Ambities van jonge agrarische ondernemers

Als kleine jongen wilde ik met dieren werken en trekker rijden. Later het bedrijf van mijn ouders overnemen. Nu, inmiddels ons gezinsbedrijf, wil ik het bedrijf ook verder ontwikkelen. Dat is in mijn ogen agrarisch ondernemen: een generatie lang met plezier een bedrijf runnen, verbeteren en deze wellicht ‘later’ ook weer overdragen. Bij dit idyllisch beeld hoort continuïteit, voldoening in het werk en trots op het familiebedrijf.

Ambities van jonge boeren zijn gestoeld op continuïteit van het bedrijf en plezier in het werk. Continuïteit betekent echter niet dat er geen sprake is van verandering. Ondernemers zonder plannen ben ik nog niet tegengekomen. Dit varieert van kleine verbeterpunten tot de grootste investeringsplannen. Continuïteit betekent ook meegaan met de tijd. De wereld verandert, techniek verandert en de maatschappij verandert. Van voldoende en goedkoop voedsel naar divers, veilig en maatschappelijk verantwoord geproduceerd. Dat betekent aanpassen. Het agrarisch gezinsbedrijf is daardoor ook geen statisch gegeven. Het bedrijf van vandaag is anders dan het bedrijf gisteren was.

De visie van jonge boeren en tuinders op de toekomst van de landbouw verandert ook. Een sterke landbouw is cruciaal bij het zekerstellen van de voedselvoorziening in de toekomst. Koningin Máxima bevestigde dit twee weken geleden bij de opening van een conferentie bij de Wereldvoedselorganisatie FAO in Rome. Een sterke landbouw betekent juist anticiperen op veranderingen. Kijk bijvoorbeeld naar de ontwikkelingen van de afgelopen 20 jaar in de landbouw. Ik verwacht dat de komende generatie de ontwikkelingen op allerlei vlakken alleen maar sneller zullen gaan. Wat betekent dit voor de landbouw? Hoe kan de jonge generatie hierop anticiperen? Wat betekent dit voor de ontwikkelruimte die jonge landbouwers moeten krijgen? Wat betekent dit voor de traditionele gezinsbedrijven? Vaak wordt de vraag gesteld of het traditionele agrarische gezinsbedrijf zoals wij dat nu kennen nog wel houdbaar zal zijn. NAJK organiseert hierover een groot symposium op 20 november in Utrecht: ‘Van Ambitie naar Traditie’. De aanwezigheid van zowel Koningin Máxima als staatssecretaris Dijksma geeft aan hoe belangrijk verandering en ontwikkeling van agrarische gezinsbedrijven voor Nederland zijn.

Voor mij liggen juist daarin ook het antwoord op de vraag verscholen: ontwikkeling en verandering. Een agrarisch gezinsbedrijf heeft de afgelopen jaren uitstekend bewezen in staat te zijn om in een dynamische omgeving te overleven. Wat mij betreft is het einde van het agrarisch bedrijf dan ook nog niet in zicht. Dat deze bedrijfsvorm anders zal worden, dat het zal veranderen, is overduidelijk. Dit is echter inherent aan het agrarisch gezinsbedrijf.

Zonder paniekerige reacties op marktschommelingen en wet- en regelgeving geloof ik dat elk bedrijf zich geleidelijk aan door moet blijven ontwikkelen. Soms in een stroomversnelling, bijvoorbeeld bij bedrijfsovername. Of met een ingrijpende koerswijziging als dat beter bij de ondernemer past. Stilstand is niet van deze tijd en stilstand betekent achteruitgang. Alles vanuit de ambitie van de ondernemer om het bedrijf te continueren, met plezier te werken en trots te zijn op het bedrijf. Dat is een goede basis voor een sterke landbouw, voor nu en in de toekomst.

Sander Thus
dagelijks bestuur NAJK, portefeuille bedrijfsovername