Een lange adem voor ambitieuze plannen: een gesloten keten op één locatie

Er is veel over gesproken: het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) en over de plannen die de familie Kuijpers heeft met het pluimveebedrijf in Horst aan de Maas, dat onderdeel uit maakt van het NGB. De 32-jarige Jan Kuijpers is nu nog werkzaam op het moederdierenbedrijf, samen met zijn broer. Over enkele maanden hoopt hij te starten met hun plannen te verwezenlijken: een gesloten keten op één locatie. Na een traject van meer dan tien jaar lijkt het werkelijkheid te worden. Jan Kuijpers heeft er alle vertrouwen in.

Tekst en beeld: Colinda van Ekris

Een nieuw bedrijf realiseren volgens alle wensen bleek een langdurig traject te worden. De familie Kuijpers besloot tussentijds niet stil te zitten en kocht in 2010 grond in Stevensbeek aan. Een uitgelezen kans, de grond bevatte namelijk alle vergunningen om voorzieningen voor 85.000 ouderdieren te bouwen.

Problemen aanpakken

Het bedrijf in Stevensbeek is een zijstap: “Uiteindelijk hebben wij de wens om een gesloten keten te creëren”, vertelt Jan. “Hiermee willen we de leefomstandigheden en kwaliteit van de dieren verbeteren.” Toen de familie Kuijpers in 1999 regelmatig ontevreden was over de kwaliteit van de geleverde eendagskuikens, stelde ze zichzelf de vraag: waar zou het misgaan in de keten? Met het ontwikkelde patiosysteem ontstonden er kwalitatief betere kuikens. “We hebben een proefstal die al zeven jaar heeft gedraaid zonder antibiotica. We zijn en willen op een niveau werken waarbij we niet één probleem maar meerdere problemen aanpakken.” Met de Reconstructiewet zijn de plannen voor Kuijpers sterker geworden: “Onze bedrijven in het extensiveringsgebied konden niet groeien en we wilde ze verplaatsten naar een landbouwontwikkelingsgebied. Dit was voor ons de mogelijkheid om een bedrijf te ontwerpen dat aan al onze wensen zou voldoen.”

Kleinste slachterij

Met een gesloten keten op één locatie denkt Jan Kuijpers zo optimaal mogelijk te werken en de consument dichtbij te houden. “De moederdieren, broederij, vleeskuikenhouderij en een slachterij willen wij in een gesloten keten hebben. Het kuiken dat bij ons in de stal geboren wordt, zal op dezelfde locatie geslacht worden”, vertelt Jan. “Hiervoor bouwen wij de kleinste slachterij die economisch rendabel is en kiezen we ervoor om tegen een hogere kostprijs te slachten dan gangbare slachterijen.” Daartegenover staat dat er geen kosten voor het vervoeren zijn. Ook voor het dier is het volgens Jan beter: “Stress is voor geen enkel dier goed: het beïnvloedt de kwaliteit van het vlees. Vooral de laatste halve dag van het leven van een kip kan de reis naar de slachterij stressvol zijn.” Op het toekomstige bedrijf van Kuijpers gaan ze werken met banden waarop de kippen vervoerd worden. Deze banden moeten vier meter per minuut lopen. “Bij onze plannen voor het vleeskuikenbedrijf staan dierwelzijn, milieu, voedselveiligheid en arbeidsvreugde voorop. De consument wil een betaalbaar maar duurzaam geproduceerd product. Daar spelen wij op in.”

Open en eerlijk

Het vergunningstraject is een lange adem geweest. “Er werden normen aangescherpt of verruimd en onze inzichten veranderden. Elke keer liepen we tegen obstakels op waardoor we opnieuw konden beginnen. We zijn al tien jaar met het traject bezig. De onzekerheid maakt het ondragelijk, voor ons maar ook voor de omgeving.” In het landbouwontwikkelingsgebied waar het bedrijf gevestigd moet worden, zijn de afgelopen jaren veel nieuwe agrarische bedrijven gevestigd. Veel van grotere omvang. Er kwamen voor de plannen van Kuijpers dan ook bezwaren van mensen uit de omgeving. “Wij hebben vier intensieve bedrijven nabij natuurgebieden gesloopt en willen één bedrijf in het landbouwontwikkelingsgebied in Horst aan de Maas.” Om de omgeving uitleg te geven van de plannen zijn er verschillende informatieavonden geweest. “We hebben altijd open en eerlijk gecommuniceerd. Hier kregen we ook wel begrip voor.” Veel mensen begrijpen het ondernemerschap van de plannen wel maar vinden het jammer dat dit in hun omgeving gerealiseerd wordt. “Ik denk dat als de kogel door de kerk is, het voor veel mensen makkelijker te accepteren is. We willen, nu en in de toekomst, iedereen laten zien hoe we produceren. We hebben als bedrijf immers niks te verbergen”, vertelt Jan.

“Ik heb altijd het vertrouwen gehad dat onze ambitieuze plannen zouden lukken. Als we vooraf geweten had dat het meer dan tien jaar zou duren, dan waren we er nooit aan begonnen. Daartegenover staat wel dat we in deze tien jaar wel verder ontwikkeld zijn.” Op dit moment zijn alle vergunningen verleend. Jan: “We zijn druk in gesprek met aannemers en hopen op korte termijn te beginnen met het bouwen van een deel van de vleeskuikensstallen.”