Openstelling Jonge Landbouwersregeling uitgesteld

Tekst: Sander Thus
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

De definitieve invulling van de Jonge Landbouwersregeling laat nog steeds op zich wachten. Dit jaar is de regeling dan ook niet opengesteld. Het budget blijft behouden en komt bij latere openstellingen in de periode 2015-2020 ten goede aan jonge landbouwers. Neemt niet weg dat NAJK het een zeer zorgelijke zaak vindt dat de twaalf provincies nog steeds geen invulling hebben gegeven aan de Jonge Landbouwersregeling.

Vooral de bepaling van welke investeringen in aanmerking komen voor investeringssubsidie bezorgen de provincies hoofdbrekens. NAJK pleit volop voor een regeling die doet waarvoor hij bedoeld is: het ondersteunen van jonge landbouwers bij het doen van investeringen in de financiële zwaardere periode na bedrijfsovername.

Door de ontwikkeling van de nieuwe regeling is openstelling in 2014 niet meer mogelijk. NAJK pleit daarom voor twee openstellingen in 2015 (begin 2015 en najaar 2015) en de jaren daarna voor de gebruikelijke openstelling in het najaar. De verschuiving van de openstelling heeft geen gevolgen voor het beschikbare budget.

De exacte voorwaarden en eisen om in aanmerking voor de Jonge Landbouwersregeling te komen staan nog niet vast. Wel is het duidelijk dat de aanvrager tot de leeftijd van 40 jaar en wanneer hij/zij nog niet eerder de jonge landbouwerssubsidie heeft ontvangen, in aanmerking kan komen. Ook als hij/zij het bedrijf nog niet volledig overgenomen heeft, maar nog in maatschap zit. Het eigen vermogen van de jonge boer of tuinder in het bedrijf is voor de hoogte van het subsidiebedrag mede bepalend. Op basis van het percentage eigen vermogen krijg je eenzelfde percentage van de aangevraagde subsidie. Bij volledige bedrijfsovername is het subsidiebedrag dus 100%.

Bij de voorgaande regeling was een eis opgenomen dat je tot maximaal drie jaar na bedrijfsovername of start van een agrarisch bedrijf de subsidie aan kon vragen. Een verschil met de komende regeling is dat jongeren vanaf het instappen in een samenwerkingsverband in aanmerking komen. Het behouden van de ‘drie jaar’-eis is in dit geval niet reëel. Hier wordt een oplossing voor gezocht. Het is immers aan te raden de investeringssteun aan te vragen op het moment dat deze het meest effectief is: rondom de bedrijfsovername.

Houd de communicatiekanalen van NAJK in de gaten voor de meest actuele informatie omtrent de Jonge Landbouwersregeling.

Negen vragen aan de kersverse NAJK-voorzitter Eric Pelleboer

Hij zat te twijfelen tussen sport of de agrarische sector, studeerde HBO Economie en is uiteindelijk weer terug bij zijn roots: het akkerbouwbedrijf van zijn ouders. In de Noordoostpolder zit de kersverse NAJK-voorzitter Eric Pelleboer (29) in maatschap met zijn ouders. Op 40 hectare poldergrond telen zij frietaardappelen, vermeerderingsuien, zaaiuien, suikerbieten, witlof en wintertarwe.

Tekst en beeld: Ellen van den Manacker

Waarom koos je uiteindelijk voor de agrarische sector?

“Ik heb vroeger veel om mij heengekeken. Ik twijfelde om iets met sport te doen, koos uiteindelijk voor de opleiding HBO Economie en belandde daarna op het akkerbouwbedrijf van mijn ouders. In alles wat ik deed, kwam de agrarische sector weer boven drijven. Het leukste van boer zijn vind ik het werken met de natuur. Geen dag is hetzelfde. Ik vind het een uitdaging om zo goed mogelijk te anticiperen op het samenspel van de natuur en de groei van mijn producten. Het geeft mij voldoening als ik aan het eind van de rit een mooi product kan afleveren.”

Hoe ben jij in het dagelijks bestuur van NAJK terechtgekomen?

“Ik ben begonnen als bestuurder bij AJK NOP, de lokale afdeling in de Noordoostpolder. Na twee jaar de rol van voorzitter bij AJK NOP te hebben vervuld, ben ik via FAJK in contact gekomen met NAJK, waar een vacature was voor portefeuillehouder akkerbouw in het dagelijks bestuur. De portefeuille werd op dat moment niet vervuld. Ik vond het belangrijk dat de akkerbouwsector binnen NAJK vertegenwoordigd was, dus besloot ik de uitdaging aan te gaan.”

Wat heb je in de afgelopen tweeënhalf jaar betekend voor jonge akkerbouwers?

“De vergroening in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid heeft in de afgelopen periode veel aandacht gehad binnen mijn portefeuille. Mijn doel was om de vergroening in de hervorming van het landbouwbeleid zo praktisch mogelijk in te steken. Hier heeft NAJK meerdere successen geboekt: de meerjareneis van vergroening is niet doorgegaan en sloten en slootkanten zijn opgenomen in de lijst van ecologische aandachtspunten. Daarnaast ben ik in de afgelopen tweeënhalf jaar namens NAJK betrokken geweest bij de oprichting van de brancheorganisatie Akkerbouw en de totstandkoming van het deelakkoord pacht, waar staatssecretaris Dijksma de aankomende tijd mee aan de slag gaat.”

Hoe kijk jij terug op jouw tijd als portefeuillehouder akkerbouw?

“Het was leuk en leerzaam om te doen. Ik vind het belangrijk om de stem van de toekomstige generatie boeren en tuinders te laten horen. Wij zijn de voedselproducenten van morgen. We hebben een stem in onze sector, het is belangrijk dat we die proactief uitdragen.”

Wat heb jij tot nu toe geleerd in het dagelijks bestuur van NAJK?

“Als agrarisch ondernemer staat de politiek vaak ver van je af. Als dagelijks bestuurder heb ik gemerkt dat zodra wij met onderbouwde standpunten komen, de politiek en de staatssecretaris bereid zijn zich hiervoor in te zetten. Door in de belangenbehartiging actief te zijn, begrijp ik de achtergrond van bepaalde wet- en regelgeving beter. Desalniettemin moeten we als dagelijks bestuur scherp zijn op praktische invulling van wet- en regelgeving voor de agrarische sector.”

Waarom ben jij opgestaan als voorzitter binnen het dagelijks bestuur van NAJK?

“John Hilhorst wilde zich meer gaan focussen op zijn melkveebedrijf en gaf daarom aan te willen stoppen met het voorzitterschap van NAJK. We besloten om een opvolger voor de functie van voorzitter te zoeken binnen het dagelijks bestuur. Daarbij werd naar mij gekeken. Het is voor mij een uitdaging om, na tweeënhalf jaar de portefeuille akkerbouw te hebben vervuld, die stap te maken.”

Wat zijn jouw taken als voorzitter van het dagelijks bestuur van NAJK?

“Als voorzitter heb ik de belangrijke taak om NAJK zichtbaar te maken in alle facetten van de agrarische sector: van de leden tot de politiek. Samen met mijn medebestuurders laten wij het geluid van jonge boeren en tuinders in Nederland horen. Er zijn legio zaken waar NAJK het verschil kan maken. Denk aan de Jonge Landbouwersregeling en de top-up regeling voor jonge boeren in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.”

Wat zijn de speerpunten van het dagelijks bestuur van NAJK?

“Bedrijfsopvolging blijft het belangrijkste speerpunt van NAJK, maar we hechten ook waarde aan persoonlijke ontwikkeling van onze leden. Door middel van cursussen, workshops en discussiestukken proberen wij bij te dragen aan deze persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast streeft NAJK voor politieke betrokkenheid: het is essentieel dat de stem van jonge boeren en tuinders ook daar is vertegenwoordigd. Ook maken we ons hard voor innovatie binnen de sector. Innovaties brengen de sector en de ondernemer verder, dat wil NAJK stimuleren.”

Hoe ga je het akkerbouwbedrijf combineren met de functie van NAJK-voorzitter?

“Ik ben gemiddeld tweeënhalve dag in de week op pad voor NAJK. Dat betekent dat ik in sommige gevallen vervanging moet regelen op het akkerbouwbedrijf. In principe zijn het akkerbouwbedrijf en het voorzitterschap van NAJK goed te combineren, maar het vraagt wel om een hele goede afstemming met mijn ouders. Daarnaast stimuleren mijn ouders mij om buiten het bedrijf actief te zijn.”

 

In het hooi met… de bandleden van Kiek Now Us

Met live optredens bij tentfeesten, festivals, kermissen, discotheken en andere evenementen toeren ze door het hele land: zanger en gitarist Lars Karnebeek, drummer Koen Klein Goldewijk, gitarist Niek Albers, saxofonist Jos Bleumink en bassist Michel Demmink. Zij vormen dé energieke boerenrock en rollband uit de Achterhoek. In het hooi met… de bandleden van Kiek Now Us!

Tekst: Agaath Timmerman
Beeld: Petra Kok

Hoe is de band Kiek Now Us ontstaan?

“Het is elf jaar geleden in de plaatselijke voetbalkantine begonnen. Daar werd door Lars en Koen muziek gemaakt. We kregen al snel meer liefhebbers. Zo zijn we doorgegroeid. Niek is erbij gevraagd en Jos is er met zijn unieke saxofoongeluid zelf bijgekomen. Dit jaar heeft Michel onze gestopte bassist vervangen. Het klikt bijzonder goed met elkaar. Toen heetten we nog ‘Kliet Hoor Us’, die naam hebben we veranderd in ‘Kiek Now Us’, wat je uitspreekt als: kiek noe us.”

Waarom spelen jullie dialectrock?

“Als je iets te melden hebt, kan dat in muziek. Wij vinden dat dit het mooist klinkt in ons Achterhoeks dialect. Wij kunnen teksten ook het mooist verwoorden in het dialect. Ons dialect mag nooit verloren gaan.”

De muziek heeft dus een boodschap?

“Vaak hebben onze nummers een boodschap. Onze nieuwste nummer gaat over jongerenketen, waarin we uiten dat het onzin is dat keten verboden moeten worden. Eén van onze bekendste nummers ‘Het platteland is niet te koop’ is een ode aan het platteland. Daarin zit een boodschap aan westerlingen die op het platteland komen wonen, maar het is ook gewoon een lekker nummer om te spelen. Het leent zich goed als meezingnummer. Het publiek gaat erop los.”

Wat maakt Kiek Now Us uniek?

“Kiek Now Us heeft een bepaalde sound. Het saxofoongeluid maakt ons daarbij uniek. We spelen ook bijna allemaal eigen nummers. Waar we vooral om bekend staan is de lol die wij met elkaar hebben op het podium. Dit stralen we uit en het is oprecht. Het werkt aanstekelijk op het publiek. Onze ervaring is dat het daardoor altijd, hoe dan ook, uitloopt op een fantastische avond.”

Plezier staat dus voorop?

“Absoluut. Het gaat erom dat we het leuk hebben samen. De persoon in de band is voor ons belangrijker dan de kwaliteit van de muzikant. Niks is mooier dan ’s nachts samen met ons busje ergens naartoe te gaan voor een optreden. We maken altijd wat mee en ieder optreden is bijzonder. Daarbij is het ook kicken om op het podium te staan en het publiek te zien genieten van de muziek. Het mooiste is als het publiek onze liedjes ook nog eens meezingt.”

Kiek Now Us heeft bij 3FM en op het podium van 538 met Koningsdag gespeeld, hoe was dat?

“Waanzinnig! Toen wij begonnen met spelen was de plaatselijke discotheek al bijzonder. Ineens stonden we bij Giel in de show of voor 40.000 man te spelen op Koningsdag. Op het moment zelf beseften we het niet, maar het waren wel heel bijzondere ervaringen.”

Wat houdt jullie gedreven?

“Kiek Now Us vergt veel tijd en energie. We hebben ook allemaal een baan naast de band. Gelukkig staat het thuisfront volledig achter ons en hebben we het management uitbesteed. Dat is een keuze die we in de afgelopen jaren gemaakt hebben. We hoeven niet te spelen, we mogen spelen en dat doen we graag. Voor ons is het als een avond stappen. We hebben lol en genieten van het publiek.”

 

Arbeid of automatisering?

De groei van het agrarische bedrijf is aanjager van zowel meer arbeid als meer automatisering op het bedrijf. Dit brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Hoeveel tijd en arbeid wordt er nu daadwerkelijk bespaard met de kostbare keus voor automatisering? En wat komt er allemaal kijken bij het doorvoeren van meer arbeid of automatisering? Onder andere deze vragen staan centraal in de discussie rondom het thema ‘Arbeidsinvulling & automatisering’ die NAJK in december en januari organiseert.

Tekst: Agaath Timmerman
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

Door de mens

Arbeid op het agrarische bedrijf is alle geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen, gericht op het voortbrengen van agrarische goederen en het verwerven van inkomen. Arbeid wordt verricht door de mens. De arbeidsproductiviteit is de productie per mens per tijdseenheid. De arbeidsproductiviteit wordt bijvoorbeeld bepaald door de vruchtbaarheid van de grond, het niveau van technologische ontwikkeling en de arbeidsverdeling. Arbeid is naast grond en kapitaal een productiefactor.

Door machines en computers

Automatisering is het vervangen van menselijke arbeid door machines of computers. De drijfveer is vooral economisch. De som van arbeid en grondstofverbruik is na bepaalde automatisering kleiner dan het daarvoor was. Automatiseren in de agrarische sector is tegenwoordig heel vanzelfsprekend. De ontwikkeling van machines en computers is ontzettend hard gegaan. In de periode van industrialisatie werd arbeid, die traditioneel vooral werd gedaan met behulp van spierkracht van mens en dier, in toenemende mate verricht door machines. Deze landbouwmechanisatie zorgde ervoor dat de eerste tractor aan het eind van de 19e eeuw in Nederland kwam. De totale mechanisatie volgde pas na de Tweede Wereldoorlog. Toen verdwenen ook de landarbeiders en boerenknechten.

Automatische groei

Schaalvergroting is een ontwikkeling in de agrarische sector waarbij door een verandering in het gebruik van de productiefactoren grond, kapitaal en arbeid, lagere productiekosten en hogere opbrengsten worden nagestreefd. De productiefactor arbeid ondervindt hierbij vooral een technische ontwikkeling door de automatisering.

Besparen op tijd

Een overweging die meeweegt in de bedrijfsstrategie is het besparen van tijd of het verrichten van minder fysieke arbeid. Het besparen van tijd is het realiseren van tijdswinst. Het doel van tijdswinst verschilt per bedrijf en ook wie de tijd bespaart. Een ondernemer investeert deze tijd bijvoorbeeld in andere klussen op het bedrijf of juist in zijn privéleven. Denk hierbij aan het gezin, sociaal leven of tijd voor bestuurswerk of een opleiding. Dit kan worden gerealiseerd door bijvoorbeeld efficiënter te werken, het bedrijf te optimaliseren, (extra) personeel aan te nemen, klussen uit te besteden of door te automatiseren.

Minder fysieke arbeid

Bij arbeidsbesparing worden er nieuwe technieken of machines gebruikt, zodat er minder lichamelijke inspanning van mensen nodig is. Arbeidsbesparing zorgt voor minder fysieke belasting van de ondernemer of zijn medewerker(s). Dagelijkse handelingen die dezelfde bewegingen vereisen van een lichaam, kunnen op den duur complicaties opleveren. Een machine kan dit werk overnemen. Dit kan ook tijdswinst opleveren.

Dure afweging

Automatisering wordt vooral toegepast bij dure arbeid (personeel) en vindt voornamelijk plaats bij repeterende handelingen. Bij complexere handelingen, is het gebruik van automatisering lastig, duur en risicovol. Machines zijn kwetsbaar en worden afgeschreven. Het gaat vaak om de afweging hoeveel personeelskosten bespaard kunnen worden met automatisering. Personeel is duur, maar is wel flexibel inzetbaar. Bij een investering in automatisering is het niveau van de vaste lasten hoger en moet er altijd een aflossing plaatsvinden. Een bedrijf met personeel in dienst kan makkelijker saneren, ondanks de vaste loonlasten. Personeel wordt wel duurder, terwijl een investering in automatisering terugverdiend kan worden. Een regel staat hierbij bovenaan: hoe korter de terugverdientijd, hoe beter.

Personeel

Een bedrijf met personeel is flexibeler dan een bedrijf dat automatiseert. Maar aan het aannemen van eigen personeel zit een groot risico, namelijk ziekteverzuim. De ondernemer is immers juridisch werkgever. Voor ziekteverzuim kan een bedrijf zich verzekeren. Heeft het bedrijf bijvoorbeeld één man personeel in dienst, dan komt bij ziekte al het werk automatisch op de ondernemer zelf terecht. Vandaar het gezegde, een man personeel is geen personeel. Een bedrijf met weinig personeel loopt daarmee meer risico.

Als werkgever

Een werkgever moet met personeel kunnen omgaan, om het beste uit hen naar boven te halen. Een goede ondernemer is nog niet direct een goede werkgever. De eigenschappen die een werkgever nodig heeft, verschillen per bedrijf en per sector. Het aantal medewerkers dat een ondernemer in dienst heeft is hierin bepalend. Een werkgever moet goed kunnen plannen, communiceren en managen.

Vakmanschap

Een agrarisch ondernemer is en blijft een vakman, waardoor hij of zij altijd zelf naar het gewas of naar zijn of haar dieren zal kijken en weet wat er moet gebeuren op het bedrijf. Personeel of automatisering voor dit vakmanschap vinden is vrijwel onmogelijk.

NAJK ondersteunt lobby pluimveesector

Financiële tegemoetkoming voor broedeiproducenten

Er komt een financiële tegemoetkoming voor broederijen en vermeerderingsbedrijven. Deze bedrijven zijn direct getroffen door de ingrijpende bestrijdingsmaatregelen die de overheid heeft genomen tegen de vogelgriep. De omvang van de schadevergoeding zal worden bepaald door taxateurs van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

Broederijen en vermeerderingsbedrijven krijgen een schadevergoeding voor de broedeieren en eendagskuikens die zij tijdens de periode van de landelijke standstill en de overgang naar de regionale aanpak (donderdag 20 november tot zaterdag 29 november, 10 dagen) niet op de Nederlandse markt kwijt konden. Deze periode is in lijn met Europese voorschriften. De omvang van de schade zal worden vastgesteld door een taxateur van RVO.nl. De betreffende ondernemers krijgen naar verwachting binnen enkele weken duidelijkheid over de tegemoetkoming.

De kosten van de tegemoetkoming komen ten laste van het Diergezondheidsfonds (DGF), van waaruit alle bestrijdingsmaatregelen worden gefinancierd. Ook bedrijven die (preventief) geruimd worden ontvangen een schadevergoeding van het DGF. Dit fonds wordt gevuld door premies van de pluimveesector, de Rijksoverheid en de Europese Unie.

Bedrijven met eenden uit voorzorg onderzocht

Sinds afgelopen maandag 24 november, worden alle pluimveebedrijven met eenden uit voorzorg onderzocht op de aanwezigheid van vogelgriep. Uit onderzoek is gebleken dat eenden drager kunnen zijn van vogelgriep, zonder dat er veel klinische verschijnselen waarneembaar zijn. Daarmee vormen eenden een extra risico op verspreiding van vogelgriep. De onderzoeksresultaten van de eendenbedrijven zullen naar verwachting in de loop van volgende week beschikbaar komen.

Het ministerie heeft aangegeven nog niet over te gaan tot afbouw van de huidige maatregelen. Aanvoer van eendagskuikens naar bedrijven wordt dus nog niet mogelijk. Het ministerie  vindt de situatie te instabiel en bouwt een veiligheidsmarge in om de incubatietijd van de griep te overbruggen.

NAJK ondersteunt lobby

De vogelgriep heeft in de eerste week ongeveer €10 miljoen gekost. Voor iedere week dat het regioverbod van kracht is en er geen nieuwe kuikens naar de bedrijven mogen, komt daar nog eens € 9 tot 10 miljoen bij. Dit blijkt uit een indicatieve berekening van het LEI. De Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO), Algemene Nederlandse Vereniging van Eierhandelaren (ANEVIE), Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) en Vereniging van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (NEPLUVI) zetten zich daarom in voor oplossingen voor knelgevallen en het versoepelingen van de strikte maatregelen waar mogelijk.

NAJK onderstreept het belang voor de pluimveesector en ondersteunt daarom de lobby die momenteel gevoerd wordt. Annet van den Akker, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille Intensief: “De financiële schade is enorm. Voor het toekomstperspectief van de pluimveehouders, en de pluimveesector in zijn geheel, is het van belang dat de bedrijven door kunnen draaien. Tegelijkertijd wordt alles op alles gezet om nieuwe besmettingen van vogelgriep te voorkomen.”

Informatie

Voor actuele informatie over de regelgeving verwijzen kun je terecht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), telefoonnummer 088 – 042 42 042, en de sites van het ministerie en de RVO. Het Ministerie van Economische Zaken heeft een lijst met veel gestelde vragen en antwoorden over de vogelgriep opgesteld. De NVWA een speciaal knelgevallen telefoonnummer opengesteld voor het melden van knelpunten op de bedrijven: 0900 – 0388. Het is van belang dat u als pluimveehouder knelgevallen rechtstreeks meldt bij de NVWA

Directe link naar meer informatie en de volledige regelingen:

NAJK om tafel met Jaco Geurts van het CDA

Op woensdag 26 november 2014 gingen Koen Bolscher (portefeuille melkveehouderij) en Sander Thus (portefeuille bedrijfsovername) namens het dagelijks bestuur van NAJK in gesprek met het CDA. Zij spraken met Tweede Kamerlid Jaco Geurts en Barend van Wonderen, inhoudelijk medewerker op het dossier landbouw. Tijdens het gesprek heeft NAJK met het CDA van gedachten gewisseld over actuele zaken in de agrarische sector, zoals het wetsvoorstel Verantwoorde Groei Melkveehouderij, de Jonge Landbouwersregeling en fiscale maatregelen voor jonge boeren en tuinders.

Wetsvoorstel Verantwoorde Groei Melkveehouderij

Namens NAJK heeft Koen Bolscher zijn dank uitgesproken aan Jaco Geurts en het CDA voor de inzet op het amendement die een bredere overdraagbaarheid van de fosfaatproductiereferenties mogelijk maakt. De amendementen rondom grondgebondenheid hebben het niet gehaald bij de stemming in de Tweede Kamer afgelopen week. De komende tijd zal uitwijzen hoe de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) ingevuld gaat worden.

Jonge Landbouwersregeling

CDA en NAJK hebben hun zorgen gedeeld rondom de invulling van de Jonge Landbouwersregeling. “Duidelijkheid over de invulling hiervan duurt langer dan gepland en het lijkt erop dat de invulling ingewikkelder wordt gemaakt dan nodig is”, aldus Sander Thus. “NAJK blijft met de provincies in gesprek om tot een goede invulling te komen waarbij het doel, het ondersteunen van jonge landbouwers na bedrijfsovername, gewaarborgd blijft.” CDA heeft aangegeven dat zij als Tweede Kamer een achteraf controlerende rol heeft.

Fiscale maatregelen voor jonge boeren en tuinders

Dit voorjaar staat in het teken van de herziening van het belastingstelsel. Overnames in de agrarische sector vallen of staan met goede faciliteiten rondom bedrijfsoverdrachten. Daarnaast is het van groot belang jonge agrarisch ondernemers vooral in het begin van hun agrarische leven zoveel mogelijk ruimte te bieden om te ondernemen en te investeren. CDA wil NAJK graag ondersteunen in het tot stand laten komen van een goed ondernemersklimaat voor jonge boeren en tuinders.

Ronde Politiek

Het gesprek met het CDA is een onderdeel van de ‘Ronde Politiek’. Tijdens deze ‘Ronde Politiek’ spreken de dagelijks bestuurders van NAJK met alle politieke partijen over de onderwerpen die van belang zijn voor jonge boeren en tuinders. Meer informatie over de uitkomsten van ‘Ronde Politiek’ kan je na afloop van de gesprekken teruglezen op deze site.

UPDATE: Uitbraak vogelgriep

Nieuw pakket maatregelen vogelgriep

Om de uitbraak van vogelgriep in Nederland te bestrijden, neemt staatssecretaris Dijksma een nieuw pakket maatregelen. Het landelijk vervoersverbod van 72 uur wordt vervangen door een gerichte regionale aanpak met aanvullende maatregelen voor de komende weken.

Nederland is opgedeeld in vier regio’s, waardoor contacten tussen
pluimveehouders tot een minimum worden beperkt en pluimveerijke gebieden worden gescheiden. Deze regio’s zijn zo ingedeeld dat de twee pluimveerijke gebieden (Gelderse Vallei en de Peel) elk in een andere regio vallen. Ook is de indeling zo, dat deze twee pluimveerijke gebieden zich in een andere regio bevinden dan de respectievelijk 3 en 10 kilometergebieden die zijn ingesteld rondom de plekken waar een uitbraak heeft plaatsgevonden (Hekendorp, Ter Aar en Kamperveen). Bij noodzakelijke transporten zijn hygiëne maatregelen erg belangrijk. Per rit mag slechts een pluimveebedrijf worden bezocht, waarna de transportwagens opnieuw gereinigd en ontsmet moeten worden. Het verplaatsen van pluimveemest kent een aanzienlijk risico, en blijft daarom verboden. Het vervoer van vleeskuikens naar de slacht binnen Nederland is beperkt tot binnen de regio.

De capaciteit van de slachterijen in Oost Brabant en Limburg is inmiddels onvoldoende gebleken om de vleeskuikens in deze regio te kunnen slachten. Daarom heeft Dijksma besloten tot het instellen van een corridor voor vleeskuikens.

Voorwaarden voor veilig transport

De veiligheidscorridor loopt van Zuidoost-Nederland (regio C) naar West-Nederland (regio A) via de snelwegen A2, A15, A16 en A20. Onder strenge voorwaarden wordt toegestaan dat vleeskuikens naar twee aangewezen slachterijen in de naastgelegen regio (regio A) mogen worden vervoerd om daar geslacht worden.

Bedrijven die gebruik van de corridor willen maken, moeten de transportwagens een dag van te voren aanmelden bij de NVWA en mogen alleen over de vastgestelde route naar de slachthuizen en weer terug rijden. Bovendien mogen er op de slachthuizen op de dagen dat er voor regio C wordt geslacht, alleen dieren uit deze regio worden aangevoerd. Zo komen wagens uit verschillende regio’s niet met elkaar in contact.

Eieren van buiten de BT (beschermings- en toezicht-) gebieden

Het transport van consumptie-eieren en broedeieren afkomstig van pluimveehouderijen of gemengde bedrijven met commercieel pluimvee is geregionaliseerd. Het vervoer vindt plaats in een wagen die is gestickerd conform de betreffende regio. Dit vervoer moet rechtstreeks gebeuren vanaf de houderij naar een broederij of naar een andere locatie waar géén pluimvee aanwezig is, zoals een eierpakstation. Vanaf een broederij of een andere opslagplek mogen de eieren door heel Nederland worden vervoerd. De eieren kunnen ook worden geëxporteerd.

Export van eendagskuikens van buiten de BT gebieden

De afvoer van eendagskuikens vanaf broederijen voor de export is toegestaan. Dat geldt ook voor export via de luchthaven Schiphol. Een transportwagen met eendagskuikens mag door alle regio’s rijden. Wel moet een exportcertificaat aanwezig zijn bij het transport. De regeling wordt hier met terugwerkende kracht op aangepast.

Aanvoer pluimvee onwenselijk

Op dit moment is het niet wenselijk dat er nieuw pluimvee aangevoerd wordt naar de bedrijven. Een grotere hoeveelheid pluimvee kan leiden tot meer besmettingen van andere pluimveebedrijven. Berekeningen van het CVI laten zien dat het vrijwel onontkoombaar is dat introductie van virus in regio’s met veel pluimvee leidt tot een epidemie. Het blijft daarom verboden om eendagskuikens naar pluimveebedrijven binnen Nederland te vervoeren.

Het vervoer van eendagskuikens heeft een zeer gering veterinair risico, in tegenstelling tot vervoer van andere soorten pluimvee. Daarom is vervoer voor export van eendagskuikens van schone bedrijven buiten de 10 kilometerzones onder strenge voorwaarden wel toegestaan.

Variant vogelgriep eendenbedrijf Kamperveen vastgesteld

Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat het vogelgriepvirus op het besmette eendenbedrijf in Kamperveen het H5N8-type betrof. Dit bedrijf is vorige week vrijdag geruimd. Hiermee is in totaal op 4 bedrijven in Nederland de variant H5N8 vastgesteld (Hekendorp, Ter Aar en twee bedrijven in Kamperveen). Op de 32 bedrijven in de 10 kilometerzone in Kamperveen is geen vogelgriepvirus aangetroffen. Dat blijkt uit de resultaten van de onderzoeken (PCR) die op deze bedrijven zijn gedaan door de NVWA.

Houd je aan de nieuwe maatregelen

“Het is goed dat de staatssecretaris aanvullende maatregelen heeft getroffen”, aldus Annet van den Akker, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille Intensief. “De maatregelen hebben veel impact op de pluimveesector, voor nu is het allerbelangrijkste dat we de vogelgriep onder controle houden. Het advies om voorlopig alle pluimveegerelateerde bijeenkomsten te annuleren blijft dan ook staan. De Gezondheidsdienst voor Dieren heeft een document met voorzorgsmaatregelen opgesteld om insleep van vogelgriep te voorkomen. Van den Akker: “Ik wil iedereen op het hart drukken zich aan de voorzorgsmaatregelen van de GD en de nieuwe maatregelen van de staatssecretaris te houden, in het belang van de gehele sector’.

Informatie

Voor actuele informatie over de regelgeving verwijzen we naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), telefoonnummer 088 – 042 42 042, en de sites van het ministerie en de RVO.

Directe links naar meer informatie en de volledige regelingen:

PERSBERICHT: Meer ruimte voor bedrijfsoverdracht in melkveewet

Gisteren heeft de Tweede Kamer gestemd over moties en amendementen die tijdens het debat over het wetsvoorstel Verantwoorde Groei Melkveehouderij zijn ingediend. NAJK is tevreden over de verbreding van de mogelijkheden die zijn gerealiseerd met betrekking tot bedrijfsoverdracht.

Dankzij een amendement van Jaco Geurts van het CDA, mede ingediend door de ChristenUnie, PVV en SGP, is bedrijfsoverdracht in het kader van de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij nu mogelijk tot in de derde graad.

Staatssecretaris Dijksma zegde eerder tijdens het debat over het wetsvoorstel toe dat zij praktische oplossingen zal bieden voor buitenfamiliaire bedrijfsovername, op vragen van Helma Lodders van de VVD. NAJK heeft in aanloop naar de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer de politici nadrukkelijk verzocht om meer oog te hebben voor de beperkte mogelijkheden rondom bedrijfsoverdracht.

“In het wetsvoorstel werd bedrijfsoverdracht te sterk beperkt”, aldus Koen Bolscher, portefeuillehouder melkveehouderij binnen het dagelijks bestuur van NAJK. “De melkveefosfaatreferentie kon alleen worden overgedragen aan een persoon met een bloed- of aanverwantschap in de eerste graad of ingebracht worden in een maatschap met een persoon waarmee bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat. Bedrijfsoverdracht van de melkveefosfaatreferentie tussen partners, of door een aanverwantschap na de eerste graad, werd hierdoor onmogelijk.”

NAJK heeft bij de politiek aandacht gevraagd voor het gegeven dat bedrijfsovername veelal plaatsvindt op een grotere schaal: overname van het bedrijf van een verder familielid, zoals ooms en tantes (derde graad). Daarnaast stimuleert NAJK actief, mede ondersteund door het ministerie van Economische Zaken, buitenfamiliaire bedrijfsovername. Bolscher stelt: “Voor behoud van voldoende jonge agrarische ondernemers zal deze vorm van bedrijfsovername in de toekomst bovendien steeds belangrijker worden.“

Verruiming van de mogelijkheden rondom bedrijfsovername was een belangrijk punt voor de leden van NAJK. Daarnaast heeft NAJK, in nauwe samenwerking met LTO Nederland, NMV en NZO gepleit voor een beperking van het wetsvoorstel om intensieve groei te remmen. De sector kan instemmen met het voornemen om grondgebondenheid te versterken via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) maar blijft pleiten voor een beperking van extremen om daardoor verantwoorde ontwikkeling van de melkveehouderij te behouden.

Tijdens de stemming in de Tweede Kamer werd duidelijk dat er vooralsnog niet meer ruimte zal worden geboden voor het vergroten van grondgebondenheid via samenwerking tussen boeren. NAJK is groot voorstander van het verruimen van de mogelijkheden om grond op deze wijze aan het bedrijf te binden, waarbij het niet noodzakelijk is dat grond in eigendom of pacht is. “Juist voor jonge agrarische ondernemers is het belangrijk dat zij hun bedrijf kunnen blijven ontwikkelen, ook in het kader van de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij. Door de hoge kosten die met grondaankoop gemoeid zijn en de beperkte regionale grondmobiliteit, is het aankopen van grond meestal juist voor jonge boeren geen optie. Als zij hun grondgebondenheid kunnen vergroten door het aangaan van een samenwerking met een andere boer op het vlak van voer en mest, biedt dit een oplossing”, aldus Bolscher.

UPDATE: Nieuwe uitbraken vogelgriep

Afgelopen donderdag op 20 november 2014 is in Ter Aar, provincie Zuid-Holland, bij een pluimveebedrijf met drie stallen met in totaal rond 43.000 legkippen vogelgriep (aviaire influenza, AI) vastgesteld. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft op basis van Europese regels het bedrijf geruimd. Het is vastgesteld dat de vogelgriep op het bedrijf in Ter Aar de hoogpathogene H5N8 betreft. Deze variant werd ook aangetroffen op het bedrijf in Hekendorp. In een straal van 10 kilometer rondom Ter Aar zijn geen bedrijven met vogelgriep aangetroffen.

Gister (21 november 2014) is een derde geval van vogelgriep geconstateerd op een pluimveebedrijf in Kamperveen, provincie Overijssel, met in totaal rond 10.000 vleeskuikenouderdieren. Verdere details van deze besmetting zijn nog niet bekend. Het besmette bedrijf wordt zo snel mogelijk door de NVWA geruimd. Het gaat bij deze besmetting om een H5 variant van de vogelgriep. Het is nog niet duidelijk of het om een laagpathogene of een hoogpathogene variant gaat. Nadere analyse door het CVI moet dit uitwijzen. De verwachting is dat de resultaten van deze analyse vandaag beschikbaar komen. Dit schrijft staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.

Rond het bedrijf in Kamperveen wordt een 10 kilometergebied ingesteld. Binnen dit gebied liggen 34 andere pluimveebedrijven. Deze bedrijven worden bemonsterd en onderzocht op vogelgriep. In het gebied met een straal van 1 kilometer rond het besmette bedrijf in Kamperveen heeft de NVWA bij een pluimveebedrijf klinische verschijnselen aangetroffen die passen bij vogelgriep. Het type vogelgriep is nog niet bekend. Om die reden is besloten de bedrijven in de 1 kilometerzone uit voorzorg te ruimen. Het betreft hier twee pluimveebedrijven.

Maatregelen opnieuw ingesteld

Na de uitbraak van hoogpathogene vogelgriep (de H5N8 variant) in Hekendorp werden onmiddellijk maatregelen genomen om verdere verspreiding te voorkomen. Uit voorzorg geldt vanaf donderdag 20 november 2014 14.00 uur een totaal vervoersverbod voor pluimvee en ander gevogelte, eieren, pluimveemest en gebruikt strooisel van pluimveebedrijven van en naar pluimveebedrijven en slachterijen. Ook voor gemengde bedrijven met pluimveehouderij geldt een vervoersverbod, eveneens voor andere dieren en mest van andere dieren van die bedrijven. Dit verbod geldt voor maximaal 72 uur.

Tevens is de ophok- en afschermplicht voor hobbydierhouders van pluimvee en ander gevogelte voor deze periode van maximaal 72 uur opnieuw ingesteld. Voor bedrijfsmatige pluimveehouderijen geldt deze plicht al tot minimaal 18 december 2014. In deze periode geldt ook een bezoekersregeling op alle pluimveebedrijven en gemengde bedrijven met pluimvee. Tevens geldt voor heel Nederland een jachtverbod op alle dieren. Ook geldt een verzamelverbod en tentoonstellingsverbod voor pluimvee en ander gevogelte.

De door vogelgriep getroffen pluimveebedrijven in Ter Aar en Hekendorp hebben voor zover nu bekend is geen direct contact met elkaar gehad. Dat heeft de NVWA laten weten na een eerste onderzoek. Er is nog niets bekend over eventuele verbanden tussen de andere uitbraken.

Schok voor de pluimveesector

“Even was er opluchting toen onderzoek binnen het 10 kilometergebied rondom het eerder besmette pluimveebedrijf in Hekendorp uitwees dat de vogelgriep zich niet verder had verspreid. De nieuwe uitbraken zijn een grote schok voor de pluimveesector. Er heerst veel onrust en onzekerheid”, aldus Annet van den Akker, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille intensief. “Wij adviseren pluimveegerelateerde bijeenkomsten te annuleren. Daarnaast roepen wij iedereen op risicogebieden te vermijden. Het is van ontzettend groot belang dat we deze dierziekte onder controle houden.”

De hoogpathogene variant van vogelgriep is zeer besmettelijk voor gevogelte. Voor kippen is deze variant dodelijk. Vogelgriep is een zoönose, wat betekent dat de besmetting van dier op mens kan worden overgebracht. Dit gebeurt alleen als er sprake is van direct en intensief contact met besmet pluimvee. Mensen die ziek worden van vogelgriep krijgen dezelfde symptomen als bij een gewone wintergriep, over het algemeen verloopt vogelgriep bij mensen mild.

Informatie

Voor actuele informatie over de regelgeving verwijzen we naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), telefoonnummer 088 – 042 42 042, en de sites van het ministerie en de RVO.

Directe links naar meer informatie en de volledige regelingen:

PERSBERICHT: NAJK-symposium groot succes

Op 20 november 2014 organiseerde het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) het uitverkochte symposium ‘van Traditie naar Ambitie’ in Utrecht. Dit  symposium, speciaal georganiseerd voor jonge boeren en tuinders uit Nederland, stond in het teken van de rol van het gezinsbedrijf in de agrarische sector. Zowel Koningin Máxima als staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken waren bij het symposium aanwezig.

“We kijken terug op een geslaagde dag met een prachtig programma”, zegt Eric Pelleboer, voorzitter van NAJK. “Het is een uniek evenement geworden. Jonge boeren en tuinders, bedrijfsleven, wetenschap en beleidsmakers samen in gesprek over de toekomst van het agrarisch gezinsbedrijf in Nederland. Natuurlijk met als hoogtepunten het bezoek van Koningin Máxima.” Koningin Máxima kreeg tijdens het symposium het onderzoeksrapport ‘De toekomst van het agrarisch familiebedrijf’ overhandigd uit handen van de NAJK-voorzitter. Achter de schermen sprak Koningin Máxima met vijftien jonge boeren en tuinders over de uitdagingen die zij zien in hun toekomstig agrarisch ondernemerschap. “Wij voelen ons gesteund met de interesse en betrokkenheid van Koningin Máxima in de agrarische sector. Dat doet ons goed”, aldus Pelleboer.

Staatssecretaris Dijksma sprak tijdens het symposium over de belangrijke eigenschappen van jong ondernemerschap: “Om goed met veranderingen in de sector en het bedrijf om te kunnen gaan is het belangrijk om te blijven leren, kennis toe te passen waar nodig en flexibel mee te bewegen met de veranderingen”, aldus Dijksma tijdens het NAJK-symposium. Tevens benadrukte staatssecretaris Dijksma dat traditie in het agrarische bedrijf nooit stilstand mag betekenen. Aan het oudste agrarische familiebedrijf van Nederland reikte Dijksma een award uit. De prijs ging naar Erve Hiddink van familie Vrielink, hun boerderij stamt uit het jaar 1593.

Tijdens het symposium presenteerde Ilse Matser (lector Familiebedrijven op Hogeschool Windesheim) de onderzoeksresultaten van het onderzoek ‘De toekomst van het agrarische gezinsbedrijf’. Krijn J. Poppe (bedrijfseconoom en onderzoeker bij LEI Wageingen UR), Lianne Veenstra (agrarisch ondernemerscoach) en Nils den Besten (melkveehouder en coöperatiebestuurder) praatten in een deskundig drieluik over de ontwikkelingen van agrarische bedrijven. Jonge boeren Peter de Regt (akkerbouwer), Monique van de Wolfshaar-van Asten (varkenshouder) en Niek Groot Wassink (melkveehouder) gaven hun visie omtrent ‘van Traditie naar Ambitie’ toegespitst op hun eigen bedrijfsontwikkeling. Directielid van bierbrouwerij Bavaria, Jan-Renier Swinkels, vertelde over de ervaring en waarde van het familiebedrijf Bavaria. Dagvoorzitter Lars Sørensen praatte de dag op interactieve en enthousiaste wijze aan elkaar.

Tijdens het symposium kwam nadrukkelijk naar voren dat jonge boeren en tuinders nog steeds het gezinsbedrijf met veel passie en ambitie willen voortzetten. “Spreken en discussiëren over de rol van het agrarisch gezinsbedrijf is van belang voor de toekomst van de agrarische sector. Tijdens het symposium ‘van Traditie naar Ambitie’ is dit kritisch besproken en met een open blik benaderd”, aldus Pelleboer.

Het symposium ‘van Traditie naar Ambitie’ is mede mogelijk gemaakt door de partners van NAJK: Rabobank, DeLaval, FrieslandCampina, Flynth, Interpolis en ForFarmers Hendrix.

Bekijk de foto’s van het NAJK-symposium ‘van Traditie naar Ambitie’ op de Facebookpagina van NAJK.