De Europese bietenbrug opgaan

Dit jaar heb ik echt weinig geluk gehad met mijn bieten. Door de zachte winter kon ik op het perceel waar de bieten gepland stonden – en een groenbemester had gestaan – geen goed zaaibed maken. Maar ik mag niet klagen, want ik had gelukkig nog een ander perceel beschikbaar. Door de droogte kwamen de bieten heel laat en ongelijkmatig op. Maar ik mag niet klagen, want overzaaien was nèt niet nodig was. Door dezelfde droogte, moest ik voor het eerst de bieten beregenen. Maar ik mag niet klagen, want ik boer gelukkig in een gebied waar beregenen (nog) mogelijk is. Eind juni trok er een mega onweersbui met enorme hagelstenen precies over mijn bietenperceel heen. Van het blad was 88% afgeslagen of zwaar beschadigd. Maar ik mag niet klagen, want ik ben gelukkig verzekerd. Als je bieten zo’n enorme opdonder gehad hebben en extra kwetsbaar zijn, dan wil je deze goed kunnen beschermen tegen plagen. Er zijn bij mij in de buurt meerdere percelen met vergelingsziekte. Maar ik mag niet klagen, want mijn perceel is nog steeds mooi groen.

Klagen over het weer of over de klimaatverandering heeft ook helemaal geen zin; het zijn de uitdagingen waar iedere boer mee te maken heeft. Dat door de zachte winter de insectendruk hoog is, met meer door de bladluis veroorzaakte vergelingsziekte tot gevolg, hoor je mij dan ook niet over klagen. Daar niet over, maar wél over het feit dat door het verbod op neonicotinoïden weinig meer te doen valt aan iets wat prima voorkomen had kunnen worden. In Frankrijk hebben ze al spijt van dit besluit en wordt momenteel hard gewerkt aan een wet om derogatie te verlenen. Maar zelfs als er geen ontheffing komt in Frankrijk, met een aandeel van 33% de grootste producent van suikerbieten in Europa, dan nog is er geen sprake van een eerlijk Europees speelveld. Van de 19 suikerbieten producerende landen in Europa hebben er namelijk 12 een vrijstelling ingesteld. Dit is voor mij onder andere een reden geweest om namens NAJK samen met LTO, NAV en Cosun een brandbrief te schrijven naar minister Schouten over een Nederlandse vrijstelling. Het liefst willen we de zaadcoating voor altijd terug. Op die manier hoeven we een stuk minder insecticiden te spuiten en is dus een stuk minder milieubelastend. Wanneer een volledige comeback er niet in zit, zou een vrijstelling voor vijf jaar al enorm helpen. Naar verwachting zullen er tegen die tijd bietenrassen zijn met een resistentie tegen de vergelingsziekte.

De politiek is nu aan zet om te voorkomen dat de Nederlandse suikerbietenteelt ten onder gaat aan vergelingsziekte en oneerlijke concurrentie in Europa. Met een derogatie kan Schouten laten zien dat ze de Nederlandse bietentelers niet aan hun lot overlaat en de spreekwoordelijke bietenbrug op laat gaan. Alleen dan kunnen we dit prachtige gewas vol vertrouwen blijven telen. En ondanks dat het dit jaar flink tegen zat met mijn bieten, beloof ik dat ik dan ophoud met klagen!

 


Leendert Jan Onnes

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Leendert Jan Onnes verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw. Hij heeft samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van 120 hectare in het Groningse Finsterwolde. Met de afgeronde studies internationale bedrijfskunde en Business Marketing / Marketing Research is Leendert Jan een goede aanvulling op het dagelijks bestuur van NAJK.

BoerVeilig in actie tijdens #veilig op 1 week-2020

BoerVeilig is een project waarmee NMV, LTO Nederland, NAJK en NZO samen met ZuivelNL en Stigas de veiligheid in de melkveehouderij willen verbeteren. Doel van het project is om een veilige werkvloer voor melkveehouders, hun familieleden, personeel en bezoekers te realiseren. ZuivelNL financiert dit project en geeft zo invulling aan één van de zeven doelen van de Duurzame ZuivelKeten voor 2030.

Van 14 tot en met 18 september 2020 vindt de tweede Veilig op 1-week plaats van de groene en agrarische sector¹. De focus van deze week ligt op machineveiligheid. Ongelukken met machines staan in de top 4 van ongelukken in de melkveehouderij. Daarom besteedt BoerVeilig gedurende deze week extra aandacht aan dit onderwerp.

Activiteiten
Tijdens deze week wordt er, in aanvulling op eerdere verhalen over ongelukken op en rond het erf, online een ervaringsverhaal gedeeld van een melkveehouder die twee familieleden is verloren door ongevallen met machines. Een verhaal van boer tot boer met een belangrijke boodschap.

Ook lanceert BoerVeilig een kleurwedstrijd voor kinderen tot en met 12 jaar. Hierbij wordt ook naar de gevaren op de boerderij gevraagd. Door deze op te schrijven voor het eigen bedrijf, kunnen kinderen en ouders het gesprek er over aangaan. De meeste ongelukken gebeuren immers op het familiebedrijf, waar vaak jongeren slachtoffer zijn.

Voor leden van LTO, NMV en NAJK is het dit winterseizoen mogelijk om BoerVeilig-avonden bij te wonen (webinars en avonden voor kleine groepen). Een veiligheidsadviseur van Stigas laat zien wat hij tegenkomt onderweg en er is de mogelijkheid om tips en ervaringen te delen.

Campagne    
Deze zomer is er een campagne gestart met weetjes & feiten, ervaringsverhalen en een zelftest. De campagne zal ook de handvatten bieden om actief met het onderwerp bezig te zijn, door middel van opleidingen, RIE’s², strips, video’s, competitie, stickers, netwerken bouwen en nog veel meer.

De passie doorgeven
Het uiteindelijke doel is het voorkomen van ongelukken. Zo kan er door meerdere generaties, door jong en oud samen, met plezier op het melkveebedrijf worden gewerkt.

 


¹ De Veilig op 1-week wordt georganiseerd door het Zero-Accidents platform. Dit is een initiatief van de bestuurlijke partijen rond Stigas en een brede groep partners uit de groene en agrarische sectoren, ondersteund door RIVM en de Inspectie SZW, gericht op het terugdringen van het aantal ongevallen in de groene en agrarische sectoren.

² Risico-Inventarisatie en -Evaluatie.

NAJK en Aeres Hogeschool Dronten gaan nadrukkelijker samenwerken

Hoewel beide partijen al samenwerken op evenementen en tijdens projecten, hebben NAJK en de hogeschool nu definitief besloten de krachten te bundelen. Afgelopen dinsdag 8 september zetten Rieke de Vlieger, directeur van Aeres Hogeschool Dronten en NAJK-voorzitter Andre Arfman een handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst. Samen staan we sterk voor de belangen van jonge ondernemers!

Beide organisaties hebben een naam binnen de agrarische sector, een sector die in een razend tempo lijkt te veranderen. Deze continue tendens vraagt om innovatieve ideeën en andere competenties. Een frisse blik van een andere partij kan dan soms een waardevolle aanvulling zijn. Daarom hebben Aeres Hogeschool Dronten en NAJK samen besloten om nog bewuster de spreekwoordelijke handen ineen te slaan.

Krachten bundelen
Aeres Hogeschool Dronten en NAJK komen elkaar al geregeld tegen. Bijvoorbeeld bij de MaïsChallenge, een project van NAJK en Limagrain waar Aeres Hogeschool Dronten standaard aan meedoet, of bij gastlessen die gegeven worden door NAJK’ers op de hogeschool. Het bundelen van elkaars krachten biedt mogelijkheden voor de toekomst. Niet alleen op het gebied van agrarisch ondernemerschap, maar ook om beide organisaties verder te versterken. “Aeres Hogeschool Dronten en NAJK hebben momenteel te kampen met vergelijkbare ontwikkelingen binnen de agrarische sector en vullen elkaar feilloos aan”, aldus Andre Arfman. “Jongeren behoren tot onze doelgroep en door met elkaar de verbinding op te zoeken, kunnen we nóg beter opkomen voor de belangen van deze jonge ondernemers.”

Het uiteindelijke doel
Beide partijen willen de jongeren voorbereiden op de toekomst. “Zowel Aeres Hogeschool Dronten als NAJK zijn bezig met kennisontwikkeling van jonge agrarische ondernemers zodat zij in staat zijn verantwoorde keuzes voor hun toekomst te maken”, aldus Rieke de Vlieger. Onderwerpen die hier niet bij kunnen ontbreken, zijn vanzelfsprekend bedrijfsovername, het imago van de agrarische sector en de landbouwpolitiek. Samen zal er gekeken worden naar de ontwikkelingen op dit gebied en worden afgestemd waar nodig.

Maak van het mestbeleid geen schijtbeleid!

Dinsdagavond 8 september heeft minister Schouten via een Kamerbrief inzicht gegeven in de nieuwe contouren van het mestbeleid. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) ziet dat er geprobeerd is om echt anders naar het mestbeleid te kijken en met een plan voor de langere termijn te komen dat richting en duidelijkheid geeft aan de sector. Echter, er zijn grote zorgen hoe jonge boeren de stappen kunnen zetten die binnen deze contouren worden gevraagd.

De Kamerbrief van minister Schouten geeft drie hoofdcontouren weer:

  1. Het 100% grondgebonden maken van de rundveehouderij, zowel vleesvee als melkvee. Dit houdt in dat de mest alleen op eigen grond, of in de buurt van de eigen grond afgezet mag worden.
  2. Het 100% verwerken van mest van bedrijven die niet-grondgebonden zijn (intensieve sectoren).
  3. Een gebiedsgerichte aanpak in gebieden met problemen met de grondwaterkwaliteit.

Maak jonge boer niet de dupe van mestbeleid
Het is niet duidelijk wat de effecten van het nieuwe mestbeleid op de grondmarkt gaan hebben en dit baart NAJK grote zorgen. Een jonge boer die grond móet verwerven om grondgebonden te worden, heeft een lastige positie in een gebied waar meerdere boeren voor deze uitdaging staan. Dit kan bedrijfsopvolging bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken. Dagelijks bestuurder Marije Klever houdt haar hart vast: “Net voor of na de bedrijfsovername is het voor jonge boeren vaak onmogelijk om in grond te investeren. In gebieden waar de zoektocht naar grond groot zal zijn, zal de druk op de prijs en samenwerkingsovereenkomsten toenemen. De jonge boer mag hier niet de dupe van worden.”

Diversiteit tussen regio’s en bedrijven
Door een verplichte mestverwerking voor niet-grondgebonden veehouders in te stellen en daarbij aan te geven dat grondgebonden veehouders hun mest regionaal moeten afzetten, zullen er gebieden zijn waar onbewerkte mest niet meer beschikbaar is. Voor akkerbouwgebieden met weinig veehouderij in de buurt kan dit wel degelijk problemen opleveren. Daarnaast zal een varkenshouder, of een ander type bedrijf, die niet helemaal grondgebonden is met mest van een rundveehouder zijn grond moeten bemesten. Mits er genoeg rundveemest beschikbaar is in de buurt. Zelfs als deze veehouder voor 80% zijn mest op eigen land of in de buurt kwijt kan, moet alles straks naar de verwerker. Dit druist in tegen het boerenverstand en brengt ons niet dichter bij een robuust landbouwsysteem.

Een ander hieruit voortvloeiend probleem is dat deze werkwijze weinig ruimte geeft voor de diversiteit aan bedrijven en regio’s op het gebied van intensiteit. De term ‘mest afzetten in de regio’ is nog niet verder gedefinieerd. Volgens NAJK zou het nog steeds mogelijk moeten zijn om in een gebied waar een mesttekort is, mest te ontvangen uit een gebied waar mest over is.

Houd het praktisch en toekomstbestendig!
NAJK heeft altijd gepleit voor een mestbeleid waarbij de bodem centraal staat. Of hier gehoor aan wordt gegeven, komt in deze brief over de contouren nog niet naar voren. NAJK roept daarom minister Schouten op om bij de verdere uitwerking ruimte te geven aan een praktische invulling waarbij de bodem, evenwichtsbemesting en het vervangen van kunstmest door kunstmestvervangers centraal staan. NAJK verwacht daarnaast van het ministerie van LNV dat de zorgen over de verstoring op de grondmarkt en de effecten hiervan op bedrijfsovername serieus worden genomen.

NAJK maakt zich grote zorgen: extern salderen veel te vroeg

Het Interprovinciaal Overleg meldt dat meerdere provincies de komende weken extern salderen met veehouderijbedrijven zullen openstellen. Alle provincies zijn al geruime tijd in overleg met betrokken sectoren over het openstellen van extern salderen. NAJK is hier een grote tegenstander van omdat dit de toekomst van onze jonge agrariërs afneemt en er nog steeds geen oplossing is voor melders en knelgevallen. Om over een fatsoenlijk registratiesysteem voor stikstof nog maar te zwijgen.

In de provincie Brabant zal het vanaf 15 september mogelijk zijn om extern te salderen met veehouderijbedrijven en ook de provincie Zeeland zal dit medio september gaan openstellen. De verwachting is dat meerdere provincies de aankomende weken een datum voor het openstellen van extern salderen zullen publiceren.

 Ondernemers vanuit verschillende sectoren zijn, door het wegvallen van de PAS, in directe onzekerheid geraakt. Veel provincies zien extern salderen momenteel als een van de weinige beschikbare opties. Volgens NAJK biedt dit geen toekomst. ”Jonge boeren die tegenwoordig het bedrijf over willen nemen, moeten door de alsmaar stijgende grondprijzen al een flinke smak geld neerleggen. Als ze dan ook nog geld vrij moeten maken voor stikstofruimte, is het einde nabij”, aldus NAJK-voorzitter Andre Arfman.

Alles op zijn tijd
NAJK benadrukt al vanaf het begin af aan dat er verschillende stappen moeten worden genomen voor het oplossen van de stikstofimpasse. Met het openstellen van het extern salderen worden de stappen in de verkeerde volgorde genomen. “Niks doen is geen optie. De jonge agrariërs willen door!”, aldus Andre Arfman. NAJK wil dat alles in de juiste volgorde gebeurt:

  1. PAS-melders en knelgevallen legaliseren
    De (agrarische) ondernemers worden al te lang van het kastje naar de muur gestuurd.  PAS-melders en andere knelgevallen moeten zo snel mogelijk zekerheid en perspectief krijgen. Iedereen moet de mogelijkheid hebben voor een vergunning. Volgens het ministerie kan hier pas op zijn vroegst in 2021 duidelijkheid over gegeven worden. Dit kan niet! Ondernemers verkeren hierdoor te lang in onzekerheid.
  2. Fatsoenlijk stikstofregistratie en -depositiesysteem
    Het is van groot belang om de stikstofreducties juridisch houdbaar in te kunnen boeken. Om er achter te komen hoeveel er precies wordt gereduceerd, staan er een aantal vragen centraal: Wie heeft er welke stikstofruimte? Welke transacties vinden er plaats? En hoeveel wordt er gereduceerd door ontwikkeling en verduurzaming? Een stikstofregistratie en -depositiesysteem (SRDS) kan hierbij uitkomst bieden. We hebben transparantie en duidelijkheid nodig.
  3. Spelregels opstellen stikstof- en depositietransacties
    Wanneer er een fatsoenlijk stikstofregistratie en -depositiesysteem is, moeten er spelregels worden gesteld rondom de transacties. De agrarische sector moet zich kunnen blijven ontwikkelen. Een jonge boer moet er zeker van zijn dat er binnen het systeem ruim voldoende stikstofruimte voor hem of haar en dus de agrarische sector beschikbaar is, zodat bedrijfsontwikkeling mogelijk blijft! Stikstofreductie is een brede opgave waar ook de land- en tuinbouw een bijdrage aan zal leveren, maar dit wordt erg lastig als de andere sectoren je concurrenten zijn. NAJK pleit voor een eerlijk speelveld, waarbij voorgaande stappen in aanzienlijke tijd geregeld moeten zijn. Extern salderen zonder voorgaande stappen te hebben uitgevoerd is geen optie.

Kortom: extern salderen is momenteel nog niet de oplossing. De jonge boeren en tuinders, de voedselproducenten van de toekomst, zijn gebaat bij structurele, maar doortastende oplossingen. Er moet eerst meer tijd genomen worden om bovenstaande punten op te lossen en duidelijkheid te creëren.

Bietensector bezorgd over gevolgen Franse toelating zaadcoating

De Nederlandse suikerbietensector wordt geteisterd door bladluizen die het voor bieten zeer schadelijke vergelingsvirus overbrengen. De behandeling van zaad met gewasbeschermingsmiddelen, een effectief middel tegen de bladluis, is door de Nederlandse overheid niet meer toegelaten. Alternatieven leveren nog niet het gewenste resultaat op. Nu de Franse overheid van plan is de zaadcoating weer toe te staan, dringen we ook in Nederland bij minister Schouten aan op perspectief voor de sector.

In 2018 heeft de Europese Commissie besloten dat zogenaamde neonicotinoïden niet meer mogen worden toegepast. Er wordt nu onderzoek gedaan naar alternatieve middelen en meer duurzame zaadcoatings. Er wordt in de plantenveredeling zeer intensief gewerkt aan een resistentie tegen vergelingsvirussen. Het zal echter nog een aantal jaren duren voordat deze initiatieven leiden tot concrete, in de praktijk toe te passen, producten en maatregelen.

Milieubelasting en miljoenenschade
Het vergelingsvirus in de Nederlandse suikerbietenteelt leidt ondertussen tot een hogere milieubelasting en schade die oploopt tot in de miljoenen euro’s. Het virus krijgt, door de zachtere winters waar het Nederlandse klimaat momenteel mee te parten speelt, de kans om zich in rap tempo verder te verspreiden. Steeds meer bladluizen overleven en worden vroeger in het voorjaar actief. Omdat het virus toch bestreden moet worden, hebben de telers nu andere middelen ingezet. Middelen met een hogere milieubelasting dan de eerder toegestane zaadcoating.

Transitie in Europese context
De Franse overheid heeft onlangs stappen gezet om een vrijstelling aan te vragen bij de Europese Unie, waardoor suikerbietentelers daar toch gebruik kunnen maken van de zaadcoating. Een aantal andere lidstaten nemen soortgelijke stappen. De Nederlandse sector concludeert daaruit dat het gebruik blijkbaar voldoende duurzaam is, in ieder geval tijdens de transitie naar andere middelen. Indien gebruik veilig is bevonden en in andere landen op de gemeenschappelijke markt wordt toegestaan, maar in Nederland niet, zorgt dat voor een zeer ongelijk speelveld.

Een transitie vraagt de inzet van allen. Sectorvertegenwoordigers LTO Nederland, NAV, NAJK en Cosun vragen minister Schouten daarom om haar medewerking bij een gezamenlijk versnellingsprogramma. Samen hopen we te komen tot een ecologisch en economisch duurzame suikerbietenteelt. In het belang van een gezond gewas, gelijk speelveld én het milieu wordt daarbij gevraagd om een tijdelijke vrijstelling voor het gebruik van neonicotinoïden in de suikerbietenteelt. Een kortetermijnoplossing om een goede aanpak op de langere termijn mogelijk te maken.

Lees hier de brief van LTO Nederland, NAV, NAJK en Cosun aan minister Schouten

 

Opluchting bij NAJK: de voermaatregel eindelijk van tafel

NAJK is opgelucht dat de overheid toch heeft besloten om de voermaatregel niet in te voeren. Vanaf begin af aan heeft NAJK zich, net als vele andere partijen, ingezet om de voermaatregel van tafel te krijgen. Daar waar aan eerdere alternatieven nauwelijks gehoor werd gegeven, lijkt de minister van LNV vandaag toch tot ommekeer te komen. De maatregel levert bij nader inzien te weinig stikstofruimte op en gaat daarmee per direct van tafel.

NAJK vindt dit een verstandig besluit. De maatregel greep veel te ver in op het boerenerf en sloot niet aan bij de praktijk. Ook dierenartsen gaven aan dat er met deze maatregel gezondheidsrisico’s voor het vee ontstonden. De droogte die het huidige groeiseizoen parten speelde, leverde voorjaarskuilen op die qua eiwitgehalte tegen vielen. De recente hittegolf deed daar nog een schepje bovenop en zorgde voor een laag eiwitgehalte in het weidegras. Kortom: de uitvoerbaarheid van de voermaatregel werd alleen maar moeilijker. Fijn om te zien dat de ernst van de situatie ook bij de minister is geland en ze het evaluatiemoment van de matrixtabel hebben aangegrepen om de regeling in zijn geheel niet in te voeren.

NAJK kijkt vooruit
Hoewel er met deze mededeling enorme opluchting is ontstaan binnen de sector, realiseert NAJK zich dat het stikstofdossier hier nog niet mee gesloten is. Voor 2021 zijn er immers nieuwe maatregelen afgekondigd voor eiwit in het voer, weidegang en het verdunnen van mest met water. NAJK hoopt dat de overheid inziet dat het alleen samen met de sector kan komen tot goed werkbare maatregelen die ook kunnen rekenen op draagvlak. Uitgangspunt voor NAJK hierin is dat er binnen dit nieuwe beleid gekozen wordt voor een sterke robuuste melkveesector waarbij er volop perspectief is voor onze (jonge) boeren.

Grote opluchting, maar onzekerheid blijft
NAJK realiseert zich dat veel van haar leden nog steeds in grote onzekerheid verkeren over de rechtmatigheid van het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten, omdat ze knelgeval zijn. Ze hebben in het verleden een melding ingediend onder de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) of waren hiervan vrijgesteld. Na het ongeldig verklaren van de PAS waren deze bedrijven opeens vergunningplichting. Daarnaast heeft NAJK ook leden die in het verleden netjes een bouw- en milieuvergunning hebben aangevraagd en de vergunde gebouwen hebben gerealiseerd, maar geen NB-vergunning hebben. NAJK roept de minister dan ook op om de onzekerheid op deze bedrijven weg te nemen door deze activiteiten zo snel mogelijk te legaliseren. NAJK vindt bovendien dat de overheid eerst bovenstaande onzekerheden moet oplossen en moet werken aan een goed stikstofregistratiesysteem, voordat er überhaupt over extern salderen kan worden gesproken. Wij laten de sector niet leegkopen!

Een zonnige zomer op afstand

Het is zomer! Mijn favoriete seizoen, waarbij het weidse uitzicht van onze mooie Beemster Polder plaats maakt voor de groene muren van mais. De zomer van 2020 zal ik niet snel vergeten. Waar dit seizoen voor mij normaal staat voor genieten, denkend aan feestjes, kermissen, de Zwarte Cross en meestal ook een weekje naar het zonnige Frankrijk, is deze zomer een zomer van afstand.

Naast de 1,5 meter afstand wegens corona, bedoel ik ook de afstand tussen theorie en praktijk en tussen vertrouwen en wantrouwen. Deze afstand lijkt namelijk alsmaar groter te worden. Waar men altijd probeert te handelen uit hun eigen overtuigingen en met de beste bedoelingen, lijkt dat tegenwoordig niet meer geaccepteerd te worden. Simpelweg omdat men denkt niet meer te kunnen vertrouwen op het handelen van de mens. Het handelen van de mens is namelijk niet continu, het is niet te voorspellen en vooral niet juridisch te waarborgen.

Neem nu als voorbeeld iets kleins: de maandelijkse alarm controle. Dan bedoel ik niet het luchtalarm op de eerste maandag van de maand, maar de verplichte controle van de algemene alarmsystemen op je bedrijf. Wat ben je zonder deze alarmeringen? Natuurlijk zorg je ervoor dat ze werken, ze zijn nou eenmaal je extra zintuigen in stal. Toch verplicht de overheid om nog is een extra controlerondje toe te voegen. Wat is van deze theoretische regel het praktische resultaat?

Men probeert de schoonheid van de mens, het zelf denken en doen, totaal te verankeren in de theorie en dat lijdt tot wetgeving en controles. Iets wat in de praktijk niet lijkt te werken en vooral het wantrouwen tussen partijen laat groeien. Al deze extra regeltjes en wetten zorgen voor een vitale doodsteek van innovatie en creativiteit. Wat vervolgens leidt leidt tot verdere polarisaties en oververhitte discussies.

Het is simpelweg niet de ene of de andere weg, alles moet in balans zijn. Een goede balans begint bij vertrouwen: vertrouwen in de mens, vertrouwen in het bevoegd gezag met wetgeving en vooral vertrouwen in de toekomst.

Wat er ook gebeurt, als jonge boer is één voorwaarde het allerbelangrijkste in je carrière: vertrouwen.



Tim van der Mark

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Tim van der Mark verantwoordelijk voor de portefeuille intensief. Hij combineert deze functie met het werk op zijn varkenshouderij in Middenbeemster.

LTO en NAJK: Voerspoor heeft geen zin, gesprekken met LNV gestaakt

LTO Nederland en NAJK hebben het ministerie van LNV laten weten de gesprekken over de voerspoormaatregel te staken. Het voerspoor staat symbool voor regelzucht, micromanagement en detailregelgeving. Verder praten is zinloos zolang het alternatieve plan van de sector als ‘onuitvoerbaar’ wordt bestempeld én er geen PBL-doorrekening is.

Onvoldoende ruimte
In afwachting van de PBL-doorrekening van het sectoralternatief eind augustus hebben de melkveepartijen met het ministerie gesproken over de praktische uitvoerbaarheid van het sectorplan. Alle demonstraties, juridische procedures en lobbyinzet ten spijt wordt er door het ministerie onvoldoende ruimte gegeven aan het gepresenteerde alternatief dat een betere situatie voor boeren moet opleveren.

Zelfs bij een positieve doorrekening door het PBL biedt het proces onvoldoende vertrouwen in het tot wasdom komen van het sectoralternatief. Er zullen nu eerst stappen richting de sector moeten worden gezet om het vertrouwen te herstellen voordat gesprekken tot resultaat leiden. De voermaatregel moet wat de sector betreft van tafel.

Brief aan Tweede Kamer
Met het ontstaan van deze nieuwe situatie hebben Wim Bens (waarnemend voorzitter van LTO Nederland) en Andre Arfman (voorzitter van het NAJK) een brief gestuurd aan de fractievoorzitters en landbouwwoordvoerders in de Tweede Kamer (zie: Brief LTO NAJK – Gesprekken alternatieve voermaatregel gestaakt). In hun brief wijzen de voorzitters erop dat het mislukken van de gesprekken tot de conclusie leidt dat een voerspoormaatregel voor vier maanden niet gaat werken.

‘Het laatste restje goodwill in de sector verder verspelen, enkel en alleen voor een papieren juridische werkelijkheid van vier maanden, is zeer onverstandig. De minister heeft bovendien voldoende alternatieven. Zelfs MOB, die met haar procedures aanstichter van de hele stikstofcrisis is, vindt de voorgestelde voermaatregel onverstandig ‘, schrijven Bens en Arfman aan de Kamer.

LTO en NAJK wijzen erop dat álle sectoren reducties moeten gaan leveren. De landbouw ontloopt haar verantwoordelijkheid niet, maar kiest voor duurzame inzet gericht op innovaties, structuurversterking en stimuleringsregelingen die meerjarig effect hebben. We stellen stappen voor die niet alleen op papier maar ook in de echte boerenwereld werkbaar zijn. ‘De voermaatregel heeft gewoon geen zin en is niet uitlegbaar’, zo besluiten beide voorzitters.

Beleidsmakers komen van Venus en Boeren van Mars

Het had zomaar de titel van een boek kunnen zijn. Het is als of we, beleidsmakers en boeren, van een andere planeet komen. De ene leeft op de planeet “Politieke en Juridische houdbaarheid’ de andere op de planeet “Zorgen voor gewassen en dieren”. En er zijn de nodige culturele verschillen tussen de twee werelden die weer pijnlijk zichtbaar zijn geworden daar waar ze samenkomen: de voermaatregel. Voor LNV een niet te voorkomen maatregel om hun politieke en juridische afspraken na te komen. Voor de boeren een regelrechte aanslag op hun boer zijn; de zorg voor hun dieren.

Tegelijkertijd is er in onze samenleving ook een andere discussie gaande; het racisme debat, ook dit gaat over mensen van verschillende oorsprong, maar dat is dan ook de enige overeenkomst.  Ik kijk graag naar een debat, hoe mensen totaal verschillend naar zaken kunnen kijken is fascinerend. In een debat over racisme in Nederland werd de opmerking gemaakt: de kern van het debat zit in dat we niet in elkaars schoenen durven te gaan staan. Wellicht is dat toch de tweede overeenkomst. Ik denk dat wij als sector vanuit de belangenbehartiging ons best hebben gedaan de planeet “politieke en juridische houdbaarheid” beter te snappen maar het blijft ongrijpbaar waarom een maatregel als deze de enige lijkt te zijn. En dat wekt wantrouwen. Maar ook andersom zijn er beleidsmakers die een bezoek aan onze planeet willen brengen. Die zich ingezet hebben om zo goed mogelijk hun taak uit te voeren en zien dat het niet ideaal is maar daarnaast het ook lastig vinden om in onze schoenen of beter laarzen of klompen te gaan staan om echt tot de kern van het ongenoegen te komen. Daarom blijft NAJK het verhaal vertellen aan hen die zich in onze planeet willen verdiepen , juist ook aan die beleidsmakers,  en staan we ook open voor de verhalen uit hun wereld. 

We moeten toch verder, want we zitten niet op verschillende planeten maar op dezelfde. Dus als NAJK pakken we de uitgestoken hand van die beleidsmaker stevig beet en vertellen we ons verhaal net zolang tot onze wereld begrepen wordt!


Marije Klever

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Marije Klever (32) verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Marije combineert deze functie met het werk op haar melkveehouderij in De Meern.