Ruimte voor Landbouw en Natuur, het is tijd om stappen te zetten

Afgelopen September werd bekend dat het kabinet stopt met het Nationaal Programma Landelijk Gebied NPLG. Samen met het transitiefonds en de gebiedsgerichte aanpak moest dit programma ervoor zorgen dat doelen omtrent klimaat, water en stikstof werden gehaald in samenspraak met vitale boerenbedrijven. Ondanks de afschaffing van het programma zijn de doelen blijven staan. In plaats van het transitiefonds 25 miljard, heeft het kabinet 5 miljard uitgetrokken voor innovatie en vrijwillige opkoop, daarnaast is er 500 miljoen euro per jaar toegezegd voor de uitbreiding van het Agrarisch natuurbeheer ANB. Afgelopen vrijdag presenteerde minister Wiersma twee kamerbrieven met hierin haar alternatief om te werken aan deze doelen middels de aanpak ‘Ruimte voor Landbouw en Natuur’ en de eerste contouren hoe het structurele budget voor ANB ingezet kan worden.

De basis is goed, invulling blijft onduidelijk
NAJK is blij met de gekozen logica in de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur RLN. In de aanpak wordt onderscheid gemaakt tussen opgaven met generiek beleid, voor stikstof en broeikasgassen, en gebiedsspecifiek beleid voor ruimtelijke opgaven zoals waterkwaliteit, veenweide en de staat van de natuur. Deze denklijn sluit goed aan bij hetgeen waar NAJK al langer voor pleit. De gebiedsprocessen die zijn opgestart ten tijde van het NPLG waren met alle opgaven te complex, dit resulteerde in veel praten met weinig resultaat. “Deze nieuwe aanpak maakt het mogelijk om snel te schakelen en echt stappen te zetten!” aldus Merel Straathof portefeuillehouder leefomgeving.

Concretisering van de aanpak moet echter wel nog plaatsvinden. Zo worden gebiedsprocessen niet meer aangemoedigd vanuit het rijk. Wat lopende gebiedsprocessen kunnen verwachten is onduidelijk, dit baart NAJK zorgen. Ook is het nog onduidelijk hoe de gebiedsspecifieke opgaven worden aangepakt. Zolang de concretisering nog niet plaatsvindt kunnen we niet anders dan afwachten. Naast het gebrek aan concreetheid maakt NAJK zich zorgen over de haalbaarheid van het programma zolang een tijdspad voor implementatie en realisatie ontbreekt. De opgaven waar de landbouw mee te maken heeft, kennen deadlines. De Kader Richtlijn Water verplicht ons bijvoorbeeld om in 2027 te voldoen aan de voorschriften voor waterkwaliteit. Willen we met elkaar binnen drie jaar stappen zetten op dit dossier, dan is een tijdspad noodzakelijk.

Ook de inzet van 5 miljard voor met name innovatie en bedrijfsbeëindiging past in het plaatje. De voornemens zijn goed. Echter antwoorden op de vragen; hoe? wanneer? waar? en door wie? worden niet beantwoord. “De tijd begint te dringen. Hoe langer we stil staan, hoe radicaler de oplossingen die nodig zijn om op tijd te voldoen aan de Europese wetgeving”, stelt Straathof.

Agrarisch natuurbeheer, een waardig alternatief!
Agrarisch natuurbeheer kan een grote bijdrage leveren aan de biodiversiteit, waterkwaliteit en reductie van emissies. Om als jonge boer je bedrijf structureel in te richten met ANB is het noodzakelijk dat je contracten af kan sluiten voor de lange termijn en je fatsoenlijk beloond wordt voor de geleverde diensten. Zonder deze voorwaarden is een omschakeling op je bedrijf niet mogelijk. De minister is voornemens om aan deze criteria te gaan voldoen met contracten voor 20 jaar, periodieke indexering en concurrerende vergoedingen. Uit onderzoek moet blijken of dit haalbaar is. NAJK is hier heel blij mee en hoopt dat deze positieve lijn bij de voorjaarsnota, waar concretisering plaatsvindt, doorzet. Het is nog onduidelijk welke pakketten waar mogelijk zijn en welke vergoedingen hierbij horen. Ook met het nieuwe budget is niet alles overal mogelijk, er moeten keuzes worden gemaakt. Willen we met elkaar in 2026 stappen kunnen zetten, dan moet er begin 2025 duidelijkheid zijn om alles nog voor te kunnen bereiden. “De contouren zijn hoopvol, maar zonder deze duidelijkheid is het nog moeilijk in te schatten in hoeverre agrarisch natuurbeheer een echt alternatief verdienmodel wordt”, stelt Straathof.

NAJK gaat verder met haar inzet voor het concretiseren van de nieuwe aanpak. “Jonge boeren willen hun bedrijf op een duurzame manier kunnen doorontwikkelen. Pas na concretisering weten we waar we aan toe zijn en hoe we aan de opgaven kunnen werken. Willen we het voor jonge boeren mogelijk maken zich aan te passen, dan moeten er nu stappen worden gezet”, aldus Straathof.

Mogelijk extra drie jaar onzekerheid voor PAS-melders en geen oplossing voor interimmers

Minister Wiersma heeft gisteren een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over het legaliseren van PAS-melders. In de boodschap is samengevat dat legaliseren binnen de wettelijke termijn niet gaat lukken. Daarnaast gaat de minister andere methoden toepassen om PAS-melders te legaliseren en handhaving bij hen te voorkomen. Over interimmers wordt in deze brief niet gesproken. “Voor PAS-melders is de onzekere periode nog niet voorbij, want legalisatie moet nog plaatsvinden. Voor interimmers biedt deze brief helemaal geen oplossing en dat is kwalijk. Jonge boeren en boerinnen die behoren tot deze categorieën kunnen hierdoor nog steeds niet bouwen aan een toekomst. Daar hebben ze een geldige natuurbeschermingswetvergunning voor nodig, anders komt er geen financiering los bij banken waarmee ze kunnen investeren in een renderend en duurzaam bedrijf”, aldus voorzitter Roy Meijer.

Inhoud brief
Het gaat de minister niet lukken om binnen de wettelijke termijn, voor 28 februari 2025, alle PAS-melders te legaliseren. De minister wil met een wetswijziging komen om de wettelijke termijn waarbinnen PAS-melders gelegaliseerd moeten worden met drie jaar te verlengen. In deze periode wil ze op drie manieren PAS-melders legaliseren:

  1. De minister wil een rekenkundige ondergrens instellen, oftewel een drempelwaarde. Echter is in de brief nog niet te lezen wanneer dit wordt ingesteld en hoe hoog die rekenkundige ondergrens is. Dit moet allemaal nog worden uitgewerkt.
  2. De minister wil PAS-melders individueel helpen middels begeleiding van zaakbegeleiders die aan hen weergeven wat wel en wat niet mogelijk is op hun locatie om zicht te krijgen op legalisatie. PAS-melders met een voor de Natuurbeschermingswet geldende referentie kunnen bijvoorbeeld middels het toepassen van innovaties op hun bedrijf hierop zicht krijgen. Ze kunnen hiervoor gebruik maken van emissiearme stalsystemen. Voorwaarde is wel dat provincies hier dan natuurbeschermingswetvergunningen voor durven af te geven, gezien de gerechtelijke uitspraken hierover. De minister is bereid om de kosten hiervan grotendeels te dragen, mits de schadecommissie een positief advies over de schadeclaim uitbrengt.
  3. De minister wil een gebiedsgerichte oplossing zoeken voor PAS-melders. Het idee van deze route is dat in een gebied juridisch geborgde en afdwingbare afspraken op gebiedsniveau in de tijd gemaakt worden. Die afspraken moeten met zekerheid leiden tot de hoeveelheid stikstofreductie die nodig is voor de natuur. Vervolgens kunnen PAS-melders een vergunning krijgen. Ook deze route moet nog helemaal uitgewerkt worden.

De minister wil handhaving bij PAS-melders voorkomen door een vijftal argumenten. Zoals gezegd wil ze de wettelijke legalisatietermijn met drie jaar verlengen. Hiervoor is een wetswijziging nodig. Daarnaast worden de nieuwe middelen van het kabinet, 5 miljard, aangevoerd als tweede argument. Deze middelen zullen ook ingezet worden voor minder stikstofemissies. De uitvoering hiervan is nog onbekend.  Als derde argument wordt aangevoerd dat er al feitelijke maatregelen zijn getroffen, zoals opkoopregelingen. Deze maatregelen zorgen voor minder stikstofemissies, waardoor handhaving mogelijk kan worden voorkomen. Als vierde argument wordt aangevoerd de door het vorige kabinet aan de provincies uitgegeven 2 miljard. De provincies kunnen met deze gelden een start maken met de nieuwe gebiedsgerichte aanpak waarin ook stikstofemissies zullen worden gereduceerd en de staat van de natuur wordt verbeterd. Als laatste argument tegen handhaving wordt “onrechtvaardigheid” aangevoerd. Immers, de PAS-melders hebben gehandeld naar de letter wet, alleen de wet is veranderd. De minister vindt dat de rechter hier oog voor moet hebben.

NAJK ziet legalisatie PAS-melders en interimmers nog steeds somber in
“In onze ogen is deze brief enkel een oplossing voor PAS-melders die een referentie hebben uit een eerdere milieu- of hinderwetvergunning, die vaak dertig jaar teruggaat in de tijd. Zij kunnen hierdoor mogelijk met behulp van emissiearme stalsystemen minder uitstoten en binnen hun referentie blijven, mits provincies bereid zijn om een natuurbeschermingswetvergunning aan deze PAS-melders te geven ondanks alle gerechtelijke uitspraken over deze emissiearme stalsystemen. Dat is voor deze bedrijven positief, mits de schade wordt vergoed. Heb je geen referentie als PAS-melder, dan zien wij nog niet direct een oplossing in deze brief. Het is te hopen voor hen dat de door de minister aangedragen vijf argumenten om van handhaving af te zien afdoende zijn. Wij hebben hier wel zorgen over.”, aldus Roy Meijer voorzitter NAJK. Zonder legalisatie is de toekomst van een PAS-melder onzeker en daarom zal NAJK zowel met de politieke partijen als met het ministerie in gesprek gaan om oplossingen aan te dragen, zodat legalisatie gaat plaatsvinden en wordt versneld.

Daarnaast wordt er in hele brief geen woord gerept over interimmers. Dat vindt NAJK onacceptabel en onverantwoord. “Het lijkt wel alsof interimmers volledig van de radar zijn verdwenen bij dit kabinet en daarmee lijkt een oplossing voor hen heel ver weg. Den Haag lijkt maar moeilijk te beseffen dat naast PAS-melders ook interimmers niet kunnen investeren in de toekomst zonder een geldige natuurbeschermingswetvergunning.”, aldus Meijer. Ook hierover gaat NAJK zowel met politieke partijen als met het ministerie in gesprek om ook voor interimmers een oplossingsrichting te vinden, zodat jonge boeren die interimmer zijn zicht krijgen op legalisatie en dus op een toekomst!

 

Luister naar de reactie van Roy Meijer tijdens de uitzending van vrijdag 29 november over PAS-melders op NOS Radio 1 .

Oproep LTO en NAJK: Alternatieve maatregelen fosfaat NV-gebieden

NAJK en LTO roepen minister Wiersma op om duidelijkheid te geven aan de ondernemers in de NV-gebieden die zijn aangewezen op basis van fosfor als knelpunt. Het einde van het jaar nadert en er is nog steeds geen duidelijkheid over welke maatregelen de ondernemers daar kunnen verwachten. Dit is onverantwoord, ondernemers zijn alweer geruime tijd bezig met het opstellen van het bouwplan voor komend jaar met daaraan gekoppeld ook hun bemestingsplan. Wat NAJK en LTO betreft is het simpel en wordt in ieder geval de zekerheid geboden dat de voorgenomen 20% korting op de stikstofgebruiksnorm niet wordt doorgevoerd. In de plaats daarvan zouden ondernemers de keuze moeten krijgen uit alternatieve maatregelen die effectiever zijn en beter passen bij het gebied en de ondernemer.

Minister Adema kondigde bij de implementatie van NV-gebieden al aan te onderzoeken of specifieke fosformaatregelen mogelijk zijn, in plaats van een extra 20% verlaging van de stikstofgebruiksnorm. Waar fosfor een probleem zou zijn, is een korting op de stikstofgebruiksnorm volstrekt onterecht, onnodig  en niet effectief volgens NAJK en LTO.

Kanttekening
NAJK en LTO vinden dat recente bronnenanalyses gebruikt moeten worden voor NV-gebieden, of beter nog, dat de hele aanwijzing en Nitraatrichtlijn herzien moeten worden. Aangezien dit op korte termijn niet haalbaar is, moet  in ieder geval de vergaande maatregel van 20% korting omgezet worden in de betreffende gebieden.

Voordat er gesproken kan worden over alternatieven moet worden benadrukt dat in verschillende gebieden waar fosfor de reden is om deze gebieden aan te wijzen als NV-gebied, de vraag rijst of maatregelen binnen de landbouwsector daadwerkelijk in staat zijn om deze “fosfordruk” te verlagen. De achtergrondbelasting, bijvoorbeeld kweldruk, heeft een grote invloed in veel van deze gebieden en zou als bron beter in beeld moeten worden gebracht. Het voelt voor veel ondernemers in deze gebieden alsof zij gestraft worden voor iets waar ze geen invloed op hebben en waar  dus ook geen effectief beleid voor boeren en tuinders voor gemaakt kan worden. Nader onderzoek naar deze achtergrond belasting is nodig om dit goed in beeld te brengen en effectieve maatregelen te kunnen implementeren.

Keuzepakket
Als landbouw een bewezen rol speelt, moet de fosforemissieroute naar oppervlaktewater worden onderzocht. Volgens LVVN is afspoeling van bodemdeeltjes de belangrijkste bron. Sectorpartijen willen een breed pakket aan maatregelen om deze route aan te pakken, waarbij ondernemers vrij zijn om passende maatregelen te kiezen, met voorkeur voor flexibiliteit en uitbreidbaarheid van het pakket.

Het CDM heeft begin 2024 maatregelen geïnventariseerd en een advies uitgebracht. Het CDM onderschrijft dat de effectiviteit van de maatregelen sterk afhankelijk is van de lokale situatie, wat NAJK en LTO sterkt in de oproep om een keuzepakket beschikbaar te stellen voor telers in de aangewezen gebieden.

Slootkantenbeheer
Bovendien is bekend dat een deel van de bodemdeeltjes in het oppervlaktewater belandt als gevolg van erosie aan slootkanten. De oorzaak hiervan kan zowel liggen in het beheer van de slootkanten als door de invloed van invasieve exoten, zoals de rivierkreeft. Naast maatregelen gericht op de landbouwsector, zouden er ook passende maatregelen moeten worden genomen door de andere actoren die (mede) verantwoordelijk zijn voor het beheer van deze slootkanten.

Nieuwe podcastserie “Wie Wat Water” biedt waardevolle inzichten voor agrariërs

Waterkwaliteit en landbouw: Wat moet je weten?
Als agrariër heb je dagelijks te maken met de kwaliteit van water. Het beïnvloedt de groei van gewassen, het welzijn van vee en je bedrijfsvoering als geheel. De waterkwaliteit in Nederland voldoet nog niet aan de Europese eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit roept veel vragen op: hoe werkt de KRW precies en wat betekent dit voor jouw bedrijf? Om deze vragen te beantwoorden heeft Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) samen metDeltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een nieuwe podcastserie gelanceerd: “Wie Wat Water: De BoerenPodcast”. Deze serie biedt jou helderheid over de wateropgaven waar je als boer mee te maken hebt.

Handige tips en inzichten voor de praktijk
De podcast richt zich speciaal op agrariërs en jongeren in de agrarische sector. Elke aflevering behandelt thema’s zoals waterkwaliteit, regelgeving en de praktische impact hiervan op jouw bedrijf. Door middel van gesprekken met specialisten, boeren en beleidsmakers biedt de serie je waardevolle kennis om toekomstbestendig om te gaan met de eisen die de KRW aan jouw bedrijfsvoering stelt.

Onderwijsopdracht: gespreksstarter rondom waterkwaliteit
Naast de podcast is er ook een speciale onderwijsopdracht ontwikkeld, gericht op agrarische studenten. Deze opdracht biedt discussiepunten en stellingen om in de klas of op het bedrijf in gesprek te gaan over de uitdagingen van waterbeheer en regelgeving. Het helpt je als ondernemer én de toekomstige generatie agrariërs om beter voorbereid te zijn op de wateropgaven en de brug tussen waterkwaliteit en landbouw te slaan.

Blijf geïnformeerd en luister nu
Wil je meer weten over welke wateropgaven er momenteel spelen en hoe je hier mee om kunt gaan op jouw bedrijf? Luister dan nu naar “Wie Wat Water: De BoerenPodcast” en blijf op de hoogte van de laatste inzichten en ontwikkelingen. Bezoek de webpagina  over deze podcast voor meer informatie, of luister de podcastserie via Spotify, of via YouTube.

Doelsturing van groot belang in klimaatopgave voor de landbouw

Vandaag, op donderdag 24 oktober presenteerde het kabinet de Klimaat- en Energieverkenning 2024 (KEV). Deze jaarlijkse verkenning geeft inzicht in hoe o.a. broeikasgasemissies zich in de toekomst kunnen ontwikkelen aan de hand van bestaand klimaatbeleid. De KEV maakt duidelijk dat de gewenste emissiereductie uit landbouw en landgebruik voor 2030 nog veel van de landbouw vraagt. De aankondiging van minister Wiersma voor het implementeren van doelsturing op klimaat komt dan ook als geroepen.  “Zolang je als individuele ondernemer niet weet waar je aan moet voldoen kan je er ook niet in investeren op bedrijfsniveau”, stelt Merel Straathof, portefeuillehouder leefomgeving.

NAJK is niet verrast door de uitkomsten van de KEV 2024. Bedrijven die willen investeren in klimaat doen dit voor minimaal 20 jaar. Deze investeringen moeten in lijn zijn met de wensen van de markt en overheid. Echter is het tot op heden niet duidelijk waar je als bedrijf in 2030 en 2050 aan moet voldoen. Deze aanhoudende onduidelijkheid beperkt investeringen van jonge boeren in klimaatreductie.  Daarnaast worden de resultaten van managementmaatregelen nog onvoldoende meegenomen in de verkenning. De stap naar doelsturing voor de klimaat is om onder andere deze redenen al langer een grote wens van NAJK. Door aan de voorkant te stimuleren en aan de achterkant haalbare bedrijfsspecifieke emissiedoelen vast te stellen gaan ondernemers stappen zetten. Alleen zo krijgen we een beweging op gang.

De eerste contouren voor doelsturing zijn geschetst, na concretisering zal blijken welke gevolgen dit heeft voor de haalbaarheid van de klimaatdoelen. De doelstellingen voor 2030 komen snel dichterbij. “Een vlotte implementatie van doelsturing op broeikasgassen is nodig om jonge boeren voldoende tijd te geven om te werken aan de doelstellingen. Als NAJK werken we hier graag aan mee”, aldus Straathof.

Stappen op weg naar een dierwaardige veehouderij en de impact daarvan

Vandaag heeft de voorzitter van de hoofdtafel Convenant dierwaardige veehouderij, Elbert Roest het onderzoeksrapport ‘Werken aan dierenwelzijn in de veehouderij: een sociaaleconomische impactanalyse’, aangeboden aan Minister Femke Wiersma. Dit gebeurde tijdens werkbezoeken aan veehouderijbedrijven. Duidelijk is dat de voorgestelde stappen leiden tot kostenverhogingen, en die zullen in de keten tot en met de consument moeten worden verdeeld. De partijen aan de hoofdtafel betrekken de onderzoeksresultaten bij de invulling naar een meer dierwaardige veehouderij.

Het onderzoeksrapport is verbonden aan het convenanttraject richting een dierwaardige veehouderij. Dagelijks bestuurders Wendy Kicken en Ruben Klein Teeselink nemen vanuit hun rol bij NAJK actief deel in gesprekken rondom het Convenant Dierwaardige Veehouderij. Binnen dit traject is sinds oktober 2022 een brede coalitie van partijen met elkaar in overleg over de invulling van dierenwelzijnsregels per dierlijke sector. Het onderzoeksrapport speelt in op een toenemende maatschappelijke betrokkenheid op dierenwelzijn en de brede wens om verdere verbetering in dierenwelzijn in de veehouderij te realiseren.

Dierenwelzijnsstandaarden en de aanpassing daarvan hebben forse gevolgen voor de bedrijfsopzet en daarmee ook voor de kostprijs en de prijs in de keten tot aan de consument. Succesvolle realisatie van de wens om via de voorgestelde (sector-) plannen tot een meer dierwaardige veehouderij te komen vraagt om gezamenlijke en gelijktijdige inzet van alle betrokken partijen; het rijksbeleid (en Europees beleid), inzet van markt- en ketenpartijen, en de consument.

De onderzoekers pleiten voor een realistische fasegewijze aanpak, waarbij door het goed monitoren van de voortgang indien nodig bijgestuurd kan worden. In dit proces is een belangrijke rol weggelegd voor een onafhankelijke autoriteit die de randvoorwaarden en de ambitie van het proces moet gaan bewaken. Voor de partijen in het convenanttraject is de uitdaging om de route naar een meer dierwaardige veehouderij in 2040, te vertalen naar heldere onderlinge afspraken. Dan wordt duidelijk wat eenieders rol is voor het zetten van deze stappen naar een dierwaardiger veehouderij.

EiwitChallenge-winnaar Rik van der Weele op studiereis naar de UK

In 2023 won Rik van der Weele de eerste editie van de EiwitChallenge, een wedstrijd georganiseerd door Limagrain en NAJK. De hoofdprijs was een volledig verzorgde studiereis naar Engeland, een land dat bekend staat om zijn grote areaal veldbonen – waarschijnlijk het grootste in Europa.

De groep bezocht eerst de site van Limagrain UK in Rothwell.

De EiwitChallenge
In de EiwitChallenge 2023 gingen 16 jonge boeren aan de slag met de teelt van veldbonen. Hun doel was om met deze teelt een eerste stap te zetten richting zelfvoorziening in de productie van plantaardig eiwit. Gedurende het teeltseizoen hielden de deelnemers intensief contact via een groepsapp, waarin ze ervaringen deelden en elkaar tips gaven. Bij de beoordeling van de deelnemers werd niet alleen gekeken naar de opbrengst en vakkennis, maar ook naar hun inzet en enthousiasme. Uiteindelijk sleepte Rik van der Weele de hoofdprijs in de wacht.

Studiereis naar Engeland
In augustus 2024 was het zo ver: Rik vertrok samen met het team van Limagrain naar Engeland. De reis begon met een boottocht naar Hull, waarna de groep een bezoek bracht aan het kantoor en de fabriek van Limagrain UK. Hier ontmoetten ze de Engelse collega’s die hen tijdens de reis zouden begeleiden. Na een eerste kennismaking en introductie over de veldbonenteelt in Engeland, bezocht de groep de eerste van drie boerderijen.

Tijdens de presentatie van Mr. Bean op de eerste boerderij die werd bezocht op de tweede dag.

Op de tweede dag stonden nog twee boerderijbezoeken op het programma. De locaties lijken op de kaart niet zo ver van elkaar vandaan te liggen, maar de afstanden in Engeland zijn toch net iets anders dan we hier gewend zijn. De bezochte boerderijen zijn gemengde bedrijven met akkerbouw en vleesvee. De gewassen worden geteeld als veevoer, het doel is om zo weinig mogelijk te hoeven aankopen.

Teeltrotaties zien er anders uit dan in Nederland, de nadruk ligt er van oudsher op tarwe en koolzaad. En natuurlijk is het heuvelachtige landschap een bepalende factor: veel grond leent zich er niet voor om bebouwd te worden en is alleen geschikt voor begrazing. Boeren hebben hier nog nauwelijks met regelgeving vanuit de overheid te maken.

Rik van der Weele: ‘in Nederland telen we veldbonen vooral voor de opbrengst, hier kiezen ze het gewas puur voor bodemverbetering’.

Veldbonenteelt
Met zo’n 180.000 hectare aan veldbonen heeft Engeland een aanzienlijk groter areaal van dit gewas dan Nederland. De teelt van veldbonen wordt daar vooral ingezet om de bodem te verbeteren, de opbrengst is minder belangrijk. Dit was ook iets wat Rik opviel tijdens de boerderijbezoeken: ‘in Nederland weten we natuurlijk ook dat veldbonen stikstof binden en de bodemstructuur verbeteren, maar dat is niet het teeltdoel. Bij ons ligt de focus echt op de opbrengst, anders kan het niet uit’.

Tijdens het laatste boerderijbezoek werd dit verschil nog eens bevestigd. De boer vertelt dat het niet gaat om de opbrengst (in tonnen), maar om de totale financiële meerwaarde van de teelt binnen het bouwplan. Dat is natuurlijk lastig in exacte cijfers uit te drukken, maar binnen een teeltrotatie met veel tarwe en koolzaad kan dit zeker uit, omdat deze gewassen meer opbrengen als volgteelt van de bonen.

BoerenKansen-project overtreft verwachtingen

Het BoerenKansen-project van NAJK, dat liep van juni 2022 tot en met mei 2024, is succesvol ten einde gekomen. Met als doel jonge agrariërs bewust te maken van kringlooplandbouw en hen praktische handvatten te bieden, wist het project 743 deelnemers aan te trekken.

Workshops en Communicatie

Tijdens BoerenKansen werden 25 workshops en webinars georganiseerd, zowel fysiek als online, waarin onderwerpen als natuurlijke diergeneesmiddelen, meerwaarde creëren met een neventak en eigen voederwinning aan bod kwamen.

De video’s en het bordspel Kring Loop, dat als afsluiting van het project werd ontwikkeld om jonge boeren de mogelijkheid te bieden op een interactieve manier hun kennis over kringlooplandbouw te testen en verder te ontwikkelen, waren echte hoogtepunten.

Marjan Holtland, projectmedewerker bij BoerenKansen, benadrukt dat vooral de interactieve aard van de workshops en de ondersteunende video’s jongeren inspireerden. “De video’s hielpen niet alleen om de workshops te promoten, maar zorgden er ook voor dat de opgedane kennis op een speelse manier werd vastgehouden.”

Tijdens een van de workshops, ‘Hoe betrek je de omgeving?’, werd het voor veel deelnemers duidelijk dat ze al meer met hun omgeving deden dan ze zelf doorhadden, zoals het organiseren van open dagen of boerderij-educatie. Dit soort inzichten motiveerde hen om deze initiatieven verder uit te breiden.

Samenwerking en Innovatie

De samenwerking met Bionext, evenals de inzet van een enthousiast projectteam droeg bij aan het succes van het project. De samenwerking met Bionext benadrukte de voordelen van het verbinden van reguliere en biologische boeren, waardoor jonge boeren een duurzaam netwerk konden opbouwen.

BoerenKansen zorgde niet alleen voor meer bewustwording en kennisoverdracht, maar heeft ook jonge boeren geïnspireerd om duurzamer te werken. Holtland ziet de toekomst van kringlooplandbouw in Nederland positief tegemoet. “Jonge boeren zijn steeds meer geïnteresseerd en gemotiveerd om duurzame methoden toe te passen.”

Koppert nieuwe partner NAJK

Op dinsdag 17 september 2024 hebben Koppert en NAJK een partnerovereenkomst getekend. NAJK is blij om Koppert als partner te verwelkomen en kijkt uit naar een goede samenwerking!

Koppert, wereldwijd marktleider in biologische gewasbescherming en natuurlijke bestuiving, is een waardevolle kennispartner binnen de portefeuille akkerbouw van NAJK.
De overeenkomst weerspiegelt de gezamenlijke visie van NAJK en Koppert: het streven naar een toekomstbestendige landbouw. Met de expertise van Koppert, kan NAJK zijn inzet in de landbouw versterken.

Dit partnerschap biedt nieuwe kansen voor kennisdeling en innovatie, waarmee we gezamenlijk de uitdagingen in de landbouwsector aan kunnen gaan.

NAJK blij met focus op toekomstperspectief (jonge) boer en tuinder, maar mist concrete uitwerking

NAJK heeft gisteren kennis genomen van het nieuwe regeerakkoord van het kabinet, bestaande uit bewindspersonen uit de partijen: PVV, VVD, NSC en BBB. In dit regeerakkoord wordt de nadruk gelegd op perspectief voor de blijver en het vergroten van het aantal succesvolle bedrijfsopvolgingen. Dit alles moet plaatsvinden binnen de gestelde duurzaamheidsdoelen en dat vraagt volgens NAJK nog wel om een concrete uitwerking. “Het regeerakkoord geeft weinig tot geen concrete uitwerking, maar er ligt een basis om er wat van te maken. NAJK wil hier graag aan meewerken.”, stelt Roy Meijer voorzitter NAJK.

Generatievernieuwing centraal thema
Het kabinet wil gaan voor een sterkere generatievernieuwing op agrarische bedrijven door onder andere een samenhangend pakket te ontwikkelen voor het vergroten van het aantal succesvolle bedrijfsopvolgingen binnen en buiten de familie. In het GLB wordt gewerkt aan de nieuwe interventie ‘Samewerken aan generatievernieuwing’ waarin gewerkt wordt aan vernieuwde concepten die landbouwgrond toegankelijker maakt voor jonge landbouwers. Daarnaast zal samen met NAJK het kenniscentrum bedrijfsovername worden vormgegeven. “Onze sector vergrijst als een malle. Deze voornemens zijn meer dan broodnodig voor een toekomstbestendig agrofoodcluster. NAJK staat klaar om dit verder uit te werken met het kabinet.”, stelt Meijer.

Functie en meerwaarde
Het kabinet maakt een aantal duidelijke keuzes. NAJK licht hier een paar keuzes toe. Om te beginnen geeft het kabinet het Nederlandse agrocomplex een duidelijke functie en meerwaarde. Onze sector heeft een belangrijke rol voor de voedselzekerheidsopgaven op zowel, mondiaal, Europees als nationaal niveau. Volgens het regeerakkoord vervult onze sector dit door hoogproductief te zijn en efficiënt. Daarnaast heeft de Nederlandse land- en tuinbouw enorm veel kennis die verspreid kan worden op zowel Europees als mondiaal niveau met het oog op het binnenhalen van kennis van andere toonaangevende landen met een agrarisch profiel. “Het kabinet laat zien waarom de land- en tuinbouw er toe doet. Dat is belangrijk, omdat onze sector hierdoor sterker komt te staan in afwegingen over bijvoorbeeld welke sector welke milieugebruiksruimte krijgt om in te produceren.”, aldus Meijer.

Doelsturing, emissiebeleid en gewasbeschermingsmiddelen
Een andere keuze is de keuze voor doelsturing op het gebied van stikstof- en broeikasgasemissies waardoor je als boer zelf mag bepalen hoe je de doelen haalt, mits je ze maar haalt. Op deze manier wil het kabinet zoveel mogelijk van middelvoorschriften af. “Doelsturing is een vurige wens van NAJK. Zij die voldoen moeten extra ondernemersruimte krijgen en zij die niet voldoen moeten worden aangepakt. Alleen zo krijg je een beweging op gang.”, stelt Meijer.

Tevens kiest dit kabinet een overgang van stikstofdepositiebeleid naar stikstofemissiebeleid. NAJK is daar al heel lang voorstander van met als reden dat boeren kunnen sturen op hun emissie, maar veel slechter op depositie. Recente onderzoeken en artikelen laten zien dat de relatie tussen individuele emissie van een veehouder en de veroorzaakte depositie hierdoor zeer zwak is. Daarnaast ziet NAJK veel meer heil in het verlagen van de stikstofdeken, dan het verlagen van depositie. Stikstofemissie verdwijnt in de stikstofdeken die op haar beurt weer depositie veroorzaakt. “Willen we minder depositie, dan moet de stikstofdeken zakken middels lagere stikstofemissie. Juist hierop kunnen veehouders sturen, mits de juiste stimuleringsmaatregelen getroffen worden. Het kabinet geeft hier duidelijk aanknopingspunten voor, maar de concrete uitwerking mist.”, aldus Meijer.

Daarnaast kiest het kabinet bijvoorbeeld ook om bij besluitvorming over de Europese goedkeuring en de nationale toelating van gewasbeschermingsmiddelen onafhankelijke wetenschappelijke adviezen van daartoe aangewezen en bevoegde instanties te respecteren. “NAJK vindt dit een heel belangrijk punt. We moeten rationeel gaan kijken naar gewasbeschermingsmiddelen en al het beleid hieromtrent.”, stelt Meijer.

Agrarisch natuurbeheer en Brussel
Het kabinet wil jaarlijks vanaf 2026 structureel 500 miljoen euro beschikbaar stellen voor langjarig en marktconform betaald agrarisch natuurbeheer. Op deze manier hoopt het kabinet boeren te vergoeden die een bijdrage leveren aan de gebiedsspecifieke opgaven zoals in de veenweidegebieden, gebieden rondom
kwetsbare Natura 2000-gebieden, brede beekdalen en grondwaterbeschermingsgebieden. NAJK is hier blij mee, maar vraagt zich wel af of deze gelden genoeg zijn voor voldoende agrarisch natuurbeheer door boeren die ervoor zorgt dat de duurzaamheidsdoelen gehaald kunnen worden. Immers, deze doelen heeft het kabinet niet aangepast.

Daarnaast ziet het kabinet het belang van Brussel wanneer het gaat om ofwel nationaal beleid ofwel internationaal beleid. NAJK is hier blij mee. “Nu zaak om dat gezamenlijk vorm te geven en een passende strategie te maken die past bij de lange termijn belangen van Nederland en Europa.”, aldus Meijer.

Uitvoeringsorganisaties sterken maken of ontwikkelen productschap 2.0
NAJK is erg blij dat dit kabinet wil onderzoeken hoe de uitvoering dichterbij de ondernemer versterkt kan worden. Dit wil het kabinet doen door meer mogelijkheden te bieden voor brancheorganisaties, zoals de Branche Organisatie Akkerbouw, om collectieve afspraken te maken. Tevens wil het kabinet onderzoeken of een hernieuwde vorm van de in 2014 afgeschafte productschappen benodigd is. NAJK is hiervan groot voorstander en is er daarom erg blij mee. “We missen een uitvoeringsorganisatie met politiek mandaat waarin boeren, bedrijfsleven en overheden snel met elkaar kunnen schakelen om collectief beleid te ontwikkelen over bijvoorbeeld verduurzaming of mestvraagstukken. Meer ruimte voor brancheorganisaties of een hernieuwd productschap 2.0 zijn hiervoor mooie oplossingsrichtingen.”, stelt Meijer

Kanttekeningen: legalisering PAS-melders en interimmers, waterkwaliteit, agrarisch natuurbeheer en concreetheid van plannen
NAJK mist een duidelijke uitwerking als het gaat om het legaliseren van PAS-melders en interimmers. De laatste categorie komt zelfs niet eens in het regeerakkoord voor. Het kabinet wil wel legaliseren, maar heeft daarvoor geen duidelijke aanpak omschreven. De aanpak die het vorige kabinet hiervoor had ontwikkeld, het Nationaal Plan Landelijk Gebied, is door dit kabinet afgeschoten en bestaat daarom niet meer. “Veel leden van ons blijven nog steeds in onzekerheid zitten over de vraag of ze wel of geen natuurbeschermingswetvergunning krijgen. Enkel opschrijven dat het moet, maar niet met welke aanpak geeft hen weinig tot geen houvast.”, vindt Meijer.

Ook mist NAJK bij doelsturing de handvatten om dit toe te passen bij het dossier waterkwaliteit en mestbeleid, de belangrijkste dossiers van de komende jaren. Dit vindt NAJK een cruciale misser. Daarnaast lijkt het erop dat niet enkel boeren aanspraak kunnen maken op de structurele investering van 500 miljoen in agrarisch natuurbeheer, maar ook andere beheerders. Het huidige budget is door het verdwijnen van het transitiefonds al zeer beperkt in relatie tot de gestelde duurzaamheidsdoelen. NAJK is dan ook van mening dat boeren de gelden voor agrarisch natuurbeheer dienen te krijgen en niemand anders.

Bovenal mist NAJK de concreetheid in de uitwerking in dit regeerakkoord. Enkel ambities of intenties opschrijven is niet voldoende. Ze moeten uitgewerkt worden. “Pas dan is het duidelijk voor jonge boeren en tuinders waar ze aan toe zijn. Dat geeft rust en ruimte voor keuzes voor de lange termijn.”, stelt Meijer.

Neem de jonge generatie serieus!
Jonge boeren en tuinders willen bouwen aan hun toekomst en dus ook aan toekomstig beleid. Zij willen graag de schouders eronder zetten, maar dan moeten ze in de uitwerking ruimte krijgen om mee te denken en serieus genomen worden. NAJK is een constructieve vereniging die wil samenwerken met iedereen die de bestaanszekerheid van jonge boeren en tuinders wil verbeteren. “Wij steken daarom onze hand uit naar dit kabinet om samen te werken aan een mooie toekomst voor jonge boeren en tuinders. Het is aan hen om onze hand aan te pakken en dan gaan we ervoor!”, aldus Meijer.