Controleer je inschrijving bij de Kamer van Koophandel vóór 15 mei

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de werkwijze om jonge landbouwers te beoordelen veranderd. Vanaf 2017 is de Kamer van Koophandel (KvK) inschrijving leidend voor de beoordeling. Uit de KvK-inschrijving moet blijken of de jonge landbouwer recht heeft op de top-up (extra bedrijfstoeslag per hectare), betalingsrechten uit de Nationale Reserve en JOLA.

RVO heeft in het verleden alleen de akte van de firma of maatschap gebruikt om de blokkerende zeggenschap te controleren. Vanaf 2017 wordt de KvK-inschrijving leidend en moet deze uitwijzen dat de blokkerende zeggenschap goed is geregeld. In de praktijk blijkt dit vaak in de maatschapsakte wel goed geregeld te zijn, maar bij de inschrijving bij de KvK niet. NAJK roept de jonge landbouwers die gebruik willen maken van de genoemde regelingen op om hun inschrijving bij de KvK te controleren. De registratie bij KvK moet uiterlijk 15 mei in orde zijn. De akte van firma of maatschap kan echter nog steeds door RVO ter controle opgevraagd worden. De blokkerende zeggenschap moet daarom ook nog steeds in de akte goed opgenomen zijn.

Blokkerende zeggenschap

Eén van de voorwaarden voor de toekenning van extra bedrijfstoeslag is, dat de jonge landbouwer beschikt over “ blokkerende zeggenschap”. Een jonge landbouwer heeft een blokkerende zeggenschap, indien hij/zij ondernemersbeslissingen van meer dan € 25.000 kan tegen houden.
Indien alle maten/vennoten onbeperkt bevoegd zijn, is er geen sprake van blokkerende zeggenschap en kan geen toeslag worden verkregen. Wanneer het gaat om een samenwerking van alleen jonge landbouwers, dan mogen alle maten of vennoten wel onbeperkt bevoegd zijn.

Verder is er geen sprake van blokkerende zeggenschap, wanneer in de akte is opgenomen, dat de andere maten of vennoten de samenwerking eenzijdig kunnen opzeggen, zonder dat de Jonge landbouwer het zogenoemde voortzettingsrecht heeft. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij proefmaatschappen. Deze komen dus niet in aanmerking voor de extra jonge-boeren steun. Klik hier voor meer informatie.

Top-up

Onlangs heeft de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) berichten aan jonge boeren uitgestuurd over toekenning of afwijzing van de aangevraagde extra hectaretoeslag (top-up) bij de gecombineerde opgave 2015. NAJK krijgt hier momenteel vragen over. Daarom wordt in dit bericht uitgelegd wie aanspraak kunnen maken op de top-up voor jonge boeren. Op deze manier kun je achterhalen of een afwijzing terecht is en of dat het raadzaam is hier bezwaar tegen te maken. Niet iedere afwijzing is namelijk terecht en zelfs bij toekenning kan er nog een fout in het aantal uit te keren jaren zitten. 

De eerste 5 jaar nadat je, volgens de voorwaarden die bij de top-up horen, voor de eerste keer zeggenschap hebt gekregen, kun je deze hectaretoeslag aanvragen. Dit wordt als volgt bepaald:

“De zeggenschap gaat in op de datum waarop de jonge landbouwer is toegetreden tot de rechtspersoon of het samenwerkingsverband. Deze datum halen wij uit de registratie bij de Kamer van Koophandel (KvK). Deze datum kan ook later zijn als u met bewijsstukken (bijvoorbeeld statuten en schriftelijke overeenkomsten) kunt aantonen dat u:

  • later blokkerende zeggenschap heeft gekregen dan de datum die bij de KvK staat geregistreerd.
  • op een later moment verantwoordelijk bent geworden voor de dagelijkse bedrijfsvoering, omdat u een dagopleiding volgde van gemiddeld meer dan 3 dagen per week of betaalde werkzaamheden deed in een andere onderneming voor gemiddeld meer dan 24 uur per week.

Er is geen zeggenschap voor de periode waarin een overeenkomst tussen alle maten of een overeenkomst tussen alle vennoten bepaalt dat de maatschap of VOF eenzijdig door de andere maten of vennoten kan worden opgezegd. Bijvoorbeeld de proefmaatschappen. Als alle maten onbeperkt bevoegd zijn heeft de jonge landbouwer geen blokkerende zeggenschap.”  

Eerste onderneming

Je kunt alleen top-up aanvragen als het bedrijf je eerste onderneming is. Wanneer je een bedrijf ongewijzigd hebt overgenomen na een samenwerkingsperiode blijft het gezien worden als je eerste onderneming (ook al veranderd het relatienummer). De datum van eerste zeggenschap verandert daarbij dus niet. Er komen veel opmerkingen bij NAJK binnen dat dit onterecht is omdat de jonge ondernemers juist ná bedrijfsovername de top-up nodig hebben. Zo kijkt NAJK ook tegen de huidige invulling van de top-up aan, maar dat staat los van wie nu voor de top-up in aanmerking komen. Bij splitsing van een onderneming is het overigens niet vanzelfsprekend dat de onderneming als eerste onderneming gezien blijft worden. Bij een tweede (of daaropvolgende) onderneming kom je in ieder geval niet in aanmerking voor de top-up.

Controle door RVO

RVO gaat ervan uit dat je startdatum van zeggenschap gelijk is aan de datum waarop je voor het eerst als landbouwer bij de Kamer van Koophandel (KvK) bent geregistreerd. Wanneer de door jou opgegeven startdatum van zeggenschap afwijkt van de geregistreerde datum bij KvK heeft RVO als het goed is aanvullende gegevens bij jou opgevraagd. Daarmee kun je aantonen dat je inderdaad later zeggenschap, volgens de voorwaarden van de top-up, hebt gekregen. Dit zou bijvoorbeeld een maatschapscontract kunnen zijn waaruit blijkt dat je een periode proefmaatschap had. Of een document waaruit blijkt dat je schoolgaand of werkend was naast het bedrijf.

Het kan ook zijn dat je zelf de datum van eerste zeggenschap onjuist hebt ingevuld. Het komt voor dat er verwarring is ontstaan over de eerste datum van zeggenschap. Dit komt voort uit het feit dat de zeggenschap volgens de voorwaarden van de top-up losstaat van of je voor de fiscus ondernemer bent of niet. In alle gevallen waarin je recht zou hebben op top-up en deze toch is afgewezen kun je bij RVO bezwaar indienen. Het is belangrijk dat je zelf de bewijsstukken meestuurt die aantonen waarom jij wel recht hebt op de top-up. Dit geldt ook voor degenen die zelf een fout hebben gemaakt bij de aanvraag. Zorg er in alle gevallen voor dat de juiste datum van eerste zeggenschap bij RVO geregistreerd staat.

Europese Unie ziet noodzaak tot betere invulling top-up voor jonge boeren

NAJK verwelkomt de conclusie van de Europese ministers over de vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Na afloop van de Landbouw- en Visserijraad afgelopen maandag in Brussel bracht de Europese Commissie en de Europese ministers van landbouw eensgezind hun zogenaamde ‘Raadsconclusies’ uit. Daarin wordt ook expliciet de betaling van jonge boeren benoemd. Lidstaten zouden meer flexibiliteit moeten kunnen krijgen om te bepalen welke rechtsvormen voor deze top-up in aanmerking komen.

“Elk land heeft immers zijn eigen specifieke omstandigheden. We zijn als NAJK blij dat dit punt wordt benoemd”, zegt Inge van Schie-Rameijer, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille internationaal. “De regels en voorwaarden die nu gelden voor een jonge boer om in aanmerking te komen voor deze top-up zijn buitenproportioneel. Veel jonge boeren zullen nu buiten de boot vallen. De kaders die de Europese Unie hiervoor heeft meegegeven passen niet in de Nederlandse landbouwstructuur. We zijn blij dat de dit nu ook op Europees niveau wordt ingezien.”

“NAJK probeert reeds geruime tijd in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken de top-up te verbeteren in Den Haag en Brussel”, vervolgt van Schie. “Met deze Raadsconclusies kunnen we nu ook in Brussel echt stappen zetten.”

Link naar de Raadsconclusies.

Vragen en antwoorden over de top-up voor jonge boeren

Kom je in aanmerking voor de top-up?
Dit is afhankelijk van of je jonger bent dan 41 en de startdatum van jouw zeggenschap in het bedrijf. Voor de periode dat je in een samenwerking boert geldt dat je pas zeggenschap kunt hebben als je:

  • niet in proefmaatschap zit
  • investeringen van meer dan € 25.000,- kunt blokkeren (geldt voor bijna iedereen)
  • verantwoordelijk bent voor dagelijkse bedrijfsvoering

Voor welke jaren kom je in aanmerking voor de top-up?
De startdatum van de zeggenschap is bepalend voor welke jaren je in aanmerking komt voor de top-up.

  • Bent u gestart in 2010, dan krijgt u alleen in 2015 het extra bedrag ( 1 jaar).
  • Bent u gestart in 2011, dan krijgt u in 2015 en 2016 het extra bedrag (2 jaar).
  • Bent u gestart in 2012, dan krijgt u tot en met 2017 het extra bedrag (3 jaar).
  • Bent u gestart in 2013, dan krijgt u tot en met 2018 het extra bedrag (4 jaar).
  • Bent u gestart in 2014, dan krijgt u tot en met 2019 het extra bedrag (5 jaar).
  • Bent u in 2015 gestart voor 15 mei 2015, dan kunt je naar keuze tot en met 2019 of van 2016 tot en met 2020 het extra bedrag krijgen (beide 5 jaar).
  • Start u vanaf 15 mei 2015 dan krijgt u van 2016 tot en met 2020 het extra bedrag (5 jaar).
  • Enzovoorts

Hoe vraag je de top-up aan?
Dit kan bij de gecombineerde opgave.
Achtergrondinformatie is te vinden via deze link (Jonge Landbouwers en starters > Extra betaling jonge landbouwers. Bij Regelingen, geef aan dat je de ‘Aanvraag extra betaling jonge landbouwers’ wilt. Bij subblad Jonge Landbouwers onder het blad Regelingen vul je je BSN en de startdatum van de zeggenschap in.

Hoe bepaal je de startdatum van de zeggenschap?
De startdatum is in principe de datum waarop je voor het eerst bent toegetreden tot de rechtspersoon of het samenwerkingsverband. Deze datum controleert RVO met de registratie bij de Kamer van Koophandel (KvK). De jaren waarin je een proefmaatschap hebt (gehad) tellen niet mee voor de periode waarin je zeggenschap hebt. De startdatum kan niet eerder starten dan wanneer jouw proefmaatschap is geeindigd.

Verder kun je de startdatum later in laten gaan als je met bewijsstukken aan kunt tonen dat je:
a) op een later moment verantwoordelijk bent geworden voor de dagelijkse bedrijfsvoering, omdat je een dagopleiding volgde van gemiddeld meer dan 3 dagen per week of betaalde werkzaamheden deed in een andere onderneming voor gemiddeld meer dan 24 uur per week.
b) op een later moment blokkerende zeggenschap hebt verkregen.

Let op!
Bij een controle moet je aan kunnen tonen dat je niet in proefmaatschap zit. Deze jaren tellen niet mee voor de startdatum van je zeggenschap.

Waarom zou je de startdatum van zeggenschap op willen schuiven?
Om de ontvangsten uit de top-up zoveel mogelijk dicht bij de daadwerkelijke bedrijfsovername te krijgen. Dat is het moment waarop je de extra steun juist het hardst nodig hebt.

Voor degenen die voor 2014 in een samenwerking gestart zijn is het invullen van de juiste startdatum van belang voor welke jaren je in aanmerking komt voor de top-up.

Meer info over top-up:
– Top-up en Jonge Landbouwersregeling? Zorg voor je vermogensopbouw!
– UPDATE – Top-up voor jonge boeren in maatschappen
– Jonge boeren en GLB-subsidies, hoe zit dat nou?

Top-up en Jonge Landbouwersregeling? Zorg voor je vermogensopbouw!

Zit je in maatschap? En kom jij als jonge boer in aanmerking voor een top-up of een subsidie van de Jonge Landbouwersregeling? Zorg dan dat je maximaal profiteert van deze mogelijkheden voor jonge boeren.

De extra hectarebetaling en de investeringssteun komen ten goede van het bedrijfsresultaat van de maatschap of andere samenwerking. De samenwerkingsvorm ontvangt de steun omdat jij een jonge boer bent. Je kunt hier met de verdeling van het bedrijfsresultaat rekening mee houden. Je kunt de steun separaat toekennen aan de jonge vennoot. Dan komt de steun voor jonge boeren ten gunste van de vermogensopbouw van de jonge vennoot. Dit kun je onderling afspreken, maar ook opnemen in je samenwerkingscontract. NAJK roept ook bedrijfsadviseurs op om er samen voor te zorgen dat de steun in de rug voor jonge boeren ook echt terecht komt waar het hoort: bij jou. Bijvoorbeeld door dit als standaard voor te stellen bij nieuwe samenwerkingscontracten of herzieningen hiervan.

UPDATE – Top-up voor jonge boeren in maatschappen

De afgelopen jaren zijn er forse onderhandelingen voor gevoerd, maar met ingang van 2015 is de top-up voor jonge boeren een feit. NAJK informeert je over de laatste stand van zaken omtrent deze extra betaling voor jonge boeren.

Niet alleen jonge boeren (tot en met 40 jaar) die het bedrijf hebben overgenomen, maar ook jonge boeren in maatschap komen in aanmerking voor de top-up. Op het eerste gezicht lijkt dit positief: meer jongeren die betaling kunnen ontvangen. NAJK is hier echter geen voorstander van. De top-up die je als jonge boer aan het begin van de maatschapsperiode ontvangt (en als de financiële lasten relatief gezien lichter zijn) krijg je dan namelijk niet meer op het moment dat je het bedrijf daadwerkelijk hebt overgenomen (en de financiële lasten veel zwaarder zijn). Dit komt voort uit een andere regel van de Europese Unie: elke boer komt voor maximaal vijf jaar in aanmerking voor de top-up.

Een jonge boer in maatschap ontvangt de top-up als hij of zij voldoet aan een aantal voorwaarden. Het antwoord op onderstaande vragen moet daarbij ‘ja’ zijn:

  • Ben je jonger dan 41 jaar?
  • Zit je in maatschap?
  • Heb jij daadwerkelijke zeggenschap over het bedrijf?
  • Ben je belast met de dagelijkse bedrijfsvoering?

Hoe kan je dit aantonen als je in maatschap zit? En wat houden deze voorwaarden nu precies in? NAJK en het ministerie van Economische Zaken hebben de afgelopen maanden hieraan gewerkt. In principe voldoe je aan de twee laatste voorwaarden bij toetreden tot de maatschap. Jouw maatschapscontract vormt het bewijs dat je moet aanleveren bij controle. Je voldoet niet aan de voorwaarden als je bent toegetreden tot een proefmaatschap*. Zit je samen met een andere jonge boeren in maatschap? Jullie kunnen dan samen aan de voorwaarden voldoen.
*Een proefmaatschap is een maatschapsovereenkomst waarbij tussen de maten is afgesproken dat de maatschap door de andere – vaak oudere – maten eenzijdig kan worden beëindigd. Vaak geldt deze voorwaarde voor de eerste paar jaar na toetreding door de jonge boer.

Voor de jonge boeren die eerder dan april 2010 (5 jaar geleden) in maatschap zijn getreden, betekent dit dat zij waarschijnlijk geen top-up kunnen ontvangen. Op dat moment is het belangrijk om goed naar de laatste twee voorwaarden te kijken. Als je als jonge boer kan aantonen dat je in de beginjaren van je maatschapsperiode (in ieder geval in de jaren 2010 tot 2015) wel in maatschap zat, maar geen zeggenschap had of verantwoording over de dagelijkse bedrijfsvoering, dan kan je de top-up alsnog ontvangen.

Jonge boeren kunnen aantonen dat zij geen zeggenschap hadden doordat bijvoorbeeld sprake was van een proefmaatschap, of doordat er geen blokkerende zeggenschap bij was ondernemersbeslissingen met een financieel belang van meer dan 25.000 euro.

Jonge boeren kunnen aantonen dat zij nog niet belast waren met de dagelijkse bedrijfsvoering doordat zij meer dan 3 dagen per week een opleiding volgden of als ze meer dan 24 uur per week ergens anders werkten (gemiddeld).

De regels van de Europese Unie leggen dus strikte eisen aan de verstrekking van de top-up aan jonge boeren. NAJK is dan ook niet tevreden over de wijze waarop de regeling nu vorm heeft gekregen. De samenwerking van NAJK met het ministerie van Economische Zaken is op dit onderwerp zeer nauw en betrokken. Het ministerie van Economische Zaken heeft zich, samen met NAJK, volop ingespannen om de mogelijkheden toch optimaal te maken, binnen de strenge kaders vanuit Brussel. NAJK zal de komende tijd, zowel bij ministerie als in Brussel, echter blijven strijden voor een beter invulling van de top-up. Zo zijn bijvoorbeeld verschillende voorstellen om dit te verbeteren al aangedragen bij Eurocommissaris Phil Hogan.

Binnenkort staat er ook meer informatie hierover op de website van RVO en in de nieuwsbrief van RVO. De details vind je in de uitleg van RVO in deze bijlage.

Jonge boeren en GLB-subsidies, hoe zit dat nou?

NAJK krijgt veel vragen van leden en accountants/adviseurs over hoe het zit met de subsidiemogelijkheden voor jonge boeren. Wie is de doelgroep en wat kunnen jonge boeren eventueel krijgen? Hoewel nog niet alles bekend is, wil NAJK zo veel mogelijk duidelijkheid verschaffen.

Binnen het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn er twee pijlers waarbinnen specifiek voor jonge boeren subsidiemogelijkheden liggen: een uitbetaling (top-up) bovenop de waarde van de betalingsrechten per hectare via de eerste pijler en een indirecte investeringssubsidie (Jonge Landbouwersregeling) via de tweede pijler.

Top-up

De doelgroep van de top-up bestaat uit alle jonge boeren onder de 41 jaar die minder dan 5 jaar geleden een bedrijf hebben opgericht (of hebben overgenomen) of minder dan 5 jaar geleden zijn toegetreden tot een maatschap of andere rechtspersoon. Daarnaast dien je beslissingsbevoegd te zijn wanneer je in een maatschap of andere rechtsvorm zit. Voor starters geldt dat je op zijn vroegst in 2013 mag zijn gestart en 5 jaar voor de start geen landbouwbedrijf mag hebben gehad.

NAJK is van mening dat beslissingsbevoegdheid (ook) aannemelijk is voor jongeren die langer in maatschap zitten. Daarom is NAJK op dit moment volop in overleg met het ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat iedere jongere zelf kan bepalen wanneer hij/zij beslissingsbevoegd is. Onbekend is echter nog hoe beslissingsbevoegdheid (Europees) kan worden aangetoond en of het ook mogelijk is om de datum van ingang zelf te bepalen. Hierover hoopt NAJK zo spoedig mogelijk nadere informatie te kunnen verschaffen.

Het subsidiebedrag van de top-up bedraagt +/- € 50,- per hectare vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal betalingsrechten van jouw bedrijf tot een maximum van 90 hectare.

Jonge Landbouwersregeling

De doelgroep van de Jonge Landbouwersregeling bestaat uit jonge ondernemers die bijna een bedrijf hebben overgenomen of reeds zelfstandig ondernemer zijn. Je komt alleen in aanmerking voor de regeling als dit jouw eerste bedrijf is en wanneer je in het verleden nog geen Jonge Landbouwerssubsidie toegekend hebt gekregen.

Wanneer je jonge boer in samenwerking bent (bijvoorbeeld in maatschap) kun je een percentage van de subsidie aanvragen dat gelijk is aan jouw percentage van het eigen vermogen binnen de samenwerking. Je zult minimaal 50% van het eigen vermogen op naam moeten hebben staan voor je het minimale bedrag aan Jonge Landbouwerssubsidie aan kunt vragen. Verder geldt: hoe dichter bij de overname, hoe hoger het subsidiebedrag. Het is dus aan te raden de subsidie aan te vragen op het moment wanneer de meeste ondersteuning nodig is: na bedrijfsovername.

De Jonge Landbouwerssubsidie wordt toebedeeld via een tendersysteem op basis van duurzaamheid. Dit betekent dat er een lijst komt van investeringen, verdeeld in een vijf categorieën, waarvoor je in aanmerking kunt komen voor Jonge Landbouwerssubsidie. De meest duurzame investeringen worden het eerste toegekend, net zolang totdat het budget (per provincie) verdeeld is. Welke investeringen op de lijst komen is op dit moment nog niet bekend, NAJK blijft hierbij nauw betrokken.

Het subsidiebedrag wordt naar alle waarschijnlijkheid 30% van een investering tot een investeringsbedrag van € 67.000,- per aanvraag. Het minimale bedrag om de aanvraag in behandeling te laten nemen is € 10.000,- (dit i.v.m. uitvoeringskosten) en het maximale bedrag is € 20.000,- (dit i.v.m. beperkt budget). Dit wordt in het geval van een samenwerking nog gecorrigeerd voor jouw aandeel in het eigen vermogen (let hierbij op de drempel van € 10.000,-).

Het aanvragen van de top-up zal synchroon lopen met de Gecombineerde Opgave. De Jonge Landbouwersregeling zal aan het einde van de aankomende zomer opengesteld worden.