1 december tweede ronde JOLA open

Op donderdag 1 december 2016 is in alle provincies de tweede ronde van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) opengesteld. Boeren en tuinders, jonger dan 41 jaar, kunnen van 1 december 2016 tot en met 16 januari 2017 subsidie aanvragen voor investeringen. Dit is voor hen een steun in de rug. De regeling is qua voorwaarden gelijk aan de openstelling eerder dit jaar, maar de investeringslijst is per provincie veranderd.

Bij deze openstelling zijn de resultaten van de evaluatie van NAJK en de voorlopige resultaten van de provinciale evaluatie over de JOLA meegenomen. “Het was te kort dag voor de provincies om de afgeronde evaluatie mee te nemen in deze openstelling,” aldus Sander Thus, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername. De provincies onderschrijven de resultaten van de NAJK-enquête en hebben toezeggingen gedaan. Zodra de officiële evaluatie van de eerste openstelling afgerond is, houden zij de regeling kritisch tegen het licht.

“Bij deze openstelling is de invulling met investeringsmogelijkheden verbeterd maar we zijn er nog lang niet. De regeling moet volgens NAJK namelijk jonge ondernemers ná bedrijfsovername, wanneer de kapitaalbeschikbaarheid laag is, ondersteunen om investeringen te doen.” De investeringslijst is ten opzichte van de vorige openstelling uitgebreid. Alleen de provincie Noord-Brabant heeft opnieuw veel mogelijkheden uitgesloten.

Jonge boeren en tuinders die gebruik willen maken van de JOLA kunnen een aanvraag doen via de website van hun provincie. Meer informatie over de voorwaarden en investeringsmogelijkheden zijn daar ook te vinden. Voor specifieke vragen kan men ditmaal rechtstreeks bij RVO terecht.

Ondersteuning jonge boeren en tuinders blijft van groot belang

Op maandag 21 november publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), op basis van voorlopige cijfers van de Landbouwtelling, de cijfers over bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Deze uitkomsten bevestigen wat het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) altijd al heeft aangegeven: stimulering van jonge boeren en tuinders is van groot belang. Slechts 40% van de agrarische bedrijven heeft een bedrijfsopvolger. Veel agrarische bedrijven zullen de komende jaren verdwijnen. Door de groeiende wereldbevolking zal de vraag naar voedsel echter alleen maar groter worden.

In 2016 waren er ruim 55 duizend landbouwbedrijven. Volgens de cijfers van het CBS hebben ruim 15.000 bedrijven geen opvolger. Het aantal stoppers onder de kleine bedrijven is groter dan onder grote bedrijven.

Vergrijzing

Op de meeste boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder staat geen bedrijfsopvolger klaar, aldus het CBS. Sander Thus, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille bedrijfsovername: “Het percentage stoppers is groter dan de groei van blijvende bedrijven. De agrarische sector vergrijst.” De vergrijzing belemmert, volgens NAJK, vernieuwing en innovatie in de sector. Nederland is koploper in de agrarische sector. Om die koppositie te behouden is vernieuwing en innovatie hard nodig. “Jonge boeren en tuinders zijn de voedselproducenten van de toekomst. Het is in het belang van Nederland dat jonge boeren en tuinders niet belemmerd, maar juist gestimuleerd worden om het agrarische bedrijf over te nemen”, aldus Thus.

Stimulering

De steun voor jonge boeren blijft belangrijk om de opvolging, ontwikkeling en optimalisering van de agrarische sector te stimuleren. “De Jonge Landbouwersregeling is een voorbeeld hiervan”, aldus Thus. De regeling is een onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dat loopt tot 2020. Het is noodzakelijk dat ook na 2020 de Jonge Landbouwersregeling onderdeel blijft van dit beleid. De Jonge Landbouwersregeling is bedoeld om jonge ondernemers na bedrijfsovername een steuntje in de rug te geven. Thus: “De periode na bedrijfsovername is financieel de meest zware periode. Het is wel de meest belangrijke periode om te ontwikkelen. De Jonge Landbouwersregeling stimuleert ontwikkeling op agrarisch bedrijf. De cijfers bevestigen de noodzaak van een stimulans voor jonge agrarisch ondernemers.”

Verantwoordelijkheid

Uit de cijfers van het CBS blijkt dat de uitstroom van agrarische ondernemers groter is dan de instroom. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de oudste zoon of dochter het familiebedrijf overneemt. Bedrijfsovername is steeds meer een bewuste keuze voor jongeren. Er komt veel bij kijken: “Als boer of tuinder ben je 24/7 verantwoordelijk voor het agrarisch bedrijf. Je hebt te zorgen voor planten en dieren, maar moet ook het bedrijf draaiende houden. Daarnaast moet het bedrijf voldoende inkomsten genereren”, geeft Thus aan.

Boer zoekt Boer

NAJK ziet al jaren agrarische bedrijven eindigen omdat er geen opvolger is. Tegelijkertijd zijn er veel jongeren die graag boer willen worden, maar geen bedrijf hebben. Om deze bedrijfsopvolgers en overdragers met elkaar in contact te brengen is NAJK het initiatief Boer zoekt Boer gestart. “Als je ouders geen agrarisch bedrijf hebben om over te nemen en de wens er wel is, is het lastig om te starten”, vertelt Thus. Via Boer zoekt Boer zorgt NAJK samen met het agrarisch bedrijfsleven voor goede begeleiding bij buiten familiaire bedrijfsovername. Het online platform Boer zoekt Boer brengt potentiële nieuwe boeren en boeren zonder opvolger met elkaar in contact. Thus: “De animo hiervoor groeit en we hopen dat dit een hulpmiddel is voor beide partijen.”

NAJK kritisch maar op hoofdlijnen akkoord

Op vrijdag 18 november 2016 informeerde staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken de Tweede Kamer over het principeakkoord. Dit akkoord moet zorgen voor het behoud van derogatie in Nederland. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft ingestemd met de hoofdlijnen van het pakket van maatregelen.

De invulling van de maatregelen vergt nog aandacht maar met de hoofdlijnen van het pakket voor fosfaatreductie is NAJK akkoord. Het totale pakket van maatregelen moet ervoor zorgen dat de Nederlandse melkveehouderij aankomend jaar fors haar fosfaatproductie zal reduceren. Deze maatregelen zijn nodig voor behoud van derogatie in 2017 en zijn een ingang tot het gesprek over een nieuwe derogatie van 2018 tot 2021. Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille melkveehouderij: “De uitwerking van het akkoord is een grote opgave en er zijn nog veel obstakels te nemen. Juridisch moet de invulling van het pakket van maatregelen voldoende houvast geven. Ook Brussel zal haar goedkeuring nog moeten geven over het pakket van maatregelen. Dit akkoord betekent niet dat we er al zijn.”

Stoppersregeling en vermindering aantal melkkoeien

“Wij zien met name ruimte voor reductie van fosfaatproductie bij de bedrijven die willen stoppen met melken. Ook een financiële prikkel is een stimulans om te reduceren, ten opzichte van de dieraantallen op 2 juli 2015,” aldus Van der Hoog. Het bedrag dat een melkveehouder ontvangt om een koe uit productie te nemen moet, volgens NAJK, wel voldoende houvast bieden voor deze ondernemer. “Je kunt het ook een ‘offer you can’t refuse’ noemen. Als je kijkt naar het gemiddelde koesaldo over de afgelopen 5 jaar van ruim €1900,- en een aantrekkende zuivelmarkt, moet het aanbod om vrijwillig te reduceren voldoende groot zijn.” Om voldoende budget te kunnen generen is een gedifferentieerde heffing over de geleverde liters melk in 2017 nodig, vindt NAJK.

Fosfaatvermindering via zuivelverwerkers

NAJK plaatst enkele kritische kanttekeningen bij het reductieplan van de zuivelverwerkers.  Dat dit plan kan werken staat niet ter discussie, wel de manier waarop. Van der Hoog: “Op dit moment geven de eerste contouren enige duidelijkheid op welke manier de zuivelverwerkers haar reductie willen gaan bewerkstelligen.” NAJK heeft de afgelopen weken meerdere voorstellen gedaan richting de bestuursleden van de NZO en ZuivelNL om een zo acceptabel mogelijke verdeling te maken van de reductiemaatregelen.  “Wij willen ervoor waken dat groeiende en recent gestarte bedrijven niet buitenproportioneel worden getroffen door het zuivelreductieplan. Het mag niet zo zijn dat de volledige reductie wordt bewerkstelligd bij een kleine groep melkveehouders die vanuit de normale bedrijfsontwikkeling in 2018 ook fosfaatrechten moeten gaan kopen.”

Wat deed NAJK voor jou in oktober?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden, ontwikkelen trainingen en cursussen, regelen winacties en behartigen jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in oktober? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • NAJK stond op de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij (LIV) in Hardenberg. Nieuwe leden konden zich op de stand inschrijven en huidig leden konden meedenken en hun mening geven. Zo was het mogelijk om aan te geven welke regels praktisch niet uitvoerbaar zijn en konden ideeën voor het 40-jarig jubileum van NAJK worden aangedragen.
  • NAJK heeft de openstelling voor 2016 van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) geëvalueerd onder haar leden. Lees hier de uitkomsten.
  • 13 oktober kwam het bericht dat de invoering van fosfaatrechten met een jaar zijn uitgesteld. Hierdoor is de verlenging van de derogatie in 2018 op losse schroeven komen te staan. Er moet snel een plan komen, om te voorkomen dat de derogatie op voorhand al verspeeld is. NAJK is daarom met verschillende partijen in gesprek. Ook in november is NAJK hier nog druk mee.

Wat zal NAJK voor jou doen in november?

Natuurlijk zal in november ook veel door NAJK worden georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • Van 1 t/m 3 november staat NAJK op de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen (RMV) in Hardenberg en van 22 t/m 24 november op de RMV in Gorinchem. Bezoek onze stand!
  • Loop jij op jouw agrarische bedrijf tegen regels aan die praktisch niet uitvoerbaar zijn? Laat het ons dan uiterlijk 15 november 2016 weten, via onze vragenlijst. Wij gaan samen met het ministerie van Economische Zaken aan de slag om de knelpunten op te lossen.
  • In november worden de standpunten in het discussiestuk GLB na 2020 verzameld en wordt er een gezamenlijk standpunt ingenomen. NAJK is ook benieuwd naar jouw mening over het GLB na 2020! Geef jouw mening door via jouw provinciale AJK.
  • In september 2017 bestaat NAJK 40 jaar. Dit willen we graag vieren. De commissie is hiervoor op zoek naar leuke ideeën. Heb jij een idee? Geef dat dan hier door of drop jouw idee in de ideeënbox op onze stand op de RMV in Hardenberg.
  • Zit jij vol vernieuwende ideeën of heb jij de oplossing voor de akker- of tuinbouw? Dan komt jouw innovatie misschien wel in aanmerking voor een beloning. Stuur jouw innovatie voor 15 november in via het inschrijfformulier.

JOLA geëvalueerd door jonge landbouwers

Na de eerste openstelling van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) in 2016 heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) zijn leden om een beoordeling gevraagd. Ruim 200 jonge landbouwers vulde de evaluatie over de JOLA in. Opvallend is dat 70% van de respondenten geen investering op de lijst vond waar zij behoefte aan hebben. 

De volgende openstelling van de JOLA-regeling staat gepland op 1 december 2016. De inhoud van deze openstelling zou gebaseerd worden op het resultaat van de evaluatie van de eerste openstelling. Omdat de landelijke evaluatie niet op tijd afgerond is heeft NAJK de JOLA zelf onder de jonge landbouwers geëvalueerd. 66% van de respondenten komt uit de melkveehouderij of de akkerbouwsector. Ruim 40% van de geënquêteerde was zelfstandig ondernemer en 38% runt in maatschap het agrarisch bedrijf.

Bekendheid onder jonge ondernemers

De regeling is onder jonge landbouwers opvallend goed bekend. Slechts 10% van de ondervraagden was niet op de hoogte van de JOLA-regeling. Naast de bekendheid van de regeling, wisten de meeste respondenten ook voor welke investeringen de JOLA aangevraagd kon worden. Daarnaast was snel duidelijk of zij wel of niet in aanmerking zouden komen. Echter, ondanks de grote bekendheid heeft een grote meerderheid toch geen aanvraag gedaan. De investeringen op de investeringslijst paste niet bij hun behoefte.

De investeringslijst

Opvallend aan de uitslag is dat er voor 70% van de jonge landbouwers geen investering op de lijst stond waar zij behoefte aan hebben. Dit aandeel is groter bij veehouders en tuinders, dan bij akkerbouwers. 85% gaf aan dat er te weinig keuzemogelijkheden waren. Er zijn dan ook veel praktische doeltreffende investeringen genoemd, bij de vraag over welke investeringen op de investeringslijst moeten staan. Een ander opvallend resultaat is dat 45% het minimaal te investeren bedrag per investering te hoog vond.

Reactie NAJK

“Het is bijzonder dat provincies de nieuwe openstelling van de JOLA zijn gaan voorbereiden voordat de uitkomst van hun eigen evaluatie binnen is. Dit terwijl er uitdrukkelijk is toegezegd de uitkomst van de evaluatie te gebruiken.”, aldus Sander Thus, dagelijks bestuurder met de portefeuille bedrijfsovername bij NAJK. De uitkomst van de enquête sluit aan bij de eerder gedane uitingen van NAJK over de JOLA. ‘’We zijn dankbaar voor de vele reacties die wij in korte tijd hebben mogen ontvangen. Dit geeft aan hoezeer de JOLA jonge ondernemers aan het hart gaat”, aldus Thus. Met de uitkomst heeft NAJK provincies aanbevelingen gedaan om de tweede openstelling aan te passen. Dit heeft betrekking op een forse uitbreiding van de investeringsmogelijkheden en inhoudelijke aanpassing van de voorwaarden van de JOLA waardoor nu met name jonge ondernemers na bedrijfsovername met kleine en middelgrote land- en tuinbouwbedrijven benadeeld worden.

Van 1 maart 2016 tot en met 15 april 2016 konden boeren en tuinders onder de 41 jaar zich aanmelden om in aanmerking te komen voor de JOLA. De regeling is bedoeld als steun in de rug om investeringen te doen in de financieel zware periode na bedrijfsoverdracht. De regeling was dit voorjaar qua voorwaarden een andere regeling dan voorgaande jaren. De tweede openstelling van de regeling onder het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) via de provincies wordt vanaf 1 december 2016 verwacht.

infographic-evaluatie-jola-2016

5 voor 12 behoud derogatie

De agenda van portefeuillehouder melkveehouderij NAJK, Bart van der Hoog, staat deze weken overvol. Vol met eigenlijk maar één onderwerp: het derogatieplan. Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken kondigde aan dat de invoering van de fosfaatrechten met een jaar is uitgesteld. Daarmee is de verlenging van de derogatie op losse schroeven komen te staan.

In het proces voor het behoud van de derogatie is het nu echt 5 voor 12. Wanneer er niet snel een goed plan op tafel komt te liggen om de fosfaatproductie al in 2017 te beperken, is de kans groot dat Nederland een ingebrekestelling vanuit Brussel krijgt opgelegd voor de derogatie in 2017. Dit zal de onderhandeling voor een nieuwe derogatie vanaf 2018 volledig blokkeren.

De gevolgen van het wegvallen van de derogatie zullen groot zijn en hebben effect op de gehele zuivelketen en aanverwante partijen. Wageningen Economic Reasearch heeft berekend dat het wegvallen van derogatie de keten bijna 1 miljard euro kost. Voor een gemiddeld melkveebedrijf komt dit neer op een lastenverzwaring van €10.000 tot € 20.000. Dit zijn extra kosten voor onder andere mestafzet en mestverwerking, maar ook voor de aankoop van extra kunstmest. Naast effecten voor de melkveehouderij zijn er bij verlies van derogatie negatieve effecten voor andere sectoren: verstoring van de mestmarkt en druk op de mestverwerkingscapaciteit. Voor NAJK reden om volop in te zetten op het behoud van de derogatie.

Een goed plan is niet zo eenvoudig. Het vraagt draagvlak van alle belanghebbende. De gehele zuivelketen zal haar verantwoordelijkheid moeten nemen, van zuivelverwerker tot voerproducent en van bank tot boer. Naast die bereidheid moet het derogatieplan ook juridisch mogelijk zijn, binnen het tijdsbestek te realiseren en ‘waterdicht’ zijn. NAJK is daarom met verschillende sectorpartijen en het ministerie van Economische Zaken in gesprek om te komen tot een breed gedragen plan om de derogatie veilig te stellen. Verschillende ideeën worden besproken en zorgvuldig overwogen. NAJK voorziet een grote reductie mogelijkheid bij stoppende melkveehouders die op zoek zijn naar duidelijkheid. Wanneer zij al in 2017 de juiste faciliteiten krijgen aangeboden om vervroegd uit te treden, zal dit ruimte bieden voor de nodige reductie.

Binnen enkele weken moet er een plan liggen wat borgt dat er voldoende fosfaat reduceert wordt in 2017. Alleen dan kan voorkomen worden dat derogatie op voorhand wordt verspeeld.

NAJK: commissie-Nijpels slaat de plank mis

Afgelopen week heeft de commissie-Nijpels haar advies uitgebracht over versnelling van verduurzaming van de veehouderij. De uitkomsten van het rapport zijn weinig concreet en niet toepasbaar, vindt het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). De commissie werd begin 2016 aangesteld door staatssecretaris Martijn van Dam om onder andere de economische perspectieven van de veehouderij te verbeteren.

Volgens het rapport is er in de afgelopen jaren een karrevracht aan rapporten, analyses en documenten verschenen. De commissie-Nijpels had de opdracht de bestaande ambities te vertalen naar concrete voorstellen en maatregelen. “Dure woorden verbloemen dat de commissie er niet in geslaagd is een concreet advies te geven over de toekomst van de veehouderij. In plaats daarvan stelt de commissie dat er een regisseur moet worden aangesteld”, aldus NAJK-voorzitter Andre Arfman.

Regisseur belemmert innovatie

Volgens de commissie moet de regisseur partijen binnen de veehouderijsector: aanspreken op de voortgang van verduurzaming, aanbevelingen doen voor bijstelling van het beleid, tussentijdse interventies plegen en sectorbrede initiatieven coördineren. Vanuit de agrarische sector komen vele initiatieven en innovaties naar boven die de veehouderij op ecologisch, sociaal en economisch opzicht verbeteren. Volgens NAJK moet er een klimaat gecreëerd worden die ruimte biedt aan innovatie. “Door innovatie af te dwingen en alleen de beste 30% te stimuleren, wordt voortgang juist in de kiem gesmoord. Elke agrarische onderneming is anders, dat maakt het onmogelijk om 30% koploperbedrijven aan te wijzen. De commissie verwijst daarmee 70% van de ondernemers naar de prullenbak”, aldus Arfman. “Innovatie komt van onderuit en uit onverwachte hoeken. Dit is niet van boven op te leggen.” Experimenteerruimte, financiële mogelijkheden en een andere benadering van de veehouderij, zoals genoemd in het rapport, kunnen houvast bieden aan de invulling van innovatie. Hier moet volgens NAJK dan ook fors in geïnvesteerd worden. Arfman: “Kennisdeling en ontwikkeling op praktisch niveau zijn daarbij sleutelwoorden. Hierdoor wordt het voor jonge ondernemers aantrekkelijk om de veehouderij in te stromen en innovatie aan te jagen. Doordat innovatie van onderaf moet komen, wordt de regisseursfunctie gereduceerd tot controle van overheden en financiers. Zij moeten ondernemers voldoende ruimte geven om te ontwikkelen. De regisseur als controleur biedt geen toegevoegde waarde.”

Mest

NAJK vindt dat de commissie in het rapport terecht de waarde van mest benadrukt. De commissie ziet echter het teveel aan mest op een bedrijf nog steeds als afvalproduct die verplicht verwerkt moet worden. Hiermee worden bestaande regionale kringlopen tussen veehouders en akkerbouwers doorbroken. Volgens NAJK moet de mestdiscussie benaderd worden vanuit de behoefte van de bodem en gewassen. Regionale kringlopen, derogatie en de inzet van (bewerkte) dierlijke mest als kunstmestvervanger spelen hierin een belangrijke rol. Bemestingsproducten moeten op een dusdanige wijze aan de bodem toevertrouwd worden dat ze optimaal benut kunnen worden. Samenwerkingen tussen veehouderij en de plantaardige sectoren zijn, naast de benodigde financieringen, van groot belang om tot de beste bemestingsproducten te komen en op een duurzame wijze het bemestingsvraagstuk te benaderen.

NAJK spreekt in Tweede Kamer over het fosfaatrechtenstelsel

Op donderdag 6 oktober 2016 vond het rondetafelgesprek over het wetsvoorstel tot Wijziging van de Meststoffenwet plaats. Dit gesprek werd gehouden met het oog op de invoering van fosfaatrechtenstelsel. Tijdens dit rondetafelgesprek spraken Tweede Kamerleden met partijen en organisaties die betrokken zijn bij het stelsel. Namens NAJK was Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder en portefeuillehouder melkveehouderij, hierbij aanwezig. Hij licht de knelpunten van de jonge melkveehouders toe:


Het stelsel van fosfaatrechten is zeer ingrijpend voor alle Nederlandse melkveehouders. Door het stelsel van fosfaatrechten wordt de kostprijs voor agrarische ondernemers verhoogd wanneer zij investeren in rechten. Zeker voor jonge melkveehouders die voor bedrijfsovername staan is dit extra ingrijpend. Een bedrijfsovername brengt sowieso een hoge financiële druk met zich mee en door de fosfaatrechten wordt deze druk nog groter. Dit belemmerd de ontwikkelingsmogelijkheden voor de melkveehouders van de toekomst. Tevens zorgt dit ervoor dat er minder ruimte is om te investeren in verduurzaming en dierenwelzijn.

Helaas is ingrijpen vanuit overheidswegen nodig gebleken. Het fosfaatproductieplafond in de melkveehouderij is ruimschoots overschreden. Hierdoor voldoen we niet aan de afspraken/vereisten die door de Europese Commissie zijn gesteld en komt de derogatie in gevaar. Om te voldoen aan de afspraken/vereisten vanuit Europa en toch mogelijkheden voor ondernemerschap voor (jonge) melkveehouders te behouden, zijn de invulling van de details van het fosfaatrechtenstelsel van cruciaal belang.

KringloopWijzer

NAJK heeft mede de voorkeur uitgesproken voor fosfaatrechten boven dierrechten, omdat het de mogelijkheid biedt om via voer- en managementmaatregelen te sturen op de fosfaatproductie van de dieren. Hierdoor blijft er ruimte voor ondernemerschap voor individuele melkveehouders, wat kan resulteren in een beter economisch rendement en milieutechnische resultaten. Helaas zijn in het huidige voorstel geen garanties opgenomen voor het al dan niet kunnen toepassen van de KingloopWijzer methode in 2017 tijdens de introductie van het stelsel, terwijl dit wel cruciaal is om op voer- en managementmaatregelen te kunnen sturen.

Hierdoor blijft er ruimte voor ondernemerschap voor individuele melkveehouders, wat kan resulteren in een beter economisch rendement en milieutechnische resultaten.

Evaluatie moment

NAJK wil pleiten voor een evaluatiemoment van het fosfaatrechtenstelsel wat gelijkgeschakeld is aan de termijnen voor het actieprogramma rondom de nitraatrichtlijnen. Er zijn duidelijke winstwaarschuwingen gegeven over het verkrijgen van een nieuwe derogatie. Wanneer derogatie niet behouden wordt voor de Nederlandse melkveehouderij is dit weer een inbreuk op de stabiliteit van de melkveehouderijsector. Daarom vindt NAJK dat als in 2018 geen derogatie wordt verleend, fosfaatrechten overbodig zijn. Door periodiek het stelsel met elkaar te evalueren kan een opeenstapeling van productiebeperkingen worden voorkomen. Daarnaast biedt het inbouwen van een evaluatie of herzieningsmoment de mogelijkheid om rechten te kunnen afschrijven. Het afschrijven van rechten geeft belastingtechnische voordelen voor de melkveehouderij. Zonder herzieningsmoment is afschrijven van de rechten niet mogelijk.

Daarom vindt NAJK dat als in 2018 geen derogatie wordt verleend, fosfaatrechten overbodig zijn.

Verleasen rechten

Bij het verleasen van rechten pleit NAJK voor een minimale inspanningsverplichting van 90% voor de verleaser. Ook bij het melkquotum was dit het geval. De eigenaar van de rechten moet een minimale hoeveelheid fosfaat zelf produceren. Op deze manier wordt voorkomen dat stoppende bedrijven jaren kunnen gaan wachten met het verkopen van hun rechten tot er voor hun een gunstig prijsmoment is. Wanneer bedrijven rechten kunnen vasthouden, zal dit invloed hebben op de beschikbaarheid van vrije rechten en de mogelijke prijs van rechten. Door de minimale inspanningsverplichting ontstaat er een stimulans voor oude boeren om te stoppen en voor jonge boeren om vrije rechten te verkrijgen.

Bij het verleasen van rechten pleit NAJK voor een minimale inspanningsverplichting van 90% voor de verleaser.

Fosfaatbank

De fosfaatbank wordt in het leven geroepen om ontheffingen af te geven aan bedrijven die uit maatschappelijk of milieukundige oogpunt een voorkeurspositie hebben. Jonge boeren zijn degene die de melkveehouderijsector van de toekomst vormen. Zij verkeren ten opzichte van oudere boeren echter in een achterstandspositie, doordat de financiële last door de bedrijfsovername voor de jonge boer hoger is. Vanuit de maatschappelijke voorkeurspositie zouden jonge boeren daarom in aanmerking moeten komen voor de ontheffingen van de fosfaatbank. NAJK pleit er daarom ook voor dat jonge boeren als eerste ontheffingen krijgen uit de fosfaatbank. Daarbij is het natuurlijk ook belangrijk om een aantal andere aspecten in het oog te houden, zoals grondgebondenheid en weidegang. Jonge, grondgebonden boeren die aan weidegang doen verdienen daarom een voorkeurspositie. Deze voorkeurspositie neemt daarna af naarmate de jonge boer aan minder maatschappelijke of milieukundige aspecten voldoet.

Jonge, grondgebonden boeren die aan weidegang doen verdienen daarom een voorkeurspositie.

Wat deed NAJK voor jou in september?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden, ontwikkelen trainingen en cursussen, regelen winacties en behartigen jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in september? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • Zaterdag 17 september vond het NK Veebeoordelen plaats in Kampen. 60 jonge beoordelaars uit het hele land gingen de strijd met elkaar aan om de titel Nationaal Kampioen Veebeoordelen. NAJK organiseert dit evenement jaarlijks met CRV. In 2017 vind het plaats in Zuid-Holland.
  • Deze maand gingen de dagelijks bestuurders van NAJK in gesprek met de SGP, CDA, CU en PVV. Net zoals bij de gesprekken met de andere politieke partijen, waren ook dit goede en openhartige gesprekken. Naast de actuele thema’s in de land- en tuinbouw, zijn ook onder-werpen als Jonge Landbouwersregeling, pacht, fosfaatrechten en macht van retail besproken.
  • NAJK heeft de openstelling voorjaar 2016 van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) geëvalueerd onder haar leden. Er zijn veel reacties binnengekomen. NAJK en de provinciale AJK’s gaan met deze resultaten naar de makers van deze regeling (provincies) om zo te zorgen dat de JOLA terecht komt bij de juiste doelgroep en daadwerkelijk een steuntje in de rug is.

Wat zal NAJK voor jou doen in oktober?

Natuurlijk zal er in oktober ook veel door NAJK worden georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • Loop jij op jouw agrarische bedrijf tegen opgelegde regels aan die praktisch niet uitvoerbaar zijn? NAJK en het ministerie willen weten tegen welke knelpunten jij aanloopt en welke oplossingen er voor zijn. Binnenkort wordt een vragenlijst hiervoor uitgezet. Houd de website en social media van NAJK in de gaten.
  • Van 25 t/m 27 oktober staat NAJK met een stand op de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij in Hardenberg en van 1 t/m 3 november op de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen in Hardenberg. We hopen veel nieuwe leden te verwelkomen en zien jou graag op onze stand!
  • NAJK sluit zich aan bij het traject om een Internationaal MVO convenant voor de land- en tuinbouw vorm te geven. In dit traject werken verschillende partijen samen aan een convenant.
  • Ook dit jaar organiseert NAJK weer een buitenlandreis. Dit jaar gaat deze naar Argentinië. Wil je de agrarische sector in Argentinië ontdekken? Geef je voor 24 oktober hier op.
  • NAJK is een van de sprekers tijdens het rondetafelgesprek over het fosfaatrechtenstelsel op donderdag 6 oktober. Het gesprek is hier live te volgen tussen 14.00 en 17.00 uur.

‘We need to work, in order to grow: potential can not be eaten!’

Ook al heb ik de portefeuille internationaal, als dagelijks bestuurslid bij NAJK kan ik niet iedere maand naar Afrika. Deze zomer heb ik die kans wel gekregen. Samen met Nicole Sloot, stagiaire bij Agriterra, bracht ik tien dagen in Zambia door. We onderzochten hoe de positie van jonge boeren in Zambia verbeterd kan worden.

Voor en namens Agriterra en NAJK hebben we jonge boeren uit verschillende sectoren gesproken. Nicole deed dat vooral gericht op jongerenraden van coöperaties. Mijn invalshoek had betrekking op belangenbehartiging. Beide spraken we op het Youth in Agribusiness Event in Lusaka en bezochten een aantal boerenorganisaties en -coöperaties.

Verschillen met Nederland

De verschillen tussen bijeenkomsten met jonge boeren in Nederland en in Zambia waren voor mij erg zichtbaar. Ik denk alleen al aan de gebeden die voor en na een vergadering werden uitgesproken en waar iedereen zichtbaar aan deelnam. Ook het feit dat oudere bestuurders automatisch veel meer aanzien hebben en veel respect krijgen van de jongere generatie, zie ik niet direct terug in Nederland. Toch is het grootste verschil wat mij betreft zeker niet cultureel, maar hoort dit wel het fundament te vormen voor de boeren van de toekomst: kennis!

De uitdagingen zijn gigantisch

Binnen NAJK werk ik vaak samen met mensen die een agrarische opleiding hebben gedaan. Zij hebben een heldere visie over waar hun bedrijf heengaat. Dat is in Zambia niet het geval. Er zijn talloze (potentiële) jonge, enthousiaste boeren met ambitie die helaas geen toegang hebben tot een agrarische opleiding. Ook op andere wijzen kunnen zij maar beperkt bijgeschoold worden. Negatief omschreven: jongeren missen de kennis om de melkproductie van hun koe te verhogen. Ze weten niet welk gewas geschikt is om te telen of ze hebben beperkte toegang tot leningen. Ook toegang tot landbouwgrond is lastig. Er is geen kadaster en jongeren moeten via goede relaties met stamhoofden in de plattelandsgebieden grond zien te verkrijgen.

Door schade en schande wijs

Wonder boven wonder komen veel jonge boeren hier wel doorheen. Niet iedereen heeft succes, maar de jongeren blijven ambitieus en enthousiast. Ik heb eigenlijk niemand echt bij de pakken neer zien zitten. Wat dat betreft heb ik ook wel ervaren dat de mentaliteit in Zambia in grote mate verschilt van de Nederlandse. Mensen in landelijke gebieden zijn met weinig tevreden. Opgegroeid in relatieve armoede, met het perspectief van een grote kans op werkloosheid, is het al snel iets beter dan vroeger.

Stappen vooruit

Ondanks dat de jonge boeren het zelf niet per se zo ervaren, vond ik het schrijnend om jonge boeren met zo weinig kansen te zien. Wel zie ik dat er langzaam maar zeker verandering in komt. Door trajecten van Agriterra, inmenging van NAJK en met name door de eigen wil om te veranderen, zal het beetje bij beetje, maar wel structureel, beter worden. De tientallen jongeren die we gesproken hebben, melkveehouders, katoentelers en potentiële akker- en tuinbouwers, willen in ieder geval een grote bijdrage leveren. Zij zien in dat er stappen gezet kunnen worden in kennisontwikkeling, maar ook in organisatie en belangenbehartiging.

Eigen ontwikkeling

Het is irreëel om te denken dat Zambia over vijf of tien jaar het niveau van de Nederlandse landbouw heeft. Dat is ook niet wat we moeten willen nastreven. Zambia en haar inwoners ontwikkelen zich op geheel eigen wijze. Zambia is een van de Afrikaanse landen met het grootste potentieel in de landbouw. Het land zou in theorie tweehonderdmiljoen mensen kunnen voeden. Dat terwijl er nog veel mensen in Zambia momenteel ondervoed zijn, velen lijden aan een nutriëntentekort.

Het land heeft de jongste populatie van de wereld, zo’n 85% van de bevolking is onder de 45 jaar. Er is nog veel ongebruikte vruchtbare landbouwgrond en met een lang regenseizoen en een grote ondergrondse watervoorraad, is er goede toegang tot water. Je zou toch denken, dat land, dat komt er wel. Maar zoals een jonge boerin op het Youth in Agribusiness evenement zo treffend zei: ‘we need to work, in order to grow: potential can not be eaten!’

En dat klopt volgens mij. Kansen moeten er zijn, om benut te worden. Jongeren moeten die ook kunnen zien, zo blijven ze enthousiast en ambitieus. Ik denk dat zowel Agriterra als NAJK daar een grote rol in spelen. Zeker in de tuin-/akkerbouw en in de melkveehouderij. Wij kunnen toch helpen. Jonge boeren melken er nu tien koeien per dag en brengen dan twintig liter op de fiets naar de fabriek. Dat kan toch beter? Wij hebben de kennis al. We hoeven het alleen maar te delen!

Iris Bouwers