Top-up en Jonge Landbouwersregeling? Zorg voor je vermogensopbouw!

Zit je in maatschap? En kom jij als jonge boer in aanmerking voor een top-up of een subsidie van de Jonge Landbouwersregeling? Zorg dan dat je maximaal profiteert van deze mogelijkheden voor jonge boeren.

De extra hectarebetaling en de investeringssteun komen ten goede van het bedrijfsresultaat van de maatschap of andere samenwerking. De samenwerkingsvorm ontvangt de steun omdat jij een jonge boer bent. Je kunt hier met de verdeling van het bedrijfsresultaat rekening mee houden. Je kunt de steun separaat toekennen aan de jonge vennoot. Dan komt de steun voor jonge boeren ten gunste van de vermogensopbouw van de jonge vennoot. Dit kun je onderling afspreken, maar ook opnemen in je samenwerkingscontract. NAJK roept ook bedrijfsadviseurs op om er samen voor te zorgen dat de steun in de rug voor jonge boeren ook echt terecht komt waar het hoort: bij jou. Bijvoorbeeld door dit als standaard voor te stellen bij nieuwe samenwerkingscontracten of herzieningen hiervan.

Hoe ziet de agrarisch ondernemer van de ‘toekomst’ eruit?

Nu zou je natuurlijk kunnen denken: dat ben ik zelf. Maar wat is het dat jou onderscheidt van de anderen? Het ondernemersvak heeft zoveel facetten dat het lastig is om overal goed in te zijn. Welke vaardigheden worden de komende jaren belangrijk om jouw onderneming toekomstbestendig te maken? De ontwikkelingen in de wereld volgen elkaar in rap tempo op. Internationaal worden onze concurrenten beter. Hoe ga jij je als ondernemer hiermee om? Op welke manier kun je hier (nog) op anticiperen? Hoe en waar kun je de benodigde vaardigheden leren?

De Nederlandse agrarische sector is wereldwijd nummer 1 op het gebied van vaktechniek en we ondernemen in een land dat heel goed is in logistiek. Daarin schuilen volgens mij de eigenschappen die ervoor gezorgd hebben dat we koploper van de wereld zijn. De primaire producenten hebben zich jarenlang ingezet om de kostprijs te verlagen en daarbij te verduurzamen. Helaas zijn we in de agrarische sector, ondanks dat we de beste zijn, nog meestal de prijsnemer. Andere schakels in de keten bepalen wat wij krijgen. De strategie van de meeste supermarkten ‘de laagste-prijs-garantie’ draagt daar ook niet aan bij. In de zuivelketen is FrieslandCampina een mooi voorbeeld. Doordat er van melk ook andere producten gemaakt worden en doordat ze zorgen dat er via reclame vraag uit de markt komt kan er gezorgd worden voor een stabielere marktprijs. In de tuinbouwsector is dit jarenlang gedaan door de veiling (groente- en bloemenveiling). De laatste jaren hebben we in de tuinbouw afscheid genomen van dit systeem en waarschijnlijk ook wel met goede redenen. De constructies die volgden zijn echter niet zaligmakend. Maar hoe ga je hiermee om, welke positie heb je hierin?

Wat doen andere sectoren beter? Marketing? De maatschappij geeft om duurzaamheid en de burger is van mening dat iedereen een eerlijke boterham moet kunnen verdienen. Maar dan zijn er ook nog de consumenten: die weten niets van jouw kostprijs. Wel zijn ze bereid meer te betalen voor een goed gevoel. Dit zijn dingen die we allemaal weten, waarom presteren we dan op een aantal succesvolle bedrijven dramatisch op het gebied van marketing? Ik ben van mening dat de ondernemer van de toekomst deze vaardigheden zal moeten beheersen. Aan de ene kant het bestaansrecht: denken vanuit de omgeving, leren denken vanuit de positie van je buren. Hoe verkoop jij jezelf aan de maatschappij, liggen er nog kansen in jouw omgeving? Aan de andere kant het denken vanuit de markt: nieuwe ideeën en creativiteit, datgene produceren waar de vraag naar is.

Jan Enthoven
Dagelijks bestuur NAJK, portefeuille tuinbouw

UPDATE – Top-up voor jonge boeren in maatschappen

De afgelopen jaren zijn er forse onderhandelingen voor gevoerd, maar met ingang van 2015 is de top-up voor jonge boeren een feit. NAJK informeert je over de laatste stand van zaken omtrent deze extra betaling voor jonge boeren.

Niet alleen jonge boeren (tot en met 40 jaar) die het bedrijf hebben overgenomen, maar ook jonge boeren in maatschap komen in aanmerking voor de top-up. Op het eerste gezicht lijkt dit positief: meer jongeren die betaling kunnen ontvangen. NAJK is hier echter geen voorstander van. De top-up die je als jonge boer aan het begin van de maatschapsperiode ontvangt (en als de financiële lasten relatief gezien lichter zijn) krijg je dan namelijk niet meer op het moment dat je het bedrijf daadwerkelijk hebt overgenomen (en de financiële lasten veel zwaarder zijn). Dit komt voort uit een andere regel van de Europese Unie: elke boer komt voor maximaal vijf jaar in aanmerking voor de top-up.

Een jonge boer in maatschap ontvangt de top-up als hij of zij voldoet aan een aantal voorwaarden. Het antwoord op onderstaande vragen moet daarbij ‘ja’ zijn:

  • Ben je jonger dan 41 jaar?
  • Zit je in maatschap?
  • Heb jij daadwerkelijke zeggenschap over het bedrijf?
  • Ben je belast met de dagelijkse bedrijfsvoering?

Hoe kan je dit aantonen als je in maatschap zit? En wat houden deze voorwaarden nu precies in? NAJK en het ministerie van Economische Zaken hebben de afgelopen maanden hieraan gewerkt. In principe voldoe je aan de twee laatste voorwaarden bij toetreden tot de maatschap. Jouw maatschapscontract vormt het bewijs dat je moet aanleveren bij controle. Je voldoet niet aan de voorwaarden als je bent toegetreden tot een proefmaatschap*. Zit je samen met een andere jonge boeren in maatschap? Jullie kunnen dan samen aan de voorwaarden voldoen.
*Een proefmaatschap is een maatschapsovereenkomst waarbij tussen de maten is afgesproken dat de maatschap door de andere – vaak oudere – maten eenzijdig kan worden beëindigd. Vaak geldt deze voorwaarde voor de eerste paar jaar na toetreding door de jonge boer.

Voor de jonge boeren die eerder dan april 2010 (5 jaar geleden) in maatschap zijn getreden, betekent dit dat zij waarschijnlijk geen top-up kunnen ontvangen. Op dat moment is het belangrijk om goed naar de laatste twee voorwaarden te kijken. Als je als jonge boer kan aantonen dat je in de beginjaren van je maatschapsperiode (in ieder geval in de jaren 2010 tot 2015) wel in maatschap zat, maar geen zeggenschap had of verantwoording over de dagelijkse bedrijfsvoering, dan kan je de top-up alsnog ontvangen.

Jonge boeren kunnen aantonen dat zij geen zeggenschap hadden doordat bijvoorbeeld sprake was van een proefmaatschap, of doordat er geen blokkerende zeggenschap bij was ondernemersbeslissingen met een financieel belang van meer dan 25.000 euro.

Jonge boeren kunnen aantonen dat zij nog niet belast waren met de dagelijkse bedrijfsvoering doordat zij meer dan 3 dagen per week een opleiding volgden of als ze meer dan 24 uur per week ergens anders werkten (gemiddeld).

De regels van de Europese Unie leggen dus strikte eisen aan de verstrekking van de top-up aan jonge boeren. NAJK is dan ook niet tevreden over de wijze waarop de regeling nu vorm heeft gekregen. De samenwerking van NAJK met het ministerie van Economische Zaken is op dit onderwerp zeer nauw en betrokken. Het ministerie van Economische Zaken heeft zich, samen met NAJK, volop ingespannen om de mogelijkheden toch optimaal te maken, binnen de strenge kaders vanuit Brussel. NAJK zal de komende tijd, zowel bij ministerie als in Brussel, echter blijven strijden voor een beter invulling van de top-up. Zo zijn bijvoorbeeld verschillende voorstellen om dit te verbeteren al aangedragen bij Eurocommissaris Phil Hogan.

Binnenkort staat er ook meer informatie hierover op de website van RVO en in de nieuwsbrief van RVO. De details vind je in de uitleg van RVO in deze bijlage.

UITNODIGING – Bijeenkomst ‘Bewaring en Energie’ in Noord-Holland

Op 9 april organiseert NAJK samen met HAJK een excursie die ingaat op bewaring en het gebruik van energie. Tijdens deze bijeenkomst word je uitgenodigd op het bedrijf van Jaap Jan Waiboer. Op zijn bedrijf wordt voor de bewaring gebruik gemaakt van een dubbeldaksysteem. Met dit systeem kan worden opgewarmd, gedroogd, maar ook gekoeld. Tevens wordt er op het bedrijf gebruik gemaakt van windenergie.

Na de rondleiding over het bedrijf en de toelichting om waarom er voor dit type bewaring is gekozen zal de avond worden voortgezet onder de deskundige gespreksleiding van DLV Plant.

Bekijk hier de uitnodiging van deze bijeenkomst.

Stuur jouw innovatie voor 14 april in!

Wie kan er beter een geslaagde innovatie bedenken dan diegene die het dichtst bij het vuur zit? Niemand natuurlijk. Daarom roept het Innovatiefonds voor telers de agrarische ondernemers op om hun ideeën en ontwerpen op het boerenbedrijf te delen in ruil voor een vergoeding van maximaal € 10.000 om het idee verder uit te werken. De inschrijving sluit op 14 april 2015. Zorg dat jouw innovatie voor deze tijd is ingestuurd en verbluf de vakkundige en onafhankelijke jury met jouw briljante idee.

Innovatiefonds voor telers

Het Innovatiefonds voor telers is een initiatief van Abemec, Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer CropScience, KWOOT, OCI Agro en Syngenta en wordt gesteund door NAJK. Het Innovatiefonds voor telers is opgezet om innovaties in de land- en tuinbouw te stimuleren.

Aanmelden

Stuur jouw idee in voor 14 april via deze link.

UITNODIGING – Bijeenkomst ‘Bewaring en Energie’ in Groningen

Op 2 april organiseert NAJK in samenwerking met GrAJK, AJF en DAJK een excursie die ingaat op bewaring en gebruik van energie. Rick Vermue uit Startenhuizen  stelt zijn bedrijf open waar voor de bewaring 8 tot 900 ton los wordt gestort en 1.300 ton in kisten wordt bewaard. Tevens maakt het bedrijf gebruik van windenergie.

Na de rondleiding over het bedrijf en de toelichting waarom er voor dit type bewaring is gekozen zal de avond worden voortgezet onder de deskundige gespreksleiding van DLV Plant.

Lees de uitnodiging van deze bijeenkomst hier.

Update Melkveehouderij – Informatie over de invulling van de Melkveewet

Staatssecretaris Dijksma heeft gisteravond de Eerste en de Tweede Kamer geïnformeerd over de precieze invulling van de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij (‘de Melkveewet’). De invulling is omschreven in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Op basis van de AMvB worden beperkingen gesteld aan melkveebedrijven die grondloos willen groeien. Uitbreiding in de melkveehouderij zal minimaal gedeeltelijk grondgebonden moeten plaatsvinden. Staatssecretaris Dijksma geeft hiermee gehoor aan de wens van de regering en de zuivelketen. Dijksma maakt een onderscheid tussen bedrijven in de mate waarin fosfaat gekoppeld moet zijn aan grond bij het bedrijf. De meest intensieve bedrijven zullen bij uitbreiding over de meeste extra grond moeten beschikken. 

In de AMvB wordt onderscheid gemaakt tussen de mate van groei door melkveebedrijven:

– Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot van minder dan 20 kilo per hectare: hoeven niet over extra grond te beschikken als zij meer fosfaat produceren (mits de extra fosfaatproductie onder de 20 kilo blijft). Deze bedrijven kunnen gebruik maken van de 100% verwerkingsoptie. Bedrijven die meer grond hebben dan zij nodig hebben om alle geproduceerde fosfaat te plaatsen vallen ook in deze categorie.
– Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot van 20 tot en met 50 kilogram per hectare: 25% van de extra fosfaat moet geplaatst worden op extra eigen grond. De overige 75% van de extra fosfaat mag verwerkt worden.
– Melkveebedrijven met een fosfaatoverschot groter dan 50 kilo per hectare: 50% van de extra fosfaat moet geplaatst worden op extra eigen grond. De overige 50% van de extra fosfaat mag verwerkt worden.

Referentiedatum
De referentiedatum om te bepalen in welke categorie het melkveebedrijf valt is niet 2013, zoals eerder werd voorgesteld, maar 2014. Melkveehouders die echter kunnen aantonen dat zij voor die datum financiële verplichtingen zijn aangegaan voor het verwerken van hun gehele mestoverschot, mogen dat overschot voor de duur van de overeenkomst laten verwerken.

NAJK over de AMvB

NAJK heeft in samenwerking met LTO Nederland, NZO en NMV bijgedragen aan de discussie omtrent de invulling van de Melkveewet en de AMvB. Voor de melkveehouderij is het belangrijk dat er nu eindelijk duidelijkheid is over de voorwaarden voor groei en ontwikkeling. De politieke discussie over dit onderwerp heeft lang geduurd en heeft daardoor een grote groep agrarische ondernemers in te veel onzekerheid gelaten.

Grondgebonden
De melkveehouderij is een sector die grondgebonden is en dat moet blijven. Ook NAJK onderschrijft dat. De mate waarin de sector grondgebonden moet blijven is voor de politiek een lastige keuze gebleken. De staatssecretaris stelt nu, na overleg met politieke partijen en de sectorpartijen een andere systematiek voor dan waar de sector voor heeft gepleit. Doordat deze nieuwe systematiek in hoofdlijn grotendeels dezelfde uitwerking als het eigen sectorvoorstel kan ook NAJK als één van de sectorpartijen zich vinden in het breed gedragen voorstel.

Grondgebonden zonder grond in eigendom
NAJK en de sectorpartners hebben er daarbij echter altijd sterk op aangedrongen dat grond ook aan een bedrijf gebonden kan worden zonder dat de boer deze grond zelf in eigendom of pacht heeft. Door het sluiten van kringlopen op regionaal niveau blijft groei mogelijk en wordt duurzame ontwikkeling bevorderd. In het huidige voorstel van Dijksma voor de AMvB worden te weinig mogelijkheden geboden. NAJK blijft zich inzetten, samen met de andere ketenpartners, om hier een oplossing voor te vinden. Staatssecretaris Dijksma verwijst in haar brief aan de Eerste en Tweede Kamer naar de mogelijkheden die de Meststoffenwet en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zouden bieden voor het aangaan van samenwerkingen tussen bijvoorbeeld akkerbouwers en melkveehouders. NAJK stelt dat deze mogelijkheden niet voldoende zijn en dat er aanvullende perspectieven geboden moeten worden. NAJK zal hierover met staatssecretaris Dijksma op korte termijn afspraken willen maken.

Zuivelsector positief over keuze voor verantwoorde groei

De samenwerkende partijen LTO Nederland, NZO, NMV en NAJK hebben een gezamenlijke reactie opgesteld in een persbericht. Lees deze hier.

Weidegang

Staatssecretaris Dijksma gaat in haar brief over de AMvB ook in op weidegang. Zij stelt dat het ambitieniveau voor weidegang moet worden verhoogd (van 70% in 2013 naar 80% in 2020). Over de wijze waarop dit moet plaatsvinden wil staatssecretaris Dijksma in gesprek met de partners van het Convenant Weidegang. NAJK is ook ondertekenaar van het Convenant Weidegang en is kritisch over het voornemen om het Convenant eenzijdig open te breken. NAJK hecht waarde aan de gezamenlijke en gedragen inspanning van alle ondertekenaars van het Convenant. In het gesprek met staatssecretaris Dijksma over het verhogen van het ambitieniveau zal dit uitgangspunt zijn voor NAJK.

De brief van staatssecretaris Dijksma aan de Eerste en Tweede Kamer over de AMvB grondgebonden groei melkveehouderij lees je hier.

Pacht, hoe nu verder?!

Vorige week sprak de Tweede Kamer met partijen en organisaties die belang hebben bij het pachtbeleid. Onderwerp van gesprek was de herziening van het pachtsysteem. Namens NAJK was Eric Pelleboer, voorzitter, bij dit rondetafelgesprek aanwezig.

Hoe gaat het nu verder met pacht? De Tweede Kamer heeft besloten om eerst een schriftelijk overleg te houden. Hierbij kan de Tweede Kamer schriftelijke vragen over dit onderwerp indienen bij staatssecretaris Dijksma. Dit schriftelijk overleg staat gepland op 31 maart. Na de beantwoording van de staatssecretaris zal de Tweede Kamer het debat aangaan met Dijksma over dit onderwerp. De datum voor dit debat staat is op dit moment nog niet bekend.

Eric Pelleboer zal in deze periode het gesprek aangaan met Tweede Kamerleden, medewerkers van het ministerie van Economische Zaken en betrokkenen bij het deelakkoord van Spelderholt. Doel van deze gesprekken is om gemeenschappelijke punten te vinden die bijdragen aan de ontwikkeling van een nieuw pachtsysteem. Voor NAJK is hierbij het visiedocument Pacht het uitgangspunt.

UITNODIGING – Bedrijfsopvolging in de agrarische sector

Weet jij waar je op moet letten bij bedrijfsopvolging?

Bij de overdracht van een agrarisch bedrijf komt veel kijken. Je hebt niet alleen te maken met de formele punten zoals de levering van de onroerende zaken (de grond en de gebouwen e.d.), maar ook met de verhoudingen binnen de familie, omdat de meeste agrarische bedrijven familiebedrijven zijn. Bedrijfsopvolging in de agrarische sector heeft dan ook zijn eigen kenmerken.

Het FAJK en het Brancheteam Landelijk Gebied van Bosselaar & Strengers Advocaten organiseren samen een interactieve bijeenkomst waarin alle do’s en dont’s op het gebied van bedrijfsopvolging en -overname op een rijtje worden gezet.

Tijdens deze bijeenkomst zullen een advocaat en een fiscalist van Countus je aan de hand van diverse voorbeelden bijpraten over de laatste ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsopvolging. Daarbij zullen in ieder geval de diverse samenwerkingsvormen (VOF, maatschap etc.) en de overgang zelf behandeld worden. Wat is het (fiscale) voordeel van de verschillende rechtsvormen? Waar moet je verder aan denken bij de bedrijfsovername?

Graag nodigen wij je uit voor deze bijeenkomst die plaats zal vinden op woensdag 8 april bij Kverneland in Dronten. De bijeenkomst begint om 20.00 uur met aansluitend een borrel.

Het programma voor de avond zal er als volgt uit zien:

19.45 – 20.00: ontvangst
20.00 – 20.05: welkom door Kverneland
20.05 – 21.20: interactieve presentatie door Bosselaar & Strengers Advocaten en Countus
21.20 – 21.25: afsluiting door FAJK
21.30 – 22.00: borrel

Om de bijeenkomst zoveel mogelijk af te stemmen op de behoeften van de aanwezigen, stellen wij iedereen in de gelegenheid vooraf aan te geven welke onderwerpen of vraagstukken jij in ieder geval behandeld zou willen zien. Stuur dan een e-mail aan a.vangroningen@bs-advocaten.nl.

Jonge melkveehouders ontvangen € 2.500,- voor uitvinding Fertiseed

De teelt van ruwvoer speelt een belangrijke rol in de toekomst. Om op efficiënte wijze een zo hoog mogelijke opbrengst van grasland te halen, bedachten de Friese melkveehouders Arjan Stokman (21) en Rutger van de Streek (22) de ‘Fertiseed’, een machine die kan bemesten en bijzaaien in één werkgang. Dit functionele idee werd beloond door het Innovatiefonds voor Telers. De jonge ondernemers kregen de aanmoedigingsprijs ter waarde van € 2.500,-.

Tekst: Ellen van den Manacker

Constante graslandopbrengst

De studie Agrarisch Ondernemerschap in Dronten zette de twee melkveehouders aan het denken. “Via een externe schoolopdracht over de kringloopwijzer zagen we dat er veel verschil zit in de gemiddelde graslandopbrengst bij melkveehouders”, vertelt Arjan. De mannen vonden dat er een oplossing moest komen om een constante opbrengst van het grasland te realiseren.

Bijzaaien in het voorjaar

In Friesland hebben de melkveehouders veel schade in het grasland door muizen en ganzen. “Om die schade te repareren zaaien wij, vlak na het bemesten, bij in het voorjaar in plaats van in het najaar. Toen dachten Arjan en ik: één en één is twee”, aldus Rutger. Het idee voor een machine om te bemesten en bij te zaaien werd geboren. “Dat zijn twee bewerkingen in één machine. Dit scheelt een rit, wat brandstof bespaart. Ook wordt de bodemdruk hierdoor verlaagd en is er, omdat de mineralen bij de kiemplantjes beschikbaar zijn, een betere opkomst van het gewas”, legt Rutger uit.

‘Nooit geschoten is altijd mis’

Het idee werd ingediend bij het Innovatiefonds voor Telers. “We meldden ons aan onder het motto ‘nooit geschoten is altijd mis’. Als we de prijs zouden winnen, dan konden we ons plan uitwerken”, geeft Rutger aan. De studenten waren blij verrast toen ze hoorden dat ze de aanmoedigingsprijs ter waarde van € 2.500,- hadden gewonnen. Rutger: “We zijn gelijk aan de slag gegaan met de uitwerking van ons idee.”

Simpele oplossing

Een simpele handeling voor de innovatie van Stokman en Van de Streek bleek echter niet de oplossing te zijn. “We mengden het zaad door de mesttank en bemestte het land”, legt Arjan uit. “Het zaad mengde niet goed door de mest, waardoor het niet evenredig werd verspreid over het perceel.”

Venturi-systeem

Inmiddels hebben de ondernemers hun idee verder uitgedacht. “Als we het zaad gaan doseren bij de uitgang van de bemester, dan wordt het zaad gelijkmatig over het grasland verdeeld”, vertelt Arjan. Tussen de slang van de mesttank naar de bemester willen de jongens een venturi-systeem monteren. Arjan: “Dit systeem zorgt ervoor dat het zaad vanuit een aangekoppeld doseerbakje in de slang wordt gezogen en via de bemester gelijkmatig in de zode wordt gebracht.”

Proefjes

Aankomend seizoen gaan de Friese jongens hun idee uitwerken. Het prijzengeld kunnen ze daarbij goed gebruiken. “We willen verschillende proefjes met het venturi-systeem, bemestingstechnieken en watertoevoer doen om het optimale resultaat uit het graszaad te halen”, aldus de mannen.

Meld jouw idee ook aan bij het Innovatiefonds voor Telers!

Heb jij een goed idee waardoor het gebruiksgemak van een machine of de functionaliteit daarvan toeneemt? Een idee dat nog niet eerder op de markt is verschenen? Dan komt jouw innovatie wellicht in aanmerking voor een leuke bijdrage (van € 2.000,- tot € 10.000,-) uit het Innovatiefonds voor Telers. Aanmelden kan tot 15 april 2015 via de website: www.innovatiefondsvoortelers.nl.