Duurzame Zuivelketen stelt nieuwe doelen voor 2030

De Duurzame Zuivelketen heeft een aantal doelen voor 2020 al gerealiseerd. Naast de oorspronkelijke partners LTO Nederland (melkveehouders) en NZO (zuivelindustrie), werken met ingang van 2019 ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) samen in de Duurzame Zuivelketen. Het samenwerkingsverband, dat onder ZuivelNL valt, verbreedt zijn scope met enkele nieuwe doelen en heeft nieuwe doelstellingen voor 2030 vastgesteld.

De Duurzame Zuivelketen wordt ondergebracht bij ZuivelNL. Dit past in de nieuwe positionering van ZuivelNL als de brancheorganisatie voor de Nederlandse zuivelketen.

Behaalde doelen

Onder andere bij het terugdringen van het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij en op het terrein van weidegang zijn de gestelde doelen voor 2020 al gehaald. Dit betekent bijvoorbeeld dat ruim 99% van de Nederlandse melkveebedrijven voldoet aan de norm voor antibioticagebruik van de onafhankelijke Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). Het aantal bedrijven met weidegang is in 2018 al uitgekomen boven het streefpercentage van 81,2.

Hoofdthema’s

Ook bij de andere doelen boekt de Duurzame Zuivelketen voortgang. Daarbij gaat het tot nu toe om de volgende 4 hoofdthema’s:
– klimaatverantwoorde zuivelproductie;
– continu verbeteren van diergezondheid en dierenwelzijn;
– behoud van weidegang;
– biodiversiteit en milieu.

Voor de periode tot 2030 voegt de Duurzame Zuivelketen hier drie thema’s aan toe, namelijk:
– verdienmodellen;
– grondgebonden melkveehouderij;
– veiligheid op het boerenerf.

Bij verdienmodellen gaat het om duurzaam rendement voor melkveehouders op basis van hogere opbrengsten en/of lagere kosten en/of meer ontwikkel- cq gebruiksruimte.
Grondgebonden melkveehouderij betreft eiwit van eigen grond of uit de buurt, buurtcontracten, voldoende grote huiskavel t.b.v. weidegang en afname van de import van eiwitrijke grondstoffen. Dit sluit aan op het beleid van LNV in het kader van de nota over Kringlooplandbouw.
Een veilige werkvloer voor melkveehouders, hun familieleden, medewerkers en bezoekers zal worden gestimuleerd door bewustwording van veiligheid op het boerenerf en actief handelen zodat het aantal ongevallen afneemt.

Doelstellingen

Voor alle 7 thema’s zijn (geactualiseerde) doelstellingen vastgesteld voor 2030, in samenspraak met de Adviesraad van de Duurzame Zuivelketen en het ministerie van LNV. Het ministerie en andere stakeholders hebben namelijk ook een rol en verantwoordelijkheid bij de realisatie van de doelen.
Ook bij de sectordoelen voor 2030 gaat de Duurzame Zuivelketen uit van de diversiteit in de sector. Zo kan de ene melkveehouder meer doen aan natuur en landschap, terwijl een ander meer werkt aan duurzame energie.

Duurzame melkveehouderij

De Nederlandse zuivelsector staat voor een duurzame melkveehouderij die gezonde producten voortbrengt in een gezonde omgeving. Melkveehouders en zuivelondernemingen komen zelf met nieuwe duurzaamheidsdoelen, om dit ook in de toekomst waar te maken op basis van verantwoorde productie, voldoende draagvlak en een gezond verdienmodel.

 

Meer informatie vindt u hier: Factsheet nieuwe doelen

NAJK: bedrijfsovernamefonds aanwinst voor jonge boeren en tuinders

Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft vandaag de verdere invulling van het bedrijfsovernamefonds bekendgemaakt. Vanaf 1 januari 2020 wordt de borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet (VVK) opengesteld. Daarnaast komt er een kenniscentrum bedrijfsovername en een programma voor duurzame bedrijfsovernames. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) is blij met het resultaat.

In het regeerakkoord van kabinet-Rutte III heeft het kabinet € 75 miljoen vrijgemaakt voor “een bedrijfsovernamefonds waaruit jonge boeren worden ondersteund om de overname van het gezinsbedrijf en investeringen in innovatie te financieren”. NAJK is afgelopen periode met het ministerie van LNV in gesprek geweest over de invulling van het bedrijfsovernamefonds. Het bedrijfsovernamefonds bestaat uit twee delen: 64 miljoen euro van het bedrijfsovernamefonds is bestemd voor de borgstellingsregeling Vermogensversterkend Krediet en 11 miljoen euro voor opleiding en coaching.

Openstelling VVK per 1 januari 2020
Tot een periode van drie jaar na de start of overname van een landbouwbedrijf kan aanspraak gemaakt worden op deze regeling voor investeringen. De regeling is nuttig voor overnemende en startende agrarische ondernemers die onvoldoende risicodragend vermogen (solvabiliteit) hebben. Per 1 januari 2020 wordt de VVK opengesteld. “Deze regeling geeft een bepaalde groep ondernemers meer mogelijkheden doordat de leencapaciteit vergroot wordt. Wij hadden graag gezien dat deze regeling voor alle jonge agrarische ondernemers nuttig was, maar dat was om juridische redenen helaas niet mogelijk”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.

Kenniscentrum bedrijfsovername
NAJK heeft de afgelopen periode gepleit voor een kenniscentrum bedrijfsovername. Draaijer: “Wij zijn blij dat er hoogstwaarschijnlijk een kenniscentrum bedrijfsovername gaat komen. Het kenniscentrum moet het expertisecentrum op het gebied van duurzame agrarische bedrijfsovernames worden. Het kenniscentrum bundelt en verspreidt kennis over bedrijfsovername en helpt opvolgers, overdragers en andere gezinsleden op weg naar een succesvolle bedrijfsovername. In Vlaanderen heeft zo’n kenniscentrum zijn succes al bewezen. Overdragers, opvolgers en andere familieleden kunnen bij een loket terecht met al hun vragen.”

Programma duurzame bedrijfsovername
Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA gaat een programma duurzame bedrijfsovername inrichten. Hierin gaan onderwijsinstellingen, agrarische bedrijven en agrarische dienstverleners met elkaar onderzoek doen, zodat de huidige kennis over bedrijfsovername aangevuld en verdiept wordt. Het kenniscentrum moet parallel gaan lopen aan het programma duurzame bedrijfsovername. Zo kunnen praktijkvragen teruggekoppeld worden naar het programma duurzame bedrijfsovername. Opgedane kennis vanuit het programma duurzame bedrijfsovername kan verspreid worden via het kenniscentrum.

Eigendom en/of exploitatie?

Eigendom en exploitatie van een agrarisch bedrijf zijn twee onderwerpen die vaak naar voren komen in mijn portefeuille bedrijfsovername, binnen het dagelijks bestuur van NAJK. In de agrarische sector hangen deze termen sterk aan elkaar. In Nederland kennen we veel bedrijven die in eigendom zijn en waar exploitatie en eigendom dus bij dezelfde partij ligt. Naast deze vorm zijn er natuurlijk nog de pachtbedrijven waarin exploitatie en eigendom duidelijk, voor het grootste gedeelte, zijn gescheiden.

Ik kom veel fanatieke jongeren tegen die graag een agrarisch bedrijf willen overnemen. Dit zijn vaak hele gepassioneerde jongeren die met hart en ziel ‘’boer’’ zijn. In de meeste gevallen komen we er al snel op uit dat ze het graag willen maar dat ze het financieel niet kunnen rondkrijgen. Dit heeft enerzijds te maken met de rentabiliteit en anderzijds met de hoge prijzen voor landbouwgrond en productierechten.

Afgelopen mei ben ik samen met 12 andere jongeren uitgenodigd om met het koninklijk paar mee te reizen naar Mecklenburg-Voor-Pommeren en Brandenburg. Doel van deze studiereis was om te leren hoe de agrarische sector in deze deelstaten werkt. Eén van de belangrijkste onderwerpen die mij is bijgebleven is dat dit veelal grote bedrijven zijn met veel ‘’eigenaren’’. Deze constructies zijn ontstaan door het voormalige Sovjettijdperk. Het gevolg is dat er een scheiding tussen eigendom en exploitatie is ontstaan.

Richting de toekomst wordt het naar mijn inziens essentieel om te kijken naar nieuwe modellen voor de manier waarop eigendom en exploitatie gescheiden kunnen worden. De pachtovereenkomsten zoals die nu in Nederland uitgegeven voldoen niet meer. In deze vorm loopt de verpachter weinig tot geen risico en de pachter neemt al het risico. Daarnaast heeft de pachter te weinig invloed op de pachtprijs. Er is hier te weinig gezamenlijk belang.

Vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en vanuit de Europese politiek worden nieuwe intredes en familiaire bedrijfsovername gestimuleerd. Binnen NAJK zien we dat dit vaak fout gaat op het gebied van communicatie en een te financieren businesscase. De problemen rondom communicatie ontstaan vaak simpelweg omdat de schenkingen dusdanig groot worden dat dit niet meer is uit te leggen aan de overblijvende kinderen. Als we praten over buiten familiare bedrijfsovername is dit probleem alleen maar groter.

Het is daarom in mijn beleving essentieel voor succesvolle duurzame agrarische bedrijfsovername in de toekomst dat er nieuwe vormen van scheiding tussen eigendom en exploitatie ontstaan. Binnen het opleiding en coaching deel van het bedrijfsovernamefonds moet hier aandacht voor zijn. Mijn oproep aan het ministerie van LNV en andere belanghebbende partijen is om hier aandacht aan te geven anders neemt het aantal bedrijfsovernames in de toekomst alleen maar af.

___________________________________________________________________________________________________________

Sietse Draaijer

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Sietse Draaijer (32) verantwoordelijk voor de portefeuille bedrijfsovername. Sietse combineert deze functie met zijn melkveehouderij in het Friese Witmarsum.

Nadere uitwerking klimaatakkoord mede bepalend voor realiseren ambities

De belangenorganisaties van melkveehouders (LTO Nederland, NMV, NAJK) en zuivelondernemingen (NZO) stellen vast dat het kabinet op een aantal punten afwijkt van het eerdere Ontwerp Klimaatakkoord, waarin ook de voorstellen van de zuivelpartijen zijn opgenomen. Die voorstellen hebben de steun van alle deelnemende partijen aan de Klimaattafel Landbouw & Landgebruik.

In het ontwerpakkoord is onder meer aangegeven om de CO2-uitstoot in de veenweiden gebiedsgericht aan te pakken, door de komende twee à drie jaar per gebied te onderzoeken welke maatregelen voor elk gebied het meest effectief zijn. Het kabinet wil echter met onmiddellijke ingang maatregelen nemen; zonder te weten of dat leidt tot het gewenste effect. Een zorgvuldig gebiedsproces met alle belanghebbenden is noodzakelijk voor een breed draagvlak.

Tot teleurstelling van de zuivelsector schaart het kabinet zich niet achter het advies van de Commissie Grondgebondenheid dat met steun van de voltallige Klimaattafel Landbouw en Landgebruik was opgenomen in het Ontwerp Klimaatakkoord. Deze commissie was destijds zeer breed samengesteld, inclusief vertegenwoordigers van de rijksoverheid, de provincies en natuur- en milieuorganisaties. In het belang van een toekomstbestendige en maatschappelijk gedragen melkveehouderij blijven de zuivelsector en alle andere betrokkenen zich inzetten om het advies uit te voeren.

De zuivelsector is het kabinet erkentelijk voor de toegezegde extra financiële steun om de uitstoot van broeikassen in de melkveehouderij te verminderen. Het is nog niet duidelijk of de toegezegde bedragen voldoende zijn om de ambities waar te maken. Dat hangt ook af op welke wijze de middelen kunnen worden besteed en of bestaande regelingen (financierings-, investerings- en fiscale instrumenten) kunnen worden aangewend. Ook de invulling en uitwerking van de in het akkoord aangegeven noodzakelijke aanpassingen van wet- en regelgeving zal mede bepalend zijn om de beoogde reductie in de melkveehouderij te kunnen realiseren.

De zuivelorganisaties nemen klimaatmaatregelen. Daarom presenteerden zij eind vorig jaar een eigen plan van aanpak om broeikasgassen te reduceren. Bij de analyse van het ontwerpakkoord noemde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat plan realistisch. Rekening houdend met de specifiek door het kabinet aangekondigde maatregelen, zullen de zuivelorganisaties met alle partijen het eigen plan van aanpak ter hand nemen met de daarin overeengekomen rollen en verantwoordelijkheden.

Kabinet neemt eerste stap richting realiseren landbouwambities

De agrosector speelt een belangrijke rol bij het behalen van klimaatdoelen. Al vele jaren produceert de sector hernieuwbare energie en reduceert zij broeikasgasemissies – met 19% sinds 1990i. Boeren- en tuindersverenigingen LTO Nederland, NAJK en Glastuinbouw Nederland zijn vorig jaar dan ook positief en met vertrouwen de klimaatonderhandelingen ingegaan.
Het kabinet neemt nu een eerste stap om de ambitieuze doelen van de klimaattafel landbouw en landgebruik te realiseren. De agropartijen waarderen de zoektocht naar additionele financiële middelen vanuit het ministerie van LNV. Minister Schouten verdient hiervoor een compliment. Het is echter de vraag of er structureel genoeg financiële middelen worden vrijgemaakt. Bovendien is het belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over de noodzakelijke aanpassingen van beleid, met name ruimte in regelgeving en bestendig kabinetsbeleid tot 2030.
De vertegenwoordigers van de primaire sector zien het kabinetsvoorstel als een handreiking met aanknopingspunten voor nadere uitwerking. Wel benadrukken de verenigingen dat het voorstel met de eigen achterban moet worden besproken om het draagvlak onder boeren en tuinders te peilen.

Agrarische ambities
In het ontwerp klimaatakkoord omarmde de klimaattafel landbouw en landgebruik, waar ook het ministerie van LNV aan deelnam, de door het kabinet gevraagde reductie van 3,5 Mton CO2-eq bovenop al geplande reducties. De sector zag bovendien mogelijkheden voor een extra reductie tot 6 Mton CO2-eq. in totaal. Daaraan zijn wel randvoorwaarden verbonden omtrent regelgeving, financiering en de samenwerking met andere klimaattafels. Bovendien zijn de geschetste ambities mede afhankelijk van ander beleid, zoals het nog vorm te geven beleid Gewasbescherming 2030 en het advies van de Commissie Grondgebondenheid.
Sinds de presentatie van het ontwerp klimaatakkoord zijn de betrokken agropartijen in gesprek gegaan met hun achterban en hebben de planbureaus hun doorrekeningen gepresenteerd. Daaruit bleek dat een realistische en sluitende bedrijfseconomische onderbouwing voor boeren en tuinders een voorwaarde is voor de haalbaarheid van de ambities. De bewegingsruimte van veel ondernemers is beperkt. Ook als het doel ambitieus is moeten de stappen behapbaar zijn.

Invulling randvoorwaarden
Het kabinet heeft nu zelf een aantal extra maatregelen voorgesteld. De invulling van de randvoorwaarden, financiële onderbouwing en passende regelgeving moet verder worden uitgewerkt.
De agropartijen constateren dat de door het kabinet beschikbaar gestelde 970 miljoen euro tot 2030 een eerste stap is. De geschatte investeringen voor het klimaatakkoord zijn voor de agrosector circa 11 miljard euro, waarvan momenteel zo’n 3,5 miljard euro nog niet wordt gedekt door subsidies of de markt. Er is veel afhankelijk van de wijze waarop de middelen kunnen worden besteed en of bestaande regelingen (bijvoorbeeld SDE++) kunnen worden aangewend. Dit zal mede bepalend zijn om de beoogde reductie te kunnen realiseren.
De klimaattafel heeft in het ontwerpakkoord verschillende suggesties gedaan waarmee wet- en regelgeving in lijn kan worden gebracht met de doelen. De agrosector is afhankelijk van de overheid bij het waarmaken van welke ambitie dan ook. Het kabinetsvoorstel biedt hier nog niet voldoende
helderheid over. Dat geldt ook voor de samenwerking met andere sectortafels. Beide zijn van groot belang om de ambities van de sector te borgen.

Vragen over veenweidegebied
Bodemdaling en CO2-uitstoot in het cultuurhistorisch karakteristieke landschap van veenweidegebieden is complexe problematiek met grote regionale verschillen. Om tot oplossingen te komen is gebiedsgerichte aanpak, met het bedrijfsperspectief van de boer als uitgangspunt, noodzakelijk. Het kabinet onderschrijft dit.
In het ontwerpakkoord was opgeschreven dat er de komende twee à drie jaar zou worden onderzocht welke maatregelen voor elk gebied het meest effectief zijn. Het kabinet wil echter met onmiddellijke ingang maatregelen nemen; zonder te weten of dat in elk gebied tot de beoogde reductie leidt.
Ook leven er nog de nodige vragen over de voorgestelde vrijwillige stoppersregeling. Een top-down uitkoopregeling waarmee een aantal boeren kunnen stoppen, zou tegen de gebiedsprocessen kunnen indruisen. Daar komt bij dat lokaal ook voor de blijvende boeren perspectief moet blijven en een zorgvuldig gebiedsproces gewenst is om ook voor hen ontwikkelruimte te behouden.
De agropartijen benadrukken dat er van gedwongen krimp van de veestapel geen sprake kan zijn.

Gemeenschappelijk Landbouwbeleid overtekend?
Er is nog veel onduidelijk over het GLB na 2021, zowel op Europees niveau als met betrekking tot de nationale invulling. Vast lijkt te staan dat er meer wordt verwacht voor een lager budget. Het is voorbarig dat het kabinet er vanuit gaat dat boeren en tuinders de kosten voor klimaatmaatregelen kunnen afdekken met toekomstige GLB-gelden. Het gaat immers om bestaande (en krimpende) middelen die in eerste instantie bedoeld zijn om de economische positie van de boer en tuinder te versterken, die bovendien enkele malen overtekend lijken te zijn. Het kabinet wil immers ook andere transities vanuit het GLB financieren.

Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De Nederlandse land- en tuinbouwsector wil bijdragen aan de klimaatdoelen en neemt zijn verantwoordelijkheid, zoals in het ontwerp klimaatakkoord omschreven. Het huidige verdienvermogen van boeren en tuinders is niet toereikend om de gewenste transitie te realiseren. Beter beleid en aanvullende middelen zijn noodzakelijk om voldoende te kunnen investeren in klimaatmaatregelen.

Gesprek met achterban
De klimaatmaatregelen moeten haalbaar en betaalbaar zijn voor de 54.000 Nederlandse boeren en tuinders, hun ketens en de consument. De ledenorganisaties zullen hun achterban consulteren om de resultaten van de klimaatonderhandelingen te bespreken en het draagvlak te peilen.
De uitkomsten van de bespreking met de achterban zullen uiteindelijk bepalend zijn voor de vraag of partijen dit kabinetsvoorstel onderschrijven.
Noot voor de redactie, niet voor publicatie:

Brandbrief NAJK over situatie melkveehouderij

NAJK heeft een brandbrief gestuurd naar minister Schouten van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de situatie in de melkveehouderij. Jonge boeren hebben bewegingsruimte en vertrouwen in de toekomst nodig. Juist deze dingen zien de jonge melkveehouders verdwijnen. Er wordt aan alle kanten aan de jonge boeren getrokken: aflossen, voldoen aan steeds weer nieuwe en hogere kwaliteitseisen, werken richting een visie die nog onzeker is, het biodiversteitsvraagstuk oplossen en het klimaat redden. Daarbij gebeurt er bijna wekelijks iets wat de ondernemer klem zet: het dierenactivisme maakt zijn opmars, het fosfaatrechtenstelsel wordt aangepast, bepaalde machines mogen plots niet meer gebruikt worden en de PAS wordt afgeschoten waardoor opeens duurzame ontwikkelingsplannen de prullenbak in kunnen. NAJK roept daarom minister Schouten op om de melkveehouderij ruimte te geven om te ontwikkelen.

Lees de hele brief hier: 06-03-02-3332NB – Brandbrief over situatie in de melkveehouderij

NAJK en ForFarmers zetten zich samen in voor jonge boeren

Andre Arfman, voorzitter van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), en Richard Dijkstra, directeur varkens en directielid ForFarmers Nederland, hebben hun handtekening gezet onder een nieuwe partnerovereenkomst. NAJK is blij dat de ambitieuze voeronderneming ForFarmers er opnieuw voor kiest verbonden te blijven aan de jonge boeren en tuinders.

In de samenwerking tussen de jonge boeren en tuinders en de voeronderneming ligt de focus vooral op het delen van kennis. Ook in de regio’s gaat de samenwerking verder in de vorm van plaatselijke activiteiten van de provinciale AJK’s. Beide partijen zien de samenwerking als een echte win-winsituatie: ForFarmers is een kennisbron en inspirator voor jonge agrarische ondernemers. Tegelijkertijd komt ForFarmers op deze manier in contact met de agrarisch ondernemer van de toekomst.

NAJK blij met de samenwerking

Als dé belangenorganisatie van jonge boeren en tuinders in Nederland vertegenwoordigt NAJK een enthousiaste en ambitieuze groep van 8.000 jonge agrarische ondernemers. “NAJK hecht een groot belang aan goede contacten met belangrijke spelers uit de agribusiness, zodat de leden verrijkt worden met belangrijke kennis, ontwikkelingen en informatie uit de agrarische sector. NAJK wil daarom graag de succesvolle samenwerking met ForFarmers voortzetten en is blij zo’n speler in de agribusiness aan zich te mogen verbinden”, zegt NAJK-voorzitter Andre Arfman.

ForFarmers partner voor jonge boeren

ForFarmers pakt de samenwerking de komende jaren actief op. Richard Dijkstra: “Onze missie is om ons in te zetten voor de continuïteit van het boerenbedrijf en een verdere verduurzaming van de agrarische sector. NAJK is daarin een belangrijke partner. Hierbij gaan we voor de langere termijn samen verder werken aan een mooie toekomst voor de agrarische sector. Dat gaat over meedenken over beleid tot het opzetten van grote en kleine evenementen voor de jonge boeren van Nederland. En daar zijn we trots op!”

CDG on organic farming | Auke Spijkerman

Het is alweer bijna 2 weken geleden dat RTL nieuws met het nieuws naar buiten kwam over afwijkingen binnen de biologische sector. Tijdens die periode mocht ik naar Brussel toe. Dit om te kijken hoe de Europese commissie de wetgeving voor de biologische sector wil vernieuwen/ aanpassen. De regels voor biologische landbouw zijn namelijk in alle Europese landen gelijk, alleen zit er wel verschil in hoe landen de regels oppakken en hoe de nieuwe wetgeving op landelijk niveau ingepast kan worden.

De uitloop van kippen is nu een belangrijk topic waar in de EU over gesproken wordt. Bijvoorbeeld het al dan wel niet toevoegen van de serre in kippenstallen en of deze als buitenruimte meegerekend mag worden of niet. Dit stuk gaat over de technische invulling van de regelgeving wat stiekem wel een klein beetje saai is. Maar het is wel belangrijk voor biologische boeren dat dit goed geregeld is en het is daarom goed om te zien dat hier over gesproken wordt door boeren.Verder wordt er door de commissie onderzoek gedaan naar wat de civil dialogue group doet  en wat er beter zou kunnen. Hier is het wel interessant dat bepaalde groepen toch vaak vinden dat boeren oververtegenwoordigd zijn. Deze mensen vergeten vaak dat de regelgeving direct bij de boeren terecht komt en dat deze hier dagelijks mee moeten werken. Daarom is het ook zeer belangrijk dat boeren actief meehelpen om regelgeving beter te maken!

Vervolgens kregen we een zeer interessante presentatie over productie en import van biologische producten. Het was voor het eerst dat de commissie een overzicht kon geven over waar de biologische producten vandaan komen. Interessant is om te weten waar veel vandaan wordt geïmporteerd en wat dit voor producten zijn. Zo heeft Peru op het gebied van biologisch producten qua waarde het meeste geëxporteerd naar de EU.  Qua tonnage heeft China het meeste geleverd. Mocht je daar meer over willen weten kun je dat op de volgende hier vinden.

De biologische markt in de EU groeit hard en er wordt aangegeven dat de biologische markt deze groei zeer goed kan hebben. Verdere groei van biologisch boeren is dus zeker mogelijk.

De toegevoegde waarde van biologische producten is  hoger dan van gangbare producten. Dit verschil is in Europa alleen niet terug te zien in het inkomen van de boer. De marge wordt vooral gehaald later in de keten bij retailers, handel en verwerkers.

NAJK teleurgesteld over verhoging afroming fosfaatrechten bij overdracht

Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft afgelopen vrijdag, 24 mei, een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met daarin het voorstel om de afroming van fosfaatrechten bij overdracht te verhogen van 10 naar 20%. Voor NAJK kwam dit voorstel onverwachts en vindt de verhoging teleurstellend.

Momenteel zijn er 85,3 miljoen kilo fosfaatrechten aan de melkveehouderij uitgegeven, terwijl dit er niet meer dan 84,9 miljoen kilo mogen zijn. Dit heeft de Europese Commissie eerder als eis gesteld. Minister Schouten wil geen generieke korting, dus heeft zij gekozen voor het voorstel om het percentage afroming bij overdracht te verhogen. “Wij hadden dit voorstel niet zien aankomen. Als het alternatief een generieke korting is, is dit een betere optie, maar dit is wel een tegenvaller voor de melkveehouderijsector die nog niet bekomen is van alle strubbelingen in het fosfaat dossier tot nu toe. Daarbij zal de aandacht van de melkveehouder weer helemaal richting fosfaat gaan terwijl er ook andere uitdagingen zijn waarmee we positief aan de slag wilde gaan”, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij. Voor de verhoging van de afroming moet er eerst nog een wetswijziging komen. Minister Schouten heeft het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd en hoopt hier zo spoedig mogelijk in beide Kamers over te besluiten.

Hoeveelheid fosfaatrechten blijft in beweging

De rechten die afgeroomd worden komen in de fosfaat bank. De 420.000 kilo fosfaatrechten die momenteel in de fosfaatbank zitten en de rechten die hier nog bij komen zullen komen te vervallen, op deze manier hoopt minister Schouten het aantal uitgegeven rechten onder het plafond te brengen. Ondertussen komen er door procedures en door vleesveehouders die rechten aan melkveehouders verkopen weer rechten bij. NAJK is blij dat minister Schouten bevestigd dat rechten die nu van vleesveehouders zijn wat haar betreft niet meetellen voor het sectorplafond voor de melkveehouderij. Dit is essentieel om als melkveehouderij qua rechten onder het plafon te komen.

Meer ruimte voor sector in de toekomst

De minister schrijft ook dat wanneer de fosfaatrechten en de stikstofproductie voldoende zijn terug gebracht de weg vrij is voor maatregelen die bijdragen aan het toekomstperspectief van de sector en ruimte voor ondernemerschap. Marije Klever: ‘Het is goed dat de minister dit benoemd, echter lijkt dit nu ver weg, terwijl de sector nu al opzoek is naar dit toekomstperspectief, NAJK zal zich inzetten deze woorden tot daden laten komen.’

 

Lees de Kamerbrief op: https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-landbouw-natuur-en-voedselkwaliteit/documenten/kamerstukken/2019/05/24/kamerbrief-over-stand-van-zaken-fosfaatrechtenstelsel

FAJK neemt zitting in Agro adviesraad

Namens het FAJK neemt voorzitter Nick Vermeer zitting in de pas opgerichte Agro Expert Raad (AER). Deze adviesraad onderzoekt welke ontwikkelingen en initiatieven kansrijk zijn voor Flevoland en wil daarmee een impuls geven aan vraagstukken in de Flevolandse agrofoodsector. De AER adviseert de partijen over hoe de ontwikkelingen benut kunnen worden voor een toekomst met kwalitatief beter, gezond, duurzaam en eerlijk voedsel. Nick Vermeer: “Jonge boeren vormen de toekomst van de Flevolandse agrarische sector, met de AER dragen we bij aan een duurzame en sterke agrarische sector, nu en in de toekomst”.

‘Bouwen aan een diverse agrofoodsector is daarbij belangrijk’, stelt Krijn Poppe, senior economist van Wageningen University & Research en voorzitter van de AER: ‘er zijn nog onvoldoende oplossingen voor de vraagstukken rond milieu, klimaat en landschap. Verandering is nodig en gewenst, ook bij de consument van de toekomst. De agrofoodsector wil voorop blijven lopen in de wereld, inspelen op nieuwe ontwikkelingen en de leefomgeving versterken in een verstedelijkende omgeving.’
Om de rol van voedselproducent te blijven vervullen en het hoofd te bieden aan de vraagstukken rond milieu en klimaat zet Flevoland in op gezonde landbouw voor iedereen.
De AER adviseert de Flevolandse partijen over kansrijke ontwikkelingen en hoe zij deze kunnen benutten voor een toekomst met kwalitatief beter, gezond, duurzaam en eerlijk voedsel. Samen wordt gekeken welke richtingen Flevoland kan inslaan en wat nodig is om doelen te bereiken: ‘Doet Flevoland de goede dingen en doet Flevoland dat goed?’

De AER is een onafhankelijk adviserend orgaan van en voor Flevoland en bestaat uit:
– De heer Jan-Nico Appelman, gedeputeerde Provincie Flevoland
– De heer Rob Donker, voorzitter Agrofoodcluster
– De heer Michel Haring, voorzitter Amsterdam Green Campus en hoogleraar Universiteit van Amsterdam
– Mevrouw Hetty Klavers, dijkgraaf Waterschap Zuiderzeeland
– Mevrouw Irene Korting, wethouder Gemeente Dronten
– De heer Arnold Michielsen, regiobestuurder LTO Noord regio West
– De heer Bastiaan Pellikaan, voorzitter College van Bestuur Aeres Groep
– De heer Krijn Poppe, senior economist Wageningen University & Research – voorzitter AER
– De heer Gerjan Snippe, directeur Biobrass Zeewolde
– De heer Nick Vermeer, voorzitter Flevolands Agrarisch Jongeren Kontakt
– De heer Chris de Visser, business developer Wageningen University & Research