Gezonde en duurzame voeding zonder jonge agrariërs niet mogelijk

Nederland moet over vijf tot tien jaar wereldwijd de onbetwiste koploper zijn in gezonde en duurzame voeding, zo luidt de ambitie van de Rijksoverheid. Jonge boeren en tuinders staan aan de basis van de voedselketen en geven richting aan de toekomst van voedsel. NAJK-voorzitter Andre Arfman is verbaasd dat het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) niet voor de Voedseltop uitgenodigd is.

Vandaag zijn wetenschappers, ondernemers en directeuren van kennisinstellingen, op verzoek van maar liefst vier ministeries aanwezig bij de Voedseltop in Den Haag. Zij zijn gevraagd invulling te geven aan het voedselbeleid van de toekomst.

Ketenbinding

“Het is een goed idee om veel partijen te betrekken en samenwerkingen te zoeken”, aldus Arfman. “Landbouw en voedsel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Tussen de boer en consument zitten vaak vele schakels. Deze beïnvloeden elkaar door de gehele keten. Het is daarom essentieel dat er voor de hele keten afspraken gemaakt worden. Zo kan iedere partij, ook boeren en tuinders, een steentje bijdragen aan de verbetering en verduurzaming van ons voedselsysteem.” In aanloop naar de Voedseltop heeft NAJK op verzoek van staatssecretaris Van Dam van het ministerie van Economische Zaken haar voedselvisie geschreven. Deze is terug te lezen in de essaybundel ‘Aan Tafel!’. NAJK is helaas niet uitgenodigd voor de Voedseltop.

NAJK onmisbaar bij Voedseltop

De land- en tuinbouwsector is belangrijk voor de Nederlandse economie. Dit laten de recent gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) zien. De exportcijfers van de Nederlandse land- en tuinbouw van 2016 bedroegen 85 miljard euro, zo’n 22 procent van de totale export van Nederland. Arfman is trots: “Dit krijgen de Nederlandse boeren en tuinders samen met omringende bedrijven voor elkaar. Willen we voorop blijven lopen, dan zijn jonge ondernemers bij uitstek degenen die deze toppositie kunnen handhaven.” Jonge boeren en tuinders staan aan de basis van de voedselketen en geven richting aan de toekomst van ons voedsel. Kortom, een onmisbare partij om mee in gesprek te gaan over de uitdagingen in de land- en tuinbouw.

Uitdagingen sector

De jongeren van NAJK discussiëren met elkaar en maatschappelijk partijen over uitdagingen voor de toekomst. Belangrijke onderwerpen zijn bodemvruchtbaarheid, maatschappelijk verantwoord produceren en dierenwelzijn. Dit uit zich in een visie op welke vernieuwende wijze het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2020 beter toegespitst kan worden op het wereldwijde voedselvraagstuk. Hierbij is rekening gehouden met de maatschappelijke wensen en toekomstige uitdagingen. Arfman: “Jonge boeren en tuinders zijn innovatief en ambitieus en ze staan voor steeds grotere uitdagingen. Niet alleen met betrekking tot milieu en dierenwelzijn, maar ook staan zij voor de uitdaging voldoende hoogwaardig voedsel op een duurzame manier te produceren voor de groeiende wereldbevolking. Jongeren die durven te kiezen voor een agrarisch bedrijf, houden het platteland leefbaar en zetten zich dagelijks in voor gezond, veilig en duurzaam geproduceerd voedsel. Jonge boeren en tuinders zijn aan zet wanneer we het hebben over ons voedselsysteem. Dit zijn immers de ondernemers die de komende decennia ons voedsel verbouwen! ”

BLOG – Argentinië is en blijft een landbouwland pur sang!

Argentinië is en blijft een landbouwland pur sang!

Argentinië dag 9 – 20 december 2016

Om 9:00 uur stond Pieter Dekker directeur van Bejo zaden in Argentinië klaar om te presenteren in ons hotel. Vandaag was het de bedoeling om na de presentatie bij een aantal tomaten kwekerijen en verwerkingsbedrijven langs te gaan,  dit kon helaas vanwege familie omstandigheden niet doorgaan. Pieter Dekker is 43 jaar geboren in de Noordoostpolder en zoon van een bloembollenteler. Sinds 2009 is hij geëmigreerd naar Argentinië om hier marktaandeel proberen te krijgen voor Bejo Zaden. Hij heeft eerst een halfjaar rondgezworven door Argentinië om de markt te verkennen. Vervolgens heeft hij een business plan geschreven en gepresenteerd aan de directie in Nederland waarop positief gereageerd werd om in Argentinië verder te gaan. Het heeft Pieter 2 jaar gekost om hier te aarden en 6 jaar gekost om Nederland los te kunnen laten.

Bejo zaden is een groentezadenveredelaar voor de professionele groenteteler. Het is een internationaal familiebedrijf met 1500 medewerkers verdeeld over 30 landen. Het hoofdkantoor is gevestigd in Warmenhuizen. Dit is een plaats in Noord-Holland. In 2016 heeft het bedrijf een waarde van 52 miljard en naar verwachting in 2020 92 miljard.

In mei 2010 is het bedrijf Bejo Semillas Argentinas S.A. opgericht. De oprichting van een bedrijf in zijn algemeenheid gaat in Argentinië niet zonder slag of stoot. Dit komt door de bureaucratie. Overal waar maar corruptie mogelijk is proberen ze je te pakken. Na uiteindelijk de hele papieren molen in Argentinië te hebben doorlopen kon in augustus 2010 de eerste order van zaden in ontvangst genomen worden. Dit was een order voor Pieter die hij nooit meer zal vergeten. Het zaad werd vastgehouden bij de luchthaven waarop hij uiteindelijk zelf het zaad achter de douane heeft weg weten te halen om vervolgens 1200 kilometer naar het zuiden te rijden zodat de teler het zaad op de laatst mogelijke zaai dag in ontvangst kon nemen.

In 2012 is er een Research Center Allium in Mendoza gevestigd. In 2016 zijn er 9 personen in dienst met een omzet van 1,7 miljoen dollar in het fiscaal jaar 2015/’16.

Bejo zaden focust zich in Argentinië met name op de teelt van uien, wortelen en tomaten. Het marktaandeel is als volgt verdeeld:

  • Wortelen 30% marktaandeel;
  • Uien 3% marktaandeel, Bejo richt zich in Argentinië als enigste op hybride rassen;
  • Tomaten op dit moment 0% marktaandeel. Op dit moment ligt de focus nog op onderzoek. In de komende 4 à 5 jaar willen ze dit meer uitbreiden om ook echt marktaandeel te krijgen.

In San Juan ligt met name het productiegebied voor uien.

Al het veredelingsmateriaal dat wereldwijd geproduceerd wordt, gaat eerst allemaal naar Nederland toe om hier de kwaliteitscontrole te kunnen doen voordat het zaaizaad naar de telers wereldwijd verzonden wordt.

In Argentinië is de groente  markt niet een hele makkelijke markt. Ten eerste eten Argentijnen veel meer vlees dan groentes. Waar een Nederlander 75 kg vlees per jaar eet, eten Argentijnen 150 kg op jaarbasis. Ook is de kwaliteit van groentes lastig te waarborgen, dit komt door de grote afstanden die met ongekoelde vrachtwagen afgelegd moet worden. Het is dan lastig verse producten in de schappen neer te leggen. Ook gaat 80% van de groente verkoop nog zwart terwijl supermarkten alles wit willen betalen. Pieter heeft zelf ook meerdere malen meegemaakt dat telers hun zaaizaad contant (zwart) willen betalen, dit accepteert Bejo zaden niet. Een andere probleem voor de groente teelt is dat op plekken jaar op jaar wortelen wordt verbouwd en ze dus niet aan teeltrotatie doen, hierdoor ontstaan ziektes, waardoor de grond eigenlijk verpest wordt.

Het zaaizaad voor telers in Argentinië is 30 tot 40% duurder dan voor de Nederlandse telers, dit komt vooral door de hoge tansportkosten. Ze gaan proberen in de toekomst dit verschil te verkleinen.

De tendens op de markt is op dit moment:

  • Voedselzekerheid en veiligheid;
  • Duurzaamheid;
  • Consideratie;
  • Patenten en octrooien (de grotere bedrijven als Syngenta en Bayer hebben veel patenten en octrooien op producten waardoor het voor Bejo soms extra geld kost om nieuwe rassen te kunnen ontwikkelen).

In de toekomst zal Argentinië altijd nog in zwaar weer begeven. De wisselkoers maakt het altijd lastig hoeveel 1 Peso (hier betalen ze meer in Argentinië) waard is. Ze proberen daarom ook veel in dollars te doen om meer zekerheid te krijgen.

Bejo wil zich anticiperen op een groeiende biologische markt, de vraag naar biologisch uitgangsmateriaal wordt daarom steeds hoger. Bejo heeft de productie van gangbaar en biologisch zaad 100% gescheiden. Biologisch zaad is te herkennen aan een witte coating.

Pieter Dekker is positief gestemd over de groeipotentie van Argentinië en benadrukt dan ook dat Argentinië één van de belangrijkste handelspartners van Nederland is en blijft. Dit zal alleen maar versterkt worden door de nieuwe regering.

Omdat is middag programma helaas niet door kon gaan zijn wij de stad Buenos Aires in geweest, hier zijn wij over de markt gelopen en hebben wij in een park gevoetbald tegen Argentijnen.

’s Avonds hebben wij de voetjes nog even van de vloer gedaan door een spoedcursus Tango les te nemen en hebben wij nog even een laatste borrel gedaan op Argentinië. Adios!

Krista Berghuis, Kasper Bouwmeester en Sjoerd Reitsma

BLOG – Maxima bedankt!

Maxima bedankt!

Argentinië dag 8 – 19 december 2016

Vandaag begon de dag met een busrit van twee uur richting San Miguel del Monte met onze nieuwe reisleidster Leonie. Daar aangekomen kregen wij een rondleiding van één van de teeltbegeleiders van Farm Frites, genaamd Matthias. Matthias heeft in 1994 enkele maanden een cursus gevolgd in Wageningen en sprak goed Engels. Hij nam ons mee naar een perceel een teler voor FarmFrites.

In totaal bewerkt deze familie 2000 hectare met land in de provincie Buenos Aires en Balcare. Het grootste aandeel hiervan zijn frietaardappelen voor Farm Frites. Daarnaast nog enkele hectares voor de vrije markt en een klein aandeel, graan, soja en maïs. De aardappels worden 1 op 5 geteeld, vooral op huur grond, van 800 dollar per hectare. Deze percelen worden van augustus tot maart gehuurd. Grond voor soja huren kost 400 dollar. Koop van een hectare is 10.000 dollar.

Op de plek waar wij waren werd 65 hectare beteeld, op voorheen grasland van 6% organische stof. Het perceel met het ras Spunta werd beregend met een pivot. Hiermee wordt 7,5 millimeter per dag toegediend, waarvan in de zomer 6 mm verdampt. Er wordt gepoot op 85 centimeter, wat resulteert in 80.000 planten en uiteindelijk 200.000 stengels per hectare. Het gewas wordt met een voorraadrooier gerooid en met de hand in zakken gedaan om de schil van de aardappel minder te beschadigen. Daarnaast zijn het vroege aardappelen. Dit werk wordt gedaan door ingehuurde goedkopere krachten uit Bolivia, Urugauy en het noorden van Argentinië. Op een dag werken gemiddeld 25 mensen op een perceel, die samen een hectare per dag kunnen rooien en in zakken doen. Alleen de grote aardappels worden verpakt, kleineren die niet voldoen aan de vraag van de markt worden op het land achtergelaten. Vervolgens worden ze op de Mercado Central (waar we woensdagochtend zijn geweest) verkocht voor een gemiddelde prijs van € 0,20 per kg.

Vervolgens werden we door Matthias meegenomen naar een tweede perceel van 45 hectare. De eigenaar is een familiebedrijf met meerdere broers, neven en nichten van 1500 hectare. Op dit perceel werden 3 rassen verbouwd namelijk: Innovators voor de friet, Spunta’s voor friet en de vrije markt en Atlantics voor de chips. Voor dit perceel is 1600 ton op contract basis met Farm Frites, de overige opbrengst komt op de vrije markt terecht. Voor het eerst dit jaar is er in één werkgang op GPS gepoot met een Miedema pootmachine in plaats van een soort disc. De ruggen lagen er strak bij, het gewas was aan het afsterven. Er wordt 600 kg NPK 18-40-6 gestrooid. En 200 kg ammoniumsulfaat toegevoegd tijdens het poten. Hiervoor geldt geen maximale bemestingsnorm.

Wat ook hier weer opvalt is dat het transport van en naar de fabriek of markt 35% van de kostprijs is.   Dit komt door de lange afstanden (de grootste afstand is ongeveer 1500 kilometer) en doordat de vrachtwagens weer leeg terug komen en de machtspositie die de truckersvakbond heeft. Toch kiest een fabriek als farm Frites ervoor om transport uit te besteden, want “meer personeel geeft meer ellende”.

Veel voorkomende ziektes en plagen zijn trips, phypthopthora, fusarium, rhizoctonia. Daarnaast is er veel resistentie voor herbiciden met de werkzame stof Imidezolinonas. Hier zijn veel problemen mee. Waarbij eerder graan na de aardappels werd geteeld, word het land nu ook voor de aardappels gehuurd zodat de teler weet welke middelen er zijn gebruikt in de voorgaande teelt. Het pootgoed komt vooral uit Mar del Plata, het zuiden van de provincie Buenos Aires. Daar worden ze opgeslagen in gehuurde opslag van Farm Frites. Vlak voor het poten worden ze handmatig gesneden en behandeld. Eén persoon kan 1500 kg uitgangsmateriaal per dag snijden.  Direct na het snijden worden ze naar het perceel gebracht. Voor het ras Innovators worden 4 stukken gepoot op één meter, zo’n 2200 kg. Voor Atlantics 6 stukken op 1 meter, zo’n 3500 kg. Dit levert uiteindelijk respectievelijk 50 en 45 ton opbrengst op. Het meest gewild is nog steeds de Spunta vanwege de goede opbrengst en vorm voor de frietindustrie. Dit perceel aardappels word begin januari gerooid. Over de vraag of de boer ook deed aan vermindering van bodemdruk was het antwoord duidelijk: bandenspanning maximaal.

Na een intensieve rondleiding op de aardappelvelden werden de koeienboeren helemaal blij van een aantal koeien die ze langs de weg zagen. We vroegen de aardappelteler of hij een koeienboer in de buurt kende. En via via volgens de Argentijnse manier konden wij na 2 keer verkeerd rijden terecht bij de juiste koeienboer. De eigenaresse van het bedrijf Sabrina was helaas niet thuis. Zij had ons graag rondgeleiden. Maar doordat wij uit Holland komen regelde zei dat een werknemer ons rondleidde uit respect voor onze koningin Maxima.

Het bedrijf telt 360 melkkoeien op 300 hectare grond waarvan 100 hectare maïs en 200 hectare gras. In totaal waren er 9 personen werkzaam op het bedrijf. Het laatste jaar is de melkprijs gestegen van €0,15 naar €0,25 cent. Echter zijn de kosten ook enorm gestegen door de inflatie van 40% per jaar en doordat de regering meer met open grens werkt is de binnenlandse grondstoffenmarkt gestegen. De koeien worden 2 keer per dag gemolken in een 2×16 swingover van Westfalia. De melk wordt elke dag opgehaald door Lacto Conasun. Het afkalfseizoen is het hele jaar behalve in januari want dan is het te warm. De productie per koe kwamen wij niet precies te weten maar ongeveer 7000 liter per koe per jaar. De koeien gaan ongeveer 2 lactaties mee. De meeste koeien worden kunstmatig geïnsemineerd.

Na weer veilig te zijn thuisgebracht door onze onvolprezen chauffeur en een bus vol grond en luchtverfrissers gingen we eten om de hoek en belandden we in de pub.

Cor-Peter Feitsma, Jeroen Schuldink en Paulien van Beesten

BLOG – Op Hollandse wijze door Buenos Aires

Op Hollandse wijze door Buenos Aires

Argentinië dag 7 – 18 december 2016

Na een gezellige, maar vooral lange nacht in Buenos Aires verzamelde de groep zich om 11uur om een fietstocht door de stad te maken. Op zondag kun je namelijk niet op bezoek bij bedrijven. De Nederlandse gids Job nam het voortouw en trok de groep vooruit. Hij vertelde verhalen over de geschiedenis, bouwstijl van gebouwen, de verbondenheid met Europa, Nederland en Maxima.

We starten de ochtend bij een beeld van San Martin de bevrijder van Argentinië die te paard de Andes over is getrokken en de Chilenen hebben teruggedrongen om vervolgens Chili en een deel van Peru in te nemen. Tijdens de fietstocht konden we de invloeden van de Europese cultuur zeker terug vinden. De trotse Argentijnen hebben de stad Buenos Aires opgezet als Franse steden, het lijkt Parijs. Buenos Aires moest een stad worden met allure. Verder is de Europese invloed groot geweest. De Engelsen hebben de spoorlijnen aangelegd en vanuit Italië is op iedere hoek van de straat een ‘Pizza en Pasta’ te zien. Toch hebben de Argentijnen niets meer met Engeland en vechten ze nog steeds om de voor ons bekende Falkland eilanden. In Argentinië heten deze eilanden Islas Malvinas en Argentinië vindt dat zijn nog steeds bij Argentinië horen. De zee die de eilanden omringt is ook Argentijns. Als je het dus hebt over de Falkland eilanden, dan sta je voor de Argentijn aan de kant van de Engelsen.

Onze tocht vervolgde zich langs de Nederlandse Ambassade, het Oranje monument en Ana Frank (onze Anne Frank), als heldin voor de Joden in Argentinië. De weg vervolgend langs de Universiteit waar Koningin Maxima studeerde. Hier begon het een beetje te regenen. Wij als koele Hollanders fietsen gewoon door, al hoewel we wel erg nat werden. Gelukkig hadden we tijdens de route ook tijd voor ‘kaffee y empanada’. Voor de koffie konden we nog wat rondlopen in de omgeving van la Boca. Waar veel gekleurde huisjes stonden, door de regen zag het er niet zo sprankelend uit. Ondertussen dus maar wat ponchos gekocht om niet nog natter te worden.  Na hervatting van de fietstocht kwamen we langs het voetbalstadion van La Boca. Voetbal is heel belangrijk in Argentinië. Emoties tijdens wedstrijden hebben we ook ervaren. Bij wedstrijden van La Boca mogen geen fans van de tegenpartij aanwezig zijn, want er is altijd een reden om met elkaar op de vuist te gaan. Ook de politie wordt dan massaal ingeschakeld om bij voorbaat de partijen uit elkaar te halen. Voetbal is belangrijk in de cultuur van Argentinië. Maradonna wordt dan ook nog steeds als held aanbeden.

De Argentijnen zijn een trots volk, maar of ze trots zijn op Argentinië is de vraag. Ze laten altijd weten wat hun Europese afkomst is, ook al zijn ze geboren en getogen in Argentinië en nog nooit in Europa geweest. Men krijgt zelfs nog tot de vierde generatie een Europees paspoort. Verder voert de fietstocht langs het roze regeringsgebouw. Hierover zijn ook mooie verhalen vertelt. Er heerste een besmettelijke ziekte die door muggen werd over gedragen. Om de regeringsleiders te beschermen werd bloed van koeien vermengt met citroensap en dat werd op het gebouw gesmeerd om de muggen af te schikken. Deze epidemie zorgde er ook voor dat vele rijke families vertrokken naar een ander deel van de stad. De arme Argentijnen bleven achter in het met ziekte besmette deel van de stad Buenos Aires. Het vertrek van de rijke gaf leegstand van prachtige panden die door anderen voor een klein prijsje werden opgekocht.

Aangekomen op het plein voor het regeringsgebouw komt duidelijk naar voren dat de politiek een grote invloed op de ontwikkelingen van dit land heeft. De corruptie van de politici heeft diepe sporen na gelaten. Het vertrouwen in de politiek is weg, ook nu er momenteel hervorming aan gaan komen. In dit licht is het verhaal van Eva Perón ook bijzonder. Zij was de vrouw van de regeringsleider Juan Perón, maar zij kwam op voor de armen en zorgde voor bijzondere regelingen voor de armen zoals; kleiding, opleiding, medische zorg en een woning. Door het volk werd zij op handen gedragen. Na haar dood werd haar lichaam gebalsemd en men wilde een monument oprichten om haar te gedenken. Maar voordat dit kon worden gerealiseerd werd het régime van Perón door een militaire coup weggevaagd. Perón moest het land verlaten. Omdat het militaire regime bang was dat het lichaam van Eva een symbool zou worden van de tijd van Perón werd het gekidnapt. Daarbij werd het lichaam twee jaar lang van de ene geheime plaats naar de andere gebracht en in 1957 werd het naar Milaan gebracht per schip. Hier werd ze onder een valse naam Maria Maggi begraven. Vervolgens werd het lichaam in 1971 weer aan Perón teruggegeven die op dat moment in Spanje in ballingschap zat. In 1974 keerde het lichaam terug naar Argentinië. Samen met Juan Perón werd Eva alsnog opgebaard in Argentinië in het paleis van de president. Daarna werden ze apart begraven.

We zien allemaal hoofddoekjes op het plein geschilderd. Dit is het plein ‘plaza de Mayo’ waar de dwaze moeders hun stille protest uitten. Vanaf 1976 protesteren de vrouwen iedere donderdag om de verdwenen slachtoffers te herdenken en de schending van de mensenrechten aan te kaarten. De vrouwen dragen op hun hoofd een witte hoofddoek wat symbool staat voor de luiers van de verdwenen kinderen. Een aantal van deze vrouwen is in 1979 zelf opgepakt en nooit meer teruggekeerd. De geschiedenis van dit protest is door de hele wereld gesteund. Ook heeft dit geleid tot de vrijheid van demonstreren in Argentinië, wat nu ook om diverse redenen regelmatig gebeurt.

Zo kwam een eind aan onze mooie fietstocht door Buenos Aires met mooie verhalen van een bijzondere geschiedenis van dit mooie land.

Ria Wilzing

BLOG – Nederland zet in Argentinië de bloemetjes buiten!

Nederland zet in Argentinië de bloemetjes  buiten!

Dag 6 – 17 december 2016

Stress, we hebben het nog niet gekend deze reis maar vanochtend was het zover. Waar de laatste beneden kwamen om te ontbijten, werden deze direct doorverwezen naar de bus. Dit is ook niet typisch Argentijns, meer een gevolg van onze Nederlandse reisleidster. We wilden op tijd zijn voor het bezoek wat gepland stond aan een kweker van vaste kamerplanten.

Aangekomen bij de kwekerij Argenplugs, hadden we een taal technische meevaller. De eigenaar is een tweede generatie Nederlandse immigrant die ook een woordje Nederlands sprak. Zijn ouders hebben de kwekerij opgestart die door de broers met vallen, maar ook vooral met doorgaan wordt voortgezet. Het ‘vallen’ heeft te maken met de Argentijnse omstandigheden, onder andere de politieke en economische instabiliteit.

Vooral het verhaal over ondernemen in Argentinië komt bij dit bezoek naar voren, omdat niemand van ons in de kwekerijwereld thuis is.  Het zien van een kwekerij was daarom nieuw en interessant. Argenplus bestaat uit meerdere onderdelen. Allereerst het opkweken van plantjes van zaad tot stekje, kamerplanten en sierplanten importeren vanuit Nederland en verkopen in Latijns-Amerika en handelen in toebehorende materialen voor de plantenteelt. Veelvoorkomende planten in zijn kwekerij waren pioenrozen, viooltjes, afrikaantjes, geraniums en amaryllis bollen. Zijn kassen hebben een licht kasframe met plastic zeil en schaduwnetten, in tegenstelling tot de praktijk in Nederland waar het merendeel onder glas wordt geteeld, vanwege de koudere buitentemperatuur en lagere lichtinstraling. Om het juiste klimaat te creëren in de kas, maakt hij gebruik van  een Pad cooling systeem en verwarmingsbuizen onder de stelling met potjes.

Zijn laatste investering in het bedrijf is het produceren van plastic potjes voor zijn klanten en plastic trees om zijn eigen zaaizaad in op te kweken. De machine die hiervoor wordt gebruikt is geïmporteerd uit China, vanwege het eenvoudige gebruik en onderhoud. Geen poespas. Het gebrek aan kennis bij de leverancier van de geleverde machines, zorgde voor veel vertraging bij installatie en afstellen van de machine. Voor deze investering is gekozen om zelf de marge te kunnen pakken die gemaakt wordt bij het produceren van potjes en onafhankelijk te zijn van de Chinese producenten van plastic potjes.

Een groot verschil met Nederland zijn de financieringsmogelijkheden of eigenlijk het gebrek aan financieringsmogelijkheden. Hierdoor is hij er toe genoodzaakt om investeringen uit zijn cash flow te betalen. Om te kunnen blijven ondernemen moet hij een hoge marge rekenen, omdat er grote risico’s zijn bij transport, import/export, korte bewaarduur van zijn producten, de hoge inflatie (40%) en de lange betalingstermijn of onzekerheid in betalingen.

Het middagprogramma stond in het teken van de Argentijnse cultuur. We verzamelden ons in de luxe buitenwijken van Buenos Aires. Voor de mensen uit de stad is dit de plek om in de weekenden de drukke stad te ontvluchten. Een buitenwijk in de delta van rivier de Tigre, met een rijke geschiedenis en prachtige natuur. Al wandelend vertelde onze gids Sander over de geschiedenis en anekdotes van deze wijk. Vervolgens zijn we per boot verder gegaan om de Tigre te bewonderen. Het is duidelijk dat er een enorme rijkdom is geweest, maar geld voor onderhoud lijkt er nu niet meer te zijn. Een hoop vergane glorie. Scheepswrakken en andere rotzooi lijken bij de decoratie van dit prachtige gebied te horen.
Voor de terugreis was gekozen voor de trein, die ons zeker niet tegenviel. De verwachting was een slecht onderhouden trein aan te treffen waar flink in gezweet zou worden door het gebrek aan koeling. Volledig in lijn met de huidige staat van de rest van het spoorwegennet dat grotendeels vervallen is. Echter, de coupés waren gekoeld en in een nette staat.

Zoals gehoopt, sloten we de dag weer af met een lekkere steak.

Joop Ybema, Luuk de Gooijer en Marco Thiessen

BLOG – Jeepsafari tussen de koeien

Jeepsafari tussen de koeien

Argentinië dag 5 – 16 december 2016

Vandaag begon de dag Rosario. Vanuit Rosario zijn we een rivierdelta overgestoken. De dijk en de bruggen die ons door deze delta leiden, zijn aangelegd met inzet van Nederlandse kennis. Daarna volgden nog stoffige zandpaden en kwamen we uiteindelijk met een vieze bus aan bij Las Colas. Dit bedrijf is voornamelijk gericht op de vleesproductie en is onderdeel van het bedrijf Salentein. Het totale bedrijf heeft 22.000 hectare in eigendom en huurt er nog 20.000 bij, verspreid over 11 bedrijven.

Vandaag hebben we het bedrijf bezocht waar de koeien de laatste 90 dagen klaargemaakt worden voor de slacht. Op deze vestiging lopen er gemidddeld 3000-3500 koeien rond. Rond deze vestiging lag er 2400 hectare en was goed voor 70% van de voerproductie van de koeien. Het overige voer werd aangekocht. De koeien komen hier binnen op een leeftijd van 2 jaar en zijn dan ongeveer 300 kg zwaar. In de laatste negentig dagen groeien de koeien door tot 400 kg. De koeien krijgen een mix gevoerd van 20% snijmais, 35% maiskorrels,35% sojahullen, 9% zonnebloempitschroot en 1% premix.

Op deze locatie werken 12 mensen. Het is voor deze bedrijven lastig om goed personeel te vinden. Het personeel woont op het erf van de boerderij, maar veel jongeren verkiezen de stad boven het platteland. Om het personeel aan het bedrijf te binden wordt er naast de huisvesting ook het vervoer van de kinderen naar de school geregeld.  Op andere locaties wordt zelfs op de boerderij onderwijs gegeven. Ook het personeel krijgt een interne opleiding en cursussen aangeboden.

Op dit moment waren ze een betonnen Feedlot aan het bouwen om de benutting van het voer  mineralenefficiëntie te verbeteren. De mest kan in de nieuwe situatie beter opgevangen worden, zodat dit weer gebruikt kan worden als bemesting. Daarnaast liggen er plannen om een biogasinstallatie te bouwen. De mogelijkheid om stroom te leveren aan het electriciteitsnet is er echter nog niet in Argentinie.

Na het bedrijfsbezoek werd ook ditmaal de innerlijke mens niet vergeten. Een overheerlijke barbecue werd onze lunch. Deze vleesgerechten, broodjes en fruit met ijs konden we opeten in de schaduw van de bomen in de tuin van het bedrijf. Het is dus prima vertoeven in Argentinië.

Na het eten zijn we doorgereden naar Estancia Nueva. Op dit bedrijf verbleven de kalveren tussen de 200 en 300 kg. Van hieruit gaan ze naar het Feedlot, die we ’s ochtens bezocht hadden. Op Estancia Nueva liepen 10.000 koeien op 12.000 hectare. De bus was niet geschikt om de weide in te gaan. In de pickup cruisden we door de praïrie. En 12000 hectare is groot! De koeien graasden tussen de struisvogels, papegaaien, paarden, ooievaars en Argentijnse havik.

Sjoerd Reitsma, Sander Habing en John de Bruijckere

BLOG – Roadtrip to Rosario

Roadtrip to Rosario

Argentinië dag 4 – 15 december 2016, ‘From the seed to the world’ powered by united young farmers

Deze zonnige ochtend begon met een prachtige busreis om 06:00 uur richting Rueda. Onderweg zijn we ontvangen door agrarische jongeren van de Federal Agricultural Argentinos (FAA) en de coöperatie Agricultures Federados Argentinos (AFA). Samen met hen hebben we de enige verwerkingsfabriek bezocht waar popcorn-maïs, bonen, linzen en doperwten worden verwerkt. Dit gebeurt voor zowel de Argentijnse markt en export met name naar Brazilië.

De AFA is vertegenwoordigt in 9 provincies en heeft 123 fabrieken. De coöperatie biedt werkgelegenheid voor 1600 mensen. De totale coöperatie is opgericht in 1932 door 28 boeren. Tegenwoordig heeft de AFA 38.000 leden, waarvan de gemiddelde leeftijd 60 jaar is. Het is een coöperatie die de belangen van de ‘kleine’ boer behartigt (100-120 hectare per bedrijf). Samen kunnen ze concurreren met de groot grondbezitters die meer dan 1000 hectare in bezit hebben. Over het algemeen wordt het land gehuurd door de kleine boer. Het voordeel voor de kleine boer is dat deze gebruik kan maken van teeltbegeleiding van een specialist van de AFA. Hierdoor wordt de opbrengst, de logistiek en verwerking verder geoptimaliseerd. Met in totaal 130 teeltspecialisten begeleidt de AFA van zaaien tot oogst.

De AFA en telers maken contracten over de eisen en kwaliteit van de producten. De boer is niet verplicht om aan de AFA te leveren. Voor de teler is de prijsopbouw transparant en inzichtelijk te zien op een website. Door de gunstige prijs van soja is er de afgelopen jaren grootschalig sojaproductie ontstaan waardoor er te weinig vruchtwisseling is toegepast en de bodemvruchtbaarheid achteruit is gegaan. De hoeveelheid die anderhalf jaar geleden geëxporteerd werd was 7.000 ton. Vanwege de opgeheven exportheffingen door de nieuwe overheid is dit gestegen tot 26.000 ton eindproduct. Vanuit de wereld neemt het vertrouwen om met Argentinië samen te werken toe. Met de fabriek voor de verwerking van bonen en zaden proberen ze waarde toe te voegen aan de markt.

Het vruchtwisselingsplan welke AFA adviseert is om tijdens de eerste oogst bonen of doperwten te verbouwen en bijvoorbeeld de tweede oogst van het jaar soja. Het meest gangbaar bij de overige fabrieken is om alleen soja, mais en tarwe te verbouwen. De opbrengst per oogst is voor erwten rond de 3000 kg per hectare en van linzen 2300 kg per hectare. Dit verschilt natuurlijk per gebied. In de tabel hieronder zijn de meest typerende gewassen per regio uitgezet.

Regio Gewassen
Noorden (Formosa & Chaco Uien, bananen, matte thee, fruit

Midden (Cordoba, Pampa’s & zuiden provincie BA)

Entre Rios

Aardappels (pootgoed en friet )

Soja, maïs, tarwe, vleesvee, appels, peren, kersen en schapen.

Citroenen

Westen (Tucuman, Mendosa) Wijnproductie, suikerriet, citroenen
Zuiden Schapen, weinig productie max 15 graden

Na de lunch met mate thee waarbij we door een rietje allemaal uit een kop mochten drinken, kregen we een rondleiding door de moderne fabriek. Met helm en oordoppen op hebben we de verwerking van doperwten gezien, van laboratorium tot verpakking. De doperwten worden geselecteerd op gewicht, kleur en grootte. De restproducten voor de consumentenproductie wordt verwerkt tot veevoer. Het opstapelen gebeurt met volautomatische opstapelrobots. Bij aanvoer van het product wordt de vrachtwagen gewogen en bemonsterd waarna de vracht wordt gelost eerst in een opslag (14.000 ton op het terrein). De grootste oogst van de bonen en zaden wordt direct van het land naar de fabriek gebracht. De transportkosten wordt betaald door de boer zelf. De winst van de coöperatie wordt gebruikt voor de verbetering van de opslag, opvangen van tegenvallende oogsten en een compensatie van transportkosten voor boeren die meer dan 500 kilometer van de fabriek gelegen zijn. De raad beslist ieder jaar hoe deze winst verdeeld wordt.

Na de rondleiding zijn we ontvangen op het hoofdkantoor van AFA in Rosario. Hier hebben wij als NAJK voorgesteld wie we zijn en wat we doen met behulp van diverse foto’s. De exportmanager van de AFA en de jongeren waren geïnteresseerd in bijvoorbeeld hoe wij de waterstanden in ons land regelen of wat de overheid de Nederlandse boer opdraagt. We hebben kennis uitgewisseld tussen de Argentijnse en Nederlandse landbouw. Wat opviel is dat zelfs de exportmanager geen Engels spreekt en de jongeren ook niet. We hadden onze tolk dus zeker nodig.

Daarna zijn we 5 blokjes omgegaan naar het gebouw van de FAA en hebben we kennis uitgewisseld met de Argentijnse jongeren. Iedere geïnteresseerde mag lid worden van FAA. De FAA bestaat uit 15.000 leden en is opgedeeld in 16 districten, afhankelijk van de sector.

De FAA behartigd de belangen van jongeren van de kleine bedrijven. Zij proberen hun stem te laten horen richting de overheid en de burgers. De jongeren hebben enige wantrouwen richting de overheid die belooft de landbouw te bevorderen. Dit in verband met het verleden. In het belang van een leefbaar platteland zet de FAA zich in voor het behoud van de kleine agrariër om de werkgelegenheid in de dorpen te behouden en daarbij zoeken zij steun bij de overheid. Burgerprojecten zoals eten bij de boer vonden de jongeren bijzonder om te zien. Zij zijn bezig om het nut van het gebruik van gewasbescherming en de voor- en nadelen hiervan uit te leggen aan de burgers. De FAA gaat vaak naar beurzen, organiseren brainstorm-congressen, kampen en trainingen.

De agrarische opleidingen sluiten niet aan bij de praktijk. Er is weinig landbouwonderwijs waardoor de jongeren naar de stad toe trekken. Er is alleen een universiteit voor veeartsen, managers en agro-economen. De kennis wordt nu uitgewisseld met de oudere generatie waardoor er weinig innovatie is op de bedrijven. De jongeren hebben voor hun eigen bedrijf nog geen visie en missie waar ze naar toe willen. Bedrijfsovername vindt pas plaats na overlijden van de oudere generatie. De grond wordt steeds duurder en de banken willen niet veel lenen door de instabiele economie zoals de hoge inflatie. Hierdoor is het zeer moeilijk om een eigen bedrijf te starten.

Aan het eind van de dag hebben wij een klein boekje overhandigt met oudhollandse gerechten en de toeristische highlights van Nederland. Wij zijn voorzien van twee tassen vol met informatie materiaal, twee Spaanse boeken en een mooie Argentijnse hoed.

Hasta la vista!
Cor-Peter Feitsma, Luuk de Gooijer & Jantine Haverkamp

BLOG – Van vers fruit tot kleverige pizza

Van vers fruit tot kleverige pizza

Argentinië dag 3 – 14 december 2016

Deze dag startten we  bij Mercado Central, een hartelijk ontvangst door de president onder toeziend oog van een fanatieke fotograaf. Mercado Central is de markt van de overheid, voor groente en fruit, die tussenkomst geeft voor producent en supermarkt. Over het land verdeeld zijn er drie van deze markten, het seizoen bepaalt uit welke regio van Argentinië het groente en fruit vandaan komt.

Na de korte uitleg vervolgt de rondleiding door het lokale fitness centrum(Mercado Central), kratje stapelen, trolley duwen en handjeklap waren de sporten.  Het enorme handwerk valt meteen op. Enorme hallen met in totaal 900 kraampjes, welke verhuurt waren aan de handelaren.  Groente en fruit wordt voor een groot gedeelte gedaan door Bolivianen, wat ook op deze markt opvalt. Prijsvorming gaat hier door vraag en aanbod. Van aardappel tot knoflook, alle producten worden ’s nachts binnengebracht en om 4.00 start de handel, tot ’s middags 15.00.  De prijzen en kwaliteit zijn bij opening het hoogst, waarna ze later dalen.

Fabio Fabri geeft ons na de rondleiding uitleg over het ontstaan van de markt en de toekomstplannen. Het idee is dat zowel via spoor, weg en water kan worden aan- en afgevoerd en dat alleen belanghebbende toegang krijgen tot de markt. Hiervoor zal fors geïnvesteerd moeten worden, of dit haalbaar is zal de toekomst uitwijzen. Fabio Fabri geeft ons daarom als tip mee over een aantal jaar terug te komen.

Vanaf Mercado Central gaan we op weg naar Farm Frites.  Onderweg maken we een stop bij  een rivier. Deze is 220km breed en komt uit bij de Atlantische oceaan.
We maken van de gelegenheid gebruik om  een broodje te eten bij een wegrestaurant. Broodje eten is,  een stuk vlees wat je bord vult en een klein stukje brood.

Farm frites heeft een patatfabriek midden in een woonwijk van Buenos Aires. Directeur  Federico Peralta Ramos ontvangt ons hier. Gevoel voor humor hebben de Argentijnen zeker, als clown verkleed mogen we het proces bekijken. Een moderne fabriek in een oud jasje, waar 24 uur per dag 7 dagen in de week in productie is. Dagelijks passeren 12 vrachtwagens de poort, afkomstig van 50 verschillende boeren grotendeels gecontracteerd. Het ras dat de boeren telen is natuurlijk Nederlands. 70% wordt gemaakt van Innovator, daarnaast worden rassen als Russet, Burbank, Spunta en Asterix gebruikt. De aanvoer is 100.000 ton per jaar, hiervan wordt 55.000 ton eindproduct afgeleverd. 75% hiervan wordt geëxporteerd naar Brazilië.

Na  het bezoek bij Farm frites zijn we naar de jumbo supermarkt geweest. Het eten in de supermarkt zag er veel slechter uit als op de Mercado Central. Hier lag het eten overal langs.  Wel in het schap maar niet netjes gesorteerd. Verder waren er veel vliegen en lagen er veel bedorven producten in het schap. 500 peso ( 29 euro)  wisselen was ook een ramp.

Als kers op de kaart werd er een presentatie gegeven door een Chinese vleesexporteur. We belanden ergens in een achterbuurt waar de Nederlandse kroeg “Van Koning” gevestigd was. De deur was op slot dus vervolgden we onze kroegentocht bij  de kroeg op de hoek van de straat.  Na enige vertraging door een lege brandstoftank met de Nederlandse stagiair Ruben startte de paneldiscussie met pittige dame, mevrouw Mercedes. De koeien waar in Argentinië en Europa geen markt voor is worden door deze Chinese vleesexporteur verwerkt en verhandeld voor de Chinese middenklasse. Onder het genot van pizza’s en Argentijnse bitterballen ontbrandde een stevige discussie over de Argentijnse landbouw en de uitdagingen die er nog liggen. Paul Kok van Omnivent en Pepijn van Agrivalue. Paul Kok, commercieel directeur van Omnivent gaf een introductie over de aardappelbewaring, dit is een hele uitdaging om dat in Argentinie voor elkaar te krijgen door het gebrek aan kennis, waar we in Nederland uitblinken over onze kennis van aardappelteelt en bewaring.  Een gedeelte van de groep heeft de dag afgesloten in het nachtleven van Buenos Aires.

Henri van den Boomen, Kasper Bouwmeester en Joop Ybema

BLOG – Van biefstuk tot rauwe ham

Van biefstuk tot rauwe ham

Dag 2 Argentinië

Na het ontbijt vertrokken wij om 7 uur per bus naar het stadsdeel Valeria Tarello in Buenos Aires.  Hier bezochten we een veemarkt voor slachtvee genaamd ‘Mercado de Liniers’. Het bedrijf bestaat al sinds 1901 en is sinds die tijd gevestigd midden in de stad, omdat het houden en verhandelen van vee een grote economische activiteit is rondom Buenos Aires. De markt heeft op dit moment een oppervlakte van 34 hectare. In de toekomst is het de bedoeling om 25 km buiten de stad te gaan vestigen om op die manier efficiënter te kunnen werken en meer markt aandeel te kunnen krijgen. Zo zullen de houten hokken worden vervangen door metalen hokken en kan de aanpak van track & tracing gemoderniseerd worden. De voornaamste reden waarom de verplaatsing naar een nieuwe vestiging nog niet eerder heeft plaatsgevonden is dat de vergunningverlening onder de vorige regering zeer moeilijk was. Ze zijn al 10 jaar bezig met de vergunningaanvraag en verwachten binnenkort onder de nieuwe regering groen licht te krijgen. Alle werknemers zijn lokale mensen waarvan een groot deel generaties werkzaam waren voor de veemarkt. Verplaatsing heeft daarom consequenties voor de werknemers.

Vraag en aanbod van vee komt in Argentinië vaak bij elkaar op markten. Tussenhandelaren halen de koeien op van de boeren en huren hun eigen stukje markt waar ze de dieren verhandelen aan de slachterijen. Ongeveer 30 inkopers van slachterijen lopen achter de marktkoopman aan en de marktkoopman noemt een steeds hogere prijs totdat geen inkoper de hand meer opsteekt. Verkocht!

Op de markt die wij bezochten wordt ongeveer 85% van alle runderen in Argentinië verhandeld. 15% wordt geëxporteerd naar omringende landen. Deze markt is nodig omdat er veel kleine slachterijen zijn in Argentinië en de slachterijen niet de macht hebben om hun eigen prijs te hanteren voor inkoop van de dieren. Daarnaast wantrouwen Argentijnen ook de grote wellicht aan politiek gekoppelde bedrijven. Op drukke dagen worden er 10.000 koeien op een dag verhandeld. Deze dieren komen de avond en nacht van tevoren aan en worden ’s ochtends verhandeld. Op het bedrijf zijn 2300 mensen werkzaam bij het vee en 160 mensen verzorgen de administratie.

De runderen die aangeboden worden zijn vaak rond de 2,5 jaar oud en wegen ongeveer 350 kg. Ze worden relatief jong geslacht omdat er dan een malse smaak aan het vlees zit. Hier komt de typische smaak van de Argentijnse steak vandaan, waar de Argentijnen trots op zijn. Die smaak hebben wij gisteravond ook beoordeeld en ze mogen met rechts trots zijn op hun steak! De gemiddelde prijs die de boeren ontvangen is 25 peso per kg levend gewicht omgerekend komt dit neer op € 1,50 per kg. Met een inslachtingspercentage van 45% is dit ongeveer 2.70 per kg geslacht gewicht.

Na het eten reisden we door naar de plaats General Las Heras. Wij hebben hier een rondleiding gehad bij het varkensvleesverwerkingsbedrijf ‘Gubana Argentina’. Deze verwerking is onderdeel van een integratie van 6000 zeugen en is weer een dochteronderneming van de Lenesma Group. Eerst werd er een presentatie gegeven over het bedrijf, gevolgd door een rondleiding door de vleesverwerkingsfabriek. Deze integratie is één van de weinige integraties in Argentinië. Het bedrijf bestaat uit 3 locaties. Het gesloten varkensbedrijf, de slachterij en de vleesverwerking.

Bij ‘Gubana Argentina’ focussen ze zich op twee dingen, namelijk zelf varkens mesten en zelf de complete keten in eigen hand houden. Op het bedrijf zijn in totaal 500 werknemers, waarvan 200 werkzaam op het varkensbedrijf en 300 werknemers in de slachterij en vleesverwerking.

Gesloten varkensbedrijf

Het zeugenbedrijf heeft PIC als uitgangsmateriaal en heeft een eigen voerfabriek. Het rantsoen bestaat grotendeels uit tarwe en soja. Het bedrijf is volledig SPF, dus vrij van virusziekten. Het klimaat is in de regio rondom Buenos Aires gematigd met niet te tropische zomers en milde winters. Kortom, op het eerste gezicht uitstekende omstandigheden om varkens te houden. De technische resultaten van het bedrijf zijn uitstekend met minder dan 10% uitval in het gehele traject van kraamstal, biggenstal en vleesvarkens. De productie is 30 gespeende biggen per zeug per jaar en de voederconversie per kg vlees inclusief het voer voor de zeugen is 2.40. met één kanttekening dat er veel personeel aanwezig is. Zoals eerder ook al vermeld zijn er op het zeugenbedrijf 200 werknemers. De kostprijs per kg vlees voor het slachten is 1.50 USD. Voorheen was dit ongeveer 1 USD per kg vlees. De stijging komt door de nieuwe politieke wind (lees het verslag van dag 1). De nieuwe regering wil een open economie. Exportrestituties zijn afgezwakt en de importheffingen zijn verdwenen. Hierdoor is het voer duurder geworden en daarmee de kostprijs. Doordat Rusland de grens heeft gesloten voor import van varkensvlees, bleef Brazilië met een grote voorraad varkensvlees zitten. Door de nieuwe regering werd het mogelijke voor Brazilië varkensvlees te exporteren naar Argentinië. Argentijnse varkensboeren hebben het hierdoor nu moeilijk. Voorheen konden de varkensboeren elk jaar geld verdienen maar door de competitie op de wereldmarkt is dit veel moeilijker geworden. De conclusie voor ‘Gabana Argentina’ is dat de efficiëntie omhoog moet om te kunnen concurreren met de wereldmarkt.

Het bedrijf wat wij bezochten is niet een typisch Argentijns varkensbedrijf. In Argentinië zijn ongeveer 700.000 zeugen waarvan ongeveer 80% van de zeugen op bedrijven gehouden worden met minder dan 200 zeugen. Een Braziliaanse integratie is sinds kort begonnen in Argentinië met 8000 zeugen. Het lijkt een kwestie van tijd dat meer buitenlandse partijen inspringen op de mogelijkheden voor het produceren van varkensvlees voor een lage kostprijs. Dit komt ook deels doordat de consumptie van varkensvlees onder de consumenten in Argentinië toeneemt. Dit heeft twee redenen, enerzijds is de prijs van varkensvlees ten opzichte van rundvlees gunstiger geworden voor de consument, anderzijds heeft de varkensindustrie haar varkensvlees goed gepromoot. De Argentijnse consument is zich niet bewust van hoe en waar het vlees geproduceerd wordt. Men eet wat beschikbaar is voor een gunstige prijs en dit betekent dat niet altijd gekozen wordt voor vlees van Argentijnse afkomst.

Slachterij en verwerking

Op een andere locatie is de slachterij hier worden ongeveer 900 varkens per dag geslacht en tijdens het bezoek ongeveer 1000 varkens per dag door de grotere vraag naar varkensvlees tijdens de kerst. Bij de verwerking zagen wij hoe de halve karkassen verder uitgebeend werden tot verse producten en verwerkte producten. Ook hebben wij gezien dat ‘Gabana Argentina’ bezig is om een nieuw product op te zetten met toegevoegde waarde, namelijk Argentijns gerijpte rauwe ham. De hammen worden eerst in zout opgeslagen en daarna 12 tot 14 maanden gedroogd waarna ze klaar zijn voor de verkoop als gehele ham of in kleinere stukken. Dit is een mooi voorbeeld van extra waarde toevoegen aan het eind van de keten.

Krista Berghuis, Jeroen Schuldink en Marco Thiessen

Voorgenomen fosfaatreductieplan zuivelsector

De zuivelsector heeft de afgelopen weken een pakket van maatregelen samengesteld om de fosfaatproductie door de melkveehouderij in 2017 substantieel te verminderen. Betrokken partijen zijn: het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), LTO Nederland, Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV), Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), Nevedi, de banken en het Ministerie van Economische Zaken. Gezamenlijk hebben zij een plan opgesteld dat ingrijpend is voor alle betrokkenen, maar ook noodzakelijk.

De leden van ketenorganisatie ZuivelNL (NZO, LTO Nederland en de NMV) verwachten hun deel van het fosfaatreductieplan volgende week te kunnen voltooien. Samen met NAJK en het Ministerie van Economische Zaken leggen zij de laatste hand aan een pakket van maatregelen om de fosfaatproductie door de melkveehouderij in 2017 te verminderen. “Het is goed dat er stappen worden gezet door zuivelondernemingen”, aldus Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille melkveehouderij. NAJK heeft zich ingezet op een maximering van de GVE-reductieregeling. Van der Hoog “Hierdoor worden recent gestarte- en gegroeide bedrijven niet buitenproportioneel getroffen.” De GVE-regeling wordt in stappen ingevoerd, tot maximaal 20 procent in de derde periode van 2017.

Solidariteitsheffing

Het Fosfaatreductieplan ZuivelNL stimuleert melkveehouders tot een krimp van hun veestapel indien zij meer koeien en jongvee op hun bedrijf hebben dan op 2 juli 2015 min 4%. Veehouders die hun veestapel niet of onvoldoende aanpassen worden gekort op het uit te keren melkgeld. Melkveebedrijven die de gewenste krimp van hun veestapel hebben gerealiseerd in 2017 worden vrijgesteld van de maatregelen en ontvangen een bonus. Hoe eerder in 2017 de krimp wordt gerealiseerd, hoe hoger de bonus. Van der Hoog: “Om krimp te stimuleren is het goed dat er een solidariteitsheffing is die als bonus wordt ingezet voor bedrijven die vrijwillig minder koeien gaan houden.” Bedrijven die in 2015 geen fosfaatoverschot hadden volgens de definitie van de meststoffenwet en dus grondgebonden zijn, hoeven geen krimp te realiseren ten opzichte van hun veebezetting op 2 juli 2015.

LTO Nederland, NMV, NAJK en de bij de NZO aangesloten zuivelondernemingen leggen het Fosfaatreductieplan ZuivelNL ter besluitvorming voor aan hun bestuurlijke organen.

Vermindering 8,2 miljoen kg fosfaat

Het Fosfaatreductieplan ZuivelNL is onderdeel van een pakket van maatregelen dat samen met de bedrijfsbeëindigers- en krimpregeling en de fosfaatreductie door de veevoersector leidt tot een vermindering van 8,2 miljoen kilogram fosfaat. De maatregelen gelden uitsluitend voor 2017. Vanaf 1 januari 2018 wordt de fosfaatproductie door de melkveehouderij beperkt via het wettelijk fosfaatrechtenstelsel dat begin december 2016 werd aangenomen door de Tweede Kamer.

Belangrijk onderdeel van het Fosfaatreductieplan ZuivelNL wordt een algemeen verbindend verklaring (AVV) voor de maatregelen die de zuivelondernemingen willen nemen voor fosfaatreductie. Met een dergelijke verklaring gaan de maatregelen gelden voor alle zuivelondernemingen en melkveehouders in Nederland. ZuivelNL verwacht deze week of volgende week een aanvraag voor de AVV in te dienen bij het ministerie van Economische Zaken. De AVV zal (na een toets door de Europese Commissie) zo spoedig mogelijk, maar gelet op de te doorlopen procedure, naar verwachting op 1 maart 2017 in werking kunnen treden.

Lees hier alle ins en outs van het voorgenomen fosfaatreductieplan: