Actieplan Plantgezondheid

Ik zie een aantal uitdagingen op de landbouw af komen die specifiek ook de akkerbouw gaan raken. Een van de belangrijkste is het behoud van biodiversiteit. De biodiversiteitsmonitoren buitelen over elkaar heen; het is een hot topic.

Er wordt gesteld dat de landbouw voor een positieve bijdrage aan de biodiversiteit cruciaal is. Dit lijkt me als grootste grondgebruiker niet meer dan logisch. Maar hoe houden we als sector de regie over deze plannen en wordt er mét ons gepraat in plaats van over ons? Een ding is zeker: als we niets doen, krijgen we te maken met onaangename regelgeving en hebben we geen mogelijkheid om dit bij te sturen. Vanuit de markt hoeven we financieel niet veel te verwachten.

Ik ben ervan overtuigd dat we door als sector actief aan de slag te gaan een stortvloed aan regelgeving dat totaal losgezongen is van de praktijk uitblijft. Zo wordt er vanuit de Brancheorganisatie (BO) akkerbouw gewerkt aan het Actieplan Plantgezondheid. De twaalf leden van de BO hebben zich allen bereid verklaard dit plan zelf uit te dragen. Op deze eensgezindheid binnen onze sector mogen we best trots zijn. Het doel van het plan is om in 2030 koploper te zijn met een aantoonbaar duurzaam teeltsysteem. De emissie naar de omgeving en het residu op producten van gewasbeschermingsmiddelen moet minimaal zijn. Dit alles onder behoud van rentabiliteit.

Dit laatste zinnetje is nog wel het belangrijkst, want uiteindelijk mogen en kunnen inspanningen op dit vlak niet nog verder op de toch al krappe marges drukken. Het eerste actiepunt van dit plan is om te laten zien wat de sector nu al doet om zo beperkt mogelijk met gewasbeschermingsmiddelen om te gaan. In hoeverre wordt er bijvoorbeeld al met beslissingsondersteunende systemen gewerkt? Wordt er gebruik gemaakt van ziekte-resistente rassen? En is de organische stofbalans in evenwicht? Tegelijkertijd zullen ook de knelpunten aan het licht komen. Er is bijvoorbeeld veel te weinig kennis over hoe de bodem kan helpen gewassen weerbaar te maken en te houden. Een helder overzicht van de zogenaamde ‘groene’ middelen ontbreekt en de werking is onduidelijk of onbetrouwbaar. De wetgeving om de bodem naar behoren te bemesten knelt van alle kanten.  En het brengt de noodzaak aan het licht dat passende wetgeving rondom de nu nog verboden veredelingstechnieken noodzakelijk is.

Kortom, richting het ministerie hebben we een goed verhaal om onderzoeksmiddelen los te krijgen en de noodzaak van financiële compensatie aan te geven.


Doeko van ‘t Westeinde

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Doeko van ’t Westeinde verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw. Doeko combineert deze functie met het werk op zijn akkerbouwbedrijf in Nieuweschans.