BNDR: Belangenbehartiging: meer dan alleen praatjes en netwerken

Achter de schermen behartigt NAJK de belangen van de jonge boeren en tuinders in de politiek. Ingewikkelde dossiers, zoals stikstof, het Convenant Dierwaardige Veehouderi en het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN), zijn hier aan de orde van de dag. Het is een kleine greep uit de onderwerpen waar de dagelijks bestuurders zich keer op keer voor blijven inzetten. Hoe ziet deze belangenbehartiging er precies uit? En waar is NAJK momenteel druk mee? We geven je graag een uitgebreide update van de afgelopen maanden! 

Natuurherstelverordening

In juni 2024 heeft de Europese Unie de natuurherstelverordening aangenomen. Nederland dient door deze verordening uiterlijk volgend jaar een nationaal herstelplan op te stellen. In dit plan komt een 0-meting en een aanpak waarmee Nederland invulling wilt geven aan doelen zoals het vernatten van veenweide, het herstellen van open landschappen en het (nog meer) beschermen van habitats en soorten. NAJK heeft zorgen over de mogelijke impact van de natuurherstelverordening. Een fatsoenlijke 0-meting en realiteitsbesef over de impact op de landbouw kan ons de komende jaren helpen als er invulling wordt gegeven aan de gestelde doelen. NAJK pleit in haar lobby dan ook om hier vanuit het ministerie meer prioriteit aan te geven. Hoe het nationale herstelplan er uit komt te zien, is nog afwachten. Als hier meer duidelijkheid over is, komen we bij de leden terug.

Stikstof

De afgelopen maanden is er veel gebeurd als het gaat om stikstof. Het startpakket van de ministeriële commissie sloeg de juiste weg in, maar was nog lang niet concreet genoeg. Zonder budget en concretisering van deze plannen kunnen PAS-melders en interimmers niet worden gelegaliseerd en kunnen jonge boeren en tuinders nog steeds niet vertrouwen op fatsoenlijke vergunningverlening in Nederland. Daarom heeft NAJK samen met provincies (IPO), gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en LTO een concretiseringsslag op dit startpakket gerealiseerd met het bouwstenendocument welke begin juli is gepubliceerd. Dit document biedt een basis voor verkiezingsprogramma’s en de formatie van het nieuw te vormen kabinet. In de tussentijd werkt NAJK met de betreffende partijen aan een concrete uitwerking van de gedane voorstellen. Dit betreft o.a. onderzoek naar een nieuw referentiemoment, bepalen wanneer er sprake is van een aantoonbaar extra effect (dus de additionaliteit is ingevuld) en de verdere ontwikkeling van doelsturing. Kortom, ook de komende maanden zet NAJK zich in voor een totaaloplossing!

Convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’

Dinsdag 24 juni is het convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’ getekend, samen met de vier sectoren melkvee-, kalver,- varkens- en pluimveehouderij. Markt- en ketenpartijen, het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en dierenwelzijnsorganisaties hebben hier ook hun handtekening onder gezet. Nu kan de uitvoering beginnen! Het eerste gesprek met de verkenner, van de nieuw op te richten onafhankelijke autoriteit, staat gepland en binnenkort gaan we van start met de concrete uitvoering van het convenant.

Concept 8e APN

Op 14 juli presenteerde minister Wiersma de Kamerbrief over het concept van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN). Daarin heeft de koers naar doelsturing een prominente plaats gekregen. NAJK staat positief tegenover deze benadering: doelsturing biedt ondernemers handelingsperspectief en ruimte om – op basis van behaalde resultaten – af te wijken van generieke regelgeving. In de afgelopen maanden hebben wij, samen met het brede consortium van landbouworganisaties, intensief samengewerkt met het Ministerie LVVN om te verkennen hoe doelsturing op een effectieve, werkbare en breed gedragen manier kan worden vormgegeven. Deze samenwerking wordt de komende tijd intensief voortgezet om tot een gedragen doelsturingsaanpak te komen. Naast het doelsturingsspoor is ook het generieke spoor van het 8e APN gepresenteerd. Met name de onduidelijkheid rondom de herziening van de stikstofgebruiksnormen en de toepassing van kortingen in de aandachtsgebieden voor oppervlaktewater baart NAJK zorgen. Via de internetconsultatie zullen wij hierover onze reactie indienen.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

De afgelopen tijd stond voor onze portefeuillehouder internationaal, Gerben Boom, vooral in het teken van Renure, de EU-begroting en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Na lang wachten en intensieve gesprekken in Brussel en Den Haag, werden op woensdag 16 juli eindelijk de voorstellen voor het GLB vanaf 2028 gepresenteerd. 

Als NAJK hebben we ons de afgelopen tijd sterk gemaakt voor een gelijk speelveld voor boeren in heel Europa. Helaas brengen de nieuwe voorstellen nog veel onzekerheden met zich mee. Er dreigen verschillen te ontstaan in de GLB-subsidies die boeren in verschillende lidstaten ontvangen. NAJK blijft pleiten voor voldoende en passende regelingen voor jonge boeren, zodat bedrijfsovername beter mogelijk wordt. Gelukkig lijkt de Europese Commissie daar steeds meer oog voor te hebben — maar we zijn er nog niet. Wordt vervolgd!

Kunstmestvervanger Renure

Rondom de toelating van Renure zijn er ook belangrijke stappen gezet. Samen met collega-organisaties werken we aan een toelating van deze kunstmestvervanger. Nederland heeft hier al geruime tijd geleden een aanvraag voor ingediend, maar tot nu toe zonder succes. De verwachting is dat het Nitraatcomité, waar ook Nederland deel van uitmaakt, dit najaar een besluit zal nemen.

Politieke landbouwvisies

Tot slot was Gerben de afgelopen maanden aanwezig bij verschillende presentaties van landbouwvisies van politieke partijen. Zo nam hij deel aan het panel van de Voedselvisie van Volt en woonde hij de presentatie van het programma van GroenLinks bij. Zulke bijeenkomsten zijn voor het dagelijks bestuur van NAJK erg waardevol: ze bieden de kans om met alle politieke partijen in gesprek te gaan en de stem van jonge boeren te laten horen!

BoerNatuurlijk-ambassadeur, Niels Vermue aan het woord.

Stap voor stap natuurinclusief: Niels aan het woord!

 

Projectleider Marjan Holtland ging in gesprek met onze BoerNatuurlijk-ambassadeur, Niels Vermue. Hoe kijkt de jonge veehouder naar vernieuwing, wat drijft hem, en welke tips heeft hij voor andere jonge ondernemers die stappen willen zetten richting een duurzamere bedrijfsvoering?

Niels werkt samen met zijn ouders en broer op het thuisbedrijf met schapen en zoogkoeien in het Zeeuwse Ritthem. Daarnaast werkt hij fulltime op de logistieke afdeling van een pootgoedhandelshuis. “Die combinatie vind ik fijn: na een dag op kantoor kan ik thuis nog lekker fysiek bezig zijn!”, aldus de kersverse ambassadeur van BoerNatuurlijk.

Wat motiveerde jullie richting natuurinclusieve landbouw?

“Een paar jaar geleden kregen we de kans om 35 hectare grond vlak bij ons in de straat natuurinclusief te gaan beheren. Die grond is eigendom van het havenschap waar we naast wonen. In totaal bood het havenschap ruim 100 hectare land aan, verdeeld over vier boeren. Zo’n kans om dichtbij land te pachten krijg je niet vaak, dus die grepen we met beide handen aan.”

Tegen welke obstakels lopen jullie aan als je nieuwe ideeën wilt doorvoeren?

“Voor die grond betalen we, gezien de voorwaarden die eraan hangen, een redelijk hoge pachtprijs. Volop experimenteren zit er dus niet direct in. Je wilt immers wel ge

woon een goede oogst halen. Als we echt zouden willen experimenteren, is het handiger als je nog terug kunt grijpen op kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen. Dan heb je een soort back-up om schade te beperken en durf je meer. Nu hebben we die niet, en dat remt ons wel wat.”

Kun je een voorbeeld geven?

“In het eerste jaar hadden we bijvoorbeeld enorme last van jacobskruiskruid, dat overal opkwam. Die plant is giftig voor dieren, dus dat was geen fijn begin. Eigenlijk start je dan al met een achterstand. We hebben toen een paar stukken geploegd en zijn een deel kwijtgeraakt, maar door de hoge druk in het omliggende gebied waaien er telkens nieuwe zaden binnen. Op de ergste percelen hebben we luzerne gezaaid, met het idee dat de stikstof die luzerne bindt, het jacobskruiskruid kan verdrijven.”

Heeft het toepassen van natuurinclusieve maatregelen jouw eigen kijk op het boeren veranderd?

“Nee, niet per se. Het zal ook nooit voor iedereen passend zijn. Je moet wel tegen verandering kunnen; net als je denkt dat je het onder de knie hebt, verandert er weer iets. S

ommigen spreken van een spanningsveld tussen traditie en vernieuwing, ik zie dat zelf niet zo. Iedereen moet vooral doen wat bij hem of haar past. Als je wél spanning voelt, denk ik dat je met iets bezig bent waar je zelf niet achter staat. Het moet wat dat betreft echt bij je passen.”

Hoe ervaar je de samenwerking met bijvoorbeeld overheid, andere boeren of natuurorganisaties?

“Onze ervaring met natuurorganisaties is goed, zolang je maar in contact blijft. Dan kun je alles bespreken, en begrijpen ze vaak ook wel dat je niet het onmogelijke kunt doen. Verder werken we nauw samen met onze achterbuurman: wij zetten gras, hij akkerbouwgewassen, en hij ontvangt een groot deel van onze vaste stalmest. Die mest is namelijk niet makkelijk te gebruiken op grasland.”

Wat zou je andere jonge boeren willen meegeven die overwegen natuurinclusiever te gaan werken?

Doe het alleen als je er 100% voor gaat. Probeer vooral niet alles tegelijk, maar  doe het stapje voor stapje!”

BNDR: De week van Gerben Boom

                      

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK vervult Gerben Boom de rol als portefeuillehouder internationaal. Daarnaast heeft hij samen met zijn ouders een akkerbouwbedrijf in het Brabantse Babyloniënbroek en werkt nog buiten de deur. Hij wil tijdens zijn bestuursperiode proberen om Brussel dichter op het boerenerf te krijgen en het geluid van jonge boeren in Europa sterker te laten klinken. We nemen je mee tijdens zijn drukke, maar veelzijdige werkweek!

Maandag:

We beginnen de week vroeg in de haspels! Het bleef maar droog, dus die extra millimeters konden de aardappelen wel gebruiken. Naast het bedrijf thuis ben ik geregeld te vinden bij een akkerbouwer in de buurt waar haspels zetten onder andere op het takenlijstje staat. Niets zo mooi als gewassen bekijken en haspels verrijden. 😉

Dinsdag:

Vandaag staat het Innovatie Netwerk Landbouw congres op de planning. In de ochtend aanwezig om te luisteren naar diverse sprekers rondom data en robotisering in de landbouw. ‘s Middags zelf aan de bak als moderator van een panelgesprek met de provincie, het ministerie en ontwikkelaars over stalinnovaties. Ditmaal niet vanuit mijn rol als NAJK-bestuurder of boer, maar als adviseur namens Schuttelaar & Partners. Een drukke maar mooie combi van werkzaamheden brengt dat met zich mee.

Woensdag:

De wekker gaat al vroeg om zo een beetje voor de files aan te komen in Brussel. De maandelijkse CEJA-vergadering staat op de planning. Twee intensieve dagen waarin een groot aantal afvaardigingen uit heel Europa bij elkaar komen om te praten over Europees landbouwbeleid. Dit maal op de agenda: de herverkiezing van Peter Meedendorp als voorzitter van de organisatie en daarnaast de nieuwe voorstellen voor het GLB na 2027.

Donderdag:

Na twee lange dagen vergaderen ben ik snel naar huis gereden, een beetje file gehad in de ring van Antwerpen. Maar ach, we klagen niet. Vergeleken met veel CEJA-collega’s heb ik maar een korte reis af te leggen naar huis. De Finse collega’s zijn bijvoorbeeld meer dan 12 uur onderweg om weer thuis te komen. Dan valt de 2,5 uur van mij wel mee. Thuis aangekomen snel even gegeten om vervolgens ‘s avonds het hoofd leeg te gaan maken op de trekker. De kanten moesten hoognodig geklepeld worden, dus dat kwam mooi uit!

Vrijdag:

De week wordt afgesloten met een bezoekje aan het ministerie. Ik ben namelijk uitgenodigd om een presentatie te geven aan een delegatie van Zuid-Afrikaanse en Nederlandse landbouwambtenaren over NAJK en de rol die jongerenorganisaties kunnen spelen. Vanuit mijn rol als portefeuillehouder internationaal kom je geregeld in aanraking met andere culturen en landen. Dat maakt het werk zo mooi en uitdagend!

BNDR: Op pad met Noa

 

Noa Wegerif zit in het laatste jaar van de opleiding veehouderij aan het Aeres mbo in Barneveld. Haar eindstage loopt ze bij NAJK. Ze is nu aan haar laatste stageweek begonnen: “Ik heb er nu al 9 weken op zitten en heb het erg naar me zin! Ik help mee bij verschillende projecten en kom zo meer te weten over NAJK. Ik neem jullie mee tijdens één van mijn stageweken!”

 

 

Afgelopen week ben ik samen met andere collega’s afgereisd naar Friesland, hier hebben we op een melkveebedrijf een webinar opgenomen met als onderwerp robot melken & weidegang. Ik had hierbij de rol als moderator: ik zag de vragen die binnen kwamen en speelde deze door naar de host. Een leuke ervaring!

 

Om de beeldenbank van NAJK aan te vullen met mooie en nieuwe afbeeldingen, ben ik op pad geweest langs verschillende melkveebedrijven. Ik heb hier allerlei verschillende foto’s gemaakt van bijvoorbeeld de koeien in de wei, het melken, kalfjes voeren en nog veel meer! Een leuk klusje om te doen, omdat ik lekker op pad was. Dit is een van de vele foto’s die ik heb genomen.

 

 

Er zijn twee projecten waar ik druk mee bezig ben geweest. Voor het project BoerNatuurlijk is er een spel dat op scholen gespeeld wordt, dit spel moest aangepast worden. Daar heb ik verschillende dingen voor uitgezocht en ik ben mee geweest naar een school om het spel te spelen. Hier kon ik gelijk zelf weer wat van leren! Ook voor het project BoerVeilig gaat NAJK een spel ontwerpen. In de aanloop hiernaartoe ben ik alvast bezig geweest met potentiële vragen voor het spel en heb meegedacht aan opties voor het speldoek.

 

Vrijdag ben ik lekker een dagje aan het werk gegaan op een melkveebedrijf! Ik vind het heerlijk om weer lekker buiten aan het werk te zijn, ondanks dat ik het heel erg naar me zin heb bij NAJK is het ook weer lekker om een dagje buiten bij de koeien bezig te zijn. Want opeens alle dagen op kantoor is ook wel wennen! Ik heb deze dag verschillende werkzaamheden kunnen doen zoals het voeren, de kalfjes verzorgen, koeien door het voetbad laten gaan en nog meer!

 

Ik heb het heel erg naar mijn zin bij NAJK. Je kunt erg veel leren door de werkzaamheden die je doet, je kennis gaat er dus alleen maar op vooruit. Ik heb al veel verschillende dingen kunnen en mogen doen. Zo heb ik dus een stuk mee gekregen van de projecten die momenteel spelen en zie ik ook iets van de communicatiewerkzaamheden binnen de organisatie. Het is een heel erg leuk team om in te werken en je kan veel afwisselend werk doen. Ik ben erg blij met mijn keuze om stage te gaan lopen bij NAJK en raad dit anderen zeker aan!

Na Noa haar laatste stagedag bij NAJK is ze gebleven. Inmiddels werkt Noa met veel plezier als communicatiemedewerker bij NAJK!

BNDR Themabijeenkomst: ‘Zachte kant bedrijfsovername: meer dan alleen een handtekening en dikke bankrekening’

NAJK-leden en -partners over de stille emoties en taaie gesprekken bij bedrijfsovernames in de landbouw

Een bedrijfsovername in de agrarische sector is veel meer dan een zakelijke deal of een handtekening onder een taxatierapport. Het draait allang niet meer alleen om euro’s, stallen of hectares. Achter iedere overdracht schuilt een complex web van emoties, generatieverschillen, familieverhoudingen én praktische zorgen. “Ik wilde het onderwerp eens loskoppelen van die kille termen als ‘zachte’ en ‘harde’ kant”, zegt Coen van den Bighelaar, portefeuillehouder bedrijfsovername bij NAJK, tijdens een discussiebijeenkomst met partners en leden. “Een bedrijfsovername draait niet alleen om euro’s. Het is zoveel meer!”

Wat volgt is een openhartig gesprek tussen (jonge) boeren, adviseurs, verzekeraars en ervaringsdeskundigen over de onzichtbare lagen van bedrijfsovernames: het ongemak, de stiltes, de botsende ambities — en vooral, de zoektocht naar manieren om het beter te doen. 

Van verzekeraar naar vertrouwenspersoon

Verzekeraar Erik van Ophoven van Interpolis – Achmea ziet het steeds vaker: klanten kloppen bij hem aan over bedrijfsovernames, ook al is dat niet zijn hoofdtaak. “Wij zijn primair verzekeraar, maar bij uitbreiding of overname zijn we soms een onverwachte sparringpartner,” vertelt hij. “Een goed gesprek op het juiste moment kan verrassend veel opleveren.” Dat geldt ook voor Pierre van Oort van ForFarmers, die benadrukt dat de accountmanager vaak degene is die spanningen signaleert. “De specialist staat in de stal, de accountmanager erbuiten. Als er bijvoorbeeld gedoe is tussen ouders en zoon of dochter, komt dat meestal bij ons op het bord.”

Toch blijven de meeste partijen voorzichtig in hun rol. “We pakken hierin geen actieve rol,” zegt Pierre. “Maar we zijn wél die ‘boodschappentas’ waarin af en toe wat emotie wordt meegegeven naar de juiste plek.”

“Op school leerden studenten eerder voornamelijk over de financiën, maar gelukkig is er nu ook steeds meer aandacht voor de emotionele kant. En daar moet aandacht voor blijven!” – Tynke Hofstra

Keukentafel en klaslokaal: het blijft angstvallig stil

Tynke Hofstra (AJF), zelf potentieel opvolger én docent melkveehouderij in Leeuwarden, ziet dat de zachte kant van een overname gelukkig steeds meer wordt besproken. “Op school leerden studenten eerder voornamelijk over de financiën, maar gelukkig is er nu ook steeds meer aandacht voor de emotionele kant. En daar moet aandacht voor blijven!” Ze merkt bij haar leerlingen veel onzekerheid. “Ze zijn jong, weten vaak niet wat er thuis precies speelt, en durven daar ook niet makkelijk over te praten. Met de extra aandacht voor dit onderwerp in de lessen én door het systeem thuis bij deze lessen te betrekken hopen we daar verandering in te brengen!”

Die spanning herkent ook Fleur Maartje (HAJK), agrarisch fotograaf en betrokken bij de overname van het bedrijf van haar schoonouders. “De jongere generatie wil vaak wat anders, maar dat botst met de ideeën van ouders of ooms en tantes.”

De oplossing? Echte gesprekken! Tynke: “Ik zou pleiten voor losse één-op-één-gesprekken met een vertrouwenspersoon, iemand die ieder gezinslid apart spreekt. Alleen dan komt het échte verhaal boven tafel.”

Handelen uit emotie

“Ik denk dat bedrijfsovername minstens voor 60 procent emotie is,” stelt de Friese Tynke. “Er zit zoveel onzekerheid in deze tijd — mestregels, stikstof, fosfaat — ouders willen hun kinderen daar soms voor behoeden.” Ook Hans Scholte van Flynth merkt dat: “We zien vaak ouders die in een spagaat zitten. Ze willen het bedrijf overdragen aan één kind, maar ook hun andere kinderen kunnen ze niet zomaar achterlaten. Dat wringt.” Volgens hem volstaan standaardoplossingen niet meer en moeten we misschien anders gaan denken: “We moeten durven denken aan het loskoppelen van eigendom en ondernemerschap. De grond is nu drie keer zoveel waard als twintig jaar geleden. Dat maakt overnames bijna onhaalbaar binnen de familie.”

“In de melkveehouderij is gunnen essentieel. Zonder dat, lukt het simpelweg niet!”, zegt Pierre instemmend, “En zo is het ook bij onze buitenfamiliaire overname. De focus ligt op ratio, maar ook daar moet je elkaar iets gunnen. Je kunt niet alles in een contract vatten.”

Vertrouwde adviseur of frisse blik?

De rol van de adviseur blijkt cruciaal, maar ook complex. Fleur Maartje waardeert de jaarlijkse gesprekken met Flynth: “Dat moment aan de keukentafel, daar komt alles samen, zowel zakelijk als emotioneel.” Voor Tynke voelt dat juist anders: “Onze accountant zit al 40 jaar bij mijn vader aan tafel. Ik voel me daardoor niet helemaal gehoord en zou liever iemand hebben die ook míjn kant begrijpt.”

Hans ziet steeds vaker dat er voor jongere generaties aparte adviseurs worden betrokken. “Dat werkt goed. Soms moet je erkennen dat één persoon niet iedereen kan vertegenwoordigen.” En als dat niet lukt, dan moet je durven doorverwijzen.

“Soms is één gesprek genoeg om iets in beweging te zetten.” – Hans Scholte

De sleutel: durven praten en op tijd hulp zoeken

Eén ding wordt pijnlijk duidelijk: praten helpt. Maar het gebeurt nog te weinig, en vaak te laat. Hans: “Ik sprak laatst een jonge boer van wie de vader al 72 was. Hij had nog nooit serieus over de overname gesproken. Zo zonde. Soms is één gesprek genoeg om iets in beweging te zetten.”

Pierre sluit het gesprek hoopvol af: “Er zit ongelofelijk veel energie in de nieuwe generatie. Mijn advies is: wees creatief. Als de wil er is, dan vinden we samen een weg. Maar dan moeten we wél durven praten. Open en eerlijk.”

Stellingen die centraal stonden:

  • Een succesvolle bedrijfsovername vraagt om open communicatie en heldere afspraken over verwachtingen en rolverdeling tussen generaties.
  • Sterke familiebanden en diepgewortelde tradities zijn waardevol, maar kunnen vernieuwing en verandering ook in de weg staan.
  • Gebrek aan maatschappelijke en politieke erkenning maakt het moeilijker voor jonge boeren om met vertrouwen het bedrijf over te nemen.
  • Mentale gezondheid van boeren verdient net zoveel aandacht als financiële gezondheid, beide zijn cruciaal bij een bedrijfsovername.

 

Deze discussiebijeenkomst met het thema ‘Bedrijfsovername, meer dan alleen euro’s’ is tot stand gekomen met medewerking van Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea), Hans Scholte (Flynth), Pierre van Oort (ForFarmers), Coen van den Bighelaar (NAJK), Fleur Maartje Bakker (HAJK) en Tynke Hofstra (AJF).

BNDR: Column door Wiggele Oosterhoff

Aan jonge mensen die thuis het bedrijf willen overnemen, vraag ik vaak: ‘wat neem je over?’ Meestal kijken ze me vreemd aan en zeggen dan: ‘het bedrijf natuurlijk’. Maar wat is dat agrarische familiebedrijf precies? Wat hoort er allemaal bij? Met wie heb je allemaal te maken? 

Systemen

Als agrarische ondernemers zit je middenin een krachtveld van systemen. De familie, het bedrijf, de markt, de regionale gemeenschap, de maatschappij, en het kapitaal / het eigendom. Al die systemen hebben invloed op jou als ondernemer. Soms trekken ze aan je. We zeggen dan: ‘het familiebedrijf trekt aan je’. Soms werken ze beklemmend. Wanneer (ongeschreven) regels jou belemmeren om een eigen weg in te slaan.  In agrarische familiebedrijven komen systemen samen aan de keukentafel. Sterker, systemen lopen daar vaak dwars door elkaar heen. Daar zitten ouders en kinderen samen. Daar overleggen ze als maten van het bedrijf. Daar zitten ook de voeradviseur en de accountmanager van de bank. Een tijd terug vertelde Nico (niet z’n echte naam) over de lastige werkrelatie met z’n vader. Elke keer als hij het over z’n vader had, zei hij ‘pap’. Logisch, want Nico komt uit het zuiden en daar zeggen ze ‘ons pap’. Maar ‘pap’ is een woord van het familiesysteem. Daar ben je ouders en kinderen van elkaar. Dat is een verticale relatie. In het bedrijfssysteem zijn Nico en z’n vader elkaars maten. Dat is een horizontale relatie van gelijken. Nico is in gesprekken over het bedrijf z’n vader bij de voornaam gaan noemen. Zijn vader reageert nu naar zijn maat. In plaats van naar zijn zoon, zoals hij ruim twintig jaar heeft gedaan. Wees je bewust van de invloed van de verschillende systemen. Soms hebben ze een eigen taal. Of vragen ze om een aparte tafel voor een goed gesprek.

Patronen

Patronen zijn de ongeschreven regels van de systemen. Soms gaan die regels generaties lang mee. Dan klinkt het: ‘Zo doen we dat hier, altijd’.  Een veel voorkomend patroon in agrarische familiebedrijven is het patroon van ‘de bezette troon’. De overdrager blijft op de troon van de zeggenschap zitten. Waardoor er voor de overnemer geen ruimte is om een eigen plek in te nemen. Dat is voor beide partijen vaak heel frustrerend. Andere patronen die worden beschreven, zijn: ‘nooit goed’, ‘vanuit vroeger’, ‘niet spreken’ en ‘kloon en lievelingskind’. Net als bij systemen is het bij patronen belangrijk om je er bewust van te zijn of te worden. Want bewustwording is het begin van verandering! Wat neem je over? En wat niet? Bedrijfsovername gaat over meer dan het bedrijf, de grond, het vee en de gebouwen. Het gaat ook over jouw plek in de verschillende systemen. En of je bepaalde patronen overneemt, of niet.

 

Op persoonlijke titel schreef Wiggele Oosterhoff het boek ‘Doorzien, een contextueel handboek voor agrarische familiebedrijven’. In het handboek staan veel praktijkverhalen en ook opdrachten om zelf aan de slag te gaan.

 

BNDR: De week van Hilde Coolman

Hilde Coolman heeft samen met haar vader een akkerbouwbedrijf in het Noord-Groningse Oudeschip, waar pootaardappelen, suikerbieten en granen worden verbouwd. Naast deze werkzaamheden op de boerderij is ze verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw binnen het dagelijks bestuur van NAJK. Ze neemt jullie graag mee tijdens één van haar werkweken van de afgelopen maanden!

 

Maandag:

Op Paasmaandag was het, zoals het goed Gronings gebruik betaamt, ‘tied veur neutn schaitn’ (notenschieten). Hierbij liggen er walnoten op een rij en is het de kunst om met een gietijzeren kogel de achterste noten van de lijn af te stoten. Als je de verkeerde raakt, gaat er geld in de pot. Een gezellige traditie!

 

Dinsdag:

Er konden weer aardappels gepoot worden! Verschillende stammen van diverse aardappelrassen hebben we weer aan de grond toevertrouwd.

 

Woensdag: 

En door! Vandaag stond er wederom een ‘trekkerdag’ op de planning: vandaag nog een dagje op de frees om de ruggen klaar te leggen.

                        

Donderdag: 

Een dag met online vergaderingen. In de ochtend stond een vergadering over het 8e Actieprogramma Nitraat (8e APN) op het programma en een eerste gesprek over een nieuwe podcast voor onze serie ‘Wie, Wat, Water de boerenpodcast’. In de middag onze maandelijkse NAJK-bestuursvergadering met alle provinciale AJK’s. Eén keer per kwartaal is deze vergadering fysiek, maar deze maand was het tijd voor de digitale versie.

Vrijdag:

Op naar Den Haag om aan te sluiten bij een stakeholderbijeenkomst met de Eurocommissaris voor milieu, water circulaire economie, Jessika Roswall. Er zijn veel verschillende onderwerpen aan bod gekomen. Vanuit NAJK heb ik aandacht gevraagd voor de benodigde ruimte op doelsturing in het Europees beleid, wat voor nu vooral belangrijk is voor het 8e APN.

 

 

BNDR: Belangenbehartiging: meer dan alleen praatjes en netwerken

 

Achter de schermen behartigt NAJK de belangen van de jonge boeren en tuinders in de politiek Ingewikkelde dossiers, zoals het Convenant Dierwaardige Veehouderij, het 8e actieprogramma nitraatrichtlijn en stikstof, zijn hier aan de orde van de dag. Het is een kleine greep uit de onderwerpen waar de dagelijks bestuurders zich keer op keer voor blijven inzetten. Hoe ziet deze belangenbehartiging er precies uit? En waar is NAJK momenteel druk mee? We geven je graag een uitgebreide update!

8e Actieprogramma Nitraat

Momenteel zitten we het in het 7e Actieprogramma Nitraat (7e APN). De maatregelen die hierin staan hebben veel impact op het boerenerf. Denk aan de verplichte bufferstroken voor alle grondsoorten, het oogsten voor 1 oktober en het verplichten van een rustgewas 1:4 in de zand en löss gebieden. Eind 2025 loopt het 7e APN af. Niet in alle delen van Nederland is het doel van 50 mg gehaald, wat betekent dat er momenteel volop wordt gepraat over de invulling van het 8e APN.

Voor het 8e APN zet het NAJK, net als bij het 7e APN, in op een doelsturingsaanpak. Doelsturing geeft ondernemers keuzevrijheid bij het nemen van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren. Zij kunnen dan zelf bepalen welke maatregel het meest effectief is binnen hun bedrijfsvoering én het op het juiste moment en de juiste plaats toepassen. Daarmee vormt doelsturing de basis voor de omslag van generiek beleid naar vakmanschap en eigen verantwoordelijkheid van de ondernemer. De minister heeft in haar Kamerbrief van 11 april aangegeven doelsturing een prominente rol te willen geven in het 8e APN. Als NAJK zijn wij verenigd in een sectorbreed consortium van waaruit we met het ministerie van LVVN deze aanpak komende maanden gaan uitwerken. 

Convenant Dierwaardige Veehouderij 

Sinds september 2022 is NAJK betrokken bij het vormen van een Convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’ samen met marktpartijen, LTO, Dierenbescherming, ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en Caring Farmers. NAJK heeft haar input samengesteld met behulp van klankbordgroepen en het NAJK-bestuur. Naast het convenant lopen er nog twee trajecten, namelijk het verkennen van een onafhankelijke autoriteit en de vorming van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Inmiddels is de verkenning omtrent de onafhankelijke autoriteit afgerond en is er een rapport gepubliceerd. Dit rapport is samen met de POV, LTO, ZuivelNL, SBK en de Dierenbescherming openbaar gemaakt. Om de onafhankelijke autoriteit handen en voeten te geven, wordt een verkenner aangesteld om het ‘wie, wat en waar’ duidelijk voor te bereiden. Na de afronding van de verkenner, kan gestart worden met het daadwerkelijk oprichten van een onafhankelijke autoriteit. 

Daarnaast is het onderhandelaarsakkoord gesloten omtrent het convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’. Dit is een belangrijke stap in het proces. Nadat alle hoofdtafel partijen hun achterban hebben geraadpleegd, kan er een handtekening gezet worden en wordt het convenant definitief. De achterbanraadpleging loopt tegelijkertijd op met de internetconsultatie omtrent de AMvB. Het is belangrijk dat deze twee zaken tegelijk lopen, omdat de Minister van Landbouw dit daarna als compleet pakket naar de Tweede Kamer brengt. De deadline is juli 2025. 

Extensiveringsregeling als oplossing mestproblemen?

Het kabinet heeft in de kamerbrief van vrijdag 25 april weergegeven dat zij werkt aan een tijdelijke, vrijwillige extensiveringsregeling voor de melkveehouderij. NAJK is verheugd om te zien dat hier een substantieel bedrag van €627 miljoen voor beschikbaar is gemaakt (2025- 2029). NAJK pleit al geruime tijd voor deze vrijwillige extensiveringsregeling die voor verlichting van de mestmarkt kan zorgen. “Deze vrijwillige extensiveringsregeling is één van de weinige maatregelen die oplossing biedt aan meerdere uitdagingen. De vrijwilligeextensiveringsregeling kan een aanzienlijk positieve impact creëren op de gespannen mestmarkt én kan een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van een generieke korting.” Aldus Ruben Klein Teeselink, portefeuillehouder melkveehouderij NAJK. Vooruitlopend op conclusies over de impact is het essentieel om de exacte invulling van de vrijwillige extensiveringsregeling te weten. Dat de regeling vrijwillig is en melkveehouders zélf de keuze kunnen maken, is in elk geval positief!

Stikstof

In december vorig jaar deed de rechter uitspraken in de zaken Amercentrale en Rendac. Sindsdien is het intern salderen niet langer vergunningsvrij en zit Nederland volledig op slot. De ministeriële commissie werd opgericht en de afgelopen maanden heeft NAJK zich hard gemaakt voor een volwaardige oplossing voor het stikstofdossier waarin we al sinds 2019 verzeild zijn geraakt. Zo heeft NAJK meerdere keren deelgenomen aan de zogeheten Catshuissessies met de bewindslieden van de ministeriële commissie en is er gesproken met Premier Schoof, ministers, Kamerleden en diverse maatschappelijke partijen. Daarnaast heeft NAJK haar inzet via diverse wegen laten toetsen op haalbaarheid. NAJK is blij dat de commissie in haar eerste kamerbrief de juiste weg heeft gekozen. Echter is het nog een lange weg naar een totaaloplossing. Zonder budget en concretisering van de plannen kunnen PAS-melders en interimmers niet worden gelegaliseerd en kunnen jonge boeren en tuinders nog steeds niet vertrouwen op fatsoenlijke vergunningverlening in Nederland. NAJK zet zich daarom ook de komende maanden in om hier verandering in aan te brengen!

Dit artikel is onderdeel van ons ledenblad BNDR en verscheen in de editie van juni 2025.

BNDR: Boer zoekt Boer-succesverhaal

Toen het voor melkveehouder Henk Rougoor (58) uit Varsseveld duidelijk werd dat er geen opvolger was binnen de familie, besloot hij het over een andere boeg te gooien. Via Boer zoekt Boer kwam hij in contact met Leon Krabbenborg (36), een jonge boer met ervaring én ambitie. Wat begon met een proefperiode als ZZP’er, groeide uit tot een samenwerking waarin vertrouwen, communicatie en wederzijds respect centraal staan. Nu, vijf jaar later, runnen ze samen een bedrijf met zo’n 140 melkkoeien én mooie plannen voor een boomhut-B&B. Een verhaal over loslaten, opnieuw beginnen en samen durven bouwen.

Henk Rougoor en zijn vrouw hebben het goed voor elkaar: een mooi melkveebedrijf, gezonde koeien, op een fijne plek. Maar zoals bij veel boerengezinnen kozen zijn kinderen hun eigen pad. “Ze vinden het boerenleven prachtig, maar zijn liever onder de mensen,” zegt Henk. “En ik wil geen boer zijn tot ik erbij neerval. Mijn vader werd 82 en deed nog steeds klusjes op de boerderij, die ruimte wil ik later ook.” Geld maakt volgens hem wat dat betreft niet gelukkig. “Wat heb je aan een paar miljoen op de bank als je achter de geraniums zit?” Dus begon zijn zoektocht naar een buitenfamiliaire opvolger. Met vijf andere kandidaten vanuit Boer zoekt Boer was er uiteindelijk niet de juiste klik. Tot Leon zich meldde, een jonge boer uit de buurt met ervaring én een helder toekomstbeeld.

Van pijnlijk afscheid naar frisse start

Leon is opgegroeid op een melkveebedrijf en zat eerst in maatschap met zijn vader en oom. “De onderlinge verhoudingen waren eigenlijk op het moment dat ik in maatschap stapte al niet goed, maar ik was jong, hoopvol en misschien een tikkeltje naïef.” De situatie verslechterde. Zijn vader kampte met psychische problemen, waar niet over werd gepraat. “Op een gegeven moment kon ik niet meer. Na tien jaar in maatschap te hebben gezeten, ben ik er, toen de onderlinge communicatie niet verbeterde, op mijn 28e uit gestapt. Dat was pijnlijk, maar het gaf ook ruimte.”

Na een korte uitstap buiten de sector begon het boerenbloed bij Leon toch weer te kriebelen. “Via Boer zoekt Boer kwam ik in contact met Henk. Toen ik hier kwam, voelde het meteen goed. Nuchter, open en een klik in hoe we denken over koeien en het boerenleven. Machines zijn leuk, maar we moeten het van de koeien hebben.”

Een mede-ondernémer, geen medewérker

De samenwerking begon met een maand op proef. “Dat hadden we eerder ook gedaan met een andere kandidaat,” zegt Henk. “Maar daar miste ik het ondernemerschap. Leon bracht juist initiatief, en we vullen elkaar goed aan. Perfect, want ik zocht een mede-ondernemer en geen medewerker.” Sinds begin 2022 runnen ze samen het bedrijf. Leon doet de meeste dagelijkse taken en Henk werkt parttime buiten de deur als coach/adviseur. “Ik wil dat het straks echt zijn bedrijf is. Daarom heb ik ervoor gekozen om zelf buiten het bedrijf te werken. Je moet op tijd loslaten. Het feit dat ik nu iets anders doe, helpt heel erg bij het loslaten van. Dat is ook nodig.”

Het échte gesprek

Beiden weten hoe belangrijk goede communicatie is. Daarom schakelden ze vanaf het begin een agrocoach in. “Eén keer in de drie maanden komen we bij elkaar en evalueren we. Dan komen er dingen boven tafel die je anders misschien niet zegt,” vertelt Leon. “Je spreekt elkaar wel vaak bij de koffie, maar écht een goed gesprek voeren is toch anders.” Henk vult aan: “Vaak speelt er iets kleins, maar het is net als bij een ijsberg: wat je ziet is maar een topje. Onder water zit de ballast. Die moet je wel boven krijgen.”

Wacht niet te lang!

Voor Henk is het duidelijk: op tijd beginnen is essentieel. “Te vaak zie ik dat boeren wachten tot het te laat is. Dan ben je 70, krijg je een ongeluk of word je ziek, en dan word er ineens voor jou bepaald wat er gebeurt. Zonde! Kijk vooruit en geef de jongere generatie ook de ruimte om erin te groeien.”

Tuurlijk zijn buitenfamiliaire overnames spannend, maar volgens Henk is dat bij een overname binnen de familie niet anders: “Mensen vragen mij wel eens ‘Is dat niet moeilijk met een ‘vreemde’?’ Dan zeg ik vaak: ik heb eerst vijf mensen afgewezen. Dat doe je met je eigen kind niet. Ook al twijfel je soms, je gaat toch door. Wat is dan eigenlijk lastiger?”

Boomhut met uitzicht op de koeien

Toekomstplannen zijn er genoeg. Leon droomt van een B&B in boomhutten achter de stal. “Het principe is heel simpel, een boomhut voor twee personen met een composttoilet en een kannetje water. ’s Ochtends breng ik het ontbijt naar de gasten door een mandje omhoog te takelen en ik breng ze met een golfkarretje weg. Die eenvoud spreekt me aan. Het boerenberoep is soms eenzaam, het lijkt me leuk om daarnaast ook mensen te kunnen ontvangen. We hebben een vergunning aangevraagd voor twee boomhutten, maar beginnen volgend jaar eerst eens met één.” Henk ziet het gelukkig ook zitten. “Tien jaar geleden kocht ik dat bos achter onze stal van de gemeente, zonder plan. Nu wordt het hopelijk iets moois! Als de gasten straks vanuit hun boomhut over de koeien uitkijken… prachtig toch?”

Boer zoekt Boer biedt toekomst

Beide ondernemers zijn blij met het platform Boer zoekt Boer. “De eerste keer dat ik op het platform keek was ik verbaasd over het aantal accounts”, zegt Henk, “Er zijn zoveel mensen die wel willen! Natuurlijk is niet iedereen geschikt, maar het animo is er wel en dat biedt kansen.” Voor Henk en Leon heeft het in ieder geval goed uitgepakt. Eerder dan Henk in eerste instantie had verwacht, verhuist hij deze zomer al met zijn vrouw naar het oude huis van zijn vader iets verderop. Leon hoopt met zijn gezin begin volgend jaar over te gaan. Voor beide een frisse nieuwe start!

Tot slot: de gouden tip!

Wat zouden Henk en Leon jonge boeren en bedrijfsoverdragers mee willen geven?

Henk: “Begin op tijd! Voor zo’n overnametraject moet je al snel 10 jaar uittrekken. En geef iemand écht de ruimte. Dat geldt niet alleen voor de ondernemers zonder opvolger, maar ook wanneer een potentiële opvolger eerst buiten de deur werkt: zorg dat ze dat niet te lang doen, want dan is straks het animo én je boerderij weg. Ondernemen is ook je bakens verzetten. Daar moet je over nadenken en dat moet je op tijd doen. Als je 65 bent, ben je al te laat!”

Leon: “Durf je kwetsbaar op te stellen. Het inschakelen van een coach is niet altijd de garantie dat het lukt, je bent wel echt zelf aan zet om je kwetsbaar op te stellen en onthoud: het ondernemerschap hier op de boerderij draait echt niet alleen om koeien of geld. Vooral ook om vertrouwen, communicatie én plezier. Je moet als ondernemer doen waar je gelukkig van wordt!”

BNDR Themabijeenkomst: ‘Verdienmodellen: meer waarde uit de keten’

De agrarische sector staat op een kruispunt. Terwijl de eisen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn toenemen, neemt ook de economische en politieke druk toe. De vraag die velen bezighoudt: Wat is het perspectief voor mij als jonge boer vanuit de markt? En wat vanuit de overheid? Tijdens een themabijeenkomst, georganiseerd door het NAJK, gingen leden en partners hierover in discussie. Onder leiding van voorzitter Roy Meijer werd de toekomst van verdienmodellen in de landbouw verkend.

Een blik op het verleden en de toekomst

Roy Meijer trapte de bijeenkomst af met een historisch overzicht van de ontwikkeling in de agrarische sector. Waar vroeger de overheid een sterke faciliterende rol speelde, moeten boeren nu steeds meer op eigen kracht opereren in een instabiele politieke en economische omgeving. Meijer stelde dat jonge boeren worden geconfronteerd met een lastige combinatie van toenemende duurzaamheids- en maatschappelijke eisen én de noodzaak om financieel levensvatbaar te blijven.

“In het verleden werkten overheid, keten, onderwijs en onderzoek samen om de primaire sector te ondersteunen. Maar die structuren zijn stap voor stap afgeschaft, waardoor het nu ieder voor zich is. Dat vraagt om een herorganisatie van de keten,” stelde Meijer.

De geopolitieke ontwikkelingen vormen hierbij een extra uitdaging. Verstoringen, zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne, tonen de kwetsbaarheid van mondiale ketens aan. Deze onrustige wereld dwingt Europa om ook naar buiten te kijken en fundamentele keuzes te maken: willen we dat onze voedselproductie hier behouden blijft?

Behouden we genoeg voedselproducenten?

De demografische ontwikkeling in de Europese landbouwsector maakt de discussie over toekomstbestendige verdienmodellen nog urgenter. Waar vroeger een groot deel van de boeren jonger dan 35 jaar was, bestaat nu slechts 5-8% van de Europese agrariërs uit deze leeftijdsgroep. Daarentegen is bijna de helft ouder dan 55 jaar. Daarnaast liggen er veel opgaven voor klimaat, stikstof, dierwaardigheid, water en natuurherstel. De afrekening van deze thema’s komt grotendeels bij de primaire producent op het bordje. Een grote uitdaging is om voldoende cashflow te behouden om dit allemaal te behalen. Als we serieus werk willen maken van voedselzekerheid, moeten we ons afvragen wie dat voedsel in de toekomst gaat produceren.

Efficiëntie versus duurzaamheid

Klaas de Jong van Royal A-ware wees op de enorme efficiëntieverbeteringen die de keten in de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. Maar ondanks deze verbeteringen stelde hij de vraag: “Hoeveel verdient de boer eigenlijk?” De hoge duurzaamheids- en milieueisen maken productie in Nederland kostbaar en beperken de concurrentiepositie wereldwijd. “We moeten realistisch blijven. Europa loopt voorop in duurzaamheid, maar dat mag niet betekenen dat we onszelf uit de markt prijzen. Het moet haalbaar en betaalbaar blijven voor de hele keten. En de discussie moet gebaseerd zijn op de juiste feiten.” Stelde De Jong.

Marcel Wijnen van Rabobank stelde dat de beweging naar steeds goedkoper voedsel ons internationaal concurerend heeft gemaakt en een consumenten een hogere koopkracht heeft gegeven. Maar nu komen de verborgen nadelen aan het licht en worden grenzen bereikt. Ondanks meningverschillen over verduurzaming stelt hij dat regelgeving ons dwingt tot verandering. Daarbij is de vraag hoe we onze concurrentiepositie kunnen behouden belangrijk. Marcel waarschuwt dat verduurzaming geen nationale kwestie mag blijven; er is behoefte aan internationale standaarden en transparantie.

De rol van de consument

De rol van de consument in het waarborgen van duurzame landbouw kwam uitgebreid aan bod. Karin Haaksman van Koppert benadrukte dat de focus op lage prijzen in supermarkten een groot probleem is. “Het huidige systeem is niet houdbaar. Consumenten moeten misschien wel accepteren dat kwalitatief voedsel een grotere kostenpost wordt.” Erik van Ophoven van Achmea wees erop dat consumenten steeds meer besteden aan luxeproducten zoals vakanties en elektronica, terwijl de uitgaven aan voedsel sterk zijn gedaald.

Stefan Schulte van DeLaval denkt dat bewustzijn van de consument vaak ophoudt zodra ze in de supermarkt staan. “Ze kiezen toch vaak voor het goedkope product,” stelde hij. Om deze trend te keren, moet de overheid volgens de deelnemers een grotere rol spelen in het sturen van duurzaam consumentengedrag en het ondersteunen van boeren die aan strengere eisen voldoen. Hans Scholte (Flynth) voegde daaraan toe dat de publieke opinie vaak gebaseerd is op emotie en niet altijd op feiten.

De ketenpartijen

‘Hoe gaan wij voldoende boeren en verwerkers aan ons binden?’ is een vraag die steeds meer speelt bij de ketenpartijen. Om hun supply chain veilig te stellen voor de toekomst worden gezamenlijke programma’s opgesteld. Dit is de laatste jaren volop gebeurd, wat ook kansen biedt voor boeren. Echter een nadeel is dat er zoveel initiatieven zijn dat de consument het bijna niet meer snapt.

Meijer benoemt ketensamenwerkingen als kans “Nederland is sterk in kennis en logistiek. Door samenwerkingen binnen de keten kunnen we ons onderscheiden.”

Transparantie en “Tweakers” voor voedselproducten

Een innovatieve oplossing die werd besproken, was een platform voor voedselproducten, dat vergelijkbaar is met Tweakers, een website waar je alle producten kunt vergelijken op thema’s die jij belangrijk vindt. Dit zou consumenten meer inzicht bieden in de voedselketen. Ze kunnen zelf bepalen welke criteria zoals duurzaamheid, dierenwelzijn of CO2-uitstoot voor hen belangrijk zijn, en het platform toont hoe producten scoren op deze aspecten. Je kunt als boer namelijk niet goed scoren op alle duurzaamheidsthema’s.

Keurmerken bieden al enige transparantie, maar zo’n platform kan verder gaan door te laten zien waar de markt werkt en waar de overheid kan kiezen om in te grijpen.

Transparantie en gezamenlijke doelen in de keten, zonder juridische blokkades, zijn hierbij van belang. Ook is het essentieel dat de politiek duidelijke keuzes maakt in ruimtelijke ordening en milieubeleid, om onzekerheid voor boeren en banken te vermijden en ontwikkeling te stimuleren.

De rol van de overheid

Naast de markt en keten is er ook een rol weggelegd voor de overheid. Marcel Wijnen van Rabobank benadrukte het belang van consistent beleid. “Onzekerheid door wisselend overheidsbeleid maakt het moeilijk voor boeren en banken om lange termijn keuzes te maken.

Aanwezigen vonden dat de overheid een grotere rol moet spelen in het ondersteunen van de sector en dat ketensamenwerking van belang is. “Doelsturing in plaats van middelsturing kan ondernemers de vrijheid geven om zelf passende keuzes te maken,” stelde Wijnen. Toch blijven veel vraagstukken, zoals het juridische kader rondom stikstofbeleid en de rol van internationale concurrentie, complexe uitdagingen die om een gezamenlijke aanpak vragen.

Ook Hans Scholte van Flynth gaf aan dat de overheid bij elektrisch rijden ook een stimulerende rol heeft vervuld wat werkte, vervolgens komt de bal weer bij de consument te liggen.

Een hoopvolle toekomst

Wijnen voorziet dat een transitie naar een nieuw voedselsysteem tijd kost, net zoals het huidige systeem tientallen jaren heeft gekost. Uiteindelijk kan dit leiden tot een omkering in prijsstructuren, waarbij duurzame producten wellicht goedkoper worden dan niet-duurzame.

De bijeenkomst werd afgesloten met een positieve noot. Roy Meijer benadrukte dat, ondanks de uitdagingen, er een hoopvolle toekomst ligt voor jonge boeren. Door samen te werken in de keten en keuzes te maken, kan de sector sterker uit deze transitie komen. “Het is tijd om gezamenlijk keuzes te maken die niet alleen duurzaam zijn, maar ook economisch houdbaar. Zo zorgen we ervoor dat boeren kunnen blijven doen waar ze goed in zijn.” Als jonge boeren staan wij aan de basis van de keten. Het is aan de markt, keten en overheid om samen met ons te zorgen voor een toekomst waarin boerenbedrijven levensvatbaar blijven.

 

Deze discussiebijeenkomst met het thema ‘Verdienmodellen: meer waarde uit de keten’ is tot stand gekomen met medewerking van Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea), Marcel Wijnen (Rabobank), Stefan Schulte (DeLaval), Hans Scholte (Flynth), Karin Haaksman (Koppert), Klaas de Jong (Royal A-ware), Roy Meijer (voorzitter NAJK), Mart Wagenvoort (GAJK), Naomi Mae (HAJK) en Bart Achtereekte (OAJK).