Op maandag 14 juli presenteerde minister Wiersma in haar kamerbrief de nadere contouren van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN), waarin de omslag naar doelsturing een centrale plaats inneemt. NAJK waardeert de inspanningen van de minister om tot een doelsturingsaanpak te komen. Naast de doelsturingsaanpak wordt ook het generieke spoor van het 8e APN aangekondigd. Met name de onduidelijkheid rondom de herziening van de stikstofgebruiksnormen baart NAJK zorgen.
Doelsturing voor een betere waterkwaliteit
Doelsturing is een centrale pijler binnen het concept 8e APN en biedt ruimte voor telers om een uitzondering te krijgen op generieke maatregelen. Zo kunnen ondernemers bij aantoonbaar goede resultaten in aanmerking komen voor meer stikstofgebruiksruimte, een uitzondering op de ‘1 oktober- maatregel’ en een uitzondering op de rustgewasverplichting 1:4 (of 1:3). “De omslag naar doelsturing geeft ondernemers meer handelingsperspectief en biedt kansen om af te stappen van generieke normen en rigide kalenderlandbouw. Dat is essentieel als we waterkwaliteitsdoelen op een praktische én toekomstgerichte manier willen behalen”, aldus Hilde Coolman – Portefeuillehouder Akkerbouw.
Generieke spoor en actualisatie stikstofgebruiksnormen
Tegelijkertijd bevat het programma ook een generiek spoor met voortzetting en aanscherping van bestaande maatregelen uit het 7e APN. Zo wordt o.a. een aanpassing van de rustgewassenverplichting van 1:4 naar 1:3 voorgesteld. Opvallend is dat de herziening van de stikstofgebruiksnormen nog ontbreekt: het ministerie kondigt aan deze pas later vast te stellen op basis van een advies van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). “De onzekerheid over de stikstofnormen maakt het lastig voor boeren om hun bouwplan en bemesting voor te bereiden. Ook is onduidelijk hoeveel ruimte doelsturing daadwerkelijk biedt,” aldus Ruben Klein Teeselink, portefeuillehouder Melkvee.
Van NV-gebieden naar aandachtsgebieden:
Het 8e APN vervangt de NV-gebieden door zogeheten ‘aandachtsgebieden’, die specifieker zijn ingericht op stikstof- of fosfaatproblematiek in het oppervlaktewater. Deze aandachtsgebieden worden vastgesteld op basis van geactualiseerde bronnenanalyses. Er wordt onderscheid gemaakt in maatregelen tussen gebieden met een fosfaatproblematiek (zoals infiltratiegreppels en beteelde bufferzones) en gebieden met een stikstofproblematiek (waar stikstofkorting wordt toegepast, afhankelijk van het ‘doelgat’, met een maximum van 20%). NAJK ziet het gebruik van actuele data en een duidelijker onderscheid tussen fosfaat en stikstof als verbetering, maar benadrukt ook hier het belang van snelle regionale duidelijkheid.
Vervolg
NAJK heeft de afgelopen maanden, samen met het brede consortium van samenwerkende landbouworganisaties, intensief samengewerkt met het ministerie van LVVN om te verkennen hoe doelsturing op een effectieve, werkbare en gedragen manier kan worden vormgegeven. Met het concept 8e APN lijkt doelsturing daadwerkelijk van de grond te komen. De komende periode blijft NAJK zich, via het consortium, inzetten voor een zorgvuldige uitwerking en praktische implementatie van deze perspectiefvolle strategie. Daarnaast zal NAJK de aangekondigde aanpassing van de stikstofgebruiksnormen kritisch blijven volgen. Ook zullen alle gepubliceerde documenten en onderliggende analyses de komende tijd zorgvuldig worden bestudeerd, zodat NAJK onderbouwd en constructief kan deelnemen aan de internetconsultatie die ook vandaag van start is gegaan.