Maxima bedankt!

Argentinië dag 8 – 19 december 2016

Vandaag begon de dag met een busrit van twee uur richting San Miguel del Monte met onze nieuwe reisleidster Leonie. Daar aangekomen kregen wij een rondleiding van één van de teeltbegeleiders van Farm Frites, genaamd Matthias. Matthias heeft in 1994 enkele maanden een cursus gevolgd in Wageningen en sprak goed Engels. Hij nam ons mee naar een perceel een teler voor FarmFrites.

In totaal bewerkt deze familie 2000 hectare met land in de provincie Buenos Aires en Balcare. Het grootste aandeel hiervan zijn frietaardappelen voor Farm Frites. Daarnaast nog enkele hectares voor de vrije markt en een klein aandeel, graan, soja en maïs. De aardappels worden 1 op 5 geteeld, vooral op huur grond, van 800 dollar per hectare. Deze percelen worden van augustus tot maart gehuurd. Grond voor soja huren kost 400 dollar. Koop van een hectare is 10.000 dollar.

Op de plek waar wij waren werd 65 hectare beteeld, op voorheen grasland van 6% organische stof. Het perceel met het ras Spunta werd beregend met een pivot. Hiermee wordt 7,5 millimeter per dag toegediend, waarvan in de zomer 6 mm verdampt. Er wordt gepoot op 85 centimeter, wat resulteert in 80.000 planten en uiteindelijk 200.000 stengels per hectare. Het gewas wordt met een voorraadrooier gerooid en met de hand in zakken gedaan om de schil van de aardappel minder te beschadigen. Daarnaast zijn het vroege aardappelen. Dit werk wordt gedaan door ingehuurde goedkopere krachten uit Bolivia, Urugauy en het noorden van Argentinië. Op een dag werken gemiddeld 25 mensen op een perceel, die samen een hectare per dag kunnen rooien en in zakken doen. Alleen de grote aardappels worden verpakt, kleineren die niet voldoen aan de vraag van de markt worden op het land achtergelaten. Vervolgens worden ze op de Mercado Central (waar we woensdagochtend zijn geweest) verkocht voor een gemiddelde prijs van € 0,20 per kg.

Vervolgens werden we door Matthias meegenomen naar een tweede perceel van 45 hectare. De eigenaar is een familiebedrijf met meerdere broers, neven en nichten van 1500 hectare. Op dit perceel werden 3 rassen verbouwd namelijk: Innovators voor de friet, Spunta’s voor friet en de vrije markt en Atlantics voor de chips. Voor dit perceel is 1600 ton op contract basis met Farm Frites, de overige opbrengst komt op de vrije markt terecht. Voor het eerst dit jaar is er in één werkgang op GPS gepoot met een Miedema pootmachine in plaats van een soort disc. De ruggen lagen er strak bij, het gewas was aan het afsterven. Er wordt 600 kg NPK 18-40-6 gestrooid. En 200 kg ammoniumsulfaat toegevoegd tijdens het poten. Hiervoor geldt geen maximale bemestingsnorm.

Wat ook hier weer opvalt is dat het transport van en naar de fabriek of markt 35% van de kostprijs is.   Dit komt door de lange afstanden (de grootste afstand is ongeveer 1500 kilometer) en doordat de vrachtwagens weer leeg terug komen en de machtspositie die de truckersvakbond heeft. Toch kiest een fabriek als farm Frites ervoor om transport uit te besteden, want “meer personeel geeft meer ellende”.

Veel voorkomende ziektes en plagen zijn trips, phypthopthora, fusarium, rhizoctonia. Daarnaast is er veel resistentie voor herbiciden met de werkzame stof Imidezolinonas. Hier zijn veel problemen mee. Waarbij eerder graan na de aardappels werd geteeld, word het land nu ook voor de aardappels gehuurd zodat de teler weet welke middelen er zijn gebruikt in de voorgaande teelt. Het pootgoed komt vooral uit Mar del Plata, het zuiden van de provincie Buenos Aires. Daar worden ze opgeslagen in gehuurde opslag van Farm Frites. Vlak voor het poten worden ze handmatig gesneden en behandeld. Eén persoon kan 1500 kg uitgangsmateriaal per dag snijden.  Direct na het snijden worden ze naar het perceel gebracht. Voor het ras Innovators worden 4 stukken gepoot op één meter, zo’n 2200 kg. Voor Atlantics 6 stukken op 1 meter, zo’n 3500 kg. Dit levert uiteindelijk respectievelijk 50 en 45 ton opbrengst op. Het meest gewild is nog steeds de Spunta vanwege de goede opbrengst en vorm voor de frietindustrie. Dit perceel aardappels word begin januari gerooid. Over de vraag of de boer ook deed aan vermindering van bodemdruk was het antwoord duidelijk: bandenspanning maximaal.

Na een intensieve rondleiding op de aardappelvelden werden de koeienboeren helemaal blij van een aantal koeien die ze langs de weg zagen. We vroegen de aardappelteler of hij een koeienboer in de buurt kende. En via via volgens de Argentijnse manier konden wij na 2 keer verkeerd rijden terecht bij de juiste koeienboer. De eigenaresse van het bedrijf Sabrina was helaas niet thuis. Zij had ons graag rondgeleiden. Maar doordat wij uit Holland komen regelde zei dat een werknemer ons rondleidde uit respect voor onze koningin Maxima.

Het bedrijf telt 360 melkkoeien op 300 hectare grond waarvan 100 hectare maïs en 200 hectare gras. In totaal waren er 9 personen werkzaam op het bedrijf. Het laatste jaar is de melkprijs gestegen van €0,15 naar €0,25 cent. Echter zijn de kosten ook enorm gestegen door de inflatie van 40% per jaar en doordat de regering meer met open grens werkt is de binnenlandse grondstoffenmarkt gestegen. De koeien worden 2 keer per dag gemolken in een 2×16 swingover van Westfalia. De melk wordt elke dag opgehaald door Lacto Conasun. Het afkalfseizoen is het hele jaar behalve in januari want dan is het te warm. De productie per koe kwamen wij niet precies te weten maar ongeveer 7000 liter per koe per jaar. De koeien gaan ongeveer 2 lactaties mee. De meeste koeien worden kunstmatig geïnsemineerd.

Na weer veilig te zijn thuisgebracht door onze onvolprezen chauffeur en een bus vol grond en luchtverfrissers gingen we eten om de hoek en belandden we in de pub.

Cor-Peter Feitsma, Jeroen Schuldink en Paulien van Beesten