Zuivel neemt verantwoordelijkheid bij reductie broeikasgassen

De zuivelsector levert de komende jaren een forse bijdrage aan vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. In het vandaag gepresenteerde Klimaatakkoord reduceert de zuivelsector tot 2030 voor in totaal 1,6 megaton aan broeikasgassen en voldoet daarmee aan de gevraagde opgave vanuit de overheid.

De bijdrage van de zuivelsector is als bijlage integraal opgenomen in het deelakkoord Landbouw en Landgebruik van het nationale Klimaatakkoord. Organisaties van melkveehouders (LTO Nederland, NAJK, NMV) en zuivelondernemingen (NZO) hebben het deelakkoord, dat voor alle sectoren geldt, onderschreven.

Het deelakkoord is een volgende stap in de verdere verduurzaming van de zuivelketen. Melkveehouders en zuivelondernemingen werken op eigen initiatief al jaren samen aan de reductie van broeikasgassen. Dat gebeurt onder meer door efficiënter om te gaan met hulpbronnen als mineralen en energie en door het gebruik van hernieuwbare energie via zonnepanelen, windmolens en mestvergistingsinstallaties.

Alle ketenpartijen leveren een bijdrage

In het akkoord is vastgelegd dat de beoogde reductie van de zuivelsector mogelijk is als alle partijen in de keten een bijdrage leveren: agrarische ondernemers, verwerkende en toeleverende industrieën, overheden, maatschappelijke organisaties, banken en retail. Een andere voorwaarde is de beschikbaarheid van een adequaat financieel pakket van de overheid met financiële-, fiscale- en investeringsregelingen voor melkveehouders en gewenste aanpassingen in wet- en regelgeving.

Het akkoord baseert zich op een bedrijfsgerichte aanpak, waarbij de melkveehouder zelf bepaalt met welke maatregelen hij de emissie van broeikasgassen op zijn bedrijf vermindert. De klimaatprestaties van de melkveehouders worden individueel en ook sectoraal gemeten, gemonitord en inzichtelijk gemaakt via de carbon footprint monitor. Om de veehouders te ondersteunen zal de zuivelsector in 2019 samen met de veevoerindustrie en overheden een onafhankelijk expertisecentrum opzetten. 2

Verdienmodel voor melkveehouders

In het akkoord is afgesproken dat betrokken partijen binnen de bestaande mededingingsregels een verdienmodel uitwerken. Dat moet melkveehouders in staat stellen te investeren in de reductie van broeikasgassen. Het verdienmodel moet uiterlijk 1 januari 2020 gereed zijn.

Het akkoord moet in 2030 leiden naar een klimaatverantwoorde zuivelsector en een energieneutrale melkveehouderij. De sector reduceert dan 1,6 megaton CO2-equivalenten aan broeikasgassen in Nederland. De reductie valt uiteen in twee delen. Maatregelen die te maken hebben met het dier, diervoeding, mestopslag en bemesting leiden tot een reductie van methaan gelijk aan 0,8 megaton CO2- equivalenten. Met energiebesparende maatregelen, de productie van duurzame energie en maatregelen op gebied van bodem en gewas wordt nog eens 0,8 megaton aan CO2-equivalenten gereduceerd. Daarmee voldoet de sector aan de opgave die zij gekregen heeft.

Daarnaast verwacht de zuivelsector klimaatwinst in het buitenland te behalen. Uitvoering van het advies van de Commissie Grondgebondenheid leidt er toe dat de melkveehouders meer eiwitrijke gewassen op eigen grond gaan telen. De import van soja en palmpitten zal daardoor de komende jaren fors afnemen. Dat levert naar verwachting nog eens 1,0 megaton aan besparing op bovenop de geformuleerde taakstelling.

Onderhandelaarsakkoord klimaat gepresenteerd

21 december presenteerde Ed Nijpels, voorzitter van het Klimaatberaad, het onderhandelaarsakkoord ‘klimaat’. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is de afgelopen periode betrokken geweest bij de onderhandelingen over de invulling van de reductiedoelstelling voor de sectortafel Landbouw en Landgebruik. NAJK is tevreden dat er ondanks de beperkte tijd, nu toch een akkoord ligt.

Het Klimaatberaad is opgericht door het huidige kabinet om de klimaatdoelstellingen uit het ‘Akkoord van Parijs’ te behalen. Het klimaatberaad staat onder leiding van Ed Nijpels en is opgedeeld in vijf sectoren. De vijf sectoren zijn: industrie, energie, bebouwde omgeving, mobiliteit en landbouw en landgebruik. Het agrarische bedrijf heeft raakvlakken met onderwerpen die op verschillende sectortafels worden besproken.

Doelstelling kabinet

De doelstelling voor landbouw en landgebruik besloeg 3,5 miljard kilogram (ook wel als megaton of Mton aangegeven) minder in 2030. Deze doelstelling volgt uit het regeerakkoord van het kabinet. Ook heeft het kabinet in het regeerakkoord aangegeven dat deze 3,5 megaton onderverdeeld worden in een reductie van 1 megaton op basis van methaan, 1 megaton op basis van glastuinbouw en 1,5 megaton op landgebruik. Het akkoord beschrijft op welke wijze de landbouw aan deze doelstellingen gaat voldoen.

Technische maatregelen

NAJK is blij dat er gekozen wordt voor technische maatregelen boven volumebeperkende maatregelen (beperking in dieraantallen) om de reductie te behalen. Dit om voldoende toekomstperspectief te behouden voor de sectoren. NAJK realiseert zich wel dat deze technische maatregelen wel impact kunnen hebben op de dagelijkse bedrijfsvoering op bedrijven. “ We zullen bepaalde aanpassingen moeten doorvoeren om de reductie opgave te behalen, maar die zijn ook in ons eigen belang. Immers, onze sector heeft ook het meeste last van klimaatverandering. Daarnaast bieden wij als sector ook oplossingen, die ons nieuwe kansen zullen opleveren”, aldus Andre Arfman, voorzitter NAJK.  Een voorbeeld hiervan is de opslag van koolstof in de bodem. Dit heeft een positief effect op de bodem en neemt CO2 uit de lucht weg.

Meer uitdagingen dan klimaat alleen

Punt van aandacht blijft volgens Arfman dat de samenhang met andere uitdagingen voldoende bewaakt wordt. Arfman: “De agrarische sector staat voor meer uitdagingen dan klimaat alleen, wij moeten bijvoorbeeld ook doelstellingen behalen op het gebied van biodiversiteit.  Het kan dus niet zo zijn dat wanneer belangen botsen dat de boer dit maar moet oplossen en daardoor zijn werk negatief beïnvloed wordt.” Een agrarisch ondernemer heeft  naast de onderwerpen die vallen onder de tafel Landbouw en Landgebruik ook raakvlakken met bijvoorbeeld de tafel energie (energiebesparing en –opwekking) en mobiliteit (landbouwvoertuigen). NAJK heeft zorgen op het gebied van ruimte. Veel gekozen maatregelen vragen ruimte (zonneweides, productie biomassa, aanleg nieuwe natuur e.d.). Arfman: “ Het kan niet zo zijn dat bedrijven van toekomstgerichte jonge ondernemers hierdoor in de knel komen en niet verder kunnen ontwikkelen, hiervoor zullen we in het vervolgproces blijven strijden.”

Aankomende periode zal het onderhandelaarsakkoord worden doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving. Ook wordt dit akkoord voorgelegd aan de achterbannen van de verschillende deelnemende organisaties in het akkoord. Op zijn vroegst wordt er komend voorjaar een definitief akkoord verwacht.

Voorlopig geen fosfaat uit fosfaatbank voor jonge boeren

De fosfaatbank blijft voorlopig dicht. Een motie in de Tweede Kamer van Jaco Geurts (CDA) en Helma Lodders (VVD) waarin gevraagd wordt om de fosfaatbank in te zetten om een nieuwe generieke korting te voorkomen is gisteren aangenomen. Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft aangegeven achter de motie te staan en de bank dicht te houden zolang er nog rechtszaken lopen. NAJK staat achter het besluit als dit voorkomt dat er een nieuwe generieke korting komt.

Afgelopen maanden was er veel te doen over het fosfaatrechtenstelsel. De onduidelijkheid over de boete gaf onrust in de melkveesector en op de fosfaatmarkt. Ook was er discussie ontstaan over het uitdelen van rechten aan vleesveehouders. Daarnaast werd in de loop van 2018 duidelijk hoe lastig het sturen op fosfaatproductie op bedrijfsniveau is. Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft de zorgen van de jonge boeren over de verschillende thema’s gedeeld, verzocht om meer duidelijkheid te verschaffen in de cijfers en benadrukt om de ruimte die er is goed te benutten. “Het voorkomen van een nieuwe generieke korting heeft de hoogste prioriteit, zelfs als dit betekent dat de fosfaatbank niet open gaat”, aldus Klever.

Nog te veel rechten in de markt

Minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft in de Kamerbrief van vrijdag 7 december en het Kamerdebat van donderdag 13 december duidelijkheid gegeven over de cijfers en aangegeven dat er geen ruimte is voor toekenning van meer fosfaatrechten. Met het aantal fosfaatrechten dat momenteel in de markt is, kan het sectorplafond worden overschreden. De CBS cijfers laten zien dat er nu geen overschrijding is. Het gevolg hiervan is dat de fosfaatbank voorlopig niet opengaat. Klever: “Het is jammer dat de fosfaatbank waarin jonge boeren een voorkeursrecht hebben niet open gaat, maar als dit een nieuwe generieke korting voorkomt is dit de juiste beslissing”.

Discussie over knelgevallen

Al het gehele jaar is er discussie over knelgevallen en of en hoe deze geholpen kunnen worden. De dynamiek in de cijfers van fosfaatrechten geeft reden om discussie te voeren over hoe deze cijfers geïnterpreteerd moeten worden. In het Kamerdebat op 13 december kwam dit ook naar voren. Klever: “Het is belangrijk dat er duidelijkheid komt over de cijfers en het glashelder wordt of er ruimte is. Wanneer er ruimte is, moet duidelijk worden hoe daarmee omgegaan wordt. Alleen dat brengt rust in het fosfaatrechtenstelsel”. Verder heeft minister Schouten aangegeven dat zij bij het OM wil aangeven dat boeren die bezwaar hebben gemaakt geen duidelijkheid hadden over hun beschikking. Of dit de boete zal beïnvloeden kan zij echter niet garanderen.

Weidegang Trofee voor alle boeren

Vanwege het record aantal boeren dat de koeien buiten laat lopen hebben alle boeren dit jaar de Weidegang Trofee gewonnen. Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft woensdagmiddag 19 december de Weidegang Trofee in ontvangst mogen nemen. De Weidegang Trofee werd uitgereikt tijdens de bijeenkomst van het Convenant Weidegang.

Uit gegevens van de zuivelondernemingen blijkt dat inmiddels 82,0 procent van de melkveehouders de koeien laat grazen. Sinds in 2012 weidegang gestimuleerd is, is het percentage niet zo hoog geweest. Diverse partijen, waaronder ook NAJK, hebben eerder hun handtekening gezet onder het Convenant Weidegang om de koe in de wei te houden. Doelstelling van het convenant was om weidegang te behouden op minimaal het niveau van 2012, wat 81,2 procent betrof.

Niet verplicht, wel doelstelling behaalt
In het huidige regeerakkoord staat beschreven dat de huidige regering geen verplichte weidegang wil. De melkveehouderij moet uiterlijk in 2020 haar eigen doelstelling voor weidegang behalen. NAJK is trots op wat de melkveehouderijsector heeft bereikt. “Zonder verplichting hebben we als sector toch de doelstelling op het gebied van weidegang gehaald. Als we dit als sector kunnen, dan kunnen we ook andere uitdagingen als sector met elkaar aan”, aldus Klever.

Trofee weidegang

Trofee weidegang

NAJK-project Wei en Maatschappij
Afgelopen jaren zijn er verschillende projecten geïnitieerd om kennis over weidegang over te dragen en weidegang te bevorderen. Mede door deze projecten is het percentage van 82,0 procent weidende bedrijven gehaald. In de verschillende speeches die werden gehouden tijdens de bijeenkomst van het Convenant Weidegang werd ook positief gesproken over het NAJK-project Wei en Maatschappij. NAJK geeft binnen dit project gastlessen over weidegang op agrarische mbo en hbo’s en verzorgt avonden over weidegang bij haar lokale afdelingen (AJK’s).