Nieuwe passant, nieuwe ideeën

Met een nieuwe CEO kan FrieslandCampina eenvoudig afstand nemen van eerder gemaakte keuzes en het beleid omgooien. Het kan gaan inzetten op het verwaarden van meer verschillende melkstromen om het gat tussen gangbaar en biologisch te vullen.
Roelof Joosten heeft onlangs bekendgemaakt Nederlands bekendste zuivelreus te verlaten. Op zichzelf een opmerkelijk bericht, omdat hij pas een jaar of twee aan het roer was. Zijn vertrek doet mij denken aan de afscheidsspeech van Piet Boer, krap een jaar geleden. Piet stelde in zijn speech zeer treffend dat de topbestuurders van de NV passanten zijn. Ze hebben een dienende rol voor de coöperatie. De eigenaren van de coöperatie bepalen uiteindelijk wat echt belangrijk is en waar zij met hun zuivelverwerker heen willen.

Kenmerk van een echte coöperatie is de focus op de lange termijn. FrieslandCampina is primair opgericht voor het verwaarden van melk. Randzaken als energie en mest zullen nooit het verdienmodel worden. Kortetermijnwinst is niet belangrijk; het draait om de continuïteit, zodat ook de volgende generatie melkveehouders de voordelen plukt van het lid zijn van de coöperatie.

Nieuwe visie

Een nieuwe bestuurder aan het hoofd van de NV geeft nieuwe kansen. Je kunt het beleid eenvoudig omgooien en afstand nemen van eerder gemaakte keuzes. Te lang vasthouden aan verkeerde beslissingen uit het verleden kost soms onnodig veel geld. Met een nieuwe CEO is het makkelijk om over deze schaduw heen te stappen. Daarnaast kan een nieuwe CEO ook zijn nieuwe visie projecteren op de multinational.

Frans Keurentjes zei laatst op een vaderlijke toon tegen mij: “Alleen ga je sneller, samen kom je verder”. Het was op een vergadering van de klankbordgroep Duurzame Zuivelketen. Ik stelde dat je moet inzetten op meer verschillende melkstromen met hun eigen duurzaamheidskenmerk, als je als sector collectief gaat verduurzamen. Met diversiteit in melkstromen verduurzaam je als sector sneller en speel je in op de marktkansen die er zijn. De zuivelindustrie heeft nu als strategie om de gehele melkstroom te verduurzamen. De stappen die dan worden gezet zijn begrijpelijk klein, omdat iedereen moet meedoen.

‘Nu inzetten op verwaarden van melkstromen’

Als ik Hein Schumacher mag adviseren, zou ik juist nu inzetten op het verwaarden van verschillende melkstromen. Het is dan essentieel dat de leden de keuze krijgen of ze wel of niet meedoen met een nieuwe melkstroom. Het extra saldo dat een melkveehouder maakt moet voor een gedeelte ten gunste komen van zijn bedrijf, en een gedeelte aan de winst van alle melkveehouders binnen de coöperatie. Op deze manier krijgt je geen A- en B-leden.

Wanneer melkveehouders de keuze hebben of ze een bepaalde duurzamere melkstroom gaan produceren binnen een ketenconcept, is de weerstand nihil en kun je snel stappen maken als sector. Mogelijke nieuwe melkstromen met potentie zijn naast VLOG-melk natuurinclusieve melk, A2A2-melk, Beter Leven-melk, of melk van uitsluitend gras gevoerde melkkoeien.

‘De toegevoegde waarde van melk zit de aankomende decennia in het verwaarden van bijzondere melkstromen’

In Nederland is weidemelk de norm geworden, nu zelfs de kaassoufflés in de supermarkt een weidemelklogo krijgen. Ik vind het echt opvallend dat FrieslandCampina niets te bieden heeft tussen gangbaar en biologisch in. Vlees en eieren kent al jaren verschillende stromen in binnen- en buitenland. Nederland is geen land om te excelleren met kleurloze bulkproducten. Ons bestaansrecht hangt af van de toegevoegde waarde van melk. De toegevoegde waarde zit de aankomende decennia in het verwaarden van bijzondere melkstromen. Daar ben ik van overtuigd!


Bart van der Hoog

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Bart van der Hoog verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Bart combineert deze functie met het werk op het melkveebedrijf in Enspijk.