Melkveehouderijdag ‘Natuurlijk Meer Melken’

Op woensdag 27 januari 2016 organiseerde NAJK en DeLaval samen een dag speciaal voor melkveehouders: Natuurlijk Meer Melken. Er luisterde 48 deelnemers naar de visie van DeLaval, Rabobank en ForFarmers op het thema. Vervolgens konden ze met elkaar in discussie over ‘Natuurlijk Meer Melken’.

Balans tussen factoren

Geert-Jacob van Dijk, directeur DeLaval Benelux en NAJK-voorzitter Eric Pelleboer opende de dag. Jan van Beekhuizen, sectormanager food & agri van de Rabobank, gaf zijn visie op het onderwerp. “Om op natuurlijke wijze meer te kunnen melken, moet er een balans zijn tussen een aantal factoren namelijk de zuivelmarkt, concurrentie, draagvlak, mineralen, financiering en de ondernemer”, aldus Jan van Beekhuizen. “Na de verdwijning van de melkquotum moet hier een balans in hervonden worden. Het begint allemaal bij wat de ondernemer wil maar het belangrijkste is om alleen te investeren in uitbreiding als er goede financiële resultaten zijn.”

Efficiëntie 

Daarna was het woord aan Robert Meijer, Marketing manager melkvee bij ForFarmers. Meijer: “Er komt als melkveehouder veel op je af, maar niet op alle zaken heb je direct invloed. Richt je vooral op zaken waar je wel invloed op hebt als efficiënte melkproductie en goede technische resultaten. Nu het melkquotum eraf is en er fosfaatrechten komen, is het een uitdaging om meer melk per kg fosfaat te produceren. Hier liggen kansen. Uit praktijkresultaten blijkt dat er verschillen van 50 kg melk/per kg fosfaat tussen bedrijven bestaan. Sturen op mineralenefficiëntie betekent bovendien sturen op voerwinst.”

Sensorgegevens vertalen

Tot slot gaf Hendrik Veldman, Solution Manager Herd Management & Feeding bij DeLaval, zijn visie op ‘Natuurlijk Meer Melken’. “Op de melksystemen van DeLaval zitten allerlei sensoren, maar het gaat uiteindelijk om wat de gegevens de boer vertellen en wat de boer hiermee doet”, vertelde Hendrik Veldman. “Er zijn nog verschillende stappen te zetten maar iedere boer zal dat op z’n eigen manier doen.”

Ter afsluiting van de dag bezochten de deelnemers het melkveebedrijf van melkveehouder Sjoerd Minnema.

Eindelijk zicht op openstelling Jonge Landbouwersregeling

Op donderdag 21 januari 2016 maakte staatssecretaris Van Dam bekend dat van 1 maart tot en met 16 april 2016 in alle provincies de lang verwachte Jonge Landbouwersregeling wordt opengesteld. Boeren en tuinders, jonger dan 41 jaar, kunnen subsidie aanvragen voor investeringen om zo een steun in de rug te krijgen. Zoals NAJK bepleit heeft, is gekozen voor een uniforme regeling met minimale provinciale verschillen. Provincies zullen hun budgetten van 2014 en 2015 hiervoor benutten.

“Wij als NAJK zijn verheugd dat er eindelijk helderheid is over de datum van de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling”, aldus Sander Thus, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille bedrijfsovername. “We hebben lang moeten wachten op duidelijkheid over de invulling en openstelling van de regeling, maar nu weten jonge boeren en tuinders dan eindelijk dat ze van de regeling gebruik kunnen maken.”

Er is lange tijd onduidelijkheid geweest over de voorwaarden omtrent de Jonge Landbouwersregeling. Jonge boeren dreigden na hun maatschapsperiode buiten de regeling te vallen. Op verzoek van NAJK zijn hierover vragen gesteld aan de Europese Commissie. Die gaf onlangs uitsluitsel over deze kwestie. Jonge boeren en tuinders kunnen, ook bij overname na een maatschap, tot de leeftijd van 41, eenmalig gebruikmaken van de regeling. “Over de exacte invulling van de Jonge Landbouwersregeling zijn wij nog met het ministerie van Economische Zaken en RVO in gesprek”, zegt Thus.

Om de uitvoeringskosten beperkt te houden is er gekozen voor een korte investeringslijst. De openstelling van 2016 zal, in verband met de openstelling in 2017, worden geëvalueerd naar inhoud en werkwijze. Thus: “NAJK had gehoopt op een uitgebreidere lijst, maar deze is er helaas niet gekomen. We zullen nauw betrokken zijn bij de evaluatie en namens alle jonge boeren en tuinders met aanbevelingen komen.”

NAJK-voorzitter met Nederlandse delegatie bij Grune Woche

Afgelopen week was NAJK-voorzitter Eric Pelleboer met de Nederlandse delegatie aanwezig op de eenentachtigste editie van de  Grüne Woche in Berlijn. De Grüne Woche is de grootste beurs voor landbouw, tuinbouw en voedsel ter wereld. Het is daarnaast een belangrijke ontmoetingsplek voor agrarische politiek en het bedrijfsleven. De huidige editie trekt naar verwachting tussen de 400.000 en 500.000 bezoekers, waar 50 landen zijn kwaliteiten op het gebied van levensmiddelen, land- en tuinbouw presenteren. Ook Nederland toont haar kwaliteiten. In het Nederlandse paviljoen worden kenmerkende productgroepen van de agrarische- en voedingssector gepresenteerd zoals groente, zuivel, vlees, vis, bloemen en dranken.

De delegatie, onder leiding van staatssecretaris Van Dam, bestond dit jaar uit afgevaardigden van het ministerie van Economische Zaken, de Tweede Kamer, leden van het Europees Parlement, vertegenwoordigers van de Nederlandse agribusiness en belangenbehartigers. Tijdens het bezoek aan de Grüne Woche werden de exportcijfers van de Nederlandse land- en tuinbouw van 2015 gepresenteerd. Ook dit jaar is de agrarische export weer gestegen en mag Nederland zijn naam als één van de grootste exporteurs behouden. Van Dam gaf daarvoor zijn complimenten aan de aanwezigen en gaf aan dat we er alles aan moeten doen om deze positie te behouden en versterken.

De Grüne Woche biedt veel mogelijkheden om met bestaande en nieuwe contacten te spreken over het belang en de aankomende lobby-activiteiten van NAJK. Pelleboer: “Jonge boeren en tuinders zijn de toekomst van de Nederlandse agrarische sector. Het is daarom belangrijk om namens de boeren en tuinders van de toekomst de Nederlandse agrarische sector zo goed en sterk mogelijk te vertegenwoordigen .”

MaïsChallenge 2016 gericht op rendement per hectare

Woensdag 13 januari is op de Landbouwhogeschool in Dronten de aftrap gegeven voor MaïsChallenge 2016. In deze derde editie van dit kennisproject van maïsveredelaar Limagrain en NAJK is de uitdaging om zo efficiënt mogelijk snijmaïs te telen: wie haalt het hoogste rendement per hectare? Het gaat om een optimale teelt die leidt tot een maximale voederwaardeopbrengst. De 50 deelnemers, inclusief een team van CAH Dronten, kregen direct waardevolle informatie mee voor een voortvarende start van hun teelt in 2016.

Veehouders moeten van heel wat markten thuis zijn om succesvol een bedrijf te runnen. De ruwvoerteelt is hierin een factor van groot belang. Met extra aandacht voor de teelt, het uitwisselen van ervaringen met collega’s en praktische kennis van een toonaangevend maïsveredelaar worden deelnemers aan de Challenge echte maïsspecialisten.

Grote verschillen in saldo per hectare

Na de opening door Jos Groot Koerkamp van Limagrain gaf Hans Scholte, bedrijfsadviseur bij accountant Flynth, een interessante inkijk in de financiële kengetallen van de ruwvoerteelt en maïs in het bijzonder. Er blijken grote verschillen van maar liefst € 1.600,- te bestaan in het saldo dat melkveehouders realiseren per hectare snijmaïs. Uit een rekenvoorbeeld bleek de zeer grote impact hiervan op het bedrijfsinkomen én daarmee op de mogelijkheden van bedrijfsovername en ontwikkeling.

Kennis delen

Deelnemers gingen vervolgens zelf aan de slag met hun eigen tips en adviezen rondom de 5 thema’s bodem, bemesting, rassenkeuze, inzaai en gewasbescherming. Hun presentatie aan de hele groep werd aangevuld door praktische adviezen van productmanager Mark de Beer. Uit de vele vragen van deelnemers was duidelijk dat op deze vlakken nog erg veel kennis valt te delen.

In de aanloop naar maïsseizoen 2016 moeten de deelnemers nu zelf een maïsras kiezen uit de allernieuwste maïsgenetica die voor dit project ter beschikking wordt gesteld: de LG 31-generatie. Ze worden tijdens het groeiseizoen begeleid door ruwvoerspecialisten en krijgen extra kennis mee via Masterclasses in juni en augustus dit jaar.

Volg de MaïsChallenge 2016 via facebook.com/maischallenge, najk.nl en limagrain.nl.

Waar zijn de jonge boeren?

Nederland is in het eerste half jaar van 2016 voor de 12e keer voorzitter van de Raad van Ministers van de Europese Unie. Dit biedt kansen voor de landbouw: als EU-voorzitter ben je agendazettend.

Op 11 januari mocht onze kersverse staatssecretaris Martijn Van Dam laten zien welke ambities hij heeft voor het komende halfjaar. In de huidige tijd, met slechte prijzen in de melkveehouderij en de vleesvarkenssector is dit een uitdaging. Want hoe voorkom je dat een sector zich achtergesteld voelt? Of dat landen zich benadeeld voelen doordat hun grootste zorgen niet geagendeerd worden? Van Dam liet met een brede maar ambitieuze agenda zien dat dit te voorkomen valt. Per portefeuille mag iedere vakminister zijn of haar ambities voor het voorzitterschap komen toelichten voor de betreffende commissie van het Europees Parlement, waarna vragen gesteld worden. Begin januari deed Van Dam dit voor de commissie landbouw en plattelandsontwikkeling.

Van Dam begon zijn betoog met een persoonlijke noot. Wanneer hij denkt aan de toekomst van voedsel en landbouw dacht hij aan de volgende generatie en specifiek aan zijn eigen kinderen. Want wat eten zijn kinderen in de toekomst? Hoe staan we ervoor wanneer er in 2050 9 miljard monden te voeden zijn? De staatssecretaris gaf aan niet te denken dat de EU het wereldvoedselprobleem kan oplossen maar dat zij hier wel een grote bijdrage aan kan leveren. Hij heeft dan ook een aardige ambitie: er moet duidelijkheid komen over het kwekersrecht, er moeten betere afspraken worden gemaakt over biologische landbouw, er zal gesproken worden over genetische modificatie en er moet meer gedaan worden tegen voedselverspilling. Hiermee zet hij de lijn die zijn voorganger Sharon Dijksma inzette door.

Ook pleitte Van Dam voor een gezamenlijke aanpak rond het verminderen antibioticagebruik in de veehouderij. Een beetje trots vertelde de staatssecretaris dat Nederland hier de afgelopen jaren ontzettend hard aan heeft gewerkt en het antibioticagebruik met tientallen procenten is afgenomen. Van Dam wil dat landbouw- en volksgezondheidsspecialisten samen om tafel gaan om te besluiten hoe het antibioticagebruik in de veehouderij ook elders in Europa verminderd kan worden. Ik hoop dat er ook elders in de EU echt gehandhaafd gaat worden als het gaat om antibioticagebruik. Om te kunnen concurreren met andere EU-landen zullen er duidelijke afspraken gemaakt moeten worden over vermindering van antibioticagebruik in de veehouderij. Ook sprak de staatssecretaris over de situatie rond de varkens- en melkveehouderij. Hij gaf aan niet meer geld te willen spenderen, ook al zijn de problemen groot. Hij wil inzetten op het aanboren van afzetmarkten in opkomende economieën en daarmee het verkennen van nieuwe exportmogelijkheden.

Al met al, niet verkeerd, de ambities van Van Dam, hoewel we natuurlijk nog moeten zien hoeveel er daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Toch miste ik als NAJK-bestuurder de warme woorden voor jonge boeren en tuinders. De staatssecretaris ging niet in op de échte toekomst van de sector, er was geen visie of vergezicht. Er werd zelfs niet gerept over afnemende bodemvruchtbaarheid of stijgende grondprijzen. Een gemiste kans want wij, de jonge boeren en tuinders, gaan in 2050 die miljarden monden voeden.

Iris Bouwers
Dagelijks bestuur NAJK, portefeuille internationaal