Innovatie in de land- en tuinbouw

Innovatie is de sleutel van de hedendaagse land- en tuinbouw. Innovatie, ook wel bekend als vernieuwing, is er in alle soorten en maten: van jouw landbouwmachine tot de hele sector en van nieuwe producten, moderne technieken tot andere organisatievormen.

Tekst: Kirsten Haanraads
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

De Nederlandse land- en tuinbouwsector is voorloper op het gebied van innovaties. Ons land staat in de hele wereld bekend als een vooruitstrevend kennisland. De overheid en bedrijven doen veel onderzoek naar nieuwe technieken en methodes. Nederlandse agrarische ondernemers staan te boek als hoogopgeleid en zijn bereidwillig om moderne technieken als een van de eersten uit te proberen.

Innovatie in de landbouw

Sinds het uitbreken van de economische crisis in 2008 laat het aantal innoverende bedrijven in de landbouw een terugval zien. Uit onderzoek van LEI blijkt dat 12% van de agrarische bedrijven een verbetering heeft doorgevoerd in producten of het productieproces. Het aantal landbouwbedrijven dat als eerste een nieuw product of proces in Nederland introduceerde, bleef stabiel op 2,4%.

Verandering

Innovaties vinden plaats na een verandering. Dat kunnen veranderingen zijn op het gebied van wet- en regelgeving, door nieuwe opkomende markten of doordat de wens van de consument verandert. Door te innoveren spelen agrarische ondernemers in op deze nieuwe wensen.

Belang

Agrarische ondernemers hebben belang bij innovaties in de agrarische sector, ook de overheid hecht waarde aan een innovatieve landbouwsector. De agrarische sector is altijd een stuwende kracht achter de motor van de Nederlandse economie geweest. Daarnaast wil de overheid gehoor geven aan veranderingen in de maatschappij die nog niet voldoende via de markt worden gehoord. Daardoor kan het zijn dat ondernemers via wet- en regelgeving gedwongen worden om innovaties door te voeren op het bedrijf. De overheid deed dit bijvoorbeeld door hoge welzijnseisen op te leggen en nieuwe stalsystemen verplicht te stellen voor de intensieve sectoren.

Stimuleren
Innoveren betekent investeren. Geld is een belangrijke factor om onderzoek naar innovatie en implementatie van innovatie te bekostigen. De overheid biedt via verschillende subsidieregelingen financiële steun aan ondernemers die willen innoveren. Deze subsidies dekken meestal maar een deel van de kosten. Toch vormen ze een belangrijk middel omdat veel van deze subsidies ook een garantstelling vormen. Het toekennen van subsidie is aan strikte eisen gebonden. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moet je een onderbouwd verhaal hebben.

Belemmering

De overheid speelt een belangrijke rol in de stimulatie van innovatie. Tegelijkertijd is het diezelfde overheid die innovatie kan tegenwerken. De belangrijkste belemmering voor innovatie is de onzekerheid over overheidsbeleid. Agrarische ondernemers gaan pas aan de slag met innovatie als er een duidelijk en samenhangend beleid is dat stabiel blijft. Naast onzekerheid over het overheidsbeleid, staan hoge kosten en het moeilijk verkrijgen van financiering in de top 3 van belemmering om innovatie te laten plaatsvinden.

Ontwikkeling

De ontwikkeling van innovatie brengt een risico met zich mee: succes is immers niet gegarandeerd. Innovatie gaat daarom hand in hand met onderwijs en onderzoek. Universiteiten, onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven zijn erg belangrijk in de ontwikkeling van vernieuwingen in de agrarische sector. Proefbedrijven zijn een belangrijke schakel in het praktijkrijp maken van de innovatie. Het verspreiden van de kennis over een nieuwe innovatie loopt via het onderwijs, via vakbladen en door het uitwisselen van ervaringen. Door het verspreiden van informatie over de innovatie, worden meer agrarische ondernemers geïnteresseerd om ook de stap naar de vernieuwing te wagen.

Toekomst

Zonder innovatie hadden we nu niet op deze manier kunnen boeren. In de negentiende eeuw was de uitvinding van kunstmest bijvoorbeeld een belangrijke innovatie die de omslag vormde in de landbouw. In de twintigste eeuw stonden innovaties op het gebied van mechanisatie centraal. Nu, in de eenentwintigste eeuw, staan we voor nieuwe uitdagingen. Het grote deel van de innovaties is nog steeds gericht op nieuwe technieken en automatisering. Maar er vindt ook een verschuiving plaats: we hebben te maken met klimaatverandering, een groeiende wereldbevolking die bovendien een ander eetpatroon krijgt, een schaarste aan grondstoffen en bijvoorbeeld een afhankelijkheid van energie uit andere werelddelen. Innovaties in onze tijd zullen daarom vooral ontstaan op het gebied van het sluiten van kringlopen, het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid of het opwekken van energie uit eigen middelen. Ook zal de wijze waarop de land- en tuinbouw gebruik maakt van de schaarse ruimte in Nederland een belangrijke rol spelen in de toekomst. De ontwikkeling van multifunctionele en biologische bedrijven zijn daar nu al een reactie op.

Korte termijn

Ook op korte termijn staan er volop veranderingen op stapel: het melkquotum verdwijnt, het mestbeleid verandert en de eisen aan de grondgebondenheid nemen toe. Arbeidsbesparende technieken zullen een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de melkveehouderij. Boeren uit de intensieve sectoren zullen blijven innoveren om aan toenemende eisen op het gebied van dierenwelzijn en ammoniak- en geuremissiereductie te voldoen. Energie blijft een belangrijk innovatiethema in de tuinbouw. De akkerbouw staat voor de uitdaging om de bodemvruchtbaarheid krachtig te houden en gewassen vitaal, terwijl de regels rondom mestgebruik en gewasbeschermingsmiddelen veranderen. Kortom: waar zullen we beginnen?