Samenwerking FAJK en OTC Organics B.V.

‘Ontmoeten, verbinden en kennis delen in Flevoland’

We zijn als het Flevolands Agrarisch Jongeren Kontakt (FAJK) blij te mogen verkondigen dat wij een mooie samenwerking zijn aangegaan met OTC Organics B.V. als sponsor. Sinds de oprichting in 2004 heeft OTC Organics B.V., importeur, exporteur en distributeur van dagverse biologische groenten en fruit, een enorme groei doorgemaakt.

Gestart met een sterke basis van biologische uien, kasgroenten en vollegrondsgroenten uit Nederland en België, heeft de toenemende vraag naar biologische producten geresulteerd in een uitbreiding van het assortiment van meer dan 100 verse biologische producten van lokale, regionale en mondiale origine. Sinds mei dit jaar is OTC Organics gevestigd aan de Eskimolaan in Dronten. De onderneming bestaat inmiddels uit ruim 30 medewerkers verspreid over meerdere bedrijven. Naast de hoofdvestiging in Dronten heeft OTC Organics een vestiging in Poeldijk, Canada & Ivoorkust. Hun afnemers zijn groothandelaren, verpakkers, verwerkende industrie en supermarkten in Europa, het Midden-Oosten en Canada. De kracht van OTC Organics zit in de solide en langdurige relaties die zij hebben opgebouwd met (inter)nationale biologische telers en leveranciers. Daardoor kunnen zij het hele jaar door een constante aanvoer garanderen van hoogwaardige gecertificeerde biologische groenten en fruit. Daarnaast is Supply Development, met name in Latijns-Amerika en West-Afrika, ook een belangrijk aandachtsgebied bij OTC Organics. Door het ontwikkelen van nieuwe projecten wil OTC Organics nieuwe leveranciers / producten aan klanten verbinden, zodat ze nog beter kunnen inspelen op de marktbehoefte.

OTC Organics is trots om sponsor van FAJK te zijn. Als bedrijf gevestigd en Flevoland delen wij graag onze kennis met agrarische jongeren in deze regio. Zo zullen er komend voorjaar informatieavonden georganiseerd worden voor leden van het FAJK over omschakelen van gangbare landbouw naar biologische landbouw. Maar ook komen wij graag in contact met leden die op zoek zijn naar een inhoudelijke stage in de agrarische sector of zelfs kandidaten voor onze vacatures.

Nick Vermeer, voorzitter FAJK: “We zijn erg enthousiast over onze nieuwe sponsor en denken hiermee een mooie samenwerking tegemoet te gaan. Naast onze andere sponsoren is OTC Organics een zeer geschikte aanvulling qua kennis en netwerk.”
Voor FAJK-leden betekent dit dat er in de toekomst leuke excursies komen en onder onze leden en OTC Organics wellicht óók mooie samenwerkingen en netwerken ontstaan. FAJK is dé organisatie voor jonge agrarische ondernemers in Flevoland en behartigen de belangen van 400 leden op lokaal, provinciaal en landelijk niveau.

Geef jonge boer ontwikkelingsruimte in plaats van strafblad

Sinds een halfjaar ben ik bestuurslid bij NAJK met de portefeuille melkveehouderij. Als derde bestuurslid op rij krijg ik te maken met het fosfaatrechtenstelsel en de uitwerking ervan. Richting het einde van het jaar blijkt hoe lastig het is om goed uit te rekenen hoe je uitkomt binnen de fosfaatruimte op bedrijfsniveau.

Als jonge melkveehouder met een nieuwe stal en volop ambitie richting de toekomst heb ook ik aan den lijve ondervonden wat een lastig jaar dit is geweest. Sturen op fosfaatproductie bleek nog niet eenvoudig. Koeien verkopen resulteerde soms in een stijging van de fosfaatproductie in plaats van een daling. Ondertussen hing er wel een strafblad boven het hoofd en bleef de prijs van fosfaat maar stijgen. Niet echt een lekker begin van je carrière als boer.

Ik heb vanuit NAJK meerdere keren mijn zorgen, over onder andere de boete, lease (gedeeltelijk) zonder afroming, voorwaarden fosfaatbank, knelgevallen, CBS-cijfers en opties voor vereveningen, gedeeld in Den Haag. Als bestuurder is mij in ieder geval heel duidelijk geworden dat invloed aan het eind van een proces heel gering is. De richting is bepaald en daar wordt niet meer vanaf geweken. Het fosfaatrechtenstelsel is in een wet gegoten en daarmee lastig meer te beïnvloeden.

Echter, de fosfaatbank is nog niet definitief. Hier zie ik dan ook nog kans om nog zaken te wijzigen. De fosfaatbank is bedoeld om ontwikkelruimte te geven aan met name de duurzame jonge boeren. Een belangrijk punt hierin is de vijf jaar termijn. Jonge melkveehouders hebben, binnen het huidige voorstel, twee keer zoveel kans op fosfaat uit de fosfaatbank. Echter, je bent alleen jonge melkveehouder als je onder de 41 bent en niet langer dan vijf jaar melkveehouder bent (hierbij geldt ook de tijd dat je in maatschap zit). Dit is dus eigenlijk maar een beperkte groep. Ik zou liever zien dat er een breder begrip  is voor de jonge boer, zodat ook de jonge boeren die rond de overname zitten een beroep kunnen doen op de fosfaatbank. Want wat wij nodig hebben om als nieuwe generatie duurzamer te boeren zijn ontwikkelmogelijkheden en niet een strafblad.

___________________________________________________________________________________

Marije Klever

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Marije Klever (31) verantwoordelijk voor de portefeuille melkveehouderij. Marije combineert deze functie met het werk op haar melkveehouderij in De Meern.

 

Vrijdag 16-11-2018 | Nederlandse ambassade en terug naar huis

Nadat we gisteravond de toerist hebben uitgehangen in Rome en  een deel van de groep het nachtleven van Rome is ingedoken gingen we vandaag op bezoek bij de Nederlandse ambassade. Hier waren ook jonge Italiaanse boeren bij aanwezig. We werden ontvangen door ambassadeur Joep Wijnands en Marguerite Sipman. De Nederlandse ambassade, AGIA en NAJK hebben zich aan elkaar gepresenteerd. Na een heerlijke lunch aangeboden gekregen te hebben van de ambassade zijn we richting het vliegveld gegaan en was de studiereis ten einde. We vlogen terug naar Nederland waar we weer in het dagelijks leven van onze bedrijven kwamen.

Donderdag 15-11-2018 | Een dagje Rome

Na het ontbijt bij het naastgelegen koffiehuis  zijn we vertrokken richting Rome.  Het was een reis van ruim drie uur en hebben tijdens de reis veel van het Toscaanse landschap gezien. Een prachtig heuvelachtig landschap waarin ook veel landbouw bedreven wordt. Alle grond die ook maar enigszins bereik- en berijdbaar is wordt benut. Het bewijst dat een gemiddelde Italiaanse boer niet bang is om steile hellingen te trotseren. Veel grondbewerking gebeurt met relatief kleine rupstrekkers. Naast granen zagen we ook veel wijn- en olijfgaarden. Maar ook zagen we percelen waarop diverse soorten notenbomen staan. In de dalen wordt veel luzerne geteeld. Luzerne vormt een belangrijk aandeel in het voerrantsoen van veehouders.

Rond twee uur kwamen we aan in Rome en konden we direct genieten van de rijke cultuur van deze prachtige stad. Ook het chaotische verkeer hebben we mee mogen maken. Onze chauffeur liet dan ook regelmatig de claxon klinken, niet zelden gevolgd door een harde remingreep.

Na een hele rit door de stad kwamen we uiteindelijk oog in oog te staan met het Colosseum. Dit is een geweldig groot bouwwerk waarin in het begin van het Romeinse Rijk gladiatoren streden op leven en dood. Dat effecten van spelen vandaag de dag nog steeds aan de orde zijn bewees een gesloopt vijvermonument verderop in de stad na een verloren voetbalwedstrijd van Feijenoord. Met de metro hebben we nog een aantal andere highlights bekeken. De Sint Pieter in het Vaticaan hebben we vanbinnen bewonderd. In deze grootsheid voelden wij ons als agrariërs uit Nederland toch wel heel nietig. Verder hebben we de Trevifontein, de Spaanse Trappen, diverse tempels en het  Pantheon bekeken.

Na een overheerlijke Italiaanse maaltijd te hebben genuttigd, dook de harde kern van het studiereis-uitgaansteam het Romeinse nachtleven in. De terugkeer in de het hotel bleef voor de achtergeblevenen niet onopgemerkt…!

Woensdag 14-11-2018 | Woensdag, wijndag!

De week is doormidden. Vandaag reizen we weer verder naar het zuiden van Italië. Na een bezoek aan een middelgrote supermarkt vertrokken we richting San Prospero. We bezochten Gruppo Italiano Vini, de grootste wijnproducent van Italië. Op deze locatie produceren ze per dag 150.000 flessen ‘sparkling’ wijn. Na een tour langs de 300 ketels, flessenvoorraad en wijngaard was het tijd om het zelf te proeven. Vier verschillende wijnen van  cavicchioli u. & figli werden geserveerd, met Italiaanse delicatesse. Er werd uitleg gegeven over de smaak en structuur van de wijnen. Op kleur, bubbels, geur en smaak is de wijn te beoordelen. Een drogere wijn wordt in Lambrusco het meest gedronken, dit past het beste bij de lokale Italiaanse gerechten. Twintig procent van de wijnen van Gruppo Italiano  Vini wordt geëxporteerd naar landen als Amerika, China, Duitsland en Engeland. Dit zijn met name de zoete gangbare wijnen.

Na een wijnproeverij vertrokken we met de bus richting Toscane voor een bezoek aan de Public Authority Regione Toscana (het provinciehuis van Toscane). Er werd verteld over het beschikbare landbouwbudget van Europa, landelijke en regionaal voor de boeren uit de regio Toscane. Starters krijgen een budget tussen de €30.000,- en €50.000,- om als jonge landbouwer te beginnen in Toscane. Ook heeft Toscane The Landbank. Daarin hebben jongeren ook voorrang voor de beschikking van grond. Na een korte discussie en een echt Italiaans ijsje vertrokken we met de bus naar Albergo Giardino. We werden ontvangen op het bedrijf van de voorzitter van de jonge boerenorganisatie in Toscane. Hij produceert de Brunello di Montalcino ‘ Martoccia’-wijnen. Onder het genot van een Italiaans diner mochten we deze proeven. Afsluitend begeleide hij ons door Montalcino, de plek waar we overnachtten.

Groetjes uit Toscane!

 

Dinsdag 13-11-2018 | Heel veel koeien en hectares

We zijn dinsdag begonnen met een rondleiding over Cascina Caremma, de plek waar we gisteravond in het donker aan kwamen. Leuk om dan bij daglicht verrast te worden. Vervolgens gingen we naar het indrukwekkende melkveebedrijf van de familie Mulino in Lodi. Op dit bedrijf lopen 2000 runderen waarvan er nu 800 aan de melk zijn. Op dit grote familiebedrijf wordt met 18 medewerkers het werk gedaan. Er is 600 hectare grond in gebruik waar maïs, gras en luzerne geteeld wordt. De mest wordt verwerkt in een grote vergister waar ook het restvoer en de mindere kwaliteit stro en mais in gaat. De famlie Mulino heeft het bedrijf 20 jaar geleden gekocht nadat ze op hun oude bedrijf weg moesten voor uitbreiding van de stad Milaan. De koeien liggen ook hier in diepstrooisel boxen en worden gemolken in een grote 48 stands buitenmelker van De Laval. Er wordt een indrukwekkende productie gehaald van 13.000 kg melk per koe per jaar met 4% vet en 2,7% caseïne. Dat is een kengetal waarop de hoeveelheid kaas die er van de melk gemaakt kan worden op wordt gebaseerd. Ze kennen dus niet zoals wij Nederlanders de vet-eiwit-lactose verhouding. De melk wordt geleverd aan een kleinere coöperatie van ongeveer 100 melkveebedrijven die vervolgens de melk doorverkoopt aan de grote coöperatie en Grano Padano producent Latteria Soresina.  Op dit moment wordt er 38,5 cent per kg melk uitbetaald zonder de nabetaling die nog moet komen.

Na het bezoek aan het melkbedrijf vertrokken we richting Bologna. Hier is de AMA-group gevestigd. Dit bedrijf maakt assemblageonderdelen voor verschillende agrarische machinefabrikanten o.a. Claas, Merlo en Toyota. Dit was de hoofdlocatie, er werden voornamelijk printplaten gemaakt en getest. Daarnaast hadden ze een softwarepakket ontwikkeld voor het verzamelen van verschillende data en deze vervolgens in een onlineprogramma te koppelen.

Na dit bezoek zijn we doorgereden naar SEAT-industries. SEAT-industries is een dochteronderneming van de AMA-group. Jaarlijks worden hier ongeveer 250.000 stoelen geproduceerd die geschikt zijn voor onder andere tractoren en grasmaaiers.

Aan het eind van de middag nog een rondje gedaan op een akkerbouwbedrijf wat graan, soja en mais in het bouwplan had. Ook hadden zij een grote loonwerktak. Het bedrijf werd gerund door Valeria, zij is de manager, haar vader en broer zijn verantwoordelijk voor het operationele deel.  Gemiddeld behaalden ze een opbrengst van 7 ton graan per hectare.

Maandag 12-11-2018 | Boeren in Milaan

Zondagmiddag vlogen we vanaf Schiphol naar Milaan, daar werden we opgehaald door onze buschauffeur voor de komende week. Na een reis van een half uur kwamen we aan bij het hotel. In de buurt van het hotel gingen we eten. Na het eten ging een deel van de groep het nachtleven verkennen. Na een nog redelijke nacht gingen we met de bus richting het oude centrum van Milaan, daar hebben we wat cultuur gesnoven. De kathedraal en het kasteel werden bezocht.

‘s Middags kregen we een presentatie van CIA (één van de drie Italiaanse boerenbelangenbehartigers), ze hebben vier vestigingen in het noorden van Italië. De voorzitter Paolo Maccazzola heeft iets verteld over de agrarische sector in Italië. We kregen een uitgebreide Italiaanse lunch aangeboden inclusief Aperol Spritz en rode bubbelwijn.
Na de lunch gingen we met Paolo mee naar zijn bedrijf. Hij woont aan de rand van een dorp met 27.500 inwoners en verkoopt veel producten aan huis. Op enkele meters naast zijn bedrijf begonnen de flatgebouwen, zijn klanten wonen dus letterlijk om de hoek. Er worden 140 koeien gemolken met op dit moment een productie van 28 kg per dag 4,1% vet en 3,62% eiwit. De jaarproductie is 12.000 kg per koe. 80 procent van het rantsoen wordt zelf verbouwd, ze verbouwen vooral maïs. Het rantsoen bevat in verhouding veel energie. Ze leveren aan de Grano Padano kaasfabriek. Het verschil tussen Grano Padano en Parmazaanse kaas is dat Paolo de gehele maïsplant moet voeren waar bij Parmazaanse kaas alleen de maïskorrel gevoerd mag worden. Wij werden tot slot verwend met eigen gemaakte panna cotta en creme caramel. Daarna gingen we de bus in voor het laatste stukje, naar onze overnachtingsplek bij Cascina Caremma, een typisch agrotoerisme hotel. Mooie locatie op het platteland. In Italië dineren ze rond 20:00 uur en nemen ze echt de tijd. We verlieten dan ook pas rond 22.30 uur de tafel na genoten te hebben van heel veel lekkere gangen. Even wennen voor ons Hollanders op studiereis.

Vanaf 3 december weer JOLA openstelling

Vanaf maandag 3 december 2018 tot en met vrijdag 8 februari 2019 wordt de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) weer opengesteld. Jonge boeren en tuinders kunnen een aanvraag indienen voor de aanschaf van modernere voorzieningen, installaties en machines. Dit is de vierde keer dat de JOLA wordt opengesteld. In november maken de Gedeputeerde Staten per provincie de investeringslijsten bekend.

De JOLA-regeling is onderdeel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2014-2020. De regeling is bedoeld om jonge agrarische ondernemers te ondersteunen in het verduurzamen en versterken van hun bedrijf. De regeling is speciaal gericht op de jonge land- en tuinbouwers, omdat deze groep vaak door de bedrijfsovername of start van de onderneming financieel weinig of geen mogelijkheden heeft om het bedrijf te versterken. Ondernemers tot en met 40 jaar kunnen onder voorwaarden subsidie aanvragen. De subsidie bedraagt 30% van de investering en is bedoeld voor investeringen die bijdragen aan verduurzaming op het bedrijf van een jonge agrarische ondernemer. Het subsidiebedrag bedraagt minimaal € 10.000,00 en maximaal € 20.000,00 per aanvraag. De investeringsmogelijkheden kunnen per provincie verschillen doordat de JOLA provinciaal opengesteld wordt.

Verbeteringen merkbaar

“NAJK heeft zich afgelopen periode hard ingezet voor een passende JOLA-regeling. Er zijn ten opzichte van de openstelling in 2017 een aantal verbeteringen in de regeling doorgevoerd. De investeringslijst is uitgebreid. Het is nu voor meerdere sectoren mogelijk om investeringen onder de JOLA te doen.”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername. Ook zijn er een aantal onduidelijkheden en problemen uit de eerdere openstellingen opgelost. Draaijer: “Mochten zich nog problemen bij het aanvragen van de JOLA voordoen, dan is het van belang om tijdens en na de openstelling deze aan te geven bij jouw provincie. Problemen die vaak voorkomen worden opgepakt door de provincies. ”

Persoonlijk BRS-nummer aanvragen

Voor het aanvragen van de JOLA heeft een jonge boer of tuinder een persoonlijk BRS-nummer nodig. Deze moet vermeld worden op de aanvraag. Het BRS-nummer van het agrarische bedrijf voldoet niet voor een JOLA-aanvraag. Draaijer: ”Het kan enkele dagen duren voordat de aanvraag van een persoonlijke BRS-nummer rond is. Vraag daarom zo snel mogelijk een persoonlijk BRS-nummer aan als je gebruik wilt maken van de JOLA.” Een BRS-nummer kan altijd worden aangevraagd, dus ook voor de openstelling van de JOLA-regeling.