BNDR Themabijeenkomst: ‘Verdienmodellen: meer waarde uit de keten’

De agrarische sector staat op een kruispunt. Terwijl de eisen op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn toenemen, neemt ook de economische en politieke druk toe. De vraag die velen bezighoudt: Wat is het perspectief voor mij als jonge boer vanuit de markt? En wat vanuit de overheid? Tijdens een themabijeenkomst, georganiseerd door het NAJK, gingen leden en partners hierover in discussie. Onder leiding van voorzitter Roy Meijer werd de toekomst van verdienmodellen in de landbouw verkend.

Een blik op het verleden en de toekomst
Roy Meijer trapte de bijeenkomst af met een historisch overzicht van de ontwikkeling in de agrarische sector. Waar vroeger de overheid een sterke faciliterende rol speelde, moeten boeren nu steeds meer op eigen kracht opereren in een instabiele politieke en economische omgeving. Meijer stelde dat jonge boeren worden geconfronteerd met een lastige combinatie van toenemende duurzaamheids- en maatschappelijke eisen én de noodzaak om financieel levensvatbaar te blijven.

“In het verleden werkten overheid, keten, onderwijs en onderzoek samen om de primaire sector te ondersteunen. Maar die structuren zijn stap voor stap afgeschaft, waardoor het nu ieder voor zich is. Dat vraagt om een herorganisatie van de keten,” stelde Meijer.

De geopolitieke ontwikkelingen vormen hierbij een extra uitdaging. Verstoringen, zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne, tonen de kwetsbaarheid van mondiale ketens aan. Deze onrustige wereld dwingt Europa om ook naar buiten te kijken en fundamentele keuzes te maken: willen we dat onze voedselproductie hier behouden blijft?

Behouden we genoeg voedselproducenten?
De demografische ontwikkeling in de Europese landbouwsector maakt de discussie over toekomstbestendige verdienmodellen nog urgenter. Waar vroeger een groot deel van de boeren jonger dan 35 jaar was, bestaat nu slechts 5-8% van de Europese agrariërs uit deze leeftijdsgroep. Daarentegen is bijna de helft ouder dan 55 jaar. Daarnaast liggen er veel opgaven voor klimaat, stikstof, dierwaardigheid, water en natuurherstel. De afrekening van deze thema’s komt grotendeels bij de primaire producent op het bordje. Een grote uitdaging is om voldoende cashflow te behouden om dit allemaal te behalen. Als we serieus werk willen maken van voedselzekerheid, moeten we ons afvragen wie dat voedsel in de toekomst gaat produceren.

Efficiëntie versus duurzaamheid
Klaas de Jong van Royal A-ware wees op de enorme efficiëntieverbeteringen die de keten in de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. Maar ondanks deze verbeteringen stelde hij de vraag: “Hoeveel verdient de boer eigenlijk?” De hoge duurzaamheids- en milieueisen maken productie in Nederland kostbaar en beperken de concurrentiepositie wereldwijd. “We moeten realistisch blijven. Europa loopt voorop in duurzaamheid, maar dat mag niet betekenen dat we onszelf uit de markt prijzen. Het moet haalbaar en betaalbaar blijven voor de hele keten. En de discussie moet gebaseerd zijn op de juiste feiten.” Stelde De Jong.

Marcel Wijnen van Rabobank stelde dat de beweging naar steeds goedkoper voedsel ons internationaal concurerend heeft gemaakt en een consumenten een hogere koopkracht heeft gegeven. Maar nu komen de verborgen nadelen aan het licht en worden grenzen bereikt. Ondanks meningverschillen over verduurzaming stelt hij dat regelgeving ons dwingt tot verandering. Daarbij is de vraag hoe we onze concurrentiepositie kunnen behouden belangrijk. Marcel waarschuwt dat verduurzaming geen nationale kwestie mag blijven; er is behoefte aan internationale standaarden en transparantie.

De rol van de consument
De rol van de consument in het waarborgen van duurzame landbouw kwam uitgebreid aan bod. Karin Haaksman van Koppert benadrukte dat de focus op lage prijzen in supermarkten een groot probleem is. “Het huidige systeem is niet houdbaar. Consumenten moeten misschien wel accepteren dat kwalitatief voedsel een grotere kostenpost wordt.” Erik van Ophoven van Achmea wees erop dat consumenten steeds meer besteden aan luxeproducten zoals vakanties en elektronica, terwijl de uitgaven aan voedsel sterk zijn gedaald.

Stefan Schulte van DeLaval denkt dat bewustzijn van de consument vaak ophoudt zodra ze in de supermarkt staan. “Ze kiezen toch vaak voor het goedkope product,” stelde hij. Om deze trend te keren, moet de overheid volgens de deelnemers een grotere rol spelen in het sturen van duurzaam consumentengedrag en het ondersteunen van boeren die aan strengere eisen voldoen. Hans Scholte (Flynth) voegde daaraan toe dat de publieke opinie vaak gebaseerd is op emotie en niet altijd op feiten.

De ketenpartijen
‘Hoe gaan wij voldoende boeren en verwerkers aan ons binden?’ is een vraag die steeds meer speelt bij de ketenpartijen. Om hun supply chain veilig te stellen voor de toekomst worden gezamenlijke programma’s opgesteld. Dit is de laatste jaren volop gebeurd, wat ook kansen biedt voor boeren. Echter een nadeel is dat er zoveel initiatieven zijn dat de consument het bijna niet meer snapt.

Meijer benoemt ketensamenwerkingen als kans “Nederland is sterk in kennis en logistiek. Door samenwerkingen binnen de keten kunnen we ons onderscheiden.”

Transparantie en “Tweakers” voor voedselproducten
Een innovatieve oplossing die werd besproken, was een platform voor voedselproducten, dat vergelijkbaar is met Tweakers, een website waar je alle producten kunt vergelijken op thema’s die jij belangrijk vindt. Dit zou consumenten meer inzicht bieden in de voedselketen. Ze kunnen zelf bepalen welke criteria zoals duurzaamheid, dierenwelzijn of CO2-uitstoot voor hen belangrijk zijn, en het platform toont hoe producten scoren op deze aspecten. Je kunt als boer namelijk niet goed scoren op alle duurzaamheidsthema’s.

Keurmerken bieden al enige transparantie, maar zo’n platform kan verder gaan door te laten zien waar de markt werkt en waar de overheid kan kiezen om in te grijpen.

Transparantie en gezamenlijke doelen in de keten, zonder juridische blokkades, zijn hierbij van belang. Ook is het essentieel dat de politiek duidelijke keuzes maakt in ruimtelijke ordening en milieubeleid, om onzekerheid voor boeren en banken te vermijden en ontwikkeling te stimuleren.

De rol van de overheid
Naast de markt en keten is er ook een rol weggelegd voor de overheid. Marcel Wijnen van Rabobank benadrukte het belang van consistent beleid. “Onzekerheid door wisselend overheidsbeleid maakt het moeilijk voor boeren en banken om lange termijn keuzes te maken.

Aanwezigen vonden dat de overheid een grotere rol moet spelen in het ondersteunen van de sector en dat ketensamenwerking van belang is. “Doelsturing in plaats van middelsturing kan ondernemers de vrijheid geven om zelf passende keuzes te maken,” stelde Wijnen. Toch blijven veel vraagstukken, zoals het juridische kader rondom stikstofbeleid en de rol van internationale concurrentie, complexe uitdagingen die om een gezamenlijke aanpak vragen.

Ook Hans Scholte van Flynth gaf aan dat de overheid bij elektrisch rijden ook een stimulerende rol heeft vervuld wat werkte, vervolgens komt de bal weer bij de consument te liggen.

Een hoopvolle toekomst
Wijnen voorziet dat een transitie naar een nieuw voedselsysteem tijd kost, net zoals het huidige systeem tientallen jaren heeft gekost. Uiteindelijk kan dit leiden tot een omkering in prijsstructuren, waarbij duurzame producten wellicht goedkoper worden dan niet-duurzame.

De bijeenkomst werd afgesloten met een positieve noot. Roy Meijer benadrukte dat, ondanks de uitdagingen, er een hoopvolle toekomst ligt voor jonge boeren. Door samen te werken in de keten en keuzes te maken, kan de sector sterker uit deze transitie komen. “Het is tijd om gezamenlijk keuzes te maken die niet alleen duurzaam zijn, maar ook economisch houdbaar. Zo zorgen we ervoor dat boeren kunnen blijven doen waar ze goed in zijn.” Als jonge boeren staan wij aan de basis van de keten. Het is aan de markt, keten en overheid om samen met ons te zorgen voor een toekomst waarin boerenbedrijven levensvatbaar blijven.

 

Deze discussiebijeenkomst met het thema ‘Verdienmodellen: meer waarde uit de keten’ is tot stand gekomen met medewerking van Erik van Ophoven (Interpolis – Achmea), Marcel Wijnen (Rabobank), Stefan Schulte (DeLaval), Hans Scholte (Flynth), Karin Haaksman (Koppert), Klaas de Jong (Royal A-ware), Roy Meijer (voorzitter NAJK), Mart Wagenvoort (GAJK), Naomi Mae (HAJK) en Bart Achtereekte (OAJK).

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *