Investeringslijst JOLA moet uitgebreider

NAJK evalueert JOLA

Na de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) in 2017 heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) zijn leden opnieuw om een beoordeling gevraagd. Opvallend is dat 68% van de respondenten geen investering op de lijst vond waar zij behoefte aan hebben. Uit de evaluatie van NAJK blijkt dat jonge landbouwers na bedrijfsovername vooral behoefte aan ondersteuning in grond, machines en gebouwen hebben.

“De investeringslijst moet beter aansluiten op de behoefte van jonge boeren en tuinders”, aldus Sander Thus, dagelijks bestuurder met de portefeuille bedrijfsovername bij NAJK. “We zien graag een uitbreiding van de investeringslijst.”

Bekendheid JOLA groeit

De Jonge Landbouwersregeling is onder jonge landbouwers opvallend goed bekend. Slechts 4 procent van de ondervraagden was niet op de hoogte van de JOLA-regeling. In 2016 was dit nog 10 procent. Naast de bekendheid van de regeling, wisten de meeste respondenten ook voor welke investeringen de JOLA aangevraagd kon worden en was hen snel duidelijk of zij wel of niet in aanmerking zouden komen. Echter, ondanks de grote bekendheid heeft een grote meerderheid toch geen aanvraag gedaan. De investeringen op de investeringslijst paste niet bij hun behoefte.

Behoefte jonge landbouwers

Opvallend aan de uitslag is dat er voor 68 procent van de jonge landbouwers geen investering op de lijst stond waar zij behoefte aan hebben. Met name jonge landbouwers uit intensieve sectoren gaven aan geen bruikbare investering te vinden. Er staan volgens de respondenten veel ‘luxe’ producten op de investeringslijst maar de doelgroep heeft meer behoefte aan praktische doeltreffende investeringen. Ze gaven aan na de bedrijfsovername behoefte te hebben aan Grond, machines en gebouwen. De subsidieregeling voor jonge landbouwers wordt door de respondenten wel gezien als een steun in de rug.

Van 4 december 2017 t/m 15 januari 2018 konden boeren en tuinders onder de 41 jaar zich aanmelden om in aanmerking te komen voor de JOLA. De regeling is bedoeld als steun in de rug om investeringen te doen in de financieel zware periode na bedrijfsoverdracht. Ten opzichte van de voorgaande openstellingen was de investeringslijst uitgebreid. Dit werd goed gewaardeerd maar de investeringsmogelijkheden moeten aangevuld worden met praktische investeringen waar de jonge landbouwer direct iets mee kan.

De volgende openstelling van de regeling onder het plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) via de provincies wordt vanaf december verwacht. Na succesvolle evaluatie in 2016 heeft NAJK opnieuw de JOLA geëvalueerd. Ruim 120 jonge landbouwers vulde de evaluatie over de JOLA in.

Bekijk hier de infographic met de resultaten.

Wat deed NAJK voor jou in april?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden, ontwikkelen trainingen en cursussen, regelen winacties en behartigen jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in april? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille akkerbouw, Doeko van ’t Westeinde, heeft tijdens de raad van advies van Stichting Veldleeuwerik input geleverd namens NAJK. Ook hebben zij een bezoek gebracht aan een van de Veldleeuwerik broedplaatsen.
  • NAJK heeft jonge intensiefboeren opgeroepen om naar de regiotaps van ForFarmers over big data te gaan.
  • Op 3 april publiceerde de Raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli) het advies ‘Duurzaam en Gezond: Samen naar een houdbaar voedselsysteem’. Stijn Derks, portefeuillehouder intensief, was bij de bijeenkomst en pitchte een dag uit het leven van een jonge boer in 2050.
  • Woensdag 4 april heeft dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername, Sander Thus, samen met Flynth een avond gegeven over bedrijfsovername voor studievereniging Heeren XVII (Wageningen).
  • De derogatie is voor twee jaar verlengd. Mede dankzij de stevige lobby/inzet van o.a. NAJK hebben we de derogatie toegekend gekregen. NAJK is blij dat dit gelukt is.
  • NAJK heeft haar visie geschreven op de toekomst van voedsel. Deze heeft zij ingebracht voor het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over duurzame en gezonde voedselconsumptie.
  • Een aantal dagelijks bestuurders van NAJK en een aantal NAJK-leden zijn naar de bijeenkomst ‘GLB uit de startblokken’ geweest. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door het ministerie van LNV. Portefeuillehouder internationaal, Iris Bouwers, nam namens NAJK deel aan het panel waarin ook minister Schouten, NVP, LTO, EISA en Natuurmonumenten zaten.
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal en tevens vicevoorzitter CEJA, Iris Bouwers, is in gesprek geweest met Jeunes Agriculteurs, de jonge boerenorganisatie in Frankrijk met 50.000 leden.
  • Er is een discussiebijeenkomst geweest over de land- en tuinbouw in 2050 met partners van NAJK en leden van NAJK aan de hand van drie mogelijke scenario’s.
  • In april bracht NAJK de column ‘Jonge boeren, verenigt u’ uit, geschreven door portefeuillehouder internationaal, Iris Bouwers.
  • Van Iperen is winnaar geworden van de Jonge Boer Proof competitie. Op 12 april ontvingen zij de Jonge Boer Proof!-award van NAJK-voorzitter Andre Arfman.
  • NAJK heeft positief gereageerd op het rapport van de Commissie Grondgebondenheid dat is uitgebracht door NZO en LTO.
  • Portefeuillehouder akkerbouw, Doeko van ’t Westeinde, is met docenten van agrarische scholen, Louis Bolkinstituut en RVO op bedrijfsbezoeken geweest. Het thema van de dag was natuurinclusieve landbouw.
  • NAJK heeft het bericht van Flynth gedeeld waarin tuinders zich aan kunnen melden voor een proefles bedrijfskunde in de tuinbouw.
  • NAJK-voorzitter, Andre Arfman, en Iris Bouwers, portefeuillehouder internationaal, zijn bij de CEJA-vergadering van april geweest. Dit keer stond de vergadering in het teken van het GLB en een conferentie over bedrijfsovername.
  • DB’er NAJK, Iris Bouwers en provinciaal bestuurder van het HAJK, Albert Broersen, hebben deel genomen aan het panel genaamd ‘tackling barriers to new entrants in farming’ op uitnodiging van de Landbouwraad in Londen.
  • Andre Arfman, voorzitter NAJK, heeft input gegeven namens NAJK tijdens het diner over de toekomstvisie van het ministerie van LNV.
  • Op 20 april is portefeuillehouder internationaal, Iris Bouwers, bij het stakeholdersoverleg geweest van het IMVO-convenant. Er is gesproken over de concretiseringsslag van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  • NAJK gaat actief bezig met het onderwerp klimaat. NAJK-voorzitter Andre Arfman pakt dit onderwerp op.
  • Dagelijks bestuurder met de portefeuille akkerbouw, Doeko van ’t Westeinde, is bij de conferentie NKWK (Nederlands Kennisinstituut voor Water en Klimaat) geweest.
  • Iris Bouwers, dagelijks bestuurder NAJK, heeft een presentatie over NAJK en CEJA gegeven aan studenten biologische landbouw in Wageningen.
  • AJK Middenveld-Zuid (Drenthe) is op excursie geweest naar Den Haag om daar meer te leren over de politiek. NAJK-voorzitter Andre Arfman heeft een presentatie gegeven over belangenbehartiging. Specifiek over wat NAJK doet en hoe het lobbyproces in z’n werk gaat.

 

Wat zal NAJK voor jou doen in mei?

Natuurlijk zal in mei ook veel door NAJK worden georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal, Iris Bouwers, neemt in haar rol als vicevoorzitter van CEJA deel aan het panel tijdens het AgriResearch Conference en YEPP congres.
  • Tot en met 29 april kon de JOLA-evaluatie worden ingevuld. Er zijn weer veel reacties binnengekomen. NAJK gaat deze verwerken en brengt binnenkort de uitslag uit.
  • In mei gaat oud-voorzitter van GAJK, Suzanne Ruesink op missie met Agriterra naar Zambia. Daar zal zij advies gaan geven aan de lokale organisaties.
  • NAJK is druk bezig met de voorbereidingen voor de nieuwe Privacywet. Provinciale en lokale bestuurders ontvangen binnenkort informatie over deze nieuwe wet en het nieuwe privacybeleid van NAJK die ook provinciaal en lokaal gebruikt kan worden.
  • In mei staat er een artikel in het relatieblad van Royal FloraHolland, GROW, met dagelijks bestuurder NAJK met portefeuille bedrijfsovername, Sander Thus.
  • In de mei editie van Agrimondiaal, het magazine van Agriterra, staat een interview met NAJK-voorzitter, Andre Arfman.
  • Op 4 juni organiseert NAJK voor de tweede maal de NAJK-netwerkborrel in Lunteren. Tijdens deze bijeenkomst kunnen AJK-bestuurders nader kennismaken met NAJK en het aanbod van NAJK (projecten en partners). Zo doen zij inspiratie op voor de invulling van het nieuwe seizoen.

Evenwichtsbemesting en buurtcontracten belangrijke pijlers bij advies Commissie Grondgebondenheid

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft kennis genomen van het advies van de Commissie Grondgebondenheid dat is uitgebracht aan Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) en LTO Rundveehouderij. NAJK is enthousiast over de ambitieuze plannen die de commissie gisteren gepresenteerde. Het plan ziet grondgebondenheid als basis voor een toekomstbestendige melkveehouderij.

“Ik vind de plannen zoals beschreven in het adviesrapport wel stoer. Het advies van de commissie straalt een duidelijke visie uit en je kunt zien dat het grondig is aangepakt”, aldus Bart van der Hoog, portefeuillehouder melkveehouderij bij NAJK. “Het plan bevat wel een aantal cruciale randvoorwaarden die de aandacht nodig hebben.”

Evenwichtsbemesting en buurtcontracten

De commissie stipt terecht het punt aan van evenwichtsbemesting. “Wanneer er wordt ingezet op eiwit van eigen land, dan is een goede zorg voor de bodem cruciaal. We moeten de innovatiekracht van de sector gebruiken en de mestwetgeving moet ruimte bieden om inhoud te kunnen geven aan het begrip evenwichtsbemesting”, aldus Van der Hoog “Als we in de praktijk niet kunnen bemesten wat we oogsten, doen we onszelf en de bodem tekort en zal het percentage van 65% eiwit van eigen land te hoog zijn gegrepen”

Ook het voorstel over buurtcontracten kan op sympathie van NAJK rekenen. Van der Hoog: “NAJK is al meerdere jaren bezig om het ministerie te overtuigen van het belang van voer-mest-relaties in de mestwetgeving. Tot nu toe is de houding van het ministerie op dit thema erg star geweest. We hopen dan ook dat de politiek nogmaals het belang aanstipt van een dergelijke systematiek. Als er geen ruimte komt voor buurtcontracten zal er weinig terechtkomen van alle mooie woorden in het rapport.”

Tempo

LTO en NZO hebben aangegeven het bindende advies te zullen overnemen. NAJK is benieuwd hoe snel en op welke wijze de plannen worden geïmplementeerd. Van der Hoog: “Een deel van de melkveehouders staat ver af van het ideaalbeeld van de commissie en verdient in onze ogen dan ook snel duidelijkheid over het tempo van invoering.”

Lees hier het advies van de Commissie Grondgebondenheid Grondgebonden Melkveehouderij 2018.

Nitraatcomité akkoord met derogatie

Na een aantal bewogen jaren voor de melkveehouderij is er eindelijk duidelijkheid: Nederland krijgt opnieuw derogatie. Het Nitraatcomité van de Europese Commissie heeft ingestemd met het voorstel van de Europese Commissie om de derogatie met twee jaar te verlengen. NAJK is blij met de nieuwe derogatie voor Nederland.

“Gelukkig hebben we de nieuwe derogatie binnen gehaald! Dit hebben we vooral te danken aan de enorme inspanningen van de melkveehouderij zelf”, aldus Bart van der Hoog, dagelijks bestuur NAJK met de portefeuille melkveehouderij. Door de inzet van het fosfaatreductieplan produceert de Nederlandse melkveehouderij veel minder fosfaat. Dit heeft er voor gezorgd dat Nederland weer aan de voorwaarden voldoet voor een nieuwe derogatie. “Ik ben vooral blij dat we het fosfaatdossier hiermee een stukje kunnen afsluiten. Dit geeft ons de aankomende jaren weer de tijd en de ruimte om te werken aan ander onderwerpen die onze toekomst gaan bepalen.”

Identieke derogatie

De derogatie is vergelijkbaar met die van afgelopen 4 jaar. Melkveehouders met minimaal 80% grasland kunnen hiermee kiezen om meer dierlijke mest per hectare te gebruiken dan de standaard norm van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest. In de opzet zijn weinig aanpassingen gedaan. NAJK blijft zich inzetten voor een meer bedrijfsspecifieke aanpak waarbij de derogatie per gewas wordt verleend. “Het is jammer dat de discussie ging over het al dan niet verkrijgen van een derogatie en niet over welke derogatie Nederland nodig heeft in de toekomst”, aldus Bart van der Hoog. “Gelukkig kunnen we de discussie nu gedeeltelijk laten rusten nu we weten waar we aan toe zijn.”

De Europese Commissie heeft gekozen voor een nieuwe derogatie van maar twee jaar omdat ze nog te veel zorgen heeft over de mestfraude-affaire. De sector en het ministerie zal de aankomend jaren moeten werken aan verbetering om fraude van bewerkte en verwerkte mest tegen te gaan.

Jonge boeren en tuinders durven de voedseluitdaging aan

Vandaag publiceerde de raad voor leefomgeving en infrastructuur (Rli) het advies ‘Duurzaam en Gezond: Samen naar een houdbaar voedselsysteem’. Hierin gaven zij drie aanbevelingen over de toekomst van de veehouderij en onze consumptie. Ook NAJK ziet de uitdagingen waar onze sector voor staat, maar ziet andere oplossingen. Voedsel en landbouw zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Namens het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) heeft Stijn Derks, portefeuillehouder intensief, tijdens de overhandiging aan minister Schouten (LNV) en staatssecretaris Blokhuis (VWS) een dag geschetst van de jonge boer in 2040-2050. Hij benadrukte de  diversiteit aan bedrijven in de land- en tuinbouwsector in de toekomst. De voedselketen staat voor grote veranderingen. Dit vraagt stappen van zowel de voedselproducenten als de ketenpartijen.

Farmers Food Future

Aanstaande donderdag is het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over duurzame en gezonde voedselconsumptie. Ter voorbereiding hierop heeft NAJK een position paper geschreven: Farmers Food Future. Hierin geeft NAJK haar visie op de te maken beweging aan het begin van de voedselketen. De hoofdthema’s van NAJK zijn:

  1. De boer van de toekomst maakt steeds meer verbinding tussen voedsel en gezondheidszorg
  2. De boer van de toekomst is biologisch en gangbaar
  3. De boer van de toekomst is kleiner of groter
  4. De boer van de toekomst werkt circulair
  5. De boer van de toekomst produceert waar de consument om vraagt
  6. De boer van de toekomst legt uit

Om de veranderingen in de voedselketen vorm te kunnen geven, moet er in de hele keten worden samengewerkt. Jonge boeren en tuinders willen over 50 jaar nog steeds (gezond) voedsel produceren. NAJK wil met de ketenpartijen de schouders eronder zetten en deze voedseluitdaging aangaan.

Download hier de position paper van NAJK ‘Farmers Food Future’.

Download hier het adviesrapport van Rli ‘Duurzaam en gezond’. 

Wat te doen met 75 miljoen?

Wat te doen met 75 miljoen?

Jonge agrariërs en het ministerie van LNV denken samen na over de invulling van het bedrijfsovernamefonds

Bedrijfsovername van agrarische familiebedrijven is een zorgpunt van het kabinet. In het regeerakkoord werd dit bevestigd met het bedrijfsovernamefonds voor jonge boeren en tuinders, ter waarde van 75 miljoen euro. Tijdens de inspiratiedag ter ere van het 40-jarig jubileum van NAJK sprak minister Carola Schouten vele jonge boeren en tuinders toe. Ze bekrachtigde de toezegging van het bedrijfsovernamefonds in het regeerakkoord. Nu is het tijd voor de invulling hiervan. Geen woorden maar daden, aldus minister Schouten.

Er staan twee dingen vast: kabinet Rutte III, bestaande uit de VVD, CDA, D66 en de Christen Unie, gaat overname van agrarische familiebedrijven ondersteunen én hiervoor is een bedrag van 75 miljoen euro beschikbaar. De invulling hiervan ligt helemaal open. Minister Schouten wilde graag kennismaken met jonge boeren en tuinders. NAJK verzamelde twaalf jonge boeren en tuinders met ieder zijn of haar achtergrond. Zij konden hun ervaring delen met de minister. Het gesprek, voorafgaand aan de inspiratiedag van NAJK op 2 december, heeft indruk gemaakt op de minister. Ook de betrokkenheid van de minister heeft indruk gemaakt op de aanwezige jonge boeren en tuinders.

Inventarisatie wensen

De wens van de minister is dat het fonds ontwikkeld wordt met hulp van jonge agrarische ondernemers. Omdat de bedrijfsovernameproblematiek heel divers is en geen enkele bedrijfsovername gelijk is, hebben NAJK en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) besloten gezamenlijk het land in te gaan. In december 2017 startte NAJK de inventarisatieronde. Op diverse provinciale en lokale bijeenkomsten van AJK’s spraken ook ambtenaren van het ministerie met jonge ondernemers. Het ging veelal over de problemen die jonge boeren en tuinders ondervinden wanneer zij een bedrijfsovername willen doen en over een effectieve besteding van het bedrijfsovernamefonds.

Het ministerie gaf aan te willen weten tegen welke obstakels jonge boeren en tuinders aan lopen bij bedrijfsovername. NAJK ging in op de praktische oplossingen waar het ministerie mee moet komen om hen te helpen. Het ministerie gaf aan dat het fonds is bedoeld voor jonge boeren en tuinders én voor opvolgers én zelfstandige starters. De inventarisatieronde leverde goede gesprekken en relevante informatie op.

NAJK heeft standpunten ingenomen over de besteding van de 75 miljoen, zie kader. Jonge boeren en tuinders hebben drie behoeftes:

  1. Toegang tot grond
  2. Toegang tot kapitaal
  3. Toegang tot kennis

De behoefte ‘toegang tot grond’ hoort volgens NAJK thuis in de pachtwetgeving en het GLB. Het bedrijfsovernamefonds richt zich daarom op de behoeften ‘toegang tot kapitaal en kennis/begeleiding’.

Standpunt NAJK

NAJK wil dat bedrijfsovernames vaker slagen en niet langer uitgesteld worden omdat er sociaal of financieel geen mogelijkheden gezien worden. Het bedrijfsovernamefonds moet zich daarom enerzijds op de begeleiding rondom bedrijfsovername en de toekomstplannen van opvolgers en starters richten, anderzijds op de financiële uitdagingen rondom bedrijfsovername.

NAJK heeft over het bedrijfsovernamefonds de volgende standpunten gevormd:

  • De maatregelen uit het bedrijfsovernamefonds moeten gericht worden op alle sectoren in de land- en tuinbouw, voor zowel starters als bedrijfsopvolgers tot en met 40 jaar.
  • 20% van het budget moet benut worden voor kennisontwikkeling rondom bedrijfsovername.
    • Bedoeld ter voorbereiding op de bedrijfsovername.
    • Voor iedereen beschikbaar, ook voor partners van bedrijfsopvolgers.
    • Beschikbaar voor begeleiding/coaching, bedrijfsovernamecursussen en het schrijven van een ondernemersplan.
    • Bij activiteiten wordt ook een eigen bijdrage van de deelnemers gevraagd.
  • 80% van het budget moet benut worden voor toegang tot kapitaal en lagere lasten na bedrijfsovername.
    • Voorwaarde hiervoor is dat men iets aan cursussen heeft gedaan of een deel van een ondernemersplan heeft geschreven.
    • Het is bedoeld om te ondersteunen bij overname en moet geen tweede JOLA worden.
    • Bedoeld voor de overname zelf, om het makkelijker te laten verlopen, mogelijk te maken en te vervroegen. Hierdoor zal de sector verjongen: jonge ondernemers vol passie stappen de land- en tuinbouw in.

Een goede besteding

De eerste opmerking van de jonge boeren en tuinders is dat bedrijfsovername te duur is waardoor de overname uitgesteld wordt. Na doorvragen blijkt hier vaak meer achter te zitten. Essentieel bij een proces van bedrijfsovername is een goede samenwerking tussen opvolgers, overdragers en overige betrokken partijen zoals familieleden. De financiële mogelijkheden zijn daarna (last, but not least) van belang. Het sociale aspect van bedrijfsovername wordt niet altijd als eerst benoemd. Dit is wel een essentieel aspect van bedrijfsovername.

Kortom ook jonge ondernemers geven twee belangrijke aspecten van bedrijfsovername aan:

  1. Begeleiding van bedrijfsovername
  2. Financiële (on)mogelijkheden

Volgens NAJK moet voor een goede besteding van het budget 20% naar ondersteuning en begeleiding en 80% naar financiering.

Begeleiding van bedrijfsovername

In de begeleiding van bedrijfsovername kwam tijdens de inventarisatieronde dat communicatie rondom de bedrijfsopvolging en de ontwikkeling van het ondernemerschap nodig zijn.

  • Communicatie rondom de bedrijfsopvolging
    NAJK vindt dat het aanbod van begeleiding bij bedrijfsovername bedrijfsspecifiek en persoonsgericht moet zijn. Een goede bedrijfsovernamebegeleiding is een combinatie van onderwijs op school en cursusaanbod, passend bij de situatie van de ondernemer en individuele coaching, waar nodig.
  • Ontwikkeling van het ondernemerschap
    Jonge ondernemers hebben handvatten nodig om hun ondernemerschap te ontwikkelen. Daarbij dienen ook de maatschappelijke wensen in acht genomen te worden. Daarnaast is het schrijven van een ondernemersplan essentieel om het starten of overnemen van een bedrijf richting te geven.

In de gesprekken gaven jonge boeren en tuinders aan dat hun ouders het vaak lastig vinden om het bedrijf los te laten. Zowel opvolgers als ouders zitten met vraagstukken als: hoe om te gaan met broers/zussen die het bedrijf niet overnemen? De één heeft behoefte aan handvatten zoals cursussen of sparringpartners om de overname goed te laten verlopen en bespreekbaar te maken. De ander heeft écht behoefte aan individuele coaching of een externe frisse blik op de overname.

Financiële (on)mogelijkheden

Bijna elke jonge boer en tuinder kwam tot de conclusie dat het opdelen van de 75 miljoen (of bij 80% de 60 miljoen) opdelen over alle bedrijfsovernames geen zoden aan de dijk zet bij overnames van bedrijven met een waarde van circa drie miljoen. Financiële ontlasting is dan vooral te zoeken in het mogelijk maken van de financiering. Financieringen kunnen op twee punten vastlopen:

  1. Tekort aan eigen vermogen (solvabiliteit)
  2. Te weinig rendement op vermogen (rentabiliteit)

Het probleem ‘te weinig eigen vermogen’, waarbij de businesscase op zichzelf wel rendabel is, is bijvoorbeeld op te lossen door meer krediet beschikbaar te stellen. Bij bedrijven waarbij de rentabiliteit onder druk staat ligt de oplossing in het verlagen van de financieringslasten. Je kunt hierbij denken aan lagere rentelasten of variabele aflossingen. Bij bedrijfsovername van (vooral grondgebonden) bedrijven waar de overnameprijs vaak onder de vrije marktwaarde ligt, is voldoende zekerheid voor de bank geen probleem maar de hogere financieringslasten door de extra bedrijfsovernamefinanciering wel.

Voor bedrijfsovernames en -starters waarbij eigen vermogen een probleem is, ziet NAJK graag dat er vanuit het fonds extra financieringen beschikbaar gesteld worden. In de gevallen dat de toegenomen financieringslasten het probleem zijn, zien we graag lagere rentelasten, meer flexibiliteit in aflossingen en een herinvoeren van het fiscale voordeel op familieleningen: oude Tante Agaathregeling.

Tante Agaathregeling

Een oude maar nog altijd bekende vorm van startkapitaal is de Tante Agaathregeling, ook wel durfkapitaal genoemd. Tante Agaath staat synoniem voor goedkope leningen voor startende ondernemers. Het gaat om een lening tussen een extern persoon en een startende ondernemer. Dit is mogelijk omdat de overheid een fiscaal voordeel gaf aan particulieren die hiervoor geld beschikbaar stelden. Met het schrappen van deze goedkope leningen, in 2010, kwamen met name startende boeren en tuinders in de problemen. NAJK ziet deze regeling graag weer terugkomen waardoor de overdrager fiscaal aantrekkelijk vermogen in het bedrijf kan laten. Dit kan tegen gunstige voorwaarden en gezamenlijk besloten aflossingstermijn.

Een aantal dingen kan buiten het fonds opgelost worden, vindt minister Schouten. Zo wil ze naast het opzetten van het bedrijfsovernamefonds werken aan duidelijke wet- en regelgeving en het imago van de agrarische sector verbeteren.

De verwachting is dat in de tweede helft van 2018 de maatregelen al ingezet worden. Zoals het er nu naar uitziet gaat het bedrijfsovernamefonds zich richten op:

  1. Jonge agrarische ondernemers klaarstomen voor hun toekomst.
  2. Overname van het bedrijf mogelijk maken met als resultaat een jongere innovatievere, duurzamere land- en tuinbouw in Nederland

Tips van jonge boeren en tuinders:

  • Maak de financiële lasten niet te hoog
  • Zorg dat de periode van bedrijfsovername niet te lang door blijft sudderen
  • Zorg dat de overnamemogelijkheid niet alleen afhankelijk van de bank is
  • Zet goede adviseurs in. Niet alleen financieel maar ook op sociaal vlak
  • Zet in op het ondernemerschap op individueel niveau
  • Zorg ook dat het ondernemerschap op scholen meer op peil is
  • Zorg voor duidelijke wet- en regelgeving
  • Zorg voor lage uitvoeringskosten
  • Werk aan de verbinding met de burger
  • Zorg dat de bedrijfsovername plaatsvindt, innovatie en duurzaamheid volgen vanzelf

Dit artikel is ook terug te lezen in BNDR maart 2018

What’s up CEJA?

Na een relatief rustige periode is het weer alle hens aan dek bij CEJA. Er is een standpunt ingenomen over de toelating van glyfosaat, begin maart vond de standpuntbepaling over de Brexit plaats en de discussie over het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) loopt door. De komende maanden praat het CEJA-bestuur met de vertegenwoordigers van de nationale organisaties ook door over de interne structuur van de organisatie. Kortom: genoeg te doen in het Brusselse!

Lees meer

NAJK vraagt leden om beoordeling JOLA

Van 4 december 2017 t/m 15 januari 2018 was de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) voor de derde keer opengesteld. In 2016 heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) voor de eerste keer een evaluatie gehouden. Deze werd door veel jongeren ingevuld en heeft ervoor gezorgd dat er diverse aanpassingen, verbeteringen, in de JOLA zijn doorgevoerd. De evaluatie was dus zeer succesvol en gaf provincies inzicht in hoe jonge ondernemers de JOLA ervaren.

Evaluatie JOLA

Niet alle actiepunten zijn overgenomen, ook de tijd is anders. Daarom evalueert NAJK ook de laatst opengestelde openstelling. Wij zijn benieuwd wat je van de aanpassingen vindt en welke actiepunten er volgens jou nog zijn! De evaluatie is bedoeld voor alle jonge agrarische ondernemers, ongeacht of je gebruik hebt gemaakt van de JOLA. Invullen van de evaluatie kan tot en met 29 april 2018.

Klik hier om naar de evaluatie te gaan. Het invullen duurt enkele minuten.

 

Vertrouwensloket Welzijn Landbouwhuisdieren: melden is helpen!

Het onafhankelijke Vertrouwensloket beoogt preventie en tijdige signalering van verminderde dierzorg en verwaarlozing van dieren die gehouden worden op een landbouwbedrijf.

Hoewel Nederland er qua diergezondheid in vergelijking tot andere landen goed voor staat, heeft de sector in 2002 zelf het Vertrouwensloket opgezet. Het loket is opgezet om veehouders in nood te helpen, waardoor het aantal gevallen van verminderde dierzorg wordt beperkt en om vragen hierover te beantwoorden.

Het vroegtijdig signaleren van verminderde zorg is belangrijk, omdat er dan veel ellende voor mens en dier voorkomen kan worden. Samen met ruim 20 erfbetredende organisaties heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt afspraken gemaakt over onze rol en bijdrage in het signaleren van verminderde dierzorg en dierverwaarlozing op bedrijven. Erfbetreders komen veelvuldig bij veehouders op het erf en kunnen tijdig signalen oppakken en actie ondernemen. Want het voorkomen van dierverwaarlozing begint met een tijdige signalering van verminderde dierzorg.

Meldingen kunnen gedaan worden op www.vertrouwensloketwelzijnlandbouwhuisdieren.nl.

Blokkade buitenproportioneel

LTO Nederland, NMV, NAJK en netwerk GRONdig hebben afgelopen dagen bij leden geïnventariseerd wat de grondslag is voor de blokkade van hun bedrijf. Deze inventarisatie leidt tot twijfels over de uiteindelijke omvang van de door de overheid gepubliceerde aantal onregelmatigheden in het I&R systeem. Momenteel zijn circa 2000 bedrijven geblokkeerd. Zij zijn in crosschecks met verschillende database opgevallen en door de overheid als verdacht bedrijf aangemerkt. De blokkade is buitenportioneel, is de conclusie.

De genoemde meldpunten hebben veel reacties ontvangen. Concreet vallen de meeste meldingen in drie categorieën:
1. Het ontbreken van een kalf datum bij een vaars door een opgebroken dracht, vroeggeboorte of een doodgeboren kalf waarbij het moederdier niet gekoppeld wordt;
2. Pinken die ouder zijn dan 27 maanden, al dan niet in combinatie met tweelinggeboortes op het bedrijf;
3. Technische systemen die niet juist gekoppeld zijn waardoor gegevens niet goed doorkomen bij de overheid.

NMV, LTO, NAJK en Netwerk GRONDig staan achter de minister in haar kordate optreden tegen bedrijven die aantoonbaar frauderen. Maar veel van de gemelde gevallen zijn vermoedelijk vooral te herleiden tot een administratieve fout of het gebrek aan communicatie tussen verschillende managementsystemen. De organisaties zijn van mening dat het hier veelal gaat om tekortkomingen in I&R die moeten worden opgelost, maar dat er geen sprake is van fraude. NMV, LTO, NAJK en Netwerk GRONDig staan voor de volle 100% achter goedwillende leden. En nemen afstand van het beeld dat wordt geschetst alsof alle veehouders fout zijn.

De melkveehouderijorganisaties zijn van mening dat de maatregel van blokkade in deze gevallen buiten proportioneel is. Zij roepen de minister op om veehouders zo goed en snel mogelijk te faciliteren om de blokkades ongedaan te maken. De partijen vinden dat in vele gevallen administratief bewijs volstaat om over te gaan tot deblokkade en hebben dit ook aangegeven bij LNV. De oplossing om over te gaan tot deblokkade ligt bij het aanleveren van bewijs bij RVO. Wij roepen onze leden veehouders dan ook op om zo snel mogelijk dit administratieve bewijs bij RVO aan te leveren.