Landbouw Collectief in een nieuwe fase

Woensdag 3 juni 2020 is besloten om de samenwerking binnen het Landbouw Collectief (LC) anders vorm te geven. Partijen in het LC komen niet tot overeenstemming over de structuur passend bij de huidige fase, maar hebben elkaar de afgelopen periode goed leren kennen en weten elkaar snel te vinden. Dit wordt vastgehouden en uitgebouwd, om zo gezamenlijk sterk te staan voor de land-, tuinbouw en veehouderijsectoren.

De 13 met elkaar samenwerkende agrarische belangenbehartigers en actiegroepen binnen het LC hebben tussen eind oktober 2019 en mei 2020 intensief samengewerkt. Dit deden zij om diverse maatregelen die waren aangekondigd in de Kamerbrief van Minister Schouten van het ministerie van LNV van 4 oktober 2019 om te buigen naar haalbare en betaalbare alternatieven, met behoud van perspectief voor (jonge) boeren in Nederland en leefbaarheid op het platteland.

Inmiddels is de discussie grotendeels verschoven naar provinciale beleidstafels en wordt door actieve leden en bestuurders van deze organisaties overal in het land nog steeds intensief, effectief en efficiënt samengewerkt.

Echter blijkt momenteel dat, voor andere onderwerpen, samenwerken in de oude structuur van het LC geen draagvlak is. Partijen in het LC komen momenteel niet tot overeenstemming over een nieuwe structuur. Ondanks meerdere pogingen om het vertrouwen in elkaar te herstellen, ontstond er geen evenwichtige samenwerking en gezamenlijke beeld over hoe verder. Een aantal partijen wil meer vrijheid, een aantal partijen wil volgens het oude model verder. De partijen zien voor FDF een meer vrije rol en effectievere inzet van hen buiten het LC. Echter zien zij dat zelf anders. Alles bij elkaar maakt dat we op dit moment geen overeenstemming hebben over de structuur waarin we met alle partijen verder samen gaan werken binnen het huidige LC.

De agrarische belangenbehartigers en actiegroepen hebben elkaar in de afgelopen periode echter goed leren kennen en weten elkaar feilloos en snel te vinden om vanuit gezamenlijkheid zienswijzen, persberichten, en Kamervragen op te stellen, of acties te organiseren. Dit wordt vastgehouden en de komende tijd verder uitgebouwd. Alle partijen vechten op hun eigen manier voor behoud van vitale land-, tuinbouw en veehouderij in Nederland, met bijbehorende sociaal en economisch bloeiende dorpskernen en plattelandsgemeenten. Vertrouwen in elkaar en in elkaars strategieën en aanpak is daarbij van cruciaal belang. Hier gaan we de komende tijd op voortbouwen. We blijven ons gezamenlijk inzetten voor het behoud en de toekomst van onze prachtige sectoren!

 

Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt
Netwerk Grondig
Nederlandse Melkveehouders Vakbond
Producenten Organisatie Varkenshouderij
Agractie Nederland
Federatie Vleesvee Stamboeken Nederland
Nederlandse Federatie Edelpelsdierhouders
Nederlandse Akkerbouw Vakbond
Nederlandse Vakbond Pluimveehouders

Dick Kampert nieuwe afgevaardigde kalverhouderij NAJK

NAJK heeft een nieuwe afgevaardigde kalverhouderij: Dick Kampert. In deze functie ondersteunt hij Tim van der Mark, dagelijks bestuurder met portefeuille intensief, bij zijn taken. Dick zit sinds drie jaar samen in maatschap met zijn ouders op de kalverhouderij in Wekerom waar hij zich al van jongs af aan voor inzet. Hij is daarnaast sinds twee jaar voorzitter bij AJK Stroe Wekerom om de belangen van jonge agrariërs te behartigen.

Dick Kampert is 28 jaar en woont met zijn vrouw en dochter in Wekerom. Dick is agrariër in hart en nieren. Het rosekalverenbedrijf was van oudsher een gemengd bedrijf met melkvee en varkens. Met de varkens zijn ze in 2011 gestopt, daar is een rose-opfokstal voor teruggekomen. In 2017 is gekozen om de melkveetak om te wisselen voor een nieuwe kalverstal, zodat het bedrijf gesloten is. Nu hebben ze een bedrijf met 1000 rose kalveren. Na zijn studie Dier en Veehouderij in Dronten heeft Dick zich ingezet op meerdere kalverhouderijen, naast het werk op de eigen boerderij. Daarnaast werkt hij sinds 7 jaar als vleesveespecialist bij een voerleverancier waardoor hij veel op rosekalverbedrijven in heel Nederland komt.

Met zijn grote netwerk, brede blik op de kalver sector en kennis van de kalverhouderij wil Dick Kampert de positie van jonge boeren versterken: “Ik weet goed wat er speelt en heb een groot netwerk binnen de kalverhouderij.”

De afgevaardigde ondersteunt Tim van der Mark, dagelijks bestuurder met de portefeuille intensief, in zijn taken. Dit omdat deze portefeuille verschillende takken kent (kalveren, pluimvee en varkens) waar je onmogelijk van alle zaken op de hoogte kunt zijn. Er spelen verschillende belangen die door de afgevaardigden wél ondervangen kunnen worden. Dit doen ze door de nodige kennis met elkaar te delen en te sparren over actuele onderwerpen.

JOLA-openstelling 2019 geëvalueerd door NAJK-leden

Na de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) in 2019 heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) haar leden opnieuw om een beoordeling gevraagd. Afgelopen drie jaar heeft NAJK dezelfde evaluatie gehouden. Opvallend is dat de onvrede over de investeringslijst alle jaren is gebleven. Uit de evaluatie blijkt dat jonge landbouwers vooral behoefte hebben aan financiële steun voor de kleinere investeringen.

Grote bekendheid JOLA

Opvallend is de grote bekendheid die de JOLA heeft onder jonge boeren. Voor het vierde  jaar op rij gaven bijna alle respondenten aan op de hoogte te zijn geweest van de openstelling. Iets minder bekend zijn de investeringen waarvoor de JOLA-regeling kan worden aangevraagd, maar ook met 89% is deze bekendheid behoorlijk hoog.

Van de respondenten was 52% op de hoogte van de openstelling, maar vond geen passende investering die op het bedrijf toepasbaar zou zijn. “De JOLA kent een grote bekendheid onder jonge boeren. Helaas sluiten de investeringen nog niet aan bij de jonge boeren. Investeringen op de investeringslijst zijn vaak te groot voor jonge boeren en tuinders. Het geeft meer ruimte als jonge boeren meerdere kleine investeringen kunnen doen.”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.

Behoefte jonge landbouwers

Veel jonge landbouwers geven aan dat ze geen passende investering kunnen vinden voor hun bedrijf. Er staan volgens de respondenten te weinig kleine investeringen op de lijst. De respondenten gaven aan behoefte te hebben aan investeringen in kennis, voorzieningen voor korte ketens, (her)isoleren en bodemgerelateerde investeringen.

Ondersteuning na bedrijfsovername

Vanaf maandag 2 december 2019 tot en met vrijdag 7 februari 2020 konden boeren en tuinders onder de 41 jaar zich aanmelden om in aanmerking te komen voor de JOLA. De regeling is bedoeld als steun in de rug om investeringen te doen in de financieel zware periode na bedrijfsoverdracht. Toch zorgt de JOLA er bij 96% van de jonge landbouwers nog niet voor dat het bedrijf sneller wordt overgenomen.

Kleinere investeringen nodig

Ruimte voor kleinere investeringen op het gebied van korte ketens, kennis, (her)isoleren en bodem is nodig. De praktische investeringen hebben jonge agrarisch ondernemers graag binnen een jaar op het erf. Jonge landbouwers zouden de beslistermijn van de JOLA graag korter zien en daarnaast zou het goed zijn om de JOLA het gehele jaar geopend te houden.

De evaluaties van 2016 tot 2019

 

 

 

NAJK: realisme nodig in Farm to Fork Strategie

Vanmiddag om 16:00 uur presenteerde de Europese Commissie de Farm to Fork Strategy om de biodiversiteit te verbeteren en de voedselproductie te verduurzamen. Een greep uit de plannen: 25 procent van de landbouwgrond in de EU moet biologisch zijn, de helft minder bestrijdingsmiddelen, 20 procent reductie van meststoffen en 50 procent reductie van antibiotica en dit alles binnen tien jaar. NAJK zet vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van het beleid. Er moet niet alleen op cijfers gestuurd worden, maar er moet ook naar de praktijk gekeken worden.

De hele Farm to Fork Strategy staat in het teken om de hele voedsel keten te verduurzamen, een plan waarbij de voedselketen in 2030 duurzaam moet zijn en wij in 2050 klimaat neutraal moeten produceren. ‘’Een plan maken voor de komende 30 jaar, dan heb je toch juist de jonge generatie nodig. Helaas worden jonge boeren niet genoemd in de hele strategie. Dan zet ik toch grote vraagtekens bij het echte doel van deze Farm to Fork Strategie.’’ aldus Voncken.

De Green Deal in het kort

De biodiversiteitsstrategie en de plannen voor verduurzaming in de landbouw – de zogenaamde Farm to Fork strategie – zijn onderdeel van de Green Deal. Dit plan is eind vorig jaar gepresenteerd door Commissaris Timmermans. In de periode na deze eerste presentatie zijn de plannen verder uitgewerkt en deze zijn vandaag gepresenteerd. Onderdeel van de uitgewerkte plannen zijn:

  • In 2030 moet een kwart van alle landbouwgrond in de EU biologisch zijn.
  • In 2030 moet het aantal bestrijdingsmiddelen in de landbouw met de helft zijn afgenomen.
  • Het gebruik van meststoffen moet met 20 procent verminderen de komende tien jaar.
  • Er komt nieuwe wetgeving voor het transport en de slacht van dieren.

Boeren zijn volgens de Europese Commissie onderdeel van de oplossing, maar hebben wel aanmoediging en steun nodig om de groene stap te maken. “Het is goed om naar een doel te werken maar wees wel realistisch in wat er mogelijk is. Er worden nu allerlei reductiegetallen geroepen. In Nederland lopen we al voorop en hebben we al enorm gereduceerd. We hebben nog wel ruimte nodig om te ondernemen. Het moet passen bij de praktijk.” Aldus Willem Voncken, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal.

Markt van vraag en aanbod

Momenteel is 3% van het Nederlandse landbouwareaal biologisch. “Het is alleen mogelijk om 20% van het areaal om te zetten naar biologisch wanneer deze vraag ook daadwerkelijk uit de markt komt, we kunnen wel omschakelen naar biologisch maar als de consument niet bereid is hier extra voor te betalen en er zo dus een overschot aan biologische producten ontstaat hebben we niks bereikt. Verder moet er ook voldoende tijd zijn. Er staat nu 10 jaar voor. Dit is extreem kort.” Aldus Voncken. Dit betekent dat boeren een hoger inkomen moeten ontvangen om deze vergroeningsslag te kunnen slaan.

Bestrijdingsmiddelen

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen moet met de helft gehalveerd worden, hiermee wil de EU voorop lopen om de biodiversiteit te versterken. Hier moeten dan wel goede alternatieven tegenover staan, aldus Voncken: “Het is onmogelijk om zomaar te stoppen met het gebruik van bestrijdingsmiddelen omdat deze de plant beschermen tegen ziektes. Zomaar stoppen met bestrijdingsmiddelen zonder goed alternatief zou enorme negatieve consequenties kunnen hebben op onze voedselzekerheid.”

Aansturen op koopgedrag

De Commissie wil producten gaan voorzien van een label waaraan te zien is of het gezond en duurzaam is. Daarnaast wil men gezonde producten zoals groenten en fruit goedkoper maken en minder gezond voedsel met bijvoorbeeld veel vetten en suikers juist duurder. ‘’Het is natuurlijk niet slecht om de consument te vertellen wat er in hun voedsel zit en waar het vandaan komt maar men moet de consument wel vrij laten in de keuze van wat men wil eten.’’

CO2-zuinig

Naast deze plannen worden Europese boeren aangemoedigd CO2-zuinig te werken door andere gewassen te produceren en ploegmethodes te herzien. Volgens de plannen kunnen landbouwers op bescherming rekenen tegen de import van producten van buiten de EU dat geproduceerd is met in Europa verboden middelen.

Het Europees Parlement en de lidstaten zullen deze plannen de komende tijd bespreken waarbij de wetsvoorstellen dit en volgend jaar zullen volgen. Wil je de plannen lezen? Deze zijn hier te vinden.

NAJK en Flynth verlengen partnercontract

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Flynth hebben de partner overeenkomt verlengd waarmee Flynth en NAJK de samenwerking versterken. De verlenging van de samenwerking tussen NAJK en Flynth is op maandag 11 mei online beklonken met Andre Arfman, voorzitter van NAJK, en Frank Zeinstra, sectorleider Food & Agri bij Flynth. NAJK is blij dat Flynth op deze wijze ervaring en kennis uitwisselt met jonge boeren en tuinders.

Flynth en NAJK werken al jaren samen om jonge agrarische ondernemers te ondersteunen in hun ambities. Ook de komende jaren zal visieontwikkeling en kennisdeling rondom agrarisch ondernemerschap centraal staan.

Toekomstbestendig

Om jonge agrarisch ondernemers zo goed mogelijk te ondersteunen, sluit NAJK partnerovereenkomsten met de belangrijkste spelers uit de agrarische sector. Op deze manier kunnen de leden van NAJK verrijkt worden met belangrijke up to date kennis, ontwikkelingen en informatie uit de sector. “Het is van belang dat jonge boeren en tuinders toegang hebben tot relevante kennis uit de agrarische sector om de sector toekomstbestendig te houden. We zijn daarom blij dat we samen kunnen blijven werken met Flynth het komende jaar. Flynth kent de sector en kan onze achterban van interessante informatie en advies voorzien”, aldus Arfman.

Samen werken aan uitdagingen agrarische sector

Met de verlenging van de partnerovereenkomst verbindt Flynth zich voor het komende jaar aan NAJK als partner van de jongerenvereniging. Frank Zeinstra, sectorleider Agro bij Flynth: “Ik hoop dat het snel weer mogelijk is elkaar te ontmoeten, maar ik denk ook graag in mogelijkheden. Via videomeetings kunnen we NAJK leden die verspreid over het hele land wonen snel en efficiënt van actuele ontwikkelingen te voorzien.”

Zonder eten naar bed

Wat zouden wij eigenlijk voor onze producten moeten krijgen, is de handel wel eerlijk bezig en betaald de consument wel genoeg voor voedsel? Vragen die wij ons altijd stellen en die iedere dag bij een boer door het hoofd gaan. Terecht, want wat is de waarde van voedsel? Een vraag die ik aan tien verschillende mensen kan stellen en daaruit ook tien verschillende antwoorden zal krijgen.

Kennen wij eigenlijk nog wel de waarde van voedsel, weten wij als boeren zelf nog de waarde? Dan denk ik altijd terug aan het ontstaan van het GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid), een fatsoenlijk inkomen voor de boer om zo ervoor te zorgen dat er altijd voldoende en veilig voedsel voor handen was. En het werd gewaardeerd door de burger, want men had in honger geleefd en niemand wil met honger naar bed.

Dat toont aan hoe belangrijk voedsel was, maar in mijn ogen is de waarde nu veranderd. Wij zijn andere dingen in het leven veel belangrijker gaan vinden, dingen die wij niet voor handen hebben. Een schaarste creëert een behoefte, logisch dan ook dat mensen voor een winkel gaan slapen om zo als eerste binnen te zijn wanneer er weer een nieuwe smartphone uitkomt.

Een beeld dat we al vaker hebben gezien op het nieuws, een beeld dat voor mij telkens weer tekent waar het mis gaat met onze maatschappij en waarom wij als boeren ons steeds weer de vraag moeten stellen, ‘krijgen wij eigenlijk wel genoeg voor onze producten?’’.

Dan zie je op internet filmpjes voorbij komen waar kleine kinderen beginnen te huilen wanneer de ouders de tablet of smartphone uit hun handen nemen, waar kinderen die amper kunnen praten wel al weten hoe ze een spel kunnen spelen op een smartphone. Dan begrijp ik meteen waar het mis gaat. We creëren een generatie die opstandig wordt wanneer ze geen technologie voor handen hebben en waarbij de waarde van voedsel geen rol speelt want dat is er toch altijd genoeg.

Waar vroeger een kind voor straf zonder eten naar bed moest, krijgen kinderen vandaag de dag straf door hen simpelweg de technologie af te nemen. Niet gek dan ook dat wij altijd in discussie zijn over de waarde van voedsel.


Willem Voncken

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Willem Voncken verantwoordelijk voor de portefeuille internationaal. Voncken heeft samen met zijn ouders een akkerbouwbedrijf van 190 hectare in het Zuid-Limburgse Trintelen. Met zijn bestuurlijke ervaring, zijn ervaringen bij Nuffield en activiteiten bij de Civil Dialogue Group is Willem een goede aanvulling op het dagelijks bestuur van NAJK.

Vacature agrarisch ondernemer melkveehouderij

Altijd al een eigen melkveebedrijf willen runnen, maar nooit deze kans gehad? Wil je graag met koeien werken in een prachtige omgeving en stel je verder geen eisen aan je inkomen of levensstandaard? Dan is de baan agrarisch “ondernemer” melkveehouderij ideaal voor jou! Solliciteer nu!

Deze nep vacature is gemaakt door NAJK en haar leden om de enorme regeldruk ludiek te tonen.

Begrenzing eiwitgehalte krachtvoer melkveehouderij onwerkbaar

Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft een concept-regeling naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd waarin een maxima wordt gesteld aan het ruw eiwitgehalte in krachtvoer. NAJK is zeer negatief over deze regeling. De regeling grijpt enorm in op de bedrijfsvoeringen op melkveehouderijbedrijven. Daarnaast is de regeling  niet praktisch, is kostprijsverhogend en draagt nauwelijks bij aan de verlaging van de stikstofdepositie.

Per 1 september 2020 tot en met 31 december 2020 wordt er een maxima aan ruw eiwit in krachtvoer gesteld. Melkveehouders mogen in die periode geen aangekochte krachtvoer op het erf hebben die de maxima overschrijd. De precieze norm varieert van grondsoort en de melkproductie per hectare. Zie de afbeelding hieronder voor de normering. “Elk bedrijf is anders en ieder rantsoen is ook specifiek. Deze regeling ontneemt de melkveehouders de mogelijkheid om een optimaal rantsoen samen te stellen. De gehaltes in ruwvoeders kunnen sterk variëren door bijvoorbeeld droogte. Deze regeling maakt het voor melkveehouders onwerkbaar.” aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij.

Met deze maatregel moet de stikstofdepositie uit de melkveehouderij verlaagt worden en wordt er voor de korte termijn, samen met onder andere de snelheidsverlaging op snelwegen, stikstofruimte gecreëerd voor (woning)bouwprojecten. “Deze regeling grijpt enorm in op onze bedrijfsvoeringen, terwijl er maar een kleine verlaging van stikstofreductie te halen is. Boeren die met losse grondstoffen werken zijn nu verplicht om hun voer te laten mengen in de voerfabrieken. Dit werkt kostprijsverhogend. Ook boeren met speciale brokken voor bijvoorbeeld verse koeien komen met deze regeling in de knel.”, aldus Klever. NAJK is ook bang voor het neveneffect wat door deze regeling gaat ontstaan. “We zien het draagvlak om bij te dragen aan de stikstofreductie drastisch verlagen. Dit gaat het kabinet ook bij de toekomstige maatregelen ernstig in de weg zitten.”

Minister Schouten houdt de ontwikkelingen van het ruw eiwitgehalte in het ruwvoer in 2020 in de gaten. Mocht het nodig zijn, dan zal ze in augustus nog beperkte wijzigingen in de normering aanbrengen.

Convenant

Vanaf 2021 wil minister Schouten een convenant met de sector overeen komen, waarin afspraken worden gemaakt om de stikstofdepositie door middel van voermanagementmaatregelen te verlagen.  De huidige regeling komt dan te vervallen.

De Tweede en Eerste Kamer hebben nog de mogelijkheid om op de concept-regeling te reageren. Daarna moet de regeling nog goedgekeurd worden door de Europese Commissie. NAJK roept de Kamerleden op om aandacht te hebben voor de praktische toepasbaarheid van de regeling.

Een (corona)virus voorkomen is beter dan genezen

Een paar maanden geleden zag ik van de Netflix-documentaire ‘Explained’ de aflevering ‘The Next Pandemic’ en had nooit gedacht dat het geschetste risico inmiddels met het coronavirus zo snel de realiteit zou worden. De coronacrisis treft bijna alle sectoren en het is nog gissen wat op de langere termijn de gevolgen zullen zijn. Als landbouwsector hebben we helaas al vaker met de negatieve gevolgen van epidemieën te maken gehad. Denk bijvoorbeeld aan de gekkekoeienziekte, mond-en-klauwzeer en momenteel de Afrikaanse varkenspest en ook weer de vogelpest. Dat zo’n snel verspreidend virus niet alleen mensen en boerderijdieren kan treffen maar ook gewassen, daar staan we niet altijd bij stil.

Ziektes bestrijden wordt steeds moeilijker

Door klimaatverandering kunnen bladluizen, die virussen overbrengen, deze steeds beter verspreiden en is de kans groter geworden dat we met meer nieuwe virussen te maken krijgen. En steeds vaker zijn dit niet zichtbare virussen waardoor bestrijding extra bemoeilijkt wordt of zelfs onmogelijk is. Momenteel kampen in Nederland bijvoorbeeld 21 tuinbouwbedrijven met het zeer besmettelijke Tomato Brown Rugose Fruit Virus dat tomaten aantast en de planten uiteindelijk laat sterven. Ook schimmels en bacteriën kunnen zeer grote gevolgen hebben; het is je vast niet ontgaan dat bananen met uitsterven bedreigd worden. Twee bananenziekten zijn de grote boosdoeners: de Black Sigatoka die veroorzaakt wordt door een bladschimmel en de Panamaziekte die veroorzaakt wordt door de bodemschimmel fusarium, die wij onder andere ook in onze tarwe en maïs kennen. Deze ziektes dwingen bananentelers om steeds meer bestrijdingsmiddelen te gebruiken, echter worden de schimmels daardoor sneller resistent tegen die middelen. De oplossing lijkt gevonden te zijn met een op basis van genetische manipulatie (GMO) ontwikkeld nieuw bananenras dat resistent is tegen deze schimmels.

Actieplan Plantgezondheid

GMO kent voor- en nadelen, maar dat ook voor in Nederland geteelde gewassen onder andere nieuwe veredelingstechnieken broodnodig zijn om weerbaardere planten te krijgen die huidige en toekomstige bedreigingen tegen kunnen gaan, is een ding dat zeker is. De Branche Organisatie Akkerbouw, waar het NAJK ook deel van uitmaakt, heeft daarom een Actieplan Plantgezondheid opgesteld waarmee we telers, ketenpartners, wetenschappers, milieu- en natuurorganisaties en de overheid mee willen krijgen in de transitie naar duurzame en weerbare teeltsystemen. Dit vraagt ook een groener, maar nog wel steeds toereikend middelenpakket, genoeg ruimte voor bodemgezondheid, mogelijkheden voor het versterken van de biodiversiteit en dat milieuprestaties inzichtelijker worden gemaakt voor de markt.

Weerbare teeltsystemen

We hoeven gelukkig niet bang te zijn dat het coronavirus over zal slaan van mens op plant, maar dat de speerpunten van het Actieplan Plantgezondheid ontzettend relevant zijn, is een ding dat vaststaat. Op dit moment zijn het tomaten en bananen, maar zonder weerbare teeltsystemen zijn al onze gewassen het volgende potentiële slachtoffer waarbij de gevolgen enorm kunnen zijn. En als we dus niet oppassen zou het zo maar kunnen dat net als in de bananen ook in brouwgerst en in maïs de fusarium schimmels resistentie opbouwen en dan hebben we tegen de tijd dat het coronavirus verdwenen is, helaas ook geen Corona bier meer.

Als je meer wilt weten over het Actieplan Plantgezondheid en welke resultaten er inmiddels gehaald zijn, kijk dan hier.


Leendert Jan Onnes

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Leendert Jan Onnes verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw. Onnes heeft samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van 120 hectare in het Groningse Finsterwolde. Met de afgeronde studies internationale bedrijfskunde en Business  Marketing / Marketing Research is Leendert Jan een goede aanvulling op het dagelijks bestuur van NAJK.

Jonge boeren geconfronteerd met enorm ambitieus stikstofbeleid

Er wordt meer tijd genomen voor de uitwerking van extern salderen, er wordt meer dan een miljard euro beschikbaar gesteld voor vrijwillige uitkoop en PAS-melders worden gelegaliseerd. Dit zijn een aantal zaken die vandaag, 24 april, in een Kamerbrief van minister Schouten van het ministerie van LNV over stikstof stonden. NAJK is blij dat er meer tijd wordt genomen voor extern salderen, dat beweiden en bemesten vergunningsvrij is en dat de PAS-melders gelegaliseerd worden. Echter blijven de zorgen en onzekerheden in het stikstofdossier groot.

Het Landbouwcollectief, waar NAJK onderdeel van uitmaakt, had eerder al besloten om niet meer verder in gesprek te gaan met de overheid over stikstof. De gesprekken liepen stroef en er werd weinig vooruitgang geboekt om tot een akkoord te komen.

Extern salderen
Er gaat meer tijd genomen worden om het extern salderen op een juiste wijze op te tuigen. “Het is positief dat er meer tijd genomen wordt. De provincies moeten hier nu verder over met elkaar in gesprek. Wij roepen provincies op om de landbouw te beschermen voor uitkoop door kapitaalkrachtige bedrijven en instanties en daarmee samenhangende wild west taferelen. De jonge boeren staan klaar voor hun toekomst maar hebben daarvoor wel stikstofruimte nodig voor de ontwikkeling en verduurzaming van hun bedrijven. Dit kan niet als zij tegen die kapitaalkrachtige partijen moeten opboksen. Geef ons de ruimte. Betrek ons bij de uitwerking”, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK en verantwoordelijk voor het dossier stikstof.

Vrijwillige uitkoop
De overheid stelt naast de al bekende 180 miljoen euro, nog een extra 275 miljoen euro beschikbaar voor de uitkoop van de varkenshouderij en vervolgens nog 1 miljard euro voor de overige veehouderij. Alle uitkoop is op basis van vrijwilligheid. Klever: “Het blijft ontzettend zonde dat er zoveel geld wordt gestoken in de opkoop van bedrijven terwijl dit een beperkt effect heeft op de stikstofdepositie en het geld ook gebruikt had kunnen worden om de veehouderij en de jonge boeren verder te helpen naar een robuuste toekomst. Het wordt cruciaal om de grond die gepaard met opkoop op een goede manier beschikbaar te houden voor de landbouw en op deze manier bij te dragen aan een betere structuur van die landbouw.”

Voerspoor
“Helaas is er toch gekozen voor een ministeriële regeling in het diervoederspoor. Hierbij kan een maxima worden gesteld vanuit de overheid aan het ruw eiwitgehalte in mengvoer (en mogelijk ander krachtvoer) dat een melkveehouder gebruikt. Deze regeling zal de laatste maanden van 2020 worden ingevoerd en uiterlijk tot 1-1-2021 duren. De werkbaarheid van deze ministeriële regeling is cruciaal, bedrijven mogen niet belemmerd worden in hun praktische bedrijfsvoering en uiteraard mag de productie en de diergezondheid niet in geding komen. De precieze uitwerking volgt later” aldus Klever. Voor de jaren na 2020 wordt ingezet op een convenant, een afsprakenkader, met de sector gericht op voermanagementmaatregelen op sectorniveau om de stikstofuitstoot te verlagen. Daarbij worden dan ook de maatregelen ‘meer weidegang’ en ‘mest aanlengen met water’ die aangedragen zijn door het landbouw collectief verder uitgewerkt.

Lange termijn
NAJK heeft vanaf het begin gepleit voor maatregelen die inpasbaar en werkbaar zijn en waarbij jonge boeren kunnen ontwikkelen richting de toekomst. “Wij jonge boeren, zijn bereid om ons steentje bij te dragen, maar de maatregelen moeten wel praktisch toepasbaar zijn op de boerenerven. Er moet voldoende tijd zijn om de bedrijven erop in te stellen. Er zijn grote investeringen gedaan, bedrijfsprocessen zijn er op ingericht, dat kun je niet van vandaag op morgen veranderen. De maatregelen in verschillende dossiers moeten niet elkaar tegenspreken. In de Kamerbrief wordt een grootte ambitie uitgesproken. De grote vraag is of het realistisch is en of de budgetten toereikend zijn.”, aldus Klever. In de Kamerbrief geeft de minister aan dat de keten ook belangrijk is bij het behalen van de doelen. De maatregelen mogen er niet toe leiden dat sectoren worden uitgekocht en dat daarmee ook de keten aan kracht verliest en niet meer in staat is om te innoveren en voorop te blijven lopen. Ook geeft de minister aan de omschakeling te willen maken naar natuurinclusieve landbouw. Er is ons nog geen duidelijke definitie bekend voor deze term. Dit is wel bepalend voor het succes van natuurinclusieve landbouw.

Komende periode zal NAJK blijven strijden voor de toekomst van de jonge boer en blijven vechten voor het toekomst van de landbouw in Nederland.