De 23-jarige Eise Tonnis de Vries zit samen met zijn vader, opa en oma in maatschap op het melkveebedrijf in het Groningse Niekerk. Hier houden ze 350 melk- en
kalfkoeien met het bijbehorende jongvee. De koeien worden drie keer per dag gemolken en er wordt 200 hectare grond bewerkt. Naast het werk op het bedrijf krijgt Eise Tonnis er een extra functie bij: dagelijks bestuurder bij NAJK. Onze nieuwe portefeuillehouder toekomstbestendig ondernemerschap stelt zich graag aan je voor!
Op het familiebedrijf werkt Eise Tonnis met veel passie mee en is hij verantwoordelijk voor de koeien. Het was dan ook geen verassing dat hij na de havo de hbo-studie Dier en Veehouderij is gaan volgen. Eise Tonnis omschrijft de agrarische sector als bijzonder veerkrachtig:
“In de sector krijgen we steeds te maken met veel uitdagingen waar wij niet veel invloed op hebben. En toch weten we elke keer weer op een innovatieve manier een oplossing te vinden. Dat vind ik krachtig ondernemerschap.”
Vier jaar geleden begon hij met het overnemen van het bedrijf, en dit jaar trad hij toe tot de maatschap. Hiermee wordt hij de vijfde generatie boer op dit familiebedrijf.
“Dit brengt ook emotionele waarde met zich mee. Het gaat niet alleen om de zakelijke overdracht van een bedrijf, maar om een erfgoed met emotionele waarde dat van generatie op generatie met trots en toewijding wordt doorgegeven. Dat maakt onze sector zo bijzonder.”
Was het altijd al duidelijk dat je boer wilde worden en je het bedrijf wilde overnemen?
‘’Nee, eerst nog niet. Ik werkte altijd al wel mee op het bedrijf, maar dat krijg je ook vanuit je opvoeding mee. Het echte overnemen is pas zo’n vier jaar geleden begonnen. Mijn zusje heeft geen interesse in de overname, dus dan ben je automatisch de enige.’’
Hoe is de interesses in de overname ontstaan?
“Tijdens mijn buitenlandstage in Canada heb ik ontzettend veel gezien en geleerd en dat inspireerde me. Alles was daar super georganiseerd en de koeien stonden er heel mooi bij. Je gaat nadenken: wat kan ik hiervan meenemen om het bedrijf thuis te verbeteren? Daarna ben ik een maand in Amerika geweest voor een minor over internationaal farmmanagement. Al die ervaringen maakten dat mijn interesse groeide en ik besloot het bedrijf te willen overnemen. Van mijn vader heb ik hiervoor ook de ruimte gekregen, en dat is heel mooi.”
“Het is belangrijk dat een overdrager ruimte geeft aan de overnemer.”
“Gedurende school word je gevormd in wat je wilt, en kom je veel in contact met andere bedrijfsopvolgers. Al die ervaringen samen hebben mijn interesse verder aangewakkerd. Dan maak je ook het besluit: ja, ik wil het bedrijf overnemen. Er was altijd al interesse gewekt vanuit mijn jeugd, maar die is groter geworden tijdens mijn schoolperiode en verder aangevuld door de stages, praktijkervaringen en ondernemersverhalen van anderen.”
Wat is jouw rol op het bedrijf?
“Ik ben verantwoordelijk voor het koeiengedeelte van het bedrijf, zoals vruchtbaarheid, transitie en bekappen. Ik vind het ook het leukste om met de koeien bezig te zijn. Mijn vader richt zich meer op het landwerk wat voor ons een mooie verdeling is.”
“Op ons bedrijf werken veel mensen, want de koeien worden drie keer per dag gemolken. Het is mooi om mensen enthousiast te maken: veel scholieren, ook zonder agrarische achtergrond, werken hier. Twee van hen hebben inmiddels voor een agrarische opleiding gekozen, dat vind ik geweldig!”
“Het bedrijf is heel belangrijk, maar ik wil er ook iets naast doen.”
“Ik krijg energie van het ondernemen, het werken met de koeien, het land, de variatie in het werk. Maar ook het netwerken en me inzetten voor de sector geven mij veel energie.”
Hoe ben je bij NAJK terechtgekomen?
“Ik ben lid van AJK Westerkwartier. Daarnaast vind ik het leuk om me in te zetten, de politiek te volgen en dingen voor elkaar te krijgen. NAJK volgde ik al langer, en toen de vacature voorbijkwam, heb ik gesolliciteerd.”
Waarom de portefeuille Toekomstbestendig Ondernemerschap?
“Deze portefeuille is heel breed, in positieve zin. Ze omvat de hele agrarische sector; bedrijfsovername komt in alle sectoren terug, en ook het GLB valt hieronder. In mijn optiek staat het ondernemerschap centraal — daar draait het om. Er moet ruimte zijn, en ook persoonlijke ruimte voor ontwikkeling.”
Wat wil je binnen jouw portefeuille aanpakken?
“Mijn doel is om zoveel mogelijk geldstromen op het bedrijf te houden. Subsidies of fiscale regelingen moeten echt het ondernemerschap stimuleren en niet leiden tot hogere belastingafdrachten of een slechtere liquiditeitspositie. Het beleid en het GLB moet aansluiten bij elk type bedrijfsvoering. Elke ondernemer investeert op zijn of haar manier in het GLB en ziet kansen. Een reële (geborgde) vergoeding is daarbij erg belangrijk. Je moet het specifieker inrichten want er bestaat geen “standaard” boer. Het moet een aanvulling zijn op het ondernemerschap, een keuze, in plaats van iets dat je wordt opgelegd. Uiteraard zal je altijd te maken hebben met basisvoorwaarden, dat is ook noodzakelijk. Ik hoop dat elke bedrijfsopvolger een vliegende (financiële) start kan maken. Vestigingssteun is hierbij een broodnodige aanvulling in de huidige inrichting van de agrarische sector.”
“Ik pleit voor langjarige financiële stabiliteit.”
“Uiteindelijk gaat het erom dat je het geld kunt herinvesteren in je bedrijf. Dat is voor mij de kerntaak binnen deze functie, dat mag meer aandacht krijgen, en daar ga ik mij volop voor inzetten.”
Welke uitdagingen verwacht je tegen te komen?
“Vooral politiek gezien. Er is nog weinig eensgezindheid over een landbouwvisie, terwijl we juist langjarige zekerheid nodig hebben als sector. Ook op het gebied van vergunningen en fiscale druk is het lastig ondernemen in de afgelopen jaren. Je hebt financiële middelen nodig om in je bedrijf te kunnen investeren. Als er geen juridische zekerheid is, is er automatisch ook minder financiële zekerheid.”
“In bepaalde delen van Nederland willen we extensiveren, maar die grond moet wel ergens van betaald worden. Vaak is het zo dat wanneer er veranderingen nodig zijn in de agrarische sector, deze door de sector zelf moeten worden opgehoest. Dat is deels begrijpelijk, maar dan moet er wel een stabiele inkomstenstroom zijn.”
“Kort samengevat: de liquiditeitspositie is de grootste uitdaging.”
Waar kijk je het meeste naar uit binnen deze functie?
“Ik kijk naar heel veel dingen uit. Het mooie is dat je lokale praktijkvoorbeelden kunt meenemen naar beleidsmakers. Dat is denk ik ook de kracht van NAJK: we gaan vanuit het lokale, naar het provinciale en vervolgens naar het nationale niveau. Ik wil mijn netwerk uitbreiden en positieve verhalen uit de sector delen in Den Haag.”
“Er heerst nu veel negatief sentiment in de agrarische sector, wat logisch is gezien de uitdagingen van de afgelopen tijd. Ik hoop dat er weer ruimte komt voor ondernemerschap, samenwerking en het van elkaar leren. Als toekomstig bestuurder wil ik die verbindingen herstellen, zodat boeren elkaar kunnen inspireren en de sector weer eenheid uitstraalt.”
Ik kijk ernaar uit om ideeën uit de praktijk te verzamelen, uit te werken tot een plan van aanpak en deze te vertalen naar beleid. De input komt uit alle uithoeken van Nederland en wordt centraal samengebracht, dat is het mooie van deze organisatie.”
Bekijk hier de voorstelvideo van Eise Tonnis.

