‘Mentale gezondheid op het boerenerf: druk, taboes en de kracht van een goed gesprek’

NAJK-leden en -partners over druk van de omgeving, spanning binnen de familie en de kracht van open gesprekken

Van buitenaf lijkt het boerenleven vaak rustig en idyllisch: grazende koeien, een ronkende trekker en een erf vol bedrijvigheid. Maar achter die ‘rust’ schuilt soms een onzichtbare strijd: ondernemers die balanceren tussen de passie voor hun vak en de groeiende druk van regels, financiën, maatschappelijke verwachtingen en soms lastige familiegesprekken. Tijdens een themabijeenkomst van NAJK, haar partners en leden, spraken jonge boeren en betrokken partijen over mentale druk in de agrarische sector.

Wat volgde was een openhartig gesprek tussen (jonge) boeren, adviseurs, verzekeraars en ervaringsdeskundigen over de impact van regelgeving, de publieke opinie, financiële druk en familieverhoudingen — én over het belang van praten, juist als dat lastig voelt.

‘Je moet ertegen kunnen, maar tot hoever?’

Melkveehouder Robert Koops (FrieslandCampina) beet het spits af: “Tot op zekere hoogte hoort druk bij het ondernemerschap”, vindt hij, “maar er zijn grenzen aan wat gezond is.” Elisabeth Jukema (Agrifirm Jongerenraad) sluit zich daarbij aan, maar zorgen de verplichtingen en toegenomen papierlast wel voor een bron van spanning: “Je bent niet meer alleen koeien aan het melken. Twintig procent van je tijd gaat op aan administratie om iedereen tevreden te houden.” Om over de financiële druk nog maar te zwijgen. Bedrijven worden groter, kosten hoger en de onzekerheid over toekomstige regelgeving groeit. Een vertegenwoordiger van AJF vatte het samen: “Bedrijven worden steeds groter en een bedrijf overnemen gaat steeds lastiger. Vroeger werd vaak gezegd ‘je kunt altijd nog boer worden’, nu is het niet meer zo vanzelfsprekend en moet je er keihard voor werken.”

Druk van buitenaf

De aanwezigen zijn het er unaniem over eens: we moeten ook de druk vanuit de omgeving en de maatschappelijke beeldvorming niet onderschatten. Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea) gaf hier een duidelijk voorbeeld van: “Ik had tegenover ons huis een stukje grasland gespoten en voor ik het wist werd er op het wegdek een doodskop getekend van Extinction Rebellion met de tekst ‘Let op: landbouwgif!’. Dan doe je als ondernemer eigenlijk niks verkeerd, want mijn veldspuit wordt gewoon gekeurd is en ik gebruik een middel dat toegelaten is. En toch word je zo betiteld. Dat werkt natuurlijk niet mee.” Het gebeurt volgens Hans Haasken (DAJK) vaker dan we denken. “De laatste jaren zie ik steeds meer mensen de middelvinger naar me opsteken als ik op de trekker zit. Als je het gesprek aangaat, begrijpen ze het vaak beter, maar het eerste beeld dat zij van ons hebben, is dat het mis is wat wij doen.” Tijdens de Open Boerderijdag ontving Robert Koops (FrieslandCampina) zo’n 1500 bezoekers. Toch waren er nul negatieve reacties die dag. “Het is vaak ook een gebrek aan uitleg”, legt Robert uit, “We laten als boeren te weinig zien waar we mee bezig zijn, daar zijn we veel te bescheiden voor.”

Familie: steunpilaar of bron van spanning

Soms zit de bron van spanning helaas dichterbij dan we denken. “Familie is vaak een belangrijke factor. Het is prachtig om samen te werken, maar juist die nauwe band kan ook spanning geven, zeker bij bedrijfsovernames”, legt Ankie de Jong (TABOER) uit. DAJK-lid Hans Haasken heeft thuis een gemengd bedrijf en zit middenin een ingewikkeld overnameproces met zijn broer en zus. Hij bevestigt dat familierelaties soms zwaar op je schouders kunnen liggen: “We hebben inmiddels een derde buitenstaander bij het gesprek betrokken, maar het blijft ingewikkeld.” Ankie de Jong ziet in haar werk bij TABOER hoe familieconflicten grote invloed kunnen hebben op het welzijn van de (jonge) ondernemer: “Het kan zoveel spanning veroorzaken, en er wordt vaak niet of te laat over gepraat.”

Investeren in hoofd en hart

Als je naar een gemiddelde jaarrekening kijkt van een agrarisch bedrijf, zie je voornamelijk investeringen in machines en gebouwen. Volgens de aanwezigen wordt er dan ook te weinig geïnvesteerd in ‘het hoofd en het hart’ van de boer. Een AJF-lid merkt op: “De mentale gezondheid krijgt veel minder aandacht. Iedere keer als er weer een uitnodiging is van een studiegroep of AJK-avond, gaat het vooral over ‘Hoe krijgen we een beter stalklimaat?’ of ‘Hoe kunnen we onze mest afzetten?’, het gaat eigenlijk nooit over iets mentaals, terwijl Iedereen daar wel mee kan worstelen. Dat vind ik wel jammer.” Ook Hendrik Veldman (DeLaval) vind dat iedere ondernemer moet investeren in zichzelf. “Er bestaat natuurlijk niet perse een cursus met ‘Hoe voorkomen we een burn-out?’, maar blijf jezelf wel ontwikkelen en stel jezelf altijd de vraag: word ik hier gelukkig van?”

De zwijgcultuur doorbreken

Zelf aan de bel trekken vinden boeren vaak lastig, maar Erik van Ophoven (Achmea Agro) wijst op de rol van adviseurs: “Wij zijn geen hulpverleners, maar we kunnen wel signaleren en doorverwijzen.”

Volgens de deelnemers is mentale druk vaak een optelsom van factoren: wet- en regelgeving, financiële druk, familieverhoudingen én het feit dat er te weinig over wordt gesproken. De zwijgcultuur die er momenteel heerst kan de mentale druk namelijk wel vergroten. Minder praten leidt tot meer spanning — en hoe meer spanning, hoe minder je praat. “Door erover in gesprek te gaan, kan de druk van de ketel”, vult Ankie (TABOER) aan.

Kortom: laat de druk niet oplopen, maar zet in op laagdrempelige gesprekken. Soms is één gesprek of constatering al genoeg om iets in beweging te zetten!

Deze stellingen stonden centraal in de discussie

  • Mentale druk hoort bij het ondernemerschap in de agrarische sector, daar moet je gewoon tegen kunnen.
  • De grootste mentale druk komt niet van buiten, maar van mijn eigen familie.
  • Je kunt onderdeel zijn van een familiebedrijf en je toch compleet alleen voelen.
  • We investeren in machines en stallen, maar te weinig in het hoofd en hart van de boer.
  • Mentale druk is geen gevolg van beleid of werkdruk, maar van een zwijgcultuur.

Deze themabijeenkomst over ‘Mentale druk’ is tot stand gekomen met medewerking van:

Ankie de Jong (LTO Noord/TABOER), Elisabeth Jukema (Young Agrifirm), Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea), Hendrik Veldman (DeLaval), Robert Koops (FrieslandCampina), Hans Haasken (DAJK), Wendy Kicken (NAJK) en een vertegenwoordiger van AJF.

BNDR: Column door Pytsje van der Veen

Blijven communiceren en omkijken naar elkaar

Pytsje van der Veen (37)
Leidinggevende dagbesteding voor ouderen, toezichthouder zorginstelling en melkveehoudster
AJF-lid Achtkarspelen en Kollumerland

Als zorgboerin werk ik dagelijks met cliënten en hun mantelzorgers waarbij mentale druk, geestelijke problematiek en overbelasting een grote rol spelen. Mentale gezondheid is een onderwerp die ons allen treft, óók agrariërs. Mentale druk kan variëren van lichte stress tot ernstige zorgen. De één kan er beter mee om gaan dan de ander.

In mijn werk zie ik regelmatig overbelaste mantelzorgers. Zodra zij (of iemand uit hun omgeving) hulp inschakelen ontstaan er vaak mogelijkheden om hen te ontlasten. Dit brengt weer balans en ruimte in hun leven om de zorg vol te houden. Die ervaring is waardevol, ook voor agrariërs die onder druk staan.

Er zijn verschillende redenen wat het boerenleven kwetsbaar maakt. Denk aan de economische onzekerheid door mestproblematiek, wisselende prijzen en vergunningen. De toenemende regelgeving en administratie, spanningen rondom de overname of juist het ontbreken van opvolging. Om over de gevolgen van ingrijpende dierziektes, de weersafhankelijkheid, eenzaamheid en isolement of lichamelijke en psychische problematiek nog maar te zwijgen.

Bij familiebedrijven lopen werk en privé vaak door elkaar. Ondernemen binnen verschillende generaties vraagt veel. Er is vaak een sterk plichtsgevoel. Er wordt heel veel van je gevraagd waar je zelf verantwoordelijk voor bent. Het werk in de landbouw kent vaak geen 9-5 mentaliteit en in drukke seizoenen loopt de belasting op. De zorg voor de dieren gaat het hele jaar door. Dat herken ik ook bij de mantelzorgers. Zorg voor hun familielid of partner houdt nooit op.

Veel agrariërs vinden het lastig om hulp te zoeken. Problemen worden liever zelf opgelost. Ze ervaren het gevoel dat niemand de situatie kan veranderen of kennen schaamte, angst of onmacht. Tegelijkertijd heeft een groot deel van de agrariërs moeite om het onderwerp bespreekbaar te maken bij anderen. Je wilt je niet teveel met een ander bemoeien en ziet angst om de relatie te schaden.

Communicatie en omkijken naar elkaar is van groot belang. Praten over mentale gezondheid is net zo belangrijk als praten over lichamelijke klachten. Een goed gesprek kan lucht geven, het voorkomt isolement, het brengt perspectief en het opent de weg naar hulp. Het doorbreekt bovendien het taboe dat nog steeds rust op mentale problemen.

In mijn werk zie ik wat er mogelijk is als mensen wel om hulp vragen. Er ontstaat ruimte. Er komt weer lucht. Soms is er professionele ondersteuning nodig, soms is een klein steuntje genoeg. Het belangrijkste is dat je het niet opkropt. Want pas als je erkent dat het niet meer gaat, kun je ook iets veranderen.

Er is vaak meer hulp beschikbaar dan je denkt. De eerste stap kan al dichtbij liggen, bijvoorbeeld een gesprek met de huisarts. Maat er zijn ook organisaties als Zorg om Boer en Tuinder (ZOB) of Taboer die agrariërs mentaal steun kunnen bieden. Zij kennen het boerenbestaan van binnenuit en spreken dezelfde (boeren)taal.

Wat ik heb geleerd in mijn werk als zorgboerin en als melkveehoudster is dat niemand alles alleen kan dragen. Zowel de mantelzorger als de boer. Maar als we op tijd omkijken naar elkaar en ook zelf durven zeggen ‘het gaat niet meer’,  blijft het leven werkbaar. Dan blijft er ruimte over voor jezelf, je gezin en je bedrijf!

BNDR: Maak kennis met Amber Laan

Amber Laan is sinds augustus de nieuwe portefeuillehouder melkveehouderij bij NAJK. Deze 29-jarige enthousiasteling wil niet alleen práten over verandering, maar er ook mee aan de slag. Vanuit haar boerderij in Warder (NH) neemt ze graag, samen met de rest van het dagelijks bestuur, het voortouw om landbouw en beleid beter met elkaar te verbinden. We stellen haar graag aan je voor!

Amber Laan groeide op tussen de koeien en de ‘grutto’s’ in het Noord-Hollandse Warder. Toch was het lang niet altijd zeker dat zij het familiebedrijf zou overnemen. “Op de middelbare school dacht ik: boer zijn betekent áltijd aanstaan. Geen vrije weekenden en geen spontane plannen. Dat leek me toen niks.” Toch begon het tijdens de studie agrarische economie in Wageningen en een master bestuur en beleid in Utrecht te kriebelen.

Van studentenstad terug naar de koeien

Lange tijd was Ambers jongere zus de beoogde opvolger van het melkveebedrijf. “Zij zat op de agrarische school en was veel actiever op de boerderij dan ik,” vertelt Amber. “Tijdens mijn studie besefte ik: als je echt verandering wil brengen in de landbouw, kun je er eindeloos over praten… of je doet het gewoon zelf. Toen heb ik thuis voorzichtig gezegd dat ik misschien tóch mee wilde draaien op onze melkveehouderij.” Dat kwam als verrassing, maar na veel gesprekken kon Amber toetreden tot de maatschap. “En toen m’n zus naar Ierland vertrok en daar bleef, stond ik ineens zelf aan het roer.” En dus ruilde ze haar kamer in de grote stad in voor het boerenbedrijf. Met 70 melkkoeien op 60 hectare grasland, waarvan een flink deel onder agrarisch natuurbeheer valt, draait Amber tegenwoordig volop mee in de praktijk. “De eerste weken moest ik echt nog veel praktische dingen leren. Ik wist niet eens hoe je iets aankoppelt aan een trekker. Nu zie ik resultaat, en dat motiveert enorm!”

Nieuw bloed in de melkveehouderij

Met haar benoeming als dagelijks bestuurder bij NAJK brengt Amber praktijkervaring én beleidsexpertise aan tafel. Een gouden combinatie in een sector die onder druk staat. Amber ziet een duidelijke taak voor zichzelf: boeren vooruit laten kijken. “Er is veel focus op korte termijnproblemen. Maar als we daar blijven hangen, pakken we nooit de kansen die er op de  lange termijn zijn”, aldus de nieuwe portefeuillehouder melkveehouderij. We moeten volgens Amber niet alleen nadenken over ‘hoeveel mest mag ik nog rijden’, maar ook: ‘hoe maak ik mijn bedrijf toekomstbestendig én rendabel?’ Denk aan verdienmodellen voor natuurbeheer of innovaties in stalontwerp. “Een extra liter melk levert vaak nog altijd meer op dan natuurbeheer”, vult Amber aan. “Dat moet anders, als je kijkt naar de maatschappelijke opgaven die op melkveehouders afkomen. Als de maatschappij iets van ons wil, dan moet daar ook een verdienmodel tegenover staan.”

Tussen frustratie en verbinding

De melkveesector is in beweging en dat gebeurt niet altijd vrijwillig. Boeren voelen zich geregeld overvraagd door de overheid, terwijl hun marges onder druk staan. Amber snapt die frustratie als geen ander. “Boeren willen gewoon weten waar ze aan toe zijn en waarvoor ze hun bed uitkomen. En terecht!”

Juist daarom vindt ze het belangrijk dat NAJK duidelijk communiceert, luistert én zichtbaar is. “Tijdens de sessies van NAJK rondom het Landbouwakkoord merkte ik hoe waardevol het is om open in gesprek te gaan. Eerst komt de frustratie eruit, maar daarna ontstaat vaak ook begrip.”

Boerenverstand én beleidstalent

Amber combineert haar achtergrond in beleid met het boerenleven. “De rode draad in alles wat ik doe? De vertaalslag maken. Wat betekent een regel in de praktijk? En hoe zorgen we dat beleid ook echt werkt?” Bij het HAJK (Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt) zette ze al stappen op provinciaal niveau, maar bij NAJK wil ze nóg meer impact maken. “Het speelveld is landelijk en dus complexer. Maar dat maakt het ook interessanter. Er liggen veel kansen als de sector samen optrekt.”

Een nieuwe stal, een nieuwe koers

Op haar eigen bedrijf werkt Amber ook aan de toekomst: “Ik wil een nieuwe stal met melkrobots, vooral voor flexibiliteit én koecomfort.” Ze denkt aan dichte vloeren voor veiligheid, betere mestbenutting en meer dierwaardigheid. “Je hoeft niet morgen alles te veranderen. Maar je moet nu wel nadenken over wat er over tien jaar van je gevraagd wordt en hoe je daar naartoe werkt.”

Niet de makkelijkste weg, wél de mooiste

Met een volle week in de stal en NAJK is haar agenda niet bepaald leeg. Maar Amber kiest hier bewust voor. “Ik had het ook makkelijk kunnen houden, gewoon één baan en klaar. Maar ik vind het mooi dat ik vanuit het boerenleven ook iets mag doen voor de sector. Juist nu. Want verandering komt er sowieso. Dan kun je er maar beter voor zorgen dat het jóuw kant op valt.”

Maak kennis met… dagelijks bestuurder Amber Laan

Vragen? Neem contact op door een e-mail te sturen naar alaan@najk.nl.

Benieuwd wat Amber de leden van NAJK te bieden heeft? Bekijk de video op YouTube waarin ze zichzelf voorstelt.

 

BNDR: Belangenbehartiging: meer dan alleen praatjes en netwerken

Achter de schermen behartigt NAJK de belangen van de jonge boeren en tuinders in de politiek. Ingewikkelde dossiers, zoals stikstof, het Convenant Dierwaardige Veehouderi en het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN), zijn hier aan de orde van de dag. Het is een kleine greep uit de onderwerpen waar de dagelijks bestuurders zich keer op keer voor blijven inzetten. Hoe ziet deze belangenbehartiging er precies uit? En waar is NAJK momenteel druk mee? We geven je graag een uitgebreide update van de afgelopen maanden! 

Natuurherstelverordening

In juni 2024 heeft de Europese Unie de natuurherstelverordening aangenomen. Nederland dient door deze verordening uiterlijk volgend jaar een nationaal herstelplan op te stellen. In dit plan komt een 0-meting en een aanpak waarmee Nederland invulling wilt geven aan doelen zoals het vernatten van veenweide, het herstellen van open landschappen en het (nog meer) beschermen van habitats en soorten. NAJK heeft zorgen over de mogelijke impact van de natuurherstelverordening. Een fatsoenlijke 0-meting en realiteitsbesef over de impact op de landbouw kan ons de komende jaren helpen als er invulling wordt gegeven aan de gestelde doelen. NAJK pleit in haar lobby dan ook om hier vanuit het ministerie meer prioriteit aan te geven. Hoe het nationale herstelplan er uit komt te zien, is nog afwachten. Als hier meer duidelijkheid over is, komen we bij de leden terug.

Stikstof

De afgelopen maanden is er veel gebeurd als het gaat om stikstof. Het startpakket van de ministeriële commissie sloeg de juiste weg in, maar was nog lang niet concreet genoeg. Zonder budget en concretisering van deze plannen kunnen PAS-melders en interimmers niet worden gelegaliseerd en kunnen jonge boeren en tuinders nog steeds niet vertrouwen op fatsoenlijke vergunningverlening in Nederland. Daarom heeft NAJK samen met provincies (IPO), gemeenten (VNG), waterschappen (UvW) en LTO een concretiseringsslag op dit startpakket gerealiseerd met het bouwstenendocument welke begin juli is gepubliceerd. Dit document biedt een basis voor verkiezingsprogramma’s en de formatie van het nieuw te vormen kabinet. In de tussentijd werkt NAJK met de betreffende partijen aan een concrete uitwerking van de gedane voorstellen. Dit betreft o.a. onderzoek naar een nieuw referentiemoment, bepalen wanneer er sprake is van een aantoonbaar extra effect (dus de additionaliteit is ingevuld) en de verdere ontwikkeling van doelsturing. Kortom, ook de komende maanden zet NAJK zich in voor een totaaloplossing!

Convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’

Dinsdag 24 juni is het convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’ getekend, samen met de vier sectoren melkvee-, kalver,- varkens- en pluimveehouderij. Markt- en ketenpartijen, het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en dierenwelzijnsorganisaties hebben hier ook hun handtekening onder gezet. Nu kan de uitvoering beginnen! Het eerste gesprek met de verkenner, van de nieuw op te richten onafhankelijke autoriteit, staat gepland en binnenkort gaan we van start met de concrete uitvoering van het convenant.

Concept 8e APN

Op 14 juli presenteerde minister Wiersma de Kamerbrief over het concept van het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (APN). Daarin heeft de koers naar doelsturing een prominente plaats gekregen. NAJK staat positief tegenover deze benadering: doelsturing biedt ondernemers handelingsperspectief en ruimte om – op basis van behaalde resultaten – af te wijken van generieke regelgeving. In de afgelopen maanden hebben wij, samen met het brede consortium van landbouworganisaties, intensief samengewerkt met het Ministerie LVVN om te verkennen hoe doelsturing op een effectieve, werkbare en breed gedragen manier kan worden vormgegeven. Deze samenwerking wordt de komende tijd intensief voortgezet om tot een gedragen doelsturingsaanpak te komen. Naast het doelsturingsspoor is ook het generieke spoor van het 8e APN gepresenteerd. Met name de onduidelijkheid rondom de herziening van de stikstofgebruiksnormen en de toepassing van kortingen in de aandachtsgebieden voor oppervlaktewater baart NAJK zorgen. Via de internetconsultatie zullen wij hierover onze reactie indienen.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

De afgelopen tijd stond voor onze portefeuillehouder internationaal, Gerben Boom, vooral in het teken van Renure, de EU-begroting en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Na lang wachten en intensieve gesprekken in Brussel en Den Haag, werden op woensdag 16 juli eindelijk de voorstellen voor het GLB vanaf 2028 gepresenteerd. 

Als NAJK hebben we ons de afgelopen tijd sterk gemaakt voor een gelijk speelveld voor boeren in heel Europa. Helaas brengen de nieuwe voorstellen nog veel onzekerheden met zich mee. Er dreigen verschillen te ontstaan in de GLB-subsidies die boeren in verschillende lidstaten ontvangen. NAJK blijft pleiten voor voldoende en passende regelingen voor jonge boeren, zodat bedrijfsovername beter mogelijk wordt. Gelukkig lijkt de Europese Commissie daar steeds meer oog voor te hebben — maar we zijn er nog niet. Wordt vervolgd!

Kunstmestvervanger Renure

Rondom de toelating van Renure zijn er ook belangrijke stappen gezet. Samen met collega-organisaties werken we aan een toelating van deze kunstmestvervanger. Nederland heeft hier al geruime tijd geleden een aanvraag voor ingediend, maar tot nu toe zonder succes. De verwachting is dat het Nitraatcomité, waar ook Nederland deel van uitmaakt, dit najaar een besluit zal nemen.

Politieke landbouwvisies

Tot slot was Gerben de afgelopen maanden aanwezig bij verschillende presentaties van landbouwvisies van politieke partijen. Zo nam hij deel aan het panel van de Voedselvisie van Volt en woonde hij de presentatie van het programma van GroenLinks bij. Zulke bijeenkomsten zijn voor het dagelijks bestuur van NAJK erg waardevol: ze bieden de kans om met alle politieke partijen in gesprek te gaan en de stem van jonge boeren te laten horen!

BoerNatuurlijk-ambassadeur, Niels Vermue aan het woord.

Stap voor stap natuurinclusief: Niels aan het woord!

 

Projectleider Marjan Holtland ging in gesprek met onze BoerNatuurlijk-ambassadeur, Niels Vermue. Hoe kijkt de jonge veehouder naar vernieuwing, wat drijft hem, en welke tips heeft hij voor andere jonge ondernemers die stappen willen zetten richting een duurzamere bedrijfsvoering?

Niels werkt samen met zijn ouders en broer op het thuisbedrijf met schapen en zoogkoeien in het Zeeuwse Ritthem. Daarnaast werkt hij fulltime op de logistieke afdeling van een pootgoedhandelshuis. “Die combinatie vind ik fijn: na een dag op kantoor kan ik thuis nog lekker fysiek bezig zijn!”, aldus de kersverse ambassadeur van BoerNatuurlijk.

Wat motiveerde jullie richting natuurinclusieve landbouw?

“Een paar jaar geleden kregen we de kans om 35 hectare grond vlak bij ons in de straat natuurinclusief te gaan beheren. Die grond is eigendom van het havenschap waar we naast wonen. In totaal bood het havenschap ruim 100 hectare land aan, verdeeld over vier boeren. Zo’n kans om dichtbij land te pachten krijg je niet vaak, dus die grepen we met beide handen aan.”

Tegen welke obstakels lopen jullie aan als je nieuwe ideeën wilt doorvoeren?

“Voor die grond betalen we, gezien de voorwaarden die eraan hangen, een redelijk hoge pachtprijs. Volop experimenteren zit er dus niet direct in. Je wilt immers wel ge

woon een goede oogst halen. Als we echt zouden willen experimenteren, is het handiger als je nog terug kunt grijpen op kunstmest of gewasbeschermingsmiddelen. Dan heb je een soort back-up om schade te beperken en durf je meer. Nu hebben we die niet, en dat remt ons wel wat.”

Kun je een voorbeeld geven?

“In het eerste jaar hadden we bijvoorbeeld enorme last van jacobskruiskruid, dat overal opkwam. Die plant is giftig voor dieren, dus dat was geen fijn begin. Eigenlijk start je dan al met een achterstand. We hebben toen een paar stukken geploegd en zijn een deel kwijtgeraakt, maar door de hoge druk in het omliggende gebied waaien er telkens nieuwe zaden binnen. Op de ergste percelen hebben we luzerne gezaaid, met het idee dat de stikstof die luzerne bindt, het jacobskruiskruid kan verdrijven.”

Heeft het toepassen van natuurinclusieve maatregelen jouw eigen kijk op het boeren veranderd?

“Nee, niet per se. Het zal ook nooit voor iedereen passend zijn. Je moet wel tegen verandering kunnen; net als je denkt dat je het onder de knie hebt, verandert er weer iets. S

ommigen spreken van een spanningsveld tussen traditie en vernieuwing, ik zie dat zelf niet zo. Iedereen moet vooral doen wat bij hem of haar past. Als je wél spanning voelt, denk ik dat je met iets bezig bent waar je zelf niet achter staat. Het moet wat dat betreft echt bij je passen.”

Hoe ervaar je de samenwerking met bijvoorbeeld overheid, andere boeren of natuurorganisaties?

“Onze ervaring met natuurorganisaties is goed, zolang je maar in contact blijft. Dan kun je alles bespreken, en begrijpen ze vaak ook wel dat je niet het onmogelijke kunt doen. Verder werken we nauw samen met onze achterbuurman: wij zetten gras, hij akkerbouwgewassen, en hij ontvangt een groot deel van onze vaste stalmest. Die mest is namelijk niet makkelijk te gebruiken op grasland.”

Wat zou je andere jonge boeren willen meegeven die overwegen natuurinclusiever te gaan werken?

Doe het alleen als je er 100% voor gaat. Probeer vooral niet alles tegelijk, maar  doe het stapje voor stapje!”

BNDR: De week van Gerben Boom

                      

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK vervult Gerben Boom de rol als portefeuillehouder internationaal. Daarnaast heeft hij samen met zijn ouders een akkerbouwbedrijf in het Brabantse Babyloniënbroek en werkt nog buiten de deur. Hij wil tijdens zijn bestuursperiode proberen om Brussel dichter op het boerenerf te krijgen en het geluid van jonge boeren in Europa sterker te laten klinken. We nemen je mee tijdens zijn drukke, maar veelzijdige werkweek!

Maandag:

We beginnen de week vroeg in de haspels! Het bleef maar droog, dus die extra millimeters konden de aardappelen wel gebruiken. Naast het bedrijf thuis ben ik geregeld te vinden bij een akkerbouwer in de buurt waar haspels zetten onder andere op het takenlijstje staat. Niets zo mooi als gewassen bekijken en haspels verrijden. 😉

Dinsdag:

Vandaag staat het Innovatie Netwerk Landbouw congres op de planning. In de ochtend aanwezig om te luisteren naar diverse sprekers rondom data en robotisering in de landbouw. ‘s Middags zelf aan de bak als moderator van een panelgesprek met de provincie, het ministerie en ontwikkelaars over stalinnovaties. Ditmaal niet vanuit mijn rol als NAJK-bestuurder of boer, maar als adviseur namens Schuttelaar & Partners. Een drukke maar mooie combi van werkzaamheden brengt dat met zich mee.

Woensdag:

De wekker gaat al vroeg om zo een beetje voor de files aan te komen in Brussel. De maandelijkse CEJA-vergadering staat op de planning. Twee intensieve dagen waarin een groot aantal afvaardigingen uit heel Europa bij elkaar komen om te praten over Europees landbouwbeleid. Dit maal op de agenda: de herverkiezing van Peter Meedendorp als voorzitter van de organisatie en daarnaast de nieuwe voorstellen voor het GLB na 2027.

Donderdag:

Na twee lange dagen vergaderen ben ik snel naar huis gereden, een beetje file gehad in de ring van Antwerpen. Maar ach, we klagen niet. Vergeleken met veel CEJA-collega’s heb ik maar een korte reis af te leggen naar huis. De Finse collega’s zijn bijvoorbeeld meer dan 12 uur onderweg om weer thuis te komen. Dan valt de 2,5 uur van mij wel mee. Thuis aangekomen snel even gegeten om vervolgens ‘s avonds het hoofd leeg te gaan maken op de trekker. De kanten moesten hoognodig geklepeld worden, dus dat kwam mooi uit!

Vrijdag:

De week wordt afgesloten met een bezoekje aan het ministerie. Ik ben namelijk uitgenodigd om een presentatie te geven aan een delegatie van Zuid-Afrikaanse en Nederlandse landbouwambtenaren over NAJK en de rol die jongerenorganisaties kunnen spelen. Vanuit mijn rol als portefeuillehouder internationaal kom je geregeld in aanraking met andere culturen en landen. Dat maakt het werk zo mooi en uitdagend!

BNDR: Op pad met Noa

 

Noa Wegerif zit in het laatste jaar van de opleiding veehouderij aan het Aeres mbo in Barneveld. Haar eindstage loopt ze bij NAJK. Ze is nu aan haar laatste stageweek begonnen: “Ik heb er nu al 9 weken op zitten en heb het erg naar me zin! Ik help mee bij verschillende projecten en kom zo meer te weten over NAJK. Ik neem jullie mee tijdens één van mijn stageweken!”

 

 

Afgelopen week ben ik samen met andere collega’s afgereisd naar Friesland, hier hebben we op een melkveebedrijf een webinar opgenomen met als onderwerp robot melken & weidegang. Ik had hierbij de rol als moderator: ik zag de vragen die binnen kwamen en speelde deze door naar de host. Een leuke ervaring!

 

Om de beeldenbank van NAJK aan te vullen met mooie en nieuwe afbeeldingen, ben ik op pad geweest langs verschillende melkveebedrijven. Ik heb hier allerlei verschillende foto’s gemaakt van bijvoorbeeld de koeien in de wei, het melken, kalfjes voeren en nog veel meer! Een leuk klusje om te doen, omdat ik lekker op pad was. Dit is een van de vele foto’s die ik heb genomen.

 

 

Er zijn twee projecten waar ik druk mee bezig ben geweest. Voor het project BoerNatuurlijk is er een spel dat op scholen gespeeld wordt, dit spel moest aangepast worden. Daar heb ik verschillende dingen voor uitgezocht en ik ben mee geweest naar een school om het spel te spelen. Hier kon ik gelijk zelf weer wat van leren! Ook voor het project BoerVeilig gaat NAJK een spel ontwerpen. In de aanloop hiernaartoe ben ik alvast bezig geweest met potentiële vragen voor het spel en heb meegedacht aan opties voor het speldoek.

 

Vrijdag ben ik lekker een dagje aan het werk gegaan op een melkveebedrijf! Ik vind het heerlijk om weer lekker buiten aan het werk te zijn, ondanks dat ik het heel erg naar me zin heb bij NAJK is het ook weer lekker om een dagje buiten bij de koeien bezig te zijn. Want opeens alle dagen op kantoor is ook wel wennen! Ik heb deze dag verschillende werkzaamheden kunnen doen zoals het voeren, de kalfjes verzorgen, koeien door het voetbad laten gaan en nog meer!

 

Ik heb het heel erg naar mijn zin bij NAJK. Je kunt erg veel leren door de werkzaamheden die je doet, je kennis gaat er dus alleen maar op vooruit. Ik heb al veel verschillende dingen kunnen en mogen doen. Zo heb ik dus een stuk mee gekregen van de projecten die momenteel spelen en zie ik ook iets van de communicatiewerkzaamheden binnen de organisatie. Het is een heel erg leuk team om in te werken en je kan veel afwisselend werk doen. Ik ben erg blij met mijn keuze om stage te gaan lopen bij NAJK en raad dit anderen zeker aan!

Na Noa haar laatste stagedag bij NAJK is ze gebleven. Inmiddels werkt Noa met veel plezier als communicatiemedewerker bij NAJK!

BNDR Themabijeenkomst: ‘Zachte kant bedrijfsovername: meer dan alleen een handtekening en dikke bankrekening’

NAJK-leden en -partners over de stille emoties en taaie gesprekken bij bedrijfsovernames in de landbouw

Een bedrijfsovername in de agrarische sector is veel meer dan een zakelijke deal of een handtekening onder een taxatierapport. Het draait allang niet meer alleen om euro’s, stallen of hectares. Achter iedere overdracht schuilt een complex web van emoties, generatieverschillen, familieverhoudingen én praktische zorgen. “Ik wilde het onderwerp eens loskoppelen van die kille termen als ‘zachte’ en ‘harde’ kant”, zegt Coen van den Bighelaar, portefeuillehouder bedrijfsovername bij NAJK, tijdens een discussiebijeenkomst met partners en leden. “Een bedrijfsovername draait niet alleen om euro’s. Het is zoveel meer!”

Wat volgt is een openhartig gesprek tussen (jonge) boeren, adviseurs, verzekeraars en ervaringsdeskundigen over de onzichtbare lagen van bedrijfsovernames: het ongemak, de stiltes, de botsende ambities — en vooral, de zoektocht naar manieren om het beter te doen. 

Van verzekeraar naar vertrouwenspersoon

Verzekeraar Erik van Ophoven van Interpolis – Achmea ziet het steeds vaker: klanten kloppen bij hem aan over bedrijfsovernames, ook al is dat niet zijn hoofdtaak. “Wij zijn primair verzekeraar, maar bij uitbreiding of overname zijn we soms een onverwachte sparringpartner,” vertelt hij. “Een goed gesprek op het juiste moment kan verrassend veel opleveren.” Dat geldt ook voor Pierre van Oort van ForFarmers, die benadrukt dat de accountmanager vaak degene is die spanningen signaleert. “De specialist staat in de stal, de accountmanager erbuiten. Als er bijvoorbeeld gedoe is tussen ouders en zoon of dochter, komt dat meestal bij ons op het bord.”

Toch blijven de meeste partijen voorzichtig in hun rol. “We pakken hierin geen actieve rol,” zegt Pierre. “Maar we zijn wél die ‘boodschappentas’ waarin af en toe wat emotie wordt meegegeven naar de juiste plek.”

“Op school leerden studenten eerder voornamelijk over de financiën, maar gelukkig is er nu ook steeds meer aandacht voor de emotionele kant. En daar moet aandacht voor blijven!” – Tynke Hofstra

Keukentafel en klaslokaal: het blijft angstvallig stil

Tynke Hofstra (AJF), zelf potentieel opvolger én docent melkveehouderij in Leeuwarden, ziet dat de zachte kant van een overname gelukkig steeds meer wordt besproken. “Op school leerden studenten eerder voornamelijk over de financiën, maar gelukkig is er nu ook steeds meer aandacht voor de emotionele kant. En daar moet aandacht voor blijven!” Ze merkt bij haar leerlingen veel onzekerheid. “Ze zijn jong, weten vaak niet wat er thuis precies speelt, en durven daar ook niet makkelijk over te praten. Met de extra aandacht voor dit onderwerp in de lessen én door het systeem thuis bij deze lessen te betrekken hopen we daar verandering in te brengen!”

Die spanning herkent ook Fleur Maartje (HAJK), agrarisch fotograaf en betrokken bij de overname van het bedrijf van haar schoonouders. “De jongere generatie wil vaak wat anders, maar dat botst met de ideeën van ouders of ooms en tantes.”

De oplossing? Echte gesprekken! Tynke: “Ik zou pleiten voor losse één-op-één-gesprekken met een vertrouwenspersoon, iemand die ieder gezinslid apart spreekt. Alleen dan komt het échte verhaal boven tafel.”

Handelen uit emotie

“Ik denk dat bedrijfsovername minstens voor 60 procent emotie is,” stelt de Friese Tynke. “Er zit zoveel onzekerheid in deze tijd — mestregels, stikstof, fosfaat — ouders willen hun kinderen daar soms voor behoeden.” Ook Hans Scholte van Flynth merkt dat: “We zien vaak ouders die in een spagaat zitten. Ze willen het bedrijf overdragen aan één kind, maar ook hun andere kinderen kunnen ze niet zomaar achterlaten. Dat wringt.” Volgens hem volstaan standaardoplossingen niet meer en moeten we misschien anders gaan denken: “We moeten durven denken aan het loskoppelen van eigendom en ondernemerschap. De grond is nu drie keer zoveel waard als twintig jaar geleden. Dat maakt overnames bijna onhaalbaar binnen de familie.”

“In de melkveehouderij is gunnen essentieel. Zonder dat, lukt het simpelweg niet!”, zegt Pierre instemmend, “En zo is het ook bij onze buitenfamiliaire overname. De focus ligt op ratio, maar ook daar moet je elkaar iets gunnen. Je kunt niet alles in een contract vatten.”

Vertrouwde adviseur of frisse blik?

De rol van de adviseur blijkt cruciaal, maar ook complex. Fleur Maartje waardeert de jaarlijkse gesprekken met Flynth: “Dat moment aan de keukentafel, daar komt alles samen, zowel zakelijk als emotioneel.” Voor Tynke voelt dat juist anders: “Onze accountant zit al 40 jaar bij mijn vader aan tafel. Ik voel me daardoor niet helemaal gehoord en zou liever iemand hebben die ook míjn kant begrijpt.”

Hans ziet steeds vaker dat er voor jongere generaties aparte adviseurs worden betrokken. “Dat werkt goed. Soms moet je erkennen dat één persoon niet iedereen kan vertegenwoordigen.” En als dat niet lukt, dan moet je durven doorverwijzen.

“Soms is één gesprek genoeg om iets in beweging te zetten.” – Hans Scholte

De sleutel: durven praten en op tijd hulp zoeken

Eén ding wordt pijnlijk duidelijk: praten helpt. Maar het gebeurt nog te weinig, en vaak te laat. Hans: “Ik sprak laatst een jonge boer van wie de vader al 72 was. Hij had nog nooit serieus over de overname gesproken. Zo zonde. Soms is één gesprek genoeg om iets in beweging te zetten.”

Pierre sluit het gesprek hoopvol af: “Er zit ongelofelijk veel energie in de nieuwe generatie. Mijn advies is: wees creatief. Als de wil er is, dan vinden we samen een weg. Maar dan moeten we wél durven praten. Open en eerlijk.”

Stellingen die centraal stonden:

  • Een succesvolle bedrijfsovername vraagt om open communicatie en heldere afspraken over verwachtingen en rolverdeling tussen generaties.
  • Sterke familiebanden en diepgewortelde tradities zijn waardevol, maar kunnen vernieuwing en verandering ook in de weg staan.
  • Gebrek aan maatschappelijke en politieke erkenning maakt het moeilijker voor jonge boeren om met vertrouwen het bedrijf over te nemen.
  • Mentale gezondheid van boeren verdient net zoveel aandacht als financiële gezondheid, beide zijn cruciaal bij een bedrijfsovername.

 

Deze discussiebijeenkomst met het thema ‘Bedrijfsovername, meer dan alleen euro’s’ is tot stand gekomen met medewerking van Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea), Hans Scholte (Flynth), Pierre van Oort (ForFarmers), Coen van den Bighelaar (NAJK), Fleur Maartje Bakker (HAJK) en Tynke Hofstra (AJF).

BNDR: Column door Wiggele Oosterhoff

Aan jonge mensen die thuis het bedrijf willen overnemen, vraag ik vaak: ‘wat neem je over?’ Meestal kijken ze me vreemd aan en zeggen dan: ‘het bedrijf natuurlijk’. Maar wat is dat agrarische familiebedrijf precies? Wat hoort er allemaal bij? Met wie heb je allemaal te maken? 

Systemen

Als agrarische ondernemers zit je middenin een krachtveld van systemen. De familie, het bedrijf, de markt, de regionale gemeenschap, de maatschappij, en het kapitaal / het eigendom. Al die systemen hebben invloed op jou als ondernemer. Soms trekken ze aan je. We zeggen dan: ‘het familiebedrijf trekt aan je’. Soms werken ze beklemmend. Wanneer (ongeschreven) regels jou belemmeren om een eigen weg in te slaan.  In agrarische familiebedrijven komen systemen samen aan de keukentafel. Sterker, systemen lopen daar vaak dwars door elkaar heen. Daar zitten ouders en kinderen samen. Daar overleggen ze als maten van het bedrijf. Daar zitten ook de voeradviseur en de accountmanager van de bank. Een tijd terug vertelde Nico (niet z’n echte naam) over de lastige werkrelatie met z’n vader. Elke keer als hij het over z’n vader had, zei hij ‘pap’. Logisch, want Nico komt uit het zuiden en daar zeggen ze ‘ons pap’. Maar ‘pap’ is een woord van het familiesysteem. Daar ben je ouders en kinderen van elkaar. Dat is een verticale relatie. In het bedrijfssysteem zijn Nico en z’n vader elkaars maten. Dat is een horizontale relatie van gelijken. Nico is in gesprekken over het bedrijf z’n vader bij de voornaam gaan noemen. Zijn vader reageert nu naar zijn maat. In plaats van naar zijn zoon, zoals hij ruim twintig jaar heeft gedaan. Wees je bewust van de invloed van de verschillende systemen. Soms hebben ze een eigen taal. Of vragen ze om een aparte tafel voor een goed gesprek.

Patronen

Patronen zijn de ongeschreven regels van de systemen. Soms gaan die regels generaties lang mee. Dan klinkt het: ‘Zo doen we dat hier, altijd’.  Een veel voorkomend patroon in agrarische familiebedrijven is het patroon van ‘de bezette troon’. De overdrager blijft op de troon van de zeggenschap zitten. Waardoor er voor de overnemer geen ruimte is om een eigen plek in te nemen. Dat is voor beide partijen vaak heel frustrerend. Andere patronen die worden beschreven, zijn: ‘nooit goed’, ‘vanuit vroeger’, ‘niet spreken’ en ‘kloon en lievelingskind’. Net als bij systemen is het bij patronen belangrijk om je er bewust van te zijn of te worden. Want bewustwording is het begin van verandering! Wat neem je over? En wat niet? Bedrijfsovername gaat over meer dan het bedrijf, de grond, het vee en de gebouwen. Het gaat ook over jouw plek in de verschillende systemen. En of je bepaalde patronen overneemt, of niet.

 

Op persoonlijke titel schreef Wiggele Oosterhoff het boek ‘Doorzien, een contextueel handboek voor agrarische familiebedrijven’. In het handboek staan veel praktijkverhalen en ook opdrachten om zelf aan de slag te gaan.

 

BNDR: De week van Hilde Coolman

Hilde Coolman heeft samen met haar vader een akkerbouwbedrijf in het Noord-Groningse Oudeschip, waar pootaardappelen, suikerbieten en granen worden verbouwd. Naast deze werkzaamheden op de boerderij is ze verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw binnen het dagelijks bestuur van NAJK. Ze neemt jullie graag mee tijdens één van haar werkweken van de afgelopen maanden!

 

Maandag:

Op Paasmaandag was het, zoals het goed Gronings gebruik betaamt, ‘tied veur neutn schaitn’ (notenschieten). Hierbij liggen er walnoten op een rij en is het de kunst om met een gietijzeren kogel de achterste noten van de lijn af te stoten. Als je de verkeerde raakt, gaat er geld in de pot. Een gezellige traditie!

 

Dinsdag:

Er konden weer aardappels gepoot worden! Verschillende stammen van diverse aardappelrassen hebben we weer aan de grond toevertrouwd.

 

Woensdag: 

En door! Vandaag stond er wederom een ‘trekkerdag’ op de planning: vandaag nog een dagje op de frees om de ruggen klaar te leggen.

                        

Donderdag: 

Een dag met online vergaderingen. In de ochtend stond een vergadering over het 8e Actieprogramma Nitraat (8e APN) op het programma en een eerste gesprek over een nieuwe podcast voor onze serie ‘Wie, Wat, Water de boerenpodcast’. In de middag onze maandelijkse NAJK-bestuursvergadering met alle provinciale AJK’s. Eén keer per kwartaal is deze vergadering fysiek, maar deze maand was het tijd voor de digitale versie.

Vrijdag:

Op naar Den Haag om aan te sluiten bij een stakeholderbijeenkomst met de Eurocommissaris voor milieu, water circulaire economie, Jessika Roswall. Er zijn veel verschillende onderwerpen aan bod gekomen. Vanuit NAJK heb ik aandacht gevraagd voor de benodigde ruimte op doelsturing in het Europees beleid, wat voor nu vooral belangrijk is voor het 8e APN.