Van varkens naar tuinen

Tekst en beeld: Colinda van Ekris

Bij gebrek aan opvolging van het agrarisch bedrijf ontstaan er in de loop van de jaren steeds meer ‘vrijkomende agrarische bebouwingen’. Martijn de Groot uit Volkel besloot het voormalig varkensbedrijf van zijn ouders niet aan het lot over te laten. Na een vergunningstraject van vijf jaar heeft het bedrijf een nieuwe functie erbij gekregen: een inspiratiebron voor tuinen.

Dat het hoveniersbedrijf van Martijn voorheen een varkensbedrijf was, is enkel aan de overgebleven omgebouwde stallen te zien. De overige ruimte rondom het bedrijf is omgetoverd tot showroom waar Martijn zijn klanten ontvangt.

Familiebedrijf

Al 60 jaar lang is het bedrijf in handen van familie De Groot. Destijds als gemengd bedrijf met een kersenboomgaard, koeien, mestkuikens en parelhoenders. Martijn: “Toen mijn vader het bedrijf overnam besloot hij enkel de mestkuikens te behouden en startte hij met varkens.” Het bedrijf groeide door tot een professionele varkenshouderij met ruim 300 zeugen, wel in een extensiveringsgebied. Om verder te mogen groeien zou het varkensbedrijf verplaatst worden naar een landbouwontwikkelingsgebied. Van jongs af aan had Martijn de ambitie om ondernemer te worden. Het agrarisch bedrijf voortzetten was voor hem geen optie, zijn hart ligt bij het buitenleven. “Tijdens het derde jaar van mijn mbo-opleiding functionaris hovenier besloot ik voor mijzelf te beginnen.” Martijn startte met groenwerkzaamheden en eenvoudige tuinen. Zijn materiaal kon hij in een oude schuur stallen, bij zijn vader op het varkensbedrijf. “Mijn hoveniersactiviteiten zijn altijd gedoogd, met de groei van het bedrijf was er meer ruimte nodig.”

Legaliseren

Met het overlijden van Martijn zijn broer was er van bedrijfsopvolging geen sprake meer. “De drive om, met de varkenshouderij, te groeien was er niet meer en mijn bedrijf groeide door”, vertelt Martijn. “Het werd tijd om het hoveniersbedrijf te legaliseren.” Samen met een adviseur startte familie De Groot een traject om de agrarische bestemming om te zetten naar bedrijfsbestemming. Een varkensbedrijf omzetten naar een hoveniersbedrijf is in Martijns ogen alleen maar win-win. “Er verdwijnt een intensief bedrijf en wij brengen er iets groens voor terug.” Het bedrijf ligt maatschappelijk gezien niet onder een vergrootglas. De omzetting hoefde daarom niet veel voor te stellen. Dat het traject uiteindelijk vijf jaar zou duren had Martijn niet verwacht.

Agrarisch of industrie?

“De eerste drie jaar hebben we het vergunningstraject op zijn beloop gelaten. De omgeving en gemeente wisten van onze plannen, we wachtten af”, vertelt Martijn. Een aantal praktische zaken hield het project tegen: “Ambtenaren hadden geen beeld van de bedrijvigheid van een hoveniersbedrijf. We moesten het doen met de bestaande bebouwing en mochten geen buitenopslag. Ook begrepen ze niet waarom we een ontvangst- en kantoorruimte nodig hadden.” Volgens de wetgeving kan een hoveniersbedrijf in een agrarische omgeving zitten maar ook op een industrieterrein. “Wij werken met machines maar ook met bomen en planten. Om verval te voorkomen en gezien de groenwerkzaamheden was de gemeente ervan overtuigd dat een hoveniersbedrijf niet op een industrieterrein thuishoort.” De zorg van De Groot Hoveniers stopt niet bij de erfgrens: ze ruimen blad voor de hele straat en zorgen dat de omgeving er verzorgd uitziet door middel van een landschapspark. Martijn: “Wij maken de buurtschap een stukje mooier.”

Compromis

Uiteindelijk kwamen er ook uit de omgeving vragen en onenigheid. “Er moest voor ons en voor de omgeving duidelijkheid komen. In een bemiddelingsgesprek tussen de buurt en de gemeente hebben we duidelijke afspraken gemaakt. We zijn met hen tot een compromis gekomen.” Om het project te kunnen afsluiten heeft De Groot Hoveniers een aantal opofferingen moeten doen: “Met de buren hebben we afgesproken één oprit alleen privé te gebruiken om overlast te voorkomen. Daarnaast zijn we minder dieren gaan houden om te voldoen aan de juiste norm. Verder hebben we alle schuren in de bestaande bebouwing kunnen bouwen zodat daar geen nieuwe vergunningen voor nodig waren. Enkel voor de parkeerruimte voor het personeel hadden we uitbreiding van bouwblok nodig.” Voor een ontvangst- en kantoorruimte kreeg Martijn geen toestemming. Hiervoor hebben zij één van de twee woondelen op moeten offeren. De meeste tijd heeft gezeten in het contact om het project op gang te houden. “Omdat er weinig weerstand vanuit de maatschappij was, had ons vergunningstraject geen prioriteit bij de gemeente. Het traject kon veel sneller, maar bleef vaak liggen totdat ik er weer achteraan belde”, aldus Martijn. Mondeling was het door de wethouder toegezegd. “We stonden vier jaar stil, maar besloten om niet meer te gaan wachten. We startten met het ombouwen van schuren.”

Het was voor De Groot Hoveniers makkelijker geweest zich te vestigen op een industrieterrein. Martijn: “Ik ben blij dat we dat niet gedaan hebben. Het hoveniersbedrijf past mooi in dit gebied en we zijn gehecht aan de locatie. We zijn al 60 jaar agrarisch ondernemer, dat zetten wij voort alleen op een andere manier. Dat maakt ons werk een stuk persoonlijker.”