Alleen ben je sneller, samen kom je verder!

Het is al vaak gezegd, de stap tot het Landbouw Collectief is een bijzondere. Nooit eerder werkten alle partijen uit de verschillende agrarische sectoren met elkaar samen. Het stikstofdossier raakt eigenlijk iedere sector binnen de landbouw en het is daarom ook goed dat deze samenwerking nu is ontstaan. Al was dit best even wennen, we snappen nu steeds beter hoe we elkaar kunnen versterken en wat ieders rol is.

Bij andere thema’s waren we vooral gewend om samen te werken per sector. Wat betreft de melkveehouderij werkten we dan samen met andere partijen die zich bezighielden met puur en alleen de melkveehouderij, maar niet met bijvoorbeeld de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) of met de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Ik heb de afgelopen maanden dus veel nieuwe mensen leren kennen. Het leek soms wel een sociaal experiment: zijn verschillende clubs met een verschillende insteek/toon/achtergrond maar met eenzelfde doel, in staat om met elkaar samen te werken? Mijn antwoord na 3 maanden luidt: Ja! Maar alleen als we elkaar de ruimte blijven geven om een eigen identiteit te behouden.

Wat is er de laatste tijd veel gediscussieerd over welke partij de boeren belangen beter behartigt en welke strategie nu eigenlijk het beste werkt. Maar de discussie geeft het antwoord: het is niet het één of het ander, het is de combinatie. Ik denk dat we als agrarische sector blij moeten zijn met de verschillen tussen de partijen binnen het Landbouw Collectief en dat we deze moeten koesteren. De kracht is weg als we allemaal hetzelfde zouden zijn. Een actiegroep, een vakbond en een belangenorganisatie, we hebben ze allemaal keihard nodig!

Ik hoop dat we onze energie de komende tijd kunnen steken in het benutten van elkaars kracht in plaats van het uitvergroten van elkaars verschillen. Met dat laatste bereik je niks, met dat eerste bereik je alles!

_________________________________________________________________________________________________________________

Marije Klever

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Marije Klever (32) verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Marije combineert deze functie met het werk op haar melkveehouderij in De Meern.

Royal Reesink en NAJK bundelen hun krachten

NAJK heeft er weer een kennispartner bij! Gistermiddag zette NAJK-voorzitter Andre Arfman en Gerrit van der Scheer, CEO Royal Reesink, definitief een handtekening onder een 3-jarig partnerovereenkomst tussen Royal Reesink en NAJK. Royal Reesink kijkt er naar uit om nog intensiever in contact te komen met de jonge agrarische ondernemers. 

Alles begint met goed materiaal
NAJK sluit partnerschapsovereenkomsten met de belangrijkste spelers uit de agrarische sector. Zo worden NAJK-leden verrijkt met belangrijke kennis en volgen ze de laatste ontwikkelingen van de agrarische sector op de voet. NAJK vindt het belangrijk dat er breed scala aan partners is: “Een leverancier van de agrarische machines als Royal Reesink ontbrak nog aan dit rijtje”, aldus Andre Arfman, “landbouwmachines zijn belangrijke productiemiddelen voor een agrarisch ondernemer. Royal Reesink is één van de grootste distributeurs van Europa van landbouwmachines. We zijn trots dat we nu elkaar mogen versterken.” NAJK is de belangenvereniging voor jonge boeren en tuinders in Nederland. De vereniging vertegenwoordigt een enthousiaste en toegankelijke groep van ruim 8.000 jonge agrarische ondernemers en is, naast lokaal en provinciaal, ook actief op landelijk en Europees niveau.

De kracht van jonge ondernemers
Royal Reesink is al sinds 1786 een belangrijke leverancier van machines voor de agrarische sector. Al zo’n negen generaties lang leveren ze landbouwmachines en -systemen aan boeren en loonwerkers van over de hele wereld. Royal Reesink levert naast  A-merk machines en onderdelen voor landbouw ook  machines voor landschapsonderhoud, magazijninrichting en grond-, weg- en waterbouw. Met 35 dochterbedrijven in tien verschillende landen heeft Royal Reesink een stevige internationale marktpositie.

De 2400 medewerkers die Royal Reesink rijk is, hebben stuk voor stuk passie voor machines, kwaliteit, nuchterheid en ondernemersdrang. “De reden om als Royal Reesink partner te worden van NAJK, is omdat we geloven in de kracht van jonge ondernemers”, aldus Van der Scheer, “We denken graag met jullie mee over de oplossingen voor de toekomst.” NAJK en Royal Reesink kijken uit naar een fijne samenwerking, zowel met elkaar als met de achterban.

Jonge boeren en het ondernemersklimaat

Het is een roerige tijd in de agrarische sector. De afgelopen jaren zijn er veel nieuwe regels en wetten op ons afgekomen. Onder andere de melkveewet, reductieregeling, de veranderende mestwetgeving, de verplichte luchtwassers op varkensstallen, het inperken van het aantal bestrijdingsmiddelen en het verhoogde dierenwelzijn deden hun intrede binnen de agrarische sector. Regels en wetten werden aangescherpt, met als klap op de vuurpijl natuurlijk het stikstof debacle.

Afgelopen najaar hebben we gezien dat de actiebereidheid onder de jonge boeren groot is en er veel interesse is in emigratie. De grote hoeveelheid nieuwe wetten en regels die in korte tijd op ons af zijn gekomen, is daar zeker een aanstichter van. De agrarische sector is een kapitaalintensieve sector met een levende haven en gewassen die je nu eenmaal niet drastisch kunt veranderen in korte tijd. Naast de vele wetten en regels die de kosten doen stijgen, pikken jonge boeren het ook niet langer om voedsel te produceren voor dezelfde of zelfs lagere prijs dan mijn opa 60 jaar geleden deed. Simpel gezegd, verdiend een boer zijn geld met Prijs x Aantal = Opbrengst. Als de kostprijs stijgt, zullen de opbrengsten ook moeten stijgen. In de afgelopen 60 jaar is de prijs niet omhooggegaan en was er geen andere optie dan het bedrijf te laten groeien om de rekeningen te betalen. Nu de overheid probeert deze groei af te remmen of zelfs te stoppen, gaat de schoen wringen!

De Nederlandse agrarische sector is toonaangevend in de wereld als het gaat om dierenwelzijn, efficiëntie, een minimale milieu impact en het klimaat. Er zijn bepaalde kleine groeperingen in Nederland, met goede lijntjes naar de media, die ons anders willen doen geloven. Erg jammer dat sommigen in Den Haag zich laten verleiden door deze valse voorstellingen. Door deze vertroebeling en het feit dat sommige Kamerleden zich laten meeslepen, ontbreekt het in Den Haag volledig aan een goede lange termijnvisie voor de landbouw en de andere sectoren. Een lange termijnvisie is essentieel voor een goed ondernemersklimaat, innovatie en verduurzaming.

Het is absoluut niet zo dat wij als jonge boeren niet willen veranderen of verduurzamen! Ik denk dat hier voor Nederland juist een enorme kans ligt. We zijn nu al toonaangevend in de wereld en kunnen deze positie alleen behouden door het inzetten van goed ondernemerschap, innovatie en verdere verduurzaming.

Een bijzonder gegeven vind ik de hoeveelheid jongeren die een agrarische opleiding doet. Zelf heb ik Agrarisch ondernemerschap aan de HAS in Dronten gedaan. Deze opleiding is de afgelopen acht jaar vertienvoudigd! Daarnaast is er ook veel animo voor andere agrarische opleidingen. Samen met de actiebereidheid onder de jongeren geeft dit voor mij aan dat er nog veel enthousiasme is onder de jonge boeren. Jongeren willen zich nog steeds binden aan de agrarische sector en hier een toekomst creëren.

Om de koppositie van de Nederlandse landbouw te behouden, hebben we ondernemerschap, jonge boeren en innovatie nodig. Ook de lange termijnvisie van de overheid, het vertrouwen van de overheid en burgers en een eenduidig beleid kunnen hierbij niet ontbreken. Op deze manier kunnen we de Nederlandse landbouw verder verduurzamen en wereldwijd een verschil maken. Op deze manier creëren we met zijn allen een beloningscultuur in plaats van de afstraffingscultuur waar we nu in verstrikt zitten. Een cultuur waarvan we allemaal weten dat deze niet werkt. Verbeteringen belonen, dat is wat er moet gebeuren in plaats van het oeverloos afstraffen van dingen die wat minder gaan. In Nederland hebben we de kennis en infrastructuur in huis om te verduurzamen, laten we daar dan ook gebruik van maken. Met zijn allen de schouders eronder zetten en op naar een toonaangevend land binnen de duurzame landbouw!

 


Sietse Draaijer

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Sietse Draaijer (32) verantwoordelijk voor de portefeuille bedrijfsovername. Sietse combineert deze functie met zijn melkveehouderij in het Friese Witmarsum.

Ondersteun ook de blijvende varkensboer

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft aangegeven dat de subsidieregeling sanering varkenshouderij flink overtekend is. NAJK pleit ervoor dat het ministerie extra geld beschikbaar stelt om degenen die in aanmerking komen voor de regeling een goed aanbod te kunnen doen. Daarnaast roept NAJK het ministerie van LNV op om naast de stoppers ook oog te hebben voor de blijvers. Zorg dat de blijvers kunnen innoveren, er een stimulerend beleid is en een goed verdienmodel.

Ondersteun de blijvende (jonge) boer

Jonge varkensboeren die aan het begin van hun carrière staan, hebben bewegingsvrijheid en vertrouwen nodig om te kunnen ondernemen. Zij zijn de toekomst. Zij zijn degenen die over dertig jaar nog hopen varkensboer te zijn. Daarom is het belangrijk dat het ministerie ook oog blijft hebben voor deze groep en hen actief ondersteunt. De enquête die NAJK in samenwerking met KRO-NCRV uitzette onder jonge agrariërs, wees uit dat driekwart van de jonge boeren al actief bezig is met het verduurzamen van hun bedrijf. Blijvende innovatie is nodig om een vitale varkenshouderij te houden, nu en in de toekomst. “Het verduurzamen van de sector is niet alleen een verantwoordelijkheid voor de varkenshouders, maar voor alle partijen. Ook de overheid moet hierin z’n steentje bijdragen. Het ministerie kan dit doen door passende regelgeving toe te passen, een stimulerend beleid te voeren en door innovaties zoals nieuwe stalsystemen mogelijk te maken. Essentieel voor de verduurzaming is een goed verdienmodel”, aldus Tim van der Mark, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille intensief.

Stel meer geld voor saneringsregeling beschikbaar

Hoewel de varkensboeren zich vandaag nog de hele dag in kunnen schrijven voor de subsidieregeling sanering varkenshouderij, is nu al duidelijk dat de regeling ruim is overschreven. Van der Mark: “Dat veel varkensboeren wilden stoppen was bij ons al wel bekend. De enorme vraag naar deze subsidie bevestigt daarbij onze verwachtingen. Voor iedere boer is het een enorme stap om te besluiten te stoppen met een bedrijf. De stekker trekken uit een bedrijf waar je iedere dag je ziel en zaligheid instopte, dat gaat niemand in de koude kleren zitten. Daarnaast draagt de regeling  naast de geur ook bij aan andere belangrijke dossiers van de minister, zoals stikstof en klimaat. Wij pleiten er daarom voor dat de minister extra geld voor de saneringsregeling beschikbaar stelt en dat deze stoppende boerenbedrijven meetellen bij het bereiken van de doelen in andere dossiers.” Gisterenavond in het tv-programma Jinek gaf minister Schouten aan het maximale uit de regeling te willen halen en zo veel mogelijk varkensboeren van de regeling gebruik te laten maken. NAJK is tevreden met deze intentie en hoopt dat de minister ook geld beschikbaar gaat stellen wanneer dit nodig is.

De regeling is open tot en met vandaag, 15 januari 2020.

Interpolis | Erwin Braak over inzet van sprinklers in een stal met varkens

Brandveiligheidsexpert Erwin Braak van Interpolis is het liefst vanaf het allereerste moment van de partij bij ondernemers met bouwplannen. Zeker als het gaat om stallen. Een primeur had hij toen de eerste stal met Agro-sprinkler werd opgeleverd. Een mooi resultaat van een bijzondere samenwerking met Erik en Marleen de Rond die hij mocht adviseren en bijstaan, BAM Bouw en Techniek en AvT Montage. Of, zoals Erwin het zegt: “Zet een stel vakidioten bij elkaar en een brandveilige stal is echt mogelijk.”

Een brandveilige stal kan dat?
Erwin Braak: “Een brandveilige stal is mogelijk als je vanaf de aanleg consequent afgewogen keuzes blijft maken. Erik en Marleen kiezen bewust voor een kleinschalig, onderscheidend concept met veel aandacht voor welzijn en milieu. Ze zijn is bijzonder ver met preventie, dat past bij heel hun denken, ze zijn vakidioten, gaan tot het uiterste en daar houd ik zelf ook wel van. Alle uitgangspunten kloppen ook bij hun keuzes voor de nieuwe stal. Er is een basis met (brand)compartimenten en brandveilig materiaalgebruik, de Agro-sprinkler past daarbij. Erik en Marleen hebben een visie en kunnen het grote geheel goed overzien.”

Wat doet een sprinkler?
“Een sprinkler is een waterleiding in een grit onder het dak van de stal. Daaraan hangen sprinklerkoppen die worden aangestuurd door een glazen buisje met een vaste breek temperatuur. De sprinkler koop je in op temperatuur afhankelijk van de omgeving, wordt het warmer dan 60 graden, dan breken de buisjes en gaat meteen het water lopen. Via een flow meter gaat er direct een signaal naar het Octalarm en naar de ondernemer via vooraf ingestelde nummers van een bellijst.”

Kun je dieren redden door de inzet van sprinklers?
“Je kunt sprinklers inzetten als aanvulling of noodoplossing in ruimtes waar je het beheersen van brand met allerlei andere beperkingen niet voor elkaar krijgt. De sprinklertechniek die we gebruiken in de stal bestaat al langer in verzorgingstehuizen. Daar gebruiken ze deze techniek om een eventuele brand te vertragen, zodat er meer tijd is om te ontruimen en zo mensenlevens te redden. In de veehouderij werkt dat wel anders. Natuurlijk wil je in een stal ook vuur vertragen met als doel om in te grijpen. Maar dieren redden is wel van een andere orde. Angstige dieren kruipen bij elkaar. Zeker als ze niet gewend zijn om naar buiten te gaan, krijg je varkens bij brand met geen mogelijkheid uit de stal. Sprinklers kunnen schade beperken als je dieren in omliggende compartimenten wèl kunt redden.”

Is een sprinkler voor elk bedrijf haalbaar?
“Ja en nee. Met BAM Bouw en Techniek en deze eerste varkenshouder is alles in het werk gesteld om een sprinklerinstallatie te ontwikkelen die past bij de eisen die een agrarisch bedrijf stelt. De Agro-sprinkler is 5 maal goedkoper dan de sprinkler in de gezondheidzorg!”, benadrukt Erwin trots. “De keuze voor sprinklers in deze eerste stal was haalbaar door de omvang van de stal en financieel doordat er subsidie is verleend. We konden hier volstaan met een aansluiting op de bestaande drinkwaterleiding. Bij een echt grote stal heb je veel meer water nodig. Een waterbuffer met pompen moet dan zorgen voor een goed druksysteem bij de aanvoer van water over lange buislengtes. De kosten voor dure zware pompen zijn nog wat te beperken door slim te compartimenteren met verschillende vertakkingen en kleppen in het buizensysteem.”

Wat kost een sprinklerinstallatie?
“Helaas het loopt geen storm met aanvragen om mee te denken over de aanleg van sprinklers in stallen”, vertelt Erwin. “De beleving bij veehouders is waarschijnlijk dat het duur is.” Erwin is wel blij met de vraag: “De richtprijs voor een sprinklerinstallatie in de stal ligt tussen de 15 en 20 euro p/m2, gebruiksklaar. Sommige provincies verstrekken er subsidie op. De Agro-sprinkler is daarmee tot wel 5 keer goedkoper dan de prijs van sprinklers in de gezondheidszorg.”

En hoe zit het met onderhoud en kosten?
“Onderhoud is makkelijk, sprinklers kunnen tegen stof” is Erwins eerste reactie. Hij licht het verder toe: “Testen doe je eigenlijk alleen bij aanleg voor er dieren in de stal staan. Als het werkt is het goed. Je enige zorg is dan nog om het systeem te spoelen met zuur om kalkvorming tegen te gaan. Afhankelijk van de hardheid van het leidingwater is dit jaarlijks tot 5 jaarlijks nodig. Je voert dit makkelijk uit via een handmatige klep. Stof is geen probleem, want de sprinkler wordt niet heet en zal dus zelf geen brand veroorzaken.” De Agro sprinkler is nu nog een primeur. Erwin geeft aan: ”Vanuit bouwadvies en verzekeren zullen we met installatiebedrijven, zoals BAM Bouw en Techniek en AvT Montage, aansluiting blijven houden bij de NFPA 13 en NFPA 25 norm voor sprinklers. Dit zijn Amerikaanse normen die we in Europa veel en graag gebruiken door de praktische insteek bij ontwerp én onderhoud.”

Meer weten?
Informeer naar het bouwadvies van Interpolis bij uw adviseur.

 

Erwin Braak is brandveiligheidsdeskundige bij Interpolis en adviseert ondernemers in de agrarische sector. De bouwkundig ingenieur is gespecialiseerd in Fire Safety Enginering (FSE). Dit betekent dat hij complexe brandveiligheidsvraagstukken kan oplossen door breder te kijken dan de standaard brandvoorzieningen vanuit het Bouwbesluit. Zo kent het Bouwbesluit brandmuren die je door FSE in vuurbelasting nog veel verder kunt opwaarderen door meerdere en vooral slimme toepassingen te gebruiken. Je krijgt dan slimme combinaties die volgens Erwin zelfs een stal brandveilig kunnen maken.

2019: het jaar van saamhorigheid

Wat een bewogen jaar hebben we achter de rug met zijn allen. Eind 2018 ben ik in het bestuur getreden van NAJK. Toen ik destijds aan dit avontuur begon, had ik van tevoren nooit kunnen bedenken dat we een jaar als deze tegemoet zouden gaan. 2019: een jaar om nooit meer te vergeten.

Saamhorigheid
De stalbezetting in Boxtel heeft een hoop stof doen opwaaien. Uit alle hoeken van Nederland kwam steun voor het getroffen bedrijf. Als boeren hadden we nooit verwacht dat dit kon gebeuren. De schrik zat er goed in en daarbij de realisatie dat dit ook zomaar bij ons thuis zou kunnen gebeuren. Een negatieve gebeurtenis met positieve gevolgen. De stalbezetting bij Boxtel bracht bij de boeren een kracht naar boven van enorme saamhorigheid. Iets wat in tijden niet meer zo sterk heeft geleefd onder de boeren.

Het wij-gevoel
Na het begin van de stikstof crisis is dit wij-gevoel onder de boeren en tuinders van Nederland alleen maar sterker geworden. Iedere boer voelt zich gelijk en voelt de drang de krachten te bundelen. Dit sterke wij-gevoel heeft geleid tot een krachtige en breed gedragen actie op 1 oktober. Ook de belangenbehartiging stak de koppen bij elkaar en wist hun krachten te bundelen. Zo ontstond het Landbouw Collectief die razendsnel aan de slag ging voor de belangen van de agrarische sector. Op dit wij-gevoel onder de boeren moeten we zuinig zijn. We zullen het nog hard nodig hebben.

Kerstgedachten
Naast het veelbesproken onderwerp ‘stikstof’, houdt de landbouw genoeg uitdagingen over. Wij, als jonge boeren, moeten deze uitdagingen met beide handen aanpakken. Hierbij is kracht en saamhorigheid van wezenlijk belang. Niet alleen binnen de agrarische sector. Hopelijk kunnen we deze saamhorigheid ook delen met de rest van de maatschappij. Want: samen staan we sterk en deze uitdagingen kunnen wij boeren niet alleen aan.

De warme kerstgedachten van saamhorigheid en gezelligheid is wat de landbouw nodig heeft de komende jaren. We moeten af van het polariserend debat en beginnen met elkaar te accepteren, respecteren en vooral waarderen. Vanuit daar kunnen we samen veel uitdagingen aan!

Ik wens jullie allemaal prettige feestdagen en probeer, ondanks de donkere wolken in deze donkere tijden, vooral van deze mooie momenten te genieten tussen het harde werken door. Want onthoud: samen is niet alleen!

 


Tim van der Mark

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Tim van der Mark verantwoordelijk voor de portefeuille intensief. Tim combineert deze functie met het werk op zijn varkenshouderij in Middenbeemster.

Willem Voncken nieuwe portefeuillehouder internationaal bij NAJK

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft een nieuwe portefeuillehouder internationaal. Akkerbouwer Willem Voncken is tijdens de algemene ledenvergadering op 19 december 2019 unaniem verkozen tot dagelijks bestuurslid. Hij treedt hiermee in de voetsporen van Iris Bouwers, die deze rol ruim vier jaar heeft vervuld.  

Voncken is samen met zijn ouders de trotse eigenaar van een akkerbouwbedrijf in het Zuid-Limburgse Trintelen. Hier verbouwen ze op zo’n 190 hectare een breed scala aan gewassen: uien, aardappels, maïs, suikerbieten, tarwe, gerst en soja- en veldbonen. Na zijn agrarische opleiding in het Belgische Tongeren ging Voncken op 19-jarige leeftijd fulltime aan de slag op het familiebedrijf. Hij introduceerde hier de teelt van aardappelen en uien en werd ook bestuurlijk actief.

De nieuwe portefeuillehouder internationaal

Naast zijn werk op de boerderij neemt Voncken meerdere bestuurlijke taken voor zijn rekening. Op zijn 22e werd hij bestuurslid van AJK Zuid-Limburg. Dit beviel binnen de vereniging zo goed dat hij een jaartje later zelfs werd ‘bekroond’ tot de voorzitter van het Limburgs Agrarisch Jongeren Kontakt (LAJK). Voncken denkt al een tijd mee over het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) en is lid van een adviesgroep van de Europese Commissie over suiker. Eerder dit jaar heeft hij zelfs een Nuffield Scholarship in ontvangst mogen nemen. Nuffield wil de gehele agrarische sector stimuleren zich te ontwikkelen in ondernemerschap, duurzaamheid en innovatie. Hier geeft Voncken invulling aan door onderzoek te doen naar de alternatieve teelten in Nederland. Over de toekomst van de agrarische sector is hij heel duidelijk: “Je moet de toekomst van de sector niet door anderen laten bepalen, maar het heft in eigen hand nemen. Ga voor jezelf na wat jouw persoonlijke doel is en zet je er voor de volle 100% voor in!”
Volgens Voncken is er in de sector meer behoefte aan maatwerk. “Daarom wil ik juist in Brussel laten zien wat onze diverse land- en tuinbouwsector te bieden heeft en gezamenlijk op zoek gaan naar handvatten waar we de uitdagingen van de toekomst mee aan kunnen gaan.”

Afscheid Iris Bouwers

Met de benoeming van Voncken is Iris Bouwers teruggetreden uit het dagelijks bestuur van NAJK. Bouwers is inmiddels werkzaam voor LTO Nederland in Brussel en kijkt met veel plezier terug op haar bestuursperiode, waarin de vormgeving van het nieuwe GLB een grote rol speelde.

Benieuwd wat Willem Voncken de leden van NAJK te bieden heeft? Bekijk hier de video waarin hij zichzelf voorstelt.

Basisafspraken Kabinet en Landbouw Collectief over stikstof

Vertegenwoordigers van het Landbouw Collectief ontbeten maandagmorgen met minister-president Rutte en minister Schouten. Tijdens het gesprek bleek dat het kabinet bereid is een aantal concrete toezeggingen te doen over de oplossingen uit het stikstofplan van de sector, “Uit de gecreëerde stikstofimpasse”. Boeren en tuinders leveren hiermee een cruciale bijdrage aan het doorbreken van de stikstofimpasse, zonder dat ze daarvan de oorzaak zijn.

“De nieuwe maatregelen om de stikstofuitstoot van de sector verder te reduceren zijn breed gedragen en praktisch uitvoerbaar. De uitkomsten van dit gesprek zijn daarmee de beste garantie dat de stikstofemissie significant afneemt op korte termijn. Met de toezeggingen van het kabinet hebben de partijen in het Landbouw Collectief er vertrouwen in dat de overheid aan een aantal randvoorwaarden gaat voldoen, waardoor Nederland uit de stikstofimpasse komt. We realiseren ons dat er nog veel ingewikkelde stappen moeten worden gezet en gaan daarmee nu aan de slag!” zegt Aalt Dijkhuizen, voorzitter van het Landbouw Collectief.

Praktisch uitvoerbare oplossingen noodzakelijk

De organisaties in het Landbouw Collectief hebben een aantal maatregelen voorgesteld die praktisch uitvoerbaar zijn en tot snelle resultaten leiden, zoals in de eerste fase bijvoorbeeld minder eiwit in het voer bij melkvee, extra weidegang en mest aanlengen met water. De voermaatregelen krijgen een plek bij de uitwerking van de Spoedwet, de kaderwet die gisteren in de Eerste Kamer is aangenomen en de komende tijd gezamenlijk wordt ingevuld.

Het kabinet heeft onder andere bevestigd dat er geen generieke krimp van de sector zal plaatsvinden, en ook geen gedwongen opkoop van bedrijven. Verder gaat het kabinet de zogenoemde ‘PAS-melders’ -activiteiten die vóór de stikstofuitspraak van de Raad van State (RvS) in aanmerking kwamen voor een vrijstelling van de Natura 2000-vergunningplicht- legaliseren. Ook zal het kabinet de aanwijzingsbesluiten van Natura 2000-gebieden kritisch bekijken. Deze worden opgeschoond, en er wordt ingezet op het samenvoegen of herindelen van natuurgebieden. In afwachting daarvan worden geen nieuwe Natura 2000-gebieden op land aangewezen.

Basis voor vervolgstappen

Het kabinet en de partijen in het Landbouw Collectief spannen zich in om tot een goede uitwerking te komen. Er moeten nog veel ingewikkelde stappen worden gezet, daarmee gaat men nu aan de slag. In januari zal overleg tussen de organisaties in het Landbouw Collectief en het kabinet plaatsvinden over het investerings- en maatregelenpakket; het IPO, de Rijksheren en het kabinet over onder andere de gebiedsprocessen en de implementatie van de beleidsregels met betrekking tot intern salderen. Ook staat dan de problematiek van de nertsenhouders op de agenda. Tot slot is toegezegd dat het beleid jaarlijks zal worden geëvalueerd mét de sector.

 

 

 

CDG Arable Crops – Joline Brouwer

Twee weken geleden mocht Joline Brouwer vanuit NAJK voor CEJA aanwezig zijn in Brussel bij de dialooggroep over akkerbouwgewassen. Deze dialooggroep ging specifiek over granen en eiwithoudende zaden en gewassen. Een goede bijeenkomst waarbij ze samen met iemand uit Tsjechië en Spanje de belangen van de Europese jonge landbouwers mocht vertegenwoordigen. Hieronder doet Joline haar verhaal.

Zoals jullie wellicht weten, zijn er verschillende dialooggroepen (voor o.a. melk, suiker, energie). Per groep verschilt het dan ook welke belangenorganisaties en hoeveel mensen van een bepaalde organisatie aan tafel zitten. In deze groep zijn partijen als FoodDrink Europe (met o.a. Unilever, Nestlé), COPA COGECA (met o.a. LTO), CELCAA (handelaars van grondstoffen), Europa Bio en BeeLife vertegenwoordigd met experts. Deze civiele dialooggroepen dienen als klankbord voor de Europese Commissie en gaat de Europese commissie helpen bij alle aangelegenheden betreffende het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de plattelandsontwikkeling en de uitvoering daarvan. Het is daarom ook van belang dat de jonge landbouwers hierbij zoveel mogelijk bij betrokken zijn hun stem laten horen. De toekomst van de jonge landbouwers wordt mede bepaald door de regels en beleidsvoering in Brussel en heeft dus invloed op ons landelijk beleid. 

Dit keer was het weer een volle agenda. Zoals gewoonlijk werd er begonnen met het bespreken van de marktsituatie en de vooruitzichten hierop. Verschillende gewassen, als koolzaad, soja tarwe en maïs, werden uitvoerig besproken. Een terugkomend punt hierbij is de discussie over de verhouding van het telen voor humane voeding en diervoeding en het importeren van soja. De (blijvende) afhankelijkheid van import en de bijbehorende handelsbelangen, teeltmogelijkheden en werknemers, blijft een complex vraagstuk. Hieronder nog enkele marksituaties die zijn besproken: 

Er was minder droogte in Europa vergeleken met vorig jaar, maar het heeft wel invloed gehad op de productie (m.b.t. waterniveau). Er was een toename van het totale graanareaal in de EU (56,6 miljoen ha, 2,8% j / j). Daarnaast een herstel van tarwe en gerstproductie en daarbij een goede kwaliteit tarwe op EU-niveau. Er is een daling van de totale invoer, met name voor maïs en een herstel van de totale uitvoer, met name voor tarwe. Het totale oliezaadoppervlak ligt 7% onder het vijfjaarsgemiddelde. Aangezien het gebied daalt, wordt de EU-oliezaadproductie voor 2019/2020 geschat op slechts 29,6 miljoen ton, 11% onder het gemiddelde. Met 16,8 miljoen ton is de koolzaadproductie op het laagste niveau sinds 2006/2007. De jaarlijkse toename van de sojabonenproductie compenseert de afname van koolzaad en zonnebloemzaad slechts gedeeltelijk. Om de lage koolzaadproductie in de EU te compenseren, wordt verwacht dat de import van koolzaad in de EU in 2019/2020 recordhoogten zal bereiken.

Een ander terugkomend agendapunt is de voorbereiding op de Brexit. Ook kwamen de plannen voor Horizon Europa, een programma voor onderzoek en innovatie aan bod en werd er gekeken naar wat voor rol producten op basis van plantaardige eiwitten hierin gaan spelen. Zoals verwacht gaat het een belangrijke pijler worden mede door de steeds grotere vraag naar vegetarische producten. Het volgende punt op de agenda was de European Green deal 2013. Hierbij werd kort de visie voor een duurzamer voedselsysteem besproken. Onderdeel hiervan is de ‘Farm to Fork’-strategie met als hoofdthema’s; voedselzekerheid, gezondheid, klimaatverandering, biodiversiteit en inkomen uit landbouw. Als laatste punt op de agenda stond een spreker van de WUR die onderzoek doet rondom onkruidbestrijding. Het thema luidde dan ook als volgt; alternatieve methodes om onkruid te bestrijden als vervanger voor glyfosaat. Zoals verwacht kwam er uit de discussie naar voren dat dit product noodzakelijk blijft. Een combinatie van precisie en wieden blijft belangrijk om de eerste onkruiddruk tegen te gaan. Resistentie van de gewassen op dit middel blijft een grote zorg voor de toekomst.  

Tijdens deze bijeenkomst proberen we als CEJA ook punten aan te kaarten en uit te dragen, zoals: kwesties met betrekking tot de toegang tot land, krediet- en productierechten en versterking van onderwijs- en opleidingsfaciliteiten voor jongeren op het platteland. Persoonlijke drijfveer om bij te dragen aan deze bijeenkomst, was de moeilijkheid rondom aankoop landbouwgrond en de problematiek rondom schade door muizen, ganzen en droogte. De conclusie voor mij persoonlijk: het is goed dat CEJA aanwezig is bij deze groep en haar stem, waar mogelijk, laat horen. Het is alleen wel jammer dat er in deze groep te weinig ruimte is voor discussie. Terwijl juist deze discussies in mijn ogen zo belangrijk zijn. Desondanks blijft het goed dat de mogelijkheid er is dat de jonge boeren hierbij aan tafel zitten en vanuit de praktijk kan worden aangegeven wat er zoal speelt onder de jonge boeren. 


Joline Brouwer

Driekwart van de jonge agrariërs is actief bezig met een duurzamer boerenbedrijf

73% van de jonge boeren geeft aan dat ze actief bezig zijn om hun bedrijf duurzamer te maken met het oog op de toekomst. Een nog groter aantal van 78% wil stappen zetten richting kringlooplandbouw of is daar al mee bezig. Dit blijkt uit een opinieonderzoek van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en KRO-NCRV aan het einde van een turbulent jaar voor de landbouw. 

De respons en de betrokkenheid van jonge agrariërs is enorm. Ruim duizend boeren hebben de enquête ingevuld en meer dan achthonderd stuurden hun persoonlijke verhaal mee. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar. Een 35-jarige kalverenhouder uit Gelderland schrijft: “Het besef duurzaam te moeten werken is groot, we willen en doen het volop en zijn daarmee het schoolvoorbeeld voor de industrie. Waardering voor wat hierin gebeurt moet vooropgaan.” 79% van de jonge boeren geeft aan niet genoeg waardering te krijgen. 

De boeren voelen zich zeer betrokken bij de leefbaarheid van het platteland. Maar liefst 98% geeft aan dat ze daarbij onmisbaar zijn. Toch geeft ruim de helft aan dat ze zelf wel getwijfeld hebben of ze boer wilden worden. De belangrijkste reden is de grote hoeveelheid wet- en regelgeving die regelmatig verandert en soms tegenstrijdig is, maar ook het inkomensperspectief speelt een grote rol. 

“Jonge boeren die bewust andere keuzes maken dan groeien, groeien, groeien, hebben het ongelofelijk moeilijk om dat voor elkaar te krijgen. Betrek die ook erbij! Zo krijg je goed in beeld dat hetgeen wat de overheid en maatschappij wil, ontzettend ingewikkeld ligt”, schrijft een 36-jarige melkveehouder uit Utrecht. 

Dat ook de huidige stikstofcrisis tot grote bezorgdheid leidt, blijkt wel uit het feit dat bijna 60% van de respondenten zich zorgen maakt over de toekomst en bijna 80% actief betrokken is bij de acties. Opmerkelijk is dat zoveel jonge boeren werken aan een duurzamer bedrijf, terwijl een op de drie aangeeft het niet noodzakelijk te vinden dat de landbouw duurzamer wordt. 

Volgens NAJK-voorzitter Andre Arfman is de reactie op deze stelling goed te verklaren: “Jonge boeren hebben de intentie om over dertig jaar nog te boeren. Het maken van duurzame keuzes is bij hun daarom al een vanzelfsprekendheid. Duurzaamheid is ook voor ieder bedrijf anders. Jonge boeren zitten niet te wachten op verstikkende wet- en regelgeving die hun een bepaalde hoek in duwt en die niet past bij hun bedrijf. ”

Drie jonge boeren blikken zondag in Kruispunt terug op een bewogen en hectisch 2019. Wat hebben de massale protesten en steunbetuigingen teweeggebracht op het erf? En hoe kijken ze naar de toekomst? Uitzending: 23.20 uur op NPO 2.