In het hooi met… Natuur & Milieu

In de lobby over het fosfaatoverschot streed Natuur & Milieu ook mee. De onafhankelijke milieuorganisatie wil schoner oppervlaktewater en meer natuur in landbouwgebieden. De oplossing ligt volgens hen bij de melkveehouderij. Meer grondgebondenheid en minder koeien is het standpunt waarmee Natuur & Milieu de Tweede Kamer probeerde te verleiden. In het hooi met… Sijas Akkerman, hoofd voedsel bij Natuur & Milieu. 

Tekst: Ellen van den Manacker
Beeld: Liesbeth Schuurman

Het lijkt alsof de fosfaatrechten als donderslag bij heldere hemel kwamen…

“Voor melkveehouders die vakbladen lezen en ontwikkelingen in de sector volgen, kunnen de fosfaatrechten geen verrassing zijn. Brancheorganisaties hebben de melkveehouders met de afschaffing van het melkquotum een veel te rooskleurig beeld voorgeschoteld, dat denk ik wel. Groeien voor de wereldmarkt was de hoofdboodschap. Echter produceren we op dit moment al 5% meer melk dan de wereld nodig heeft.”

Waarom is de lobby over het fosfaatoverschot belangrijk voor Natuur & Milieu?

“De  milieu-impact van de melkveehouderij is enorm. Twee derde van alle sloten, kanalen en meren in landbouwgebieden zijn vervuild met nitraat en fosfaat. Als melkveehouders hun koeienmest via de bemestingsnormen kwijt kunnen op eigen land, dan spoelt het nitraat niet uit in het oppervlaktewater en zou er geen probleem zijn. Kennelijk werkt het niet zo. Meer dan een derde van de mest verdwijnt illegaal, blijkt uit cijfers. Boeren weten niet meer waar ze heen moeten met hun mestoverschot. Het werd tijd voor de overheid om in te grijpen.”

En ook jullie grepen in…

“We moeten met elkaar zorgen voor schoon oppervlaktewater. Melkveehouders die hun koeien buiten laten lopen, zoveel mogelijk zelf voer telen en de mest kwijt kunnen op eigen grond, die moeten de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat er na 2 juli minimaal drie miljoen kilo fosfaat moet worden afgeroomd. Wij vinden dat die afroming moet plaatsvinden bij intensieve bedrijven.”

Hoe moeten intensieve melkveehouders hun bedrijf dan rendabel houden?

“Veel produceren voor een zo laag mogelijke prijs gaat melkveehouders in Nederland uiteindelijk niet helpen. Intensieve veehouders moeten samen met hun coöperatie kijken waar ze met dezelfde of minder melkproductie meer uit hun product kunnen halen door waarde aan dat product toe te voegen, denk bijvoorbeeld aan het maken van duurzame yoghurt of kaas.”

Welke haken en ogen zitten er aan fosfaatrechten?

“Het is complex voor boeren en moeilijk te controleren. Uiteindelijk willen we naar een evenwichtsbemesting op elk bedrijf. Dat zou bedrijfsspecifiek bekeken moeten worden, maar dat is heel ingewikkeld. Daarom wil de overheid op alle melkveebedrijven de KringloopWijzer introduceren. Ik vind de KringloopWijzer nog te beperkt. De wijzer pakt maar een klein stuk van de kringloop mee. Fosfaatverliezen buiten het bedrijf worden er bijvoorbeeld niet in meegenomen. Extensieve boeren die veel weiden komen er ongunstig uit. Ik vind dat melkveehouders die grondgebonden produceren niet verplicht aan de KringloopWijzer hoeven om hun fosfaatproductie te verantwoorden.”

Mestverwerking ziet u niet als een oplossing?

“Dat klopt. De mestverwerkingstechnologie is nog lang niet uitontwikkeld en er zijn te weinig installaties in Nederland om de mest te verwerken. Daarnaast draagt het nu nog onvoldoende bij aan de sluiting van de kringloop. Misschien dat we over drie of vier jaar verder zijn. Dan ben ik vooral voorstander van het sluiten van kringlopen door voer-mestcontracten.”

Ook de ammoniakuitstoot zit aan zijn max. Lossen fosfaatrechten dit probleem op?

“Nee, daarvoor zijn duurzame stallen nodig. 6,3% van de stallen in de melkveehouderij zijn in 2015 integraal duurzaam. Dat is in mijn ogen veel te weinig. Terwijl er verschillende subsidieregelingen zijn om duurzame stallen tegen een rendabele prijs te realiseren, neem bijvoorbeeld de MIA- en Vamilregeling.”