Kom in actie op 1 oktober!

NAJK herkent zich in de zorgen die jonge boeren hebben over de toekomst van de sector en staat daarom achter de leden die 1 oktober deelnemen aan het boerenprotest in Den Haag. Daarnaast roept NAJK haar leden op om speelgoedtrekkers te doneren aan de actie #Doneerjetrekkertje.

Jonge boeren willen zich gehoord voelen
“Onze leden willen laten zien dat zij trotse jonge voedselproducenten zijn, maar het is ontzettend demotiverend dat er in het politieke en publieke debat vaak negatief over de landbouwsector gesproken wordt”, aldus NAJK-voorzitter Andre Arfman. Afgelopen zomer schreef NAJK al een brandbrief aan minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. NAJK ziet namelijk de bewegingsruimte en het vertrouwen in de toekomst van jonge boeren in hoge snelheid verdwijnen. Volgens Arfman kan een goede en publieksvriendelijke actie op 1 oktober laten zien dat jonge boeren trots, enthousiast en ambitieus zijn. Bovendien ondersteunt NAJK de initiatieven van lokale AJK’s.

Doneer je speelgoedtrekkers #Doneerjetrekkertje
Daarnaast ondersteunt NAJK de actie #Doneerjetrekkertje. Boeren kunnen hun speelgoedtrekkers doneren aan kinderen in gezinnen met een krappe beurs. Arfman: “Als NAJK zetten we ons in voor de volgende generatie boeren. De jeugd heeft de toekomst en we gaan ze hard nodig hebben. Mede daarom willen we als jonge boeren er zijn voor iedereen in de maatschappij. Speelgoedtrekkers zijn daar een mooi symbool voor.” #Doneerjetrekkertje is een initiatief van Boeren van Nederland, een groep boeren die actief de verbinding zoekt met de maatschappij. Op 1 oktober worden de trekkertjes verzameld op het Malieveld in Den Haag en overhandigd aan de Speelgoedbeurs Den Haag. Inmiddels staat de teller al op enkele honderden speelgoedtrekkers.
Boeren kunnen via de website www.doneerjetrekkertje.nl hun trekkertje opgeven en een persoonlijke boodschap meegeven aan de ontvanger.

Toekomst jonge boeren blijft onzeker

Jonge boeren zijn niet gerustgesteld door het stikstof-adviesrapport van de commissie Remkes. Volgens het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is het positief dat de commissie een generieke korting afraadt, maar blijft de toekomst onzeker.

Op woensdag 25 september overhandigde oud-minister Johan Remkes het adviesrapport “Niet alles kan”, aan minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De commissie adviseert het Ministerie in het rapport maatregelen te nemen in de veehouderij, mobiliteit, industrie en bouw. Dagelijks bestuurder van NAJK Marije Klever: “Zowel de politieke keuzes als het adviesrapport voor de lange termijn worden bepalend voor de bewegingsruimte van de jonge boer.”

Jonge boer wil bewegingsvrijheid
Voor NAJK was een generieke korting absoluut onbespreekbaar. Dit zou een zeer negatief effect hebben op de hele veehouderijsector en een generieke korting zou de regionale problemen niet oplossen, aangezien het probleem gebiedsafhankelijk is. De commissie Remkes adviseert om agrarische bedrijven met relatief hoge emissies of verouderde stalsystemen te saneren. Belangrijk voor NAJK is dat er bewegingsvrijheid voor jonge boeren en tuinders blijft bestaan. Ook voor jonge boeren in kwetsbare gebieden met moderne bedrijven of met een oudere stal maar een efficiënte bedrijfsvoering wat betreft stikstof. Zonder deze bewegingsvrijheid en vertrouwen is er geen toekomst voor de agrarische ondernemers van de toekomst in Nederland. “Er wordt aan alle kanten aan jonge veehouders getrokken en er gebeurt bijna wekelijks iets dat ons verder klem zet. Hier moet iets aan gebeuren. Wij roepen daarom de overheid op om in dit dossier extra aandacht te besteden aan de jonge boeren en tuinders.”, aldus Klever.

Onduidelijkheid blijft
De onzekerheid waar de landbouw in verkeert, wordt met het adviesrapport van commissie Remkes niet weggenomen. De termen in het adviesrapport zijn voor interpretatie vatbaar en wekken daarmee nieuwe vragen op. Daarnaast is er nog geen zekerheid voor bedrijven die ten tijde van de PAS meldingsplichtig waren en hoe er nu omgegaan moet worden met bemesten en beweiden. Ook zijn er veel vragen over het rekenmodel onder jonge boeren en tuinders. Klever: “Het is onduidelijk waar het rekenmodel op gebaseerd is en of het correct werkt. Dit brengt veel onrust en wantrouwen onder de jonge agrariërs.”

Invulling en uitwerking cruciaal
Er wordt een grote rol aan provincies toegeschreven in het adviesrapport. Klever: “Het is belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de lokale situatie, maar het moet straks niet zo zijn dat er grote verschillen ontstaan in de mogelijkheden voor agrarisch ondernemers in verschillende provincies. Agrarische ondernemers in eenzelfde situatie verdienen een gelijke behandeling.” Een ander cruciaal punt is het financiële plaatje. Op dit moment is het nog geheel onduidelijk hoeveel financiële middelen de overheid beschikbaar stelt om de opgave te realiseren. Het gisteren gepubliceerde advies heeft betrekking op de korte termijn. De commissie gaat nu aan de slag met het advies voor de lange termijn. “Dat advies en de verdere uitwerking ervan zijn nóg bepalender voor de impact op toekomst van de landbouwsector“, aldus Klever.

NAJK roept het ministerie van LNV en de leden van de Tweede Kamer op om goed onderbouwde en integrale keuzes te maken en extra aandacht aan de toekomst van de sector te besteden.

[ADVERTORIAL] Varkens tegen verspilling

Het varken is een ultiem kringloopdier. Vroeger had nagenoeg iedereen een varken om de keukenresten op te ruimen. Het varken zette deze resten om in vlees en zo kwam het als hoogwaardige voeding terug op het bord. Ook nu eten varkens veel resten. Geen keukenresten meer, maar reststromen die op grote schaal afkomstig zijn uit de productie van levensmiddelen.

Zonder onze landbouwhuisdieren zouden deze restproducten één of meer treden lager op de ladder van Moerman hergebruikt worden en zou het milieueffect van het verwerken van deze stromen kleiner zijn. (Zie afbeelding ‘Ladder van Moerman’) Varkens spelen dus een belangrijke rol tegen de verspilling van hoogwaardige grondstoffen.

Bedrijfsrendement en kringlooplandbouw?

Pakweg een jaar geleden presenteerde minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit haar visie over de omslag naar kringlooplandbouw. Wat deze visie qua uitvoering in de praktijk betekent, is nog niet concreet. Maar dat we, omwille van ons klimaat en de aarde op alle fronten zuiniger om moeten springen met grondstoffen, is wel duidelijk. Leuk en aardig allemaal, maar wat betekent dit voor mijn bedrijfsrendement, denk je wellicht? Voor het voeren van varkens hangt dat onder andere af van de grondstoffen die je kiest. Net als bij de traditionele manier van voeren. Tot zover weinig verschil dus… Het kiezen van de juiste grondstoffen daarentegen kan wél een uitdaging zijn.

De ene reststroom is de andere niet; een wereld van verschil

Het aanbod aan reststromen is zeer divers. Dit geldt voor de prijs, herkomst, samenstelling en, één van de belangrijkste kenmerken, de nutriëntwaarden. Hoe voedzaam en rijk reststromen aan hoogwaardige en goed opneembare voedingsstoffen zijn, hangt sterk af van de herkomst. Betreft het reststromen, ontstaan tijdens het productieproces, zoals tarwegries of gaat het om een hoogwaardig deegproduct, onbruikbaar als gevolg van een productiestoring, dat bestaat uit het beste van de tarwekorrel?

Het effect van hoogwaardige restproducten op de prestaties

De mate van benutbaarheid en de kwaliteit op nutriëntniveau is bepalend voor het effect op het resultaat en niet de prijs per 100 kg droge stof.

In de praktijk blijkt dat voer met daarin de unieke Food-for-Feed®-grondstoffen, dankzij haar betere benutbaarheid, een scherpere voerconversie geeft en een lagere fosfaatproductie.

Ter illustratie: in de tabel lees je wat het effect op de fosfaatproductie is wanneer je een gedeelte van de traditionele grondstoffen vervangt door Food-for-Feed®-grondstoffen (kolom ‘Nijsen/Granico’). Je kunt daarmee 5.231 kg P2O5 besparen (4.000 vleesvarkensplaatsen).

 

  Gem. excl. Nijsen/Granico Nijsen/Granico  Reductie
Aantal Vleesvarkensplaatsen 4.000 4.000
Voerconversie 2,56 2,5
Opleggewicht 25 25
Aantal rondes 3 3
P Aanvoer 14.046 11.762
N Aanvoer 32.166 26.935
P205 verschil 5.231 16,26%
Financieel voordeel:
Mestkosten per ton bij 4 kg Fosfaat à 4 Euro €32.693

Ruim 30 jaar circulair voerproducent

Nijsen/Granico maakt inmiddels ruim 30 jaar van levensmiddelen die niet in het winkelschap terechtkomen, (deels) circulair voer voor varkens. Inmiddels verwerken wij jaarlijks ruim 100.000 ton levensmiddelen (denk aan koek, brood, snoep, chocolade, deeg, sauzen en vlaaien) en kunnen wij varkensvoer maken dat tot 100% uit levensmiddelen, verwerkt tot de circulaire Food-for-Feed®-grondstoffen, bestaat. Voeders met Food-for-Feed®-grondstoffen kunnen, naast een positief effect op de carbon footprint, ook een gunstig effect hebben op je rendement.

Dit kan circulair voeren voor jou als varkenshouder betekenen:

  • Jij kunt met jouw varkens een scherpere voerconversie halen;
  • Jij kunt je mestafzetkosten verlagen dankzij een betere fosfaatefficiency en een lagere fosfaatproductie;
  • Jij kunt de carbon footprint van je varkens substantieel verlagen dankzij een substantieel lagere carbon food via voer;
  • Jij kunt bijdragen aan een lager landgebruik en minder import van grondstoffen voor voer.

Voor een goed rendement en een duurzamer stukje varkensvlees met een substantieel lagere carbon footprint!

Vrijwilligers gezocht voor NK Veebeoordelen 2019!

Op zaterdag 5 oktober 2019 organiseert het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt het jaarlijkse Nationale Kampioenschap Veebeoordelen tijdens de Fokveedag in Hoornaar. Zo’n 64 deelnemers in de
leeftijd tot en met 30 jaar zullen gedurende drie rondes 15 koeien beoordelen. Deze koeien moeten in de week voorafgaand aan het evenement of op de dag zelf mooi geschoren, gewassen en getoiletteerd worden. Zodat ze er weer piekfijn uitzien voor de keuring.

Hiervoor zoeken wij vrijwilligers!

De bedrijven waar de koeien vandaan komen, liggen in Nieuwland en Schalkwijk. Alle hulp is welkom!
We willen op maandag 30 september en/of dinsdag 1 oktober de koeien wassen en scheren en op
vrijdag 4 oktober willen we de dieren nogmaals van een wasbeurt voorzien. Ook voor zaterdag 5 oktober zoeken we vrijwilligers die willen helpen met de koeien wassen, verzorgen en voorbrengen.

Heb jij tijd en lijkt het je leuk om te helpen? Stuur een berichtje naar Anne Vollering (avollering@najk.nl).

NAJK deelt zorgen over toekomstperspectief jonge boeren

Via diverse kanalen worden boeren opgeroepen deel te nemen aan de aangekondigde boerendemonstratie op 1 oktober in Den Haag. NAJK deelt de zorgen van vele (jonge) boeren over het toekomstperspectief van de landbouw in Nederland, maar zal niet haar naam verbinden aan de demonstratie.

In juni heeft NAJK een brandbrief gestuurd naar minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Op deze manier heeft NAJK de minister opgeroepen toekomstperspectief te houden voor (jonge) boeren. NAJK-voorzitter Andre Arfman legt uit: “Ook in de huidige situatie, waarin veel op ons afkomt, proberen we een weg te vinden, de kansen te benutten die we zien. Daar hebben we in de basis twee dingen voor nodig: bewegingsruimte en vertrouwen in de toekomst. Juist deze twee dingen zien we in een zeer zorgwekkende snelheid verdwijnen. We hebben het gevoel de grip op de toekomst te verliezen.”

Dat er voor verandering niet alleen vertrouwen in de toekomst, maar ook ruimte en perspectief nodig is, wordt al geruime tijd bepleit door NAJK. Naar aanleiding van de brandbrief is NAJK in gesprek met het ministerie van LNV. “Deze gesprekken verlopen goed, er wordt serieus naar NAJK geluisterd en samen wordt er naar oplossingen gezocht. Helaas zijn de opgaven complex, is het proces niet altijd zichtbaar en duurt het soms lang voor alle processen zijn doorlopen. Dit betekent dat er niet altijd direct een positief resultaat zichtbaar is,” aldus Arfman.

Terwijl Nederlandse agrarisch ondernemers continu verbeteringen toepassen op hun bedrijf en ontzettend duurzaam produceren, wordt er in het publieke en politieke debat vaak op een negatieve manier over de landbouwsector gesproken. Dit stoort NAJK ontzettend. Daarnaast demotiveert het jongeren om met opgaven rond de kringloopvisie en het klimaat aan de slag te gaan. Arfman vertelt: “Als zelfs de meest positieve, gemotiveerde jonge boeren aangeven “van mij hoeft het niet meer”, dan slaan we de plank volledig mis in Nederland. Als we de energie kwijtraken, dan wordt het niets met de kringloopvisie, met klimaatopgaven en het allerbelangrijkste: ons voedsel. Daarom zal NAJK blijven vechten voor de ruimte voor jonge boeren.”

NAJK begrijpt het gevoel dat er heerst, maar zal als organisatie niet deelnemen aan de aangekondigde demonstratie. De leden van NAJK staan hier uiteraard vrij in. Arfman: “Het is waardevol dat jonge boeren, als voedselproducenten van de toekomst, zich uitspreken en zich actief mengen in het publieke debat. We zien dit door het hele land op verschillende manieren gebeuren.”

NAJK hoopt dat de aanwezige boeren en sympathisanten respectvol en binnen de kaders van de wet blijven opereren. Arfman: “Nederlandse boeren en tuinders werken iedere dag met passie aan kwalitatief hoogwaardig voedsel en dat is iets wat we altijd moeten blijven uitstralen!”

Nieuw project: Veilig en met plezier werken in de melkveehouderij

NMV, LTO Nederland, NAJK en NZO hebben samen met ZuivelNL en Stigas, het kennisinstituut voor veilig, gezond en duurzaam werken, het initiatief genomen om de veiligheid in de melkveehouderij te verbeteren. Het betreft een driejarig project dat zal starten tijdens de Veilig op 1-week georganiseerd van 16 tot en met 20 september door platform Zero Accidents.

Doel van het project is om een veilige werkvloer voor melkveehouders, hun familieleden, personeel en bezoekers te realiseren. ZuivelNL financiert dit project en geeft zo invulling aan één van de zeven doelen van de Duurzame ZuivelKeten voor 2030, die vorige week bekend zijn gemaakt.

Noodzaak
De aanleiding tot het gezamenlijke project is het hoge aantal ongelukken in de agrarische sector, vaak met ernstige afloop. Het werken met vee en machines kent risico’s, maar hoeft niet gevaarlijk te zijn. Vijf redenen waarom het nodig is aandacht te besteden aan veiligheid in de melkveehouderij:

  1. In de afgelopen 10 jaar lag het gemiddelde (in de agrarische sector) op 15 dodelijke ongevallen per jaar. Relatief gezien gebeuren de meeste ongelukken in de melkveehouderij (en het loonwerk).
  2. Uit onderzoek blijkt dat ieder dodelijk ongeval in de praktijk zo’n 30 ongevallen met ernstig letsel weerspiegelt. Dit betekent dat jaarlijks gemiddeld ook 450 ongevallen met ernstig letsel plaatsvinden. Daarmee zijn de dodelijke ongevallen dus nog maar het topje van de ijsberg.
  3. De meeste ongelukken gebeuren op het familiebedrijf, waar vaak jongeren of ouderen slachtoffer zijn.
  4. De aard van de ongelukken heeft vaak te maken met:
    • Dieren (omgang met stier, bekneld raken);
    • Rijdende machines (aangereden of overreden worden);
    • Bewegende onderdelen (gegrepen worden);
    • Onderhoud van machines en gebouwen (onderdelen die losschieten, vallen van of door het dak). De automatisering neemt toe en daardoor ook het aantal machines op het erf. Dit verhoogt het risico op ongevallen.
  5. Ook de toename van stress (o.a. door de toegenomen regeldruk), een hoge werkdruk en lage inkomenspositie zijn van invloed op de veiligheid op het boerenbedrijf.

Aan de slag
De initiatiefnemers willen de veiligheid op het boerenerf vergroten door melkveehouders meer bewust te maken van het belang van veilige werkomstandigheden. Met communicatie, tools, een prijsvraag en interactieve bijdragen aan ledenbijeenkomsten van LTO, NAJK en NMV willen de partijen het bewustzijn rond veiligheid op en rond het erf verhogen en het proactief handelen bij onveilige situaties stimuleren. Op de avonden komen veiligheidsdeskundigen aan het woord en melkveehouders die eerder een ongeval hebben meegemaakt. Zij zijn de zogenaamde ambassadeurs van het project. Bij de uitvoering van het project zijn veel medewerkers van NMV, LTO Nederland en NAJK betrokken, die zelf ook actief zijn op het eigen melkveebedrijf.

De passie doorgeven
Het uiteindelijke doel is het voorkomen van ongelukken. Zo kan er door meerdere generaties, door jong en oud samen, met plezier op het melkveebedrijf worden gewerkt.

Jonge boeren niet te spreken over voorstel krimp veestapel

Om het stikstofprobleem op te lossen moet volgens D66 de Nederlandse veestapel met de helft gekrompen worden. NAJK is niet te spreken over het voorstel. Het voorstel biedt geen oplossing voor het stikstofprobleem.

Volgens D66 moeten er in Nederland 50 miljoen minder kippen en 6 miljoen minder varkens gehouden gaan worden. Hiervoor zou de uitstoot van stikstof afnemen en komt er ruimte voor woningbouw. Aanleiding is de uitspraak van de Raad van State over de PAS in mei 2019.

Het voorstel van D66 biedt naar inziens van NAJK echter geen oplossing voor de stikstofproblematiek. “Het is een schijnoplossing. Het stikstofprobleem is gebiedsafhankelijk. Het verminderen van de helft van de Nederlandse veestapel lost geen regionale problemen op.”, aldus Tim van der Mark, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille intensief.

Jonge boeren maken zich grote zorgen over hun toekomst. Van der Mark: “Het is onbegrijpelijk dat D66 alleen naar de landbouw kijkt binnen de stikstof problematiek. Het voorstel maakt  het perspectief voor jonge boeren onzeker en demotiveert jonge boeren.” De commissie Remkes heeft van de overheid als opdracht gekregen om met aanbevelingen te komen rondom deze stikstofproblematiek. NAJK heeft de commissie een brief gestuurd met de oproep om toekomstperspectief voor jonge boeren en tuinders te houden. “De commissie Remkes moet een alles omvattend voorstel maken, waarbij niet alleen gekeken wordt naar landbouw.”, aldus Van der Mark.

D66 wil ook graag dat de overstap naar kringlooplandbouw extra gestimuleerd wordt. Van der Mark: “De oproep tot kringlooplandbouw vinden wij in principe positief. Maar we moeten niet vergeten dat de landbouw reeds gebaseerd is op kringlopen. Zo worden er bijvoorbeeld restproducten gebruikt voor  varkensvoer die anders weggegooid zouden worden.”

Grond (kennis)honger

We komen uit een tijd waarbij de focus van de melkveehouderij vooral ligt bij de koeien. Tot achter de komma weten we de melkproductie, de gehaltes, het medicijngebruik, het rantsoen en we hebben sensoren die de temperatuur, activiteit en herkauwslagen bijhoudt. Van ons land weten we echter een stuk minder, we laten één keer in de 5 jaar een analyse maken waar vervolgens gegevens uitkomen die we nauwelijks gebruiken in onze bedrijfsvoering. Er is dan ook geen commerciële partij die belang heeft bij het verbeteren van grond. Grond is echter wel ons duurste productiemiddel.

De afgelopen tijd komt er steeds meer aandacht voor grond en de bodem. Vanuit de aandacht voor mest en de kringloop gedachte wordt de bodem steeds meer centraal gesteld. Daarnaast komt er ook meer aandacht voor grond vanuit bepaalde vraagstukken zoals biodiversiteit, klimaat en de doelstelling om 65% eiwit van eigen land te verkrijgen. Bijna al deze vraagstukken geven druk op grond en vragen om meer kennis  over de bodem. Extra grond onder je bedrijf krijgen is echter makkelijker gezegd dan gedaan (al zou je dat al willen) , want grond heeft in Nederland een waarde die vanuit een agrarische bedrijfsvoering niet rond te rekenen is. Je kunt achterop een sigarendoos uitrekenen dat voer aankopen goedkoper is dan grondaankopen. Als grond 60.000 euro of meer per hectare kost, kun je alleen al van de rente meer voer kopen dan dat die hectare opbrengt.

Daarom is een goed pachtbeleid cruciaal, dat het mogelijk maakt om als jonge boer, die echt de eerste jaren na de overname geen geld overheeft om zo’n onrendabele investering te doen, mogelijk om wel meer grond onder zijn bedrijf te krijgen. Ook de mogelijkheid voor samenwerking met derden zijn van belang, zodat samenwerken met een akkerbouwer ook gezien wordt als eigen ruwvoer teelt.  Daarnaast kunnen we met al deze extra aandacht voor grond en de bodem ook onze kennis over de bodem verbeteren. Iets waar we vanuit NAJK al vol mee aan de slag zijn gegaan. Zo  organiseren we nu de bodembattles, een spel waarin jonge boeren tegen elkaar battelen over bodem kennis.

Grond en bodem wordt wellicht één van de belangrijkste thema’s de komende tijd. We hebben hierbij goed beleid nodig die goede oplossingen, zoals een duurzaampacht beleid en volop ruimte voor samenwerkingen met derden zodat ook jonge boeren mee kunnen komen. Daarbij zal meer kennis van de bodem een kans zijn om beter met de grond om te gaan. Daar zullen wij als boeren met elkaar aan moeten werken, want grond kan misschien niet uit, kennis delen onder elkaar is gratis, dat kan altijd uit!

____________________________________________________________________________________________________________________________________

Marije Klever

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Marije Klever (31) verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Marije combineert deze functie met het werk op haar melkveehouderij in De Meern.

 

 

 

 

____________________________________________________________________________________________________________________________________

Duurzame Zuivelketen stelt nieuwe doelen voor 2030

De Duurzame Zuivelketen heeft een aantal doelen voor 2020 al gerealiseerd. Naast de oorspronkelijke partners LTO Nederland (melkveehouders) en NZO (zuivelindustrie), werken met ingang van 2019 ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) samen in de Duurzame Zuivelketen. Het samenwerkingsverband, dat onder ZuivelNL valt, verbreedt zijn scope met enkele nieuwe doelen en heeft nieuwe doelstellingen voor 2030 vastgesteld.

De Duurzame Zuivelketen wordt ondergebracht bij ZuivelNL. Dit past in de nieuwe positionering van ZuivelNL als de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelketen.

Behaalde doelen

Onder andere bij het terugdringen van het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij en op het terrein van weidegang zijn de gestelde doelen voor 2020 al gehaald. Dit betekent bijvoorbeeld dat ruim 99% van de Nederlandse melkveebedrijven voldoet aan de norm voor antibioticagebruik van de onafhankelijke Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). Het aantal bedrijven met weidegang is in 2018 al uitgekomen boven het streefpercentage van 81,2.

Hoofdthema’s

Ook bij de andere doelen boekt de Duurzame Zuivelketen voortgang. Daarbij gaat het tot nu toe om de volgende 4 hoofdthema’s:
– klimaatverantwoorde zuivelproductie;
– continu verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn;
– behoud van weidegang;
– biodiversiteit en milieu.

Voor de periode tot 2030 voegt de Duurzame Zuivelketen hier drie thema’s aan toe, namelijk:
– verdienmodellen;
– grondgebonden melkveehouderij;
– veiligheid op het boerenerf.

Bij verdienmodellen gaat het om duurzaam rendement voor melkveehouders op basis van hogere opbrengsten en/of lagere kosten en/of meer ontwikkel- cq gebruiksruimte.
Grondgebonden melkveehouderij betreft eiwit van eigen grond of uit de buurt, buurtcontracten, voldoende grote huiskavel t.b.v. weidegang en afname van de import van eiwitrijke grondstoffen. Dit sluit aan op het beleid van LNV in het kader van de nota over Kringlooplandbouw.
Een veilige werkvloer voor melkveehouders, hun familieleden, medewerkers en bezoekers zal worden gestimuleerd door bewustwording van veiligheid op het boerenerf en actief handelen zodat het aantal ongevallen afneemt.

Doelstellingen

Voor alle 7 thema’s zijn (geactualiseerde) doelstellingen vastgesteld voor 2030, in samenspraak met de Adviesraad van de Duurzame Zuivelketen en het ministerie van LNV. Het ministerie en andere stakeholders hebben namelijk ook een rol en verantwoordelijkheid bij de realisatie van de doelen.
Ook bij de sectordoelen voor 2030 gaat de Duurzame Zuivelketen uit van de diversiteit in de sector. Zo kan de ene melkveehouder meer doen aan natuur en landschap, terwijl een ander meer werkt aan duurzame energie.

Duurzame melkveehouderij

De Nederlandse zuivelsector staat voor een duurzame melkveehouderij die gezonde producten voortbrengt in een gezonde omgeving. Melkveehouders en zuivelondernemingen komen zelf met nieuwe duurzaamheidsdoelen, om dit ook in de toekomst waar te maken op basis van verantwoorde productie, voldoende draagvlak en een gezond verdienmodel.

 

Meer informatie vindt u hier: Factsheet nieuwe doelen

NAJK: bedrijfsovernamefonds aanwinst voor jonge boeren en tuinders

Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft vandaag de verdere invulling van het bedrijfsovernamefonds bekendgemaakt. Vanaf 1 januari 2020 wordt de borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet (VVK) opengesteld. Daarnaast komt er een kenniscentrum bedrijfsovername en een programma voor duurzame bedrijfsovernames. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is blij met het resultaat.

In het regeerakkoord van kabinet-Rutte III heeft het kabinet € 75 miljoen vrijgemaakt voor “een bedrijfsovernamefonds waaruit jonge boeren worden ondersteund om de overname van het gezinsbedrijf en investeringen in innovatie te financieren”. NAJK is afgelopen periode met het ministerie van LNV in gesprek geweest over de invulling van het bedrijfsovernamefonds. Het bedrijfsovernamefonds bestaat uit twee delen: 64 miljoen euro van het bedrijfsovernamefonds is bestemd voor de borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet en 11 miljoen euro voor opleiding en coaching.

Openstelling VVK per 1 januari 2020
Tot een periode van drie jaar na de start of overname van een landbouwbedrijf kan aanspraak gemaakt worden op deze regeling voor investeringen. De regeling is nuttig voor overnemende en startende agrarische ondernemers die onvoldoende risicodragend vermogen (solvabiliteit) hebben. Per 1 januari 2020 wordt de VVK opengesteld. “Deze regeling geeft een bepaalde groep ondernemers meer mogelijkheden doordat de leencapaciteit vergroot wordt. Wij hadden graag gezien dat deze regeling voor alle jonge agrarische ondernemers nuttig was, maar dat was om juridische redenen helaas niet mogelijk”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.

Kenniscentrum bedrijfsovername
NAJK heeft de afgelopen periode gepleit voor een kenniscentrum bedrijfsovername. Draaijer: “Wij zijn blij dat er hoogstwaarschijnlijk een kenniscentrum bedrijfsovername gaat komen. Het kenniscentrum moet het expertisecentrum op het gebied van duurzame agrarische bedrijfsovernames worden. Het kenniscentrum bundelt en verspreidt kennis over bedrijfsovername en helpt opvolgers, overdragers en andere gezinsleden op weg naar een succesvolle bedrijfsovername. In Vlaanderen heeft zo’n kenniscentrum zijn succes al bewezen. Overdragers, opvolgers en andere familieleden kunnen bij een loket terecht met al hun vragen.”

Programma duurzame bedrijfsovername
Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA gaat een programma duurzame bedrijfsovername inrichten. Hierin gaan onderwijsinstellingen, agrarische bedrijven en agrarische dienstverleners met elkaar onderzoek doen, zodat de huidige kennis over bedrijfsovername aangevuld en verdiept wordt. Het kenniscentrum moet parallel gaan lopen aan het programma duurzame bedrijfsovername. Zo kunnen praktijkvragen teruggekoppeld worden naar het programma duurzame bedrijfsovername. Opgedane kennis vanuit het programma duurzame bedrijfsovername kan verspreid worden via het kenniscentrum.