Laat Planbureau voor de Leefomgeving de (alternatieve) voermaatregel doorrekenen

Het vertrouwen in de overheid en het draagvlak voor de voermaatregelen onder de boeren neemt in rap tempo af. NMV, LTO, DDB, Netwerk Grondig en NAJK roepen minister Schouten daarom op om de motie Geurts/Harbers uit te voeren. Deze motie vraagt om een doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving van de voermaatregel en de aangedragen alternatieven. Op deze manier kan een stap gezet worden richting herstel van vertrouwen.

Vanaf 28 mei hebben NMV, LTO, DDB, Netwerk Grondig en NAJK intensief samengewerkt aan verschillende alternatieven voor de voermaatregel van de overheid. De voermaatregel van de overheid is onwerkbaar voor de melkveehouderij. De maatregel gaat namelijk ten koste van de diergezondheid, valt in de overgangsperiode van het weideseizoen richting meer opstallen en geeft veel uitvoeringslast bij de melkveehouderij. Daarnaast hebben de partijen meerdere malen gevraagd om de onderbouwing van de voermaatregel, maar deze niet ontvangen.

Zes alternatieven
In totaal zijn er zes alternatieven uitgewerkt en aangedragen:
1. Voermaatregel volledig van tafel door reeds behaalde stikstofreductie sinds 2018 in te rekenen.
2. Het rekenen met een gewogen gemiddelde RE over alle geleverde-gekochte diervoeders.
3. Uitzonderen van specifieke diercategorieën van de maatregel (jongvee en hoogdrachtige koeien).
4. Aanpassing van het RE in mengvoer. Per 1 juli starten met reduceren, een buffer gereduceerde stikstof opbouwen voor de voermaatregel van kracht gaat. Maandelijkse monitoring naar de reductie conform fosfaatreductieplan. De veevoermaatregel fungeert als stok achter de deur bij ontoereikendheid.
5. Aanpassing van RE in mengvoer en enkelvoudige producten door referentie te nemen op basis van geleverd RE, inzichtelijk gemaakt door in 2020 -3% RE aan te voeren ten opzichte van voerleveranties in dezelfde periode van 2018, gecorrigeerd op dieraantallen. Daar totaal eiwit op reduceren.
6. Maatregel zoals beschreven bij punt 5 referentie op basis van leveranties, als vrijwillige keuze naast de voermaatregel. De melkveehouder is in deze optie zelf verantwoordelijk voor de administratie, en committeert zich middels een privaatrechtelijk contract met de overheid aan de reductiedoelstelling van de overheid.

Alle voorgestelde alternatieven zijn afgewezen. De eerste vijf vanwege onvoldoende juridische houdbaarheid voor de borging en omdat deze niet op hexagonen zouden zijn toe te rekenen. Het laatste alternatief werd afgewezen vanwege een te hoge uitvoeringslast.

“We hebben hard en eensgezind gewerkt aan de alternatieven. Helaas zonder resultaat. Het draagvlak in de sector voor de maatregel brokkelt enorm hard af. Het wordt daarom des te belangrijker om uitvoering te geven aan de motie Geurts/Harbers. Op deze manier komen we allemaal nergens’, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij.