Wetgeving biologische landbouw, Brexit en Manneken Pis | CDG biologische landbouw
Auke Spijkerman: Nadat ik maandag bij het stadhuis in Assen was geweest, mocht ik woensdag weer naar de stad van Manneken Pis toe. In Brussel mocht ik namelijk weer bij de civil dialogue group van biologische landbouw zijn. Nu werd er op deze dagen ook nog druk vergaderd over de Brexit in Brussel en is hier op het moment van schrijven nog veel onduidelijk over maar hierover straks meer.
Ik zal eerst uitleggen wat er in deze civil dialogue group(CDG) gebeurt. In een cdg mogen allemaal verschillende lobbygroepen hun zorgen, voorstellen, of verandering in beleid of teksten voorleggen aan de Europese commissie. In het geval van de biologische landbouw is dat de DG Sante(gezondheid en voedselveiligheid). In deze groep zitten veel verschillende lobbygroepen van organisaties ter verbetering van dierenwelzijn en milieu, CEJA (belangenorganisatie voor jonge boeren in Europa) tot verwerkers en handels organisaties.
In de biologische landbouw zijn ze druk bezig met het vernieuwen van de wetgeving. Op 1 januari 2021 moet alle nieuwe wetgeving klaar zijn. De commissie loopt momenteel achter op schema maar deze 1 januari moet gehaald worden. Omdat de biologische sector nogal om sterk omschreven wetgeving vraagt, zijn er veel kleine details die verwerkt moeten worden in de wetgeving. Hierdoor is een groot gedeelte van de vergadering vrij technisch. Voorbeelden hiervan zijn om de uitloop van kippen op max. 350 meter te houden in plaats van 150 meter die was voorgesteld.
Na dit technisch en saaiere stuk van de vergadering gaven ze een inkijkje in de biologische markt, in welke landen deze groeit en met welke producten. Bijzonder om te zien dat in Denemarken 32 % van alle eieren die verkocht worden biologisch zijn en dat de algehele markt is gegroeid van een marktaandeel van 11% in 2016 naar 13% in 2017. Het algemene beeld van deze markt was dat biologisch stabiel doorgroeit en dit vooral bij de grotere retail het geval zal zijn (supermarkten).
Hierna was een presentatie over de meldingen die worden gedaan van verdachte biologische partijen in de verschillende landen. Deze informatie hoeft niet te betekenen dat een product ook echt niet voldoet maar geeft wel een indicatie van betrouwbare en minder betrouwbare landen. Hier was ook een interessante discussie om deze data geheim te houden. Dit omdat deze data heel gemakkelijk verkeerd begrepen kan worden en daardoor volledig uit zijn verband kan worden gehaald. Hierna werd wel duidelijk aangegeven dat landen als Turkije en China onder extra aandacht staan omdat hier vaker partijen met melding vandaan komen.
De dag sloten we zoals eerder met cdg’s af met een rapport over de brexit. Hier werd aangegeven dat er eigenlijk nog niks nieuws te melden was. Wel werd duidelijk aangegeven dat er 3 scenario’s waren. Optie 1: Een deal met Brexit waardoor er een overgangstermijn zou zijn om alle wetgeving goed te regelen. Optie 2: een verlenging van de huidige status, geen deal maar ook geen brexit. Of optie 3: Een harde brexit. In het geval van de biologische markt zou dit betekenen dat ze als 3de wereld land worden behandeld en dan moet de EU alle wetgeving en certificeringsinstanties goedkeuren. Dit zou export van biologische producten voor het VK onmogelijk maken naar de EU.
Al met al heb ik weer een zeer leerzame dag gehad in Brussel waar ik interessante mensen heb leren kennen die jonge boeren in andere landen vertegenwoordigen.
Een aantal NAJK leden nemen namens NAJK deel aan cdg’s, dit zijn de adviesgroepen van de Europese Commissie. Zij vertellen graag over hun ervaringen en over de onderwerpen die hier worden besproken.




Thomas Zijlmans raakte tijdens zijn studie steeds meer geïnteresseerd in de biologische akkerbouw. Dat wilde hij ook! Maar hoe pak je dit aan? En bovenal: wat zijn de bedrijfskundige consequenties van zo’n omschakeling? Tijdens dit project heeft Thomas deze consequenties voor zichzelf op een rijtje gezet. Het was een kwestie van de situatie in kaart brengen, een toekomstige situatie schetsen en de mogelijke scenario’s naast elkaar leggen. Door de kansen en beperkingen in beeld te brengen, kwam hij erachter dat vakmanschap erg belangrijk is. Hier valt volgens Thomas nog veel winst te behalen. De solvabiliteit ligt hoog, waardoor de markt wel tegen een stootje kan. Betekent dit dat hij in 2020 al de omschakeling gaat maken naar biologisch? Nee. Hoewel de biologische landbouw volgens hem wel de gunfactor heeft, duurt het sowieso twee jaar voordat een bedrijf volledig over kan naar biologisch. Daarnaast moet er eerst gekeken worden naar de mogelijke afnemers voordat hij deze sprong in het diepe kan wagen. Thomas ziet nog steeds kansen in de biologische sector en krijgt hierbij de vrijheid van zijn ouders om een eigen weg in te slaan.
Wat als meerdere zoons melkveehouder willen worden? Maarten de Groot, veehouder in hart en nieren, kwam voor dit vraagstuk te staan. Het familiebedrijf dat zijn broer had overgenomen, was niet winstgevend genoeg om twee gezinnen te kunnen onderhouden.
Toen Joris van Lierop in de zomer van 2018 zijn opleiding Bedrijfskunde en Agribusiness afrondde, is hij per direct als mede-ondernemer op het thuisbedrijf aan de slag gegaan. Dit pluimveebedrijf is een echt gezinsbedrijf dat altijd op zoek blijft gaan naar verbeteringen. Ze produceren duurzame energie door middel van zonnepanelen en halen groene energie uit de mestproductie. Joris van Lierop zou graag het bedrijf van zijn ouders overnemen en is benieuwd of hun huidige strategie toekomstbestendig is.
Linda Versluis zet zich met hart en ziel in voor hun boerderijwinkel, Landwinkel Versluis, een voltallige groentewinkel met boeren delicatessen. Haar man houdt zich bezig met het akkerbouwbedrijf en de pluimvee tak. In de winkel wordt een groot deel van de tafelaardappelen en eieren rechtstreeks aan de consument verkocht. Er worden zoveel mogelijk producten uit de naaste omgeving gehaald. Hoewel Linda Versluis enorm blij is met de winkel die haar schoonvader destijds is gestart, kan ze niet wachten om deze winkel echt eigen te kunnen maken. De winkel krijgt een make-over om toekomstbestendig te worden. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de aankleding, looproutes en beleving.
Remco Kruitbos wilde gedurende dit project onderzoeken of het haalbaar is om een melkveebedrijf over te nemen van mensen die geen familie zijn. Om hierachter te komen is hij samen met zijn werkgever en verschillende adviseurs om de tafel gaan zitten. Na een flinke tijd kwam er een plan tot stand dat mogelijk haalbaar zou zijn, maar helaas werden niet alle onderdelen door de fiscus goedgekeurd.



