervoor dat erop toegezien wordt dat de depositie van zowel NH3 als NOx daalt. Een daling van depositie door NH3 mag niet leiden tot een toename van depositie van NOx, doordat NH3 stikstof vervangen wordt door NOx stikstof. Een gedegen registratiesysteem van zowel NH3 als van NOx is hierbij van belang.

Registratiesysteem
Dit gedegen registratiesysteem levert bovendien een bijdrage aan de monitoring van verplaatsing van stikstofemissies tussen verschillende bedrijven. NAJK beveelt hierbij het systeem aan dat is aangedragen door de werkgroep stikstofregistratiesysteem van het LandbouwCollectief.

Voorkom ongelijk speelveld
De Wet Stikstofreductie en Natuurbehoud is erop gericht dat in 2030 op 50% van de hectares in N2000-gebieden de KDW wordt gehaald. Anderzijds betekent dit dat het kabinet het acceptabel vindt dat op de overige hectares de normen worden overschreden. Dit zou er niet toe mogen leiden dat lokale en regionale overheden aanvullende maatregelen (kunnen) opleggen om ook voor deze overige hectares de normen te behalen. Dit zou tot een ongelijk speelveld leiden tussen (agrarische) ondernemers in verschillende delen van Nederland.

Houd platteland leefbaar
Maatregelen die genomen worden ter bescherming van N2000-gebieden, mogen er niet toe leiden dat leefbaarheid op het platteland in de buurt van deze gebieden te veel schade ondervindt, door bijvoorbeeld wegtrekkende bedrijvigheid en (sociale) voorzieningen.

Behoud ontwikkelingsruimte
Individuele (agrarische) ondernemers in de buurt van N2000-gebieden moeten ontwikkelingsperspectief behouden om investeringsruimte te behouden om ook mogelijkheden te houden om bijvoorbeeld te voldoen aan de klimaat- en/of kringloopdoelstellingen.

Bedrijfsovernames niet de dupe laten worden
Bedrijfsoverdrachten van (agrarische) bedrijven mogen niet worden bemoeilijkt door regelgeving rondom stikstofreductie en/of natuurverbetering.

Naar rato bijdragen
In de Kamerbrief van 24 april 2020 heeft het kabinet het maatregelenpakket gepresenteerd om de beoogde streefwaarde te halen. NAJK benadrukt dat hoewel de landbouw voor ruim 40% verantwoordelijk wordt geacht voor de stikstofdeposities op N2000-gebieden, het programma erop neer komt dat reductiemaatregelen in de komende jaren voor 90% door de landbouw geleverd moeten worden. Dit is onevenwichtig. Iedere sector moet naar rato bijdragen aan reductie. Hoewel de consultatie niet de inhoud van de maatregelen betreft, ziet NAJK evenwel reden enkele algemene opmerkingen bij de maatregelen in de Kamerbrief te maken.

Investeer in innovatie en bronaanpak
NAJK pleit ervoor om een gro(o)t(er) deel van de beschikbare middelen in te zetten voor innovatie en bronaanpak (geen opkoop). Door hierop meer de nadruk te leggen investeert men meer in de toekomst van bedrijven en daarmee heeft de investering vanuit de overheid ook een langer effect. Bijkomend nevenvoordeel is dat dit de leefbaarheid in plattelandsgebieden ten goede komt.

Vergund is vergund
NAJK is van mening dat vergund ook echt vergund moet blijven. Deze stikstofregeling biedt hiervoor totaal geen ruimte. De bedrijven die wel hun NB-vergunningen op orde hebben, maar nog geen uitvoering aan het plan hebben gegeven, kunnen nu geen kant op. In de afgelopen vier jaar van de PAS zijn er velerlei regels veranderd die voor veel ondernemers hebben geleid tot uitstel van investeringen. Doordat deze investeringen niet zijn voltooid, zijn deze ondernemers hun niet voltooide vergunningsruimte kwijtgeraakt. Dit vindt NAJK een kwalijke zaak. NAJK had het dan ook niet meer dan billijk en redelijk gevonden dat het kabinet hiervoor een oplossing zou bieden in hun stikstofaanpak. Dat is niet het geval en dat vindt NAJK een gemiste kans.

Legale activiteiten, legaal houden
NAJK vindt dat de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving er niet toe mag leiden dat reeds toegestane activiteiten of activiteiten die reeds plaatsvinden en voorheen niet vergunningplichtig waren, geen doorgang meer kunnen vinden, zoals:
– beweiden
– bemesten
– diegene die onder PAS waren gelegaliseerd
Een nieuw programma moet dusdanig worden ontworpen dat de bovenstaande activiteiten op geen enkele wijze illegaal kunnen worden verklaard.

Knelgevallen
Nederland kent een grote groep knelgevallen die te goeder trouw de volgende zaken hebben geregeld:
– een bouwvergunning
– een milieuvergunning
– een realisatie van de vergunde activiteit.
Echter is er nooit door de ondernemer een NB-vergunning aangevraagd, omdat in de tijd van realisatie dit niet nodig werd geacht door gemeentelijke overheden ofwel provinciale overheden. De depositie van deze gerealiseerde bedrijven en/of projecten is tot op de dag van vandaag meegeteld in de berekening van de belasting van habitattypes in Natura2000-gebieden, maar zijn in het licht van de huidige Wet Natuurbescherming in een illegale activiteit veranderd. Dit is een doorn in het oog van NAJK. Daarbij zijn deze knelgevallen niet alleen aanwezig in de landbouw, maar ook veelvuldig in het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de industrie. Ook voor deze groep bedrijven biedt deze programmatische stikstofaanpak ook geen soelaas. NAJK vindt dit een gemiste kans. Juist de invoer van een nieuw programma maakt dat er nieuwe referentiemomenten worden ingesteld. Wanneer we kijken naar de bronmaatregelen, dan gebeurt dit ook. Waarom wordt er niet gekozen voor een nieuw referentiemoment voor bedrijven die zowel beschikten over een bouw- als milieuvergunning en de vergunde activiteit hebben gerealiseerd? Het ontwerpen van een nieuw stikstofprogramma biedt hier volop ruimte voor.

Melden voorgenomen aankoop
Bij extern salderen moet de initiatiefnemer zich vooraf melden bij de provincie over de voorgenomen aankoop. De provincie zelf kan ook de initiatiefnemer zijn. De provincie moet in dat geval over haar eigen voornemen besluiten. Dit is niet wenselijk.

Geef ruimte voor diversiteit bedrijven
Nederland kent vele verschillende soorten en maten agrarische bedrijven. Gangbaar, biologisch, klein, groot, met neventak en zonder neventak. Iedere locatie, ondernemer en markt is weer anders. Deze diversiteit moeten we koesteren. De maatregelen moeten recht doen aan deze diversiteit.

Met vriendelijke groet,
namens het dagelijks bestuur van NAJK,

Andre Arfman
voorzitter

Landbouw Collectief in een nieuwe fase

Woensdag 3 juni 2020 is besloten om de samenwerking binnen het Landbouw Collectief (LC) anders vorm te geven. Partijen in het LC komen niet tot overeenstemming over de structuur passend bij de huidige fase, maar hebben elkaar de afgelopen periode goed leren kennen en weten elkaar snel te vinden. Dit wordt vastgehouden en uitgebouwd, om zo gezamenlijk sterk te staan voor de land-, tuinbouw en veehouderijsectoren.

De 13 met elkaar samenwerkende agrarische belangenbehartigers en actiegroepen binnen het LC hebben tussen eind oktober 2019 en mei 2020 intensief samengewerkt. Dit deden zij om diverse maatregelen die waren aangekondigd in de Kamerbrief van Minister Schouten van het ministerie van LNV van 4 oktober 2019 om te buigen naar haalbare en betaalbare alternatieven, met behoud van perspectief voor (jonge) boeren in Nederland en leefbaarheid op het platteland.

Inmiddels is de discussie grotendeels verschoven naar provinciale beleidstafels en wordt door actieve leden en bestuurders van deze organisaties overal in het land nog steeds intensief, effectief en efficiënt samengewerkt.

Echter blijkt momenteel dat, voor andere onderwerpen, samenwerken in de oude structuur van het LC geen draagvlak is. Partijen in het LC komen momenteel niet tot overeenstemming over een nieuwe structuur. Ondanks meerdere pogingen om het vertrouwen in elkaar te herstellen, ontstond er geen evenwichtige samenwerking en gezamenlijke beeld over hoe verder. Een aantal partijen wil meer vrijheid, een aantal partijen wil volgens het oude model verder. De partijen zien voor FDF een meer vrije rol en effectievere inzet van hen buiten het LC. Echter zien zij dat zelf anders. Alles bij elkaar maakt dat we op dit moment geen overeenstemming hebben over de structuur waarin we met alle partijen verder samen gaan werken binnen het huidige LC.

De agrarische belangenbehartigers en actiegroepen hebben elkaar in de afgelopen periode echter goed leren kennen en weten elkaar feilloos en snel te vinden om vanuit gezamenlijkheid zienswijzen, persberichten, en Kamervragen op te stellen, of acties te organiseren. Dit wordt vastgehouden en de komende tijd verder uitgebouwd. Alle partijen vechten op hun eigen manier voor behoud van vitale land-, tuinbouw en veehouderij in Nederland, met bijbehorende sociaal en economisch bloeiende dorpskernen en plattelandsgemeenten. Vertrouwen in elkaar en in elkaars strategieën en aanpak is daarbij van cruciaal belang. Hier gaan we de komende tijd op voortbouwen. We blijven ons gezamenlijk inzetten voor het behoud en de toekomst van onze prachtige sectoren!

 

Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt
Netwerk Grondig
Nederlandse Melkveehouders Vakbond
Producenten Organisatie Varkenshouderij
Agractie Nederland
Federatie Vleesvee Stamboeken Nederland
Nederlandse Federatie Edelpelsdierhouders
Nederlandse Akkerbouw Vakbond
Nederlandse Vakbond Pluimveehouders

Dick Kampert nieuwe afgevaardigde kalverhouderij NAJK

NAJK heeft een nieuwe afgevaardigde kalverhouderij: Dick Kampert. In deze functie ondersteunt hij Tim van der Mark, dagelijks bestuurder met portefeuille intensief, bij zijn taken. Dick zit sinds drie jaar samen in maatschap met zijn ouders op de kalverhouderij in Wekerom waar hij zich al van jongs af aan voor inzet. Hij is daarnaast sinds twee jaar voorzitter bij AJK Stroe Wekerom om de belangen van jonge agrariërs te behartigen.

Dick Kampert is 28 jaar en woont met zijn vrouw en dochter in Wekerom. Dick is agrariër in hart en nieren. Het rosekalverenbedrijf was van oudsher een gemengd bedrijf met melkvee en varkens. Met de varkens zijn ze in 2011 gestopt, daar is een rose-opfokstal voor teruggekomen. In 2017 is gekozen om de melkveetak om te wisselen voor een nieuwe kalverstal, zodat het bedrijf gesloten is. Nu hebben ze een bedrijf met 1000 rose kalveren. Na zijn studie Dier en Veehouderij in Dronten heeft Dick zich ingezet op meerdere kalverhouderijen, naast het werk op de eigen boerderij. Daarnaast werkt hij sinds 7 jaar als vleesveespecialist bij een voerleverancier waardoor hij veel op rosekalverbedrijven in heel Nederland komt.

Met zijn grote netwerk, brede blik op de kalver sector en kennis van de kalverhouderij wil Dick Kampert de positie van jonge boeren versterken: “Ik weet goed wat er speelt en heb een groot netwerk binnen de kalverhouderij.”

De afgevaardigde ondersteunt Tim van der Mark, dagelijks bestuurder met de portefeuille intensief, in zijn taken. Dit omdat deze portefeuille verschillende takken kent (kalveren, pluimvee en varkens) waar je onmogelijk van alle zaken op de hoogte kunt zijn. Er spelen verschillende belangen die door de afgevaardigden wél ondervangen kunnen worden. Dit doen ze door de nodige kennis met elkaar te delen en te sparren over actuele onderwerpen.

JOLA-openstelling 2019 geëvalueerd door NAJK-leden

Na de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) in 2019 heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) haar leden opnieuw om een beoordeling gevraagd. Afgelopen drie jaar heeft NAJK dezelfde evaluatie gehouden. Opvallend is dat de onvrede over de investeringslijst alle jaren is gebleven. Uit de evaluatie blijkt dat jonge landbouwers vooral behoefte hebben aan financiële steun voor de kleinere investeringen.

Grote bekendheid JOLA

Opvallend is de grote bekendheid die de JOLA heeft onder jonge boeren. Voor het vierde  jaar op rij gaven bijna alle respondenten aan op de hoogte te zijn geweest van de openstelling. Iets minder bekend zijn de investeringen waarvoor de JOLA-regeling kan worden aangevraagd, maar ook met 89% is deze bekendheid behoorlijk hoog.

Van de respondenten was 52% op de hoogte van de openstelling, maar vond geen passende investering die op het bedrijf toepasbaar zou zijn. “De JOLA kent een grote bekendheid onder jonge boeren. Helaas sluiten de investeringen nog niet aan bij de jonge boeren. Investeringen op de investeringslijst zijn vaak te groot voor jonge boeren en tuinders. Het geeft meer ruimte als jonge boeren meerdere kleine investeringen kunnen doen.”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.

Behoefte jonge landbouwers

Veel jonge landbouwers geven aan dat ze geen passende investering kunnen vinden voor hun bedrijf. Er staan volgens de respondenten te weinig kleine investeringen op de lijst. De respondenten gaven aan behoefte te hebben aan investeringen in kennis, voorzieningen voor korte ketens, (her)isoleren en bodemgerelateerde investeringen.

Ondersteuning na bedrijfsovername

Vanaf maandag 2 december 2019 tot en met vrijdag 7 februari 2020 konden boeren en tuinders onder de 41 jaar zich aanmelden om in aanmerking te komen voor de JOLA. De regeling is bedoeld als steun in de rug om investeringen te doen in de financieel zware periode na bedrijfsoverdracht. Toch zorgt de JOLA er bij 96% van de jonge landbouwers nog niet voor dat het bedrijf sneller wordt overgenomen.

Kleinere investeringen nodig

Ruimte voor kleinere investeringen op het gebied van korte ketens, kennis, (her)isoleren en bodem is nodig. De praktische investeringen hebben jonge agrarisch ondernemers graag binnen een jaar op het erf. Jonge landbouwers zouden de beslistermijn van de JOLA graag korter zien en daarnaast zou het goed zijn om de JOLA het gehele jaar geopend te houden.

De evaluaties van 2016 tot 2019

 

 

 

NAJK: realisme nodig in Farm to Fork Strategie

Vanmiddag om 16:00 uur presenteerde de Europese Commissie de Farm to Fork Strategy om de biodiversiteit te verbeteren en de voedselproductie te verduurzamen. Een greep uit de plannen: 25 procent van de landbouwgrond in de EU moet biologisch zijn, de helft minder bestrijdingsmiddelen, 20 procent reductie van meststoffen en 50 procent reductie van antibiotica en dit alles binnen tien jaar. NAJK zet vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van het beleid. Er moet niet alleen op cijfers gestuurd worden, maar er moet ook naar de praktijk gekeken worden.

De hele Farm to Fork Strategy staat in het teken om de hele voedsel keten te verduurzamen, een plan waarbij de voedselketen in 2030 duurzaam moet zijn en wij in 2050 klimaat neutraal moeten produceren. ‘’Een plan maken voor de komende 30 jaar, dan heb je toch juist de jonge generatie nodig. Helaas worden jonge boeren niet genoemd in de hele strategie. Dan zet ik toch grote vraagtekens bij het echte doel van deze Farm to Fork Strategie.’’ aldus Voncken.

De Green Deal in het kort

De biodiversiteitsstrategie en de plannen voor verduurzaming in de landbouw – de zogenaamde Farm to Fork strategie – zijn onderdeel van de Green Deal. Dit plan is eind vorig jaar gepresenteerd door Commissaris Timmermans. In de periode na deze eerste presentatie zijn de plannen verder uitgewerkt en deze zijn vandaag gepresenteerd. Onderdeel van de uitgewerkte plannen zijn:

  • In 2030 moet een kwart van alle landbouwgrond in de EU biologisch zijn.
  • In 2030 moet het aantal bestrijdingsmiddelen in de landbouw met de helft zijn afgenomen.
  • Het gebruik van meststoffen moet met 20 procent verminderen de komende tien jaar.
  • Er komt nieuwe wetgeving voor het transport en de slacht van dieren.

Boeren zijn volgens de Europese Commissie onderdeel van de oplossing, maar hebben wel aanmoediging en steun nodig om de groene stap te maken. “Het is goed om naar een doel te werken maar wees wel realistisch in wat er mogelijk is. Er worden nu allerlei reductiegetallen geroepen. In Nederland lopen we al voorop en hebben we al enorm gereduceerd. We hebben nog wel ruimte nodig om te ondernemen. Het moet passen bij de praktijk.” Aldus Willem Voncken, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal.

Markt van vraag en aanbod

Momenteel is 3% van het Nederlandse landbouwareaal biologisch. “Het is alleen mogelijk om 20% van het areaal om te zetten naar biologisch wanneer deze vraag ook daadwerkelijk uit de markt komt, we kunnen wel omschakelen naar biologisch maar als de consument niet bereid is hier extra voor te betalen en er zo dus een overschot aan biologische producten ontstaat hebben we niks bereikt. Verder moet er ook voldoende tijd zijn. Er staat nu 10 jaar voor. Dit is extreem kort.” Aldus Voncken. Dit betekent dat boeren een hoger inkomen moeten ontvangen om deze vergroeningsslag te kunnen slaan.

Bestrijdingsmiddelen

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen moet met de helft gehalveerd worden, hiermee wil de EU voorop lopen om de biodiversiteit te versterken. Hier moeten dan wel goede alternatieven tegenover staan, aldus Voncken: “Het is onmogelijk om zomaar te stoppen met het gebruik van bestrijdingsmiddelen omdat deze de plant beschermen tegen ziektes. Zomaar stoppen met bestrijdingsmiddelen zonder goed alternatief zou enorme negatieve consequenties kunnen hebben op onze voedselzekerheid.”

Aansturen op koopgedrag

De Commissie wil producten gaan voorzien van een label waaraan te zien is of het gezond en duurzaam is. Daarnaast wil men gezonde producten zoals groenten en fruit goedkoper maken en minder gezond voedsel met bijvoorbeeld veel vetten en suikers juist duurder. ‘’Het is natuurlijk niet slecht om de consument te vertellen wat er in hun voedsel zit en waar het vandaan komt maar men moet de consument wel vrij laten in de keuze van wat men wil eten.’’

CO2-zuinig

Naast deze plannen worden Europese boeren aangemoedigd CO2-zuinig te werken door andere gewassen te produceren en ploegmethodes te herzien. Volgens de plannen kunnen landbouwers op bescherming rekenen tegen de import van producten van buiten de EU dat geproduceerd is met in Europa verboden middelen.

Het Europees Parlement en de lidstaten zullen deze plannen de komende tijd bespreken waarbij de wetsvoorstellen dit en volgend jaar zullen volgen. Wil je de plannen lezen? Deze zijn hier te vinden.

NAJK en Flynth verlengen partnercontract

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Flynth hebben de partner overeenkomt verlengd waarmee Flynth en NAJK de samenwerking versterken. De verlenging van de samenwerking tussen NAJK en Flynth is op maandag 11 mei online beklonken met Andre Arfman, voorzitter van NAJK, en Frank Zeinstra, sectorleider Food & Agri bij Flynth. NAJK is blij dat Flynth op deze wijze ervaring en kennis uitwisselt met jonge boeren en tuinders.

Flynth en NAJK werken al jaren samen om jonge agrarische ondernemers te ondersteunen in hun ambities. Ook de komende jaren zal visieontwikkeling en kennisdeling rondom agrarisch ondernemerschap centraal staan.

Toekomstbestendig

Om jonge agrarisch ondernemers zo goed mogelijk te ondersteunen, sluit NAJK partnerovereenkomsten met de belangrijkste spelers uit de agrarische sector. Op deze manier kunnen de leden van NAJK verrijkt worden met belangrijke up to date kennis, ontwikkelingen en informatie uit de sector. “Het is van belang dat jonge boeren en tuinders toegang hebben tot relevante kennis uit de agrarische sector om de sector toekomstbestendig te houden. We zijn daarom blij dat we samen kunnen blijven werken met Flynth het komende jaar. Flynth kent de sector en kan onze achterban van interessante informatie en advies voorzien”, aldus Arfman.

Samen werken aan uitdagingen agrarische sector

Met de verlenging van de partnerovereenkomst verbindt Flynth zich voor het komende jaar aan NAJK als partner van de jongerenvereniging. Frank Zeinstra, sectorleider Agro bij Flynth: “Ik hoop dat het snel weer mogelijk is elkaar te ontmoeten, maar ik denk ook graag in mogelijkheden. Via videomeetings kunnen we NAJK leden die verspreid over het hele land wonen snel en efficiënt van actuele ontwikkelingen te voorzien.”