Terugblik: NAJK aanwezig op Nationale Bodemtop in Rotterdam

Op woensdag 11 september zaten de bussen naar de Van Nelle fabriek niet vol met Rotterdammers, maar met bodemfanaten. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit organiseerde de eerste Nationale Bodemtop van Nederland. De Bodemtop was de aftrap van het nationaal programma landbouwbodems van minister Carola Schouten. Dit programma gaat ervoor zorgen dat alle Nederlandse landbouwbodems duurzaam beheerd worden in 2030.

Hoge grondprijzen en krappe marges zorgen ervoor dat landbouwgrond intensief bewerkt wordt. Dit zet de bodemkwaliteit onder druk. “Naar schatting heeft de helft van de Nederlandse agrarische bodems te maken met verdichting”, gaf Carola Schouten aan. Ook het gebrek aan organische stof en een gevarieerd bodemleven brengen problemen met zich mee. Er is nog veel onbekend over de bodem. Vandaar dat er tijdens het Nationaal Programma Landbouwbodems wordt geïnvesteerd in monitoring en meer wetenschappelijk onderzoek naar de bodem. “Maar daarbij is de boerenwijsheid onmisbaar”, aldus Schouten.

“De kosten voor duurzaam bodembeheer gaan de baten ver vooruit, en de baten vallen deels bij anderen dan de boer”, wist Lijbert Brussaard, onderzoeker bij de WUR, te vertellen. In de zaal werd instemmend geknikt. Leendert Jan Onnes, dagelijks bestuurder NAJK, gaf in het opiniepanel aan dat er binnen de akkerbouwsector nog niet veel stimulerende maatregelen zijn voor duurzaam bodembeheer. Hij verkoopt met zijn akkerbouwbedrijf het graan rechtstreeks aan een kippenboer. Ondanks dat Leendert Jan duurzaam met zijn grond bezig is, betaalt deze kippenboer niet meer geld voor het graan. Bij Leendert Jan was een gedeelte van zijn grond verdicht: “dan moet je wel met je bodem aan de slag anders heb je opbrengst derving.” Ook melkveehouder Henk Jolink is bewust bezig met zijn bodem en probeert te extensiveren. “Maar grond is duur, dus om met extensiveren voldoende rendement te behalen is lastig.”

De jonge boeren die aanwezig waren bij de Bodemtop zijn zich al veel meer bewust van het belang van de bodem, maar hoe ze deze duurzaam moeten beheren is voor hen nog een vraag.  Henk Jolink adviseert jonge boeren om vooral met een schep onder de arm het weiland in te gaan. Hij stuurt zijn zoons zo ook vaak op pad: “Op deze manier leren ze heel praktisch wat de gevolgen in de bodem zijn.” Volgens het publiek wordt het nog zwaar om de doelstelling van de minister te halen. Of dit gaat lukken, zal de toekomst ons leren, maar een tweede Bodemtop komt er zeker!