NAJK: commissie-Nijpels slaat de plank mis

Afgelopen week heeft de commissie-Nijpels haar advies uitgebracht over versnelling van verduurzaming van de veehouderij. De uitkomsten van het rapport zijn weinig concreet en niet toepasbaar, vindt het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). De commissie werd begin 2016 aangesteld door staatssecretaris Martijn van Dam om onder andere de economische perspectieven van de veehouderij te verbeteren.

Volgens het rapport is er in de afgelopen jaren een karrevracht aan rapporten, analyses en documenten verschenen. De commissie-Nijpels had de opdracht de bestaande ambities te vertalen naar concrete voorstellen en maatregelen. “Dure woorden verbloemen dat de commissie er niet in geslaagd is een concreet advies te geven over de toekomst van de veehouderij. In plaats daarvan stelt de commissie dat er een regisseur moet worden aangesteld”, aldus NAJK-voorzitter Andre Arfman.

Regisseur belemmert innovatie

Volgens de commissie moet de regisseur partijen binnen de veehouderijsector: aanspreken op de voortgang van verduurzaming, aanbevelingen doen voor bijstelling van het beleid, tussentijdse interventies plegen en sectorbrede initiatieven coördineren. Vanuit de agrarische sector komen vele initiatieven en innovaties naar boven die de veehouderij op ecologisch, sociaal en economisch opzicht verbeteren. Volgens NAJK moet er een klimaat gecreëerd worden die ruimte biedt aan innovatie. “Door innovatie af te dwingen en alleen de beste 30% te stimuleren, wordt voortgang juist in de kiem gesmoord. Elke agrarische onderneming is anders, dat maakt het onmogelijk om 30% koploperbedrijven aan te wijzen. De commissie verwijst daarmee 70% van de ondernemers naar de prullenbak”, aldus Arfman. “Innovatie komt van onderuit en uit onverwachte hoeken. Dit is niet van boven op te leggen.” Experimenteerruimte, financiële mogelijkheden en een andere benadering van de veehouderij, zoals genoemd in het rapport, kunnen houvast bieden aan de invulling van innovatie. Hier moet volgens NAJK dan ook fors in geïnvesteerd worden. Arfman: “Kennisdeling en ontwikkeling op praktisch niveau zijn daarbij sleutelwoorden. Hierdoor wordt het voor jonge ondernemers aantrekkelijk om de veehouderij in te stromen en innovatie aan te jagen. Doordat innovatie van onderaf moet komen, wordt de regisseursfunctie gereduceerd tot controle van overheden en financiers. Zij moeten ondernemers voldoende ruimte geven om te ontwikkelen. De regisseur als controleur biedt geen toegevoegde waarde.”

Mest

NAJK vindt dat de commissie in het rapport terecht de waarde van mest benadrukt. De commissie ziet echter het teveel aan mest op een bedrijf nog steeds als afvalproduct die verplicht verwerkt moet worden. Hiermee worden bestaande regionale kringlopen tussen veehouders en akkerbouwers doorbroken. Volgens NAJK moet de mestdiscussie benaderd worden vanuit de behoefte van de bodem en gewassen. Regionale kringlopen, derogatie en de inzet van (bewerkte) dierlijke mest als kunstmestvervanger spelen hierin een belangrijke rol. Bemestingsproducten moeten op een dusdanige wijze aan de bodem toevertrouwd worden dat ze optimaal benut kunnen worden. Samenwerkingen tussen veehouderij en de plantaardige sectoren zijn, naast de benodigde financieringen, van groot belang om tot de beste bemestingsproducten te komen en op een duurzame wijze het bemestingsvraagstuk te benaderen.

NAJK verbijsterd over uitstel invoer fosfaatrechtenstelsel

Tijdens een extra ingelaste regiegroep bijeenkomst, op donderdag 13 oktober, heeft NAJK (het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) kennisgenomen dat de invoering van het fosfaatrechtenstelsel met een jaar is uitgesteld. Het volledige stelsel gaat per 1 januari 2018 van kracht, in plaats van 1 januari 2017. Dit kondigde staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken aan in de Tweede Kamer.

Van Dam is genoodzaakt de invoer van het fosfaatrechtenstelsel met een jaar uit te stellen. Hij moet deze beslissing nemen, omdat het huidige wetsvoorstel fosfaatrechten niet voldoet aan de Europese eisen voor staatssteun. Met het huidige wetsvoorstel is de kans groot dat er een ingebrekestelling komt van de Europese Commissie. NAJK heeft met verbijstering kennisgenomen van de wijziging van de invoerdatum. “Wij vinden het onbegrijpelijk dat in deze fase van het traject dit nog boven tafel komt”, aldus Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder van NAJK met de portefeuille melkveehouderij. NAJK heeft in eerder stadium haar zorg uitgesproken over de staatssteuntoets. Dit is nooit als belemmering gezien.

Derogatie

“Met het uitstellen van de invoer van het fosfaatrechtenstelsel is er op geen enkele manier garantie voor verlenging van de derogatie”, aldus Bart van der Hoog. De Europese Commissie wil pas met Nederland in gesprek wanneer er onder het fosfaatproductieplafond van 2002 geproduceerd wordt. “De kans op verlenging van derogatie wordt op deze manier verspild. Dit zorgt voor een opeenstapeling van wetten en maatregelen. Jonge melkveehouders zijn hier de dupe van.” NAJK is van mening dat het fosfaatrechtenstelsel herzien moet worden wanneer er geen derogatie komt.

Lees hier de brief van Martijn van Dam aan de Tweede Kamer.

De achilleshiel van de akkerbouw

Als ik objectief, voor zover ik dat kan, naar de akkerbouwsector kijk, ben ik best positief. De sector staat er goed voor en we zijn gewend om in bewegende markten het hoofd boven water houden. De akkerbouw genereert, op de grondgebonde veehouderij na, de hoogste toegevoegde waarde binnen het totale agrocomplex. Het agrocomplex omvat alle agrarisch gerelateerde bedrijven in Nederland waarvan de akkerbouw 20% deel uitmaakt. De teelt van de pootaardappel en daarmee het belang van de aardappel in het algemeen, werd onlangs nog positief belicht in het Achtuurjournaal. Best bijzonder in deze tijd waarin vaak een stortvloed van negatieve berichtgeving op ons af komt.

Dit betekent niet dat we achterover kunnen leunen. Maatschappelijk draagvlak krijgen en behouden is aan de orde van de dag. Dit zal bij iedere akkerbouwer tussen de oren moeten zitten. Er is onder andere werk aan de winkel op het gebied van de gewasbescherming: de achilleshiel van de akkerbouw. Hoewel we erin slagen steeds schoner te werken, is er genoeg te verbeteren op zowel het gebied van erfafspoeling als driftreductie. Waarbij erfafspoeling veruit de grootste boosdoener is. Door verbeterde doppen en spuittechnieken zijn er op het gebied van drift naar het oppervlaktewater grote stappen gezet. Getergd kijk ik dan ook naar een dreigende verplichting voor drukregistratie op veldspuiten. Wat mij betreft is dit het paard achter de wagen spannen. Ik zet me ervoor in dat we niet aan deze virtuele enkelband moeten. We zien vaker dat, ondanks al onze goedbedoelde inspanningen, we keer op keer via de media misplaatste beschuldigingen krijgen. Zo klopt het hardnekkige bericht dat gewasbeschermingsmiddelen voor de grootste oppervlaktewatervervuiling zorgen niet. Het aandeel geneesmiddelen dat geloosd wordt is maar liefst acht keer zo groot. Er zijn nou eenmaal groeperingen die geen boodschap hebben aan het werkelijke verhaal, maar ze slagen erin bijvoorbeeld supermarkten tot verandering te brengen.

Dergelijke maatregelen en voorstellen, zoals een drukregistratiesysteem, kenmerken wel de tijd waarin we leven. We zullen constant moeten laten zien wat we doen en dat we het goed doen. Alleen op deze manier kunnen we zelf aan de bal blijven. Maar door zelf aan de bal te blijven, moet je goed kunnen incasseren voordat je kunt scoren. Of het nou gaat over het mestbeleid, gewasbescherming of het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Bijna altijd komt de opmerking vanuit beleidsmakers: kom maar met een goed voorstel waarin je laat zien het beter te doen, anders bepalen wij het voor jullie. We mogen blij zijn dat wij deze kans krijgen, laten we hier dan ook gebruik van maken!

Ik ben me ervan bewust dat ik moet blijven werken aan het behoud van maatschappelijk draagvlak.


Doeko van ‘t Westeinde

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Doeko van ’t Westeinde verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw. Doeko combineert deze functie met het werk op zijn akkerbouwbedrijf in Nieuweschans.

 

 

 

NAJK spreekt in Tweede Kamer over het fosfaatrechtenstelsel

Op donderdag 6 oktober 2016 vond het rondetafelgesprek over het wetsvoorstel tot Wijziging van de Meststoffenwet plaats. Dit gesprek werd gehouden met het oog op de invoering van fosfaatrechtenstelsel. Tijdens dit rondetafelgesprek spraken Tweede Kamerleden met partijen en organisaties die betrokken zijn bij het stelsel. Namens NAJK was Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder en portefeuillehouder melkveehouderij, hierbij aanwezig. Hij licht de knelpunten van de jonge melkveehouders toe:


Het stelsel van fosfaatrechten is zeer ingrijpend voor alle Nederlandse melkveehouders. Door het stelsel van fosfaatrechten wordt de kostprijs voor agrarische ondernemers verhoogd wanneer zij investeren in rechten. Zeker voor jonge melkveehouders die voor bedrijfsovername staan is dit extra ingrijpend. Een bedrijfsovername brengt sowieso een hoge financiële druk met zich mee en door de fosfaatrechten wordt deze druk nog groter. Dit belemmerd de ontwikkelingsmogelijkheden voor de melkveehouders van de toekomst. Tevens zorgt dit ervoor dat er minder ruimte is om te investeren in verduurzaming en dierenwelzijn.

Helaas is ingrijpen vanuit overheidswegen nodig gebleken. Het fosfaatproductieplafond in de melkveehouderij is ruimschoots overschreden. Hierdoor voldoen we niet aan de afspraken/vereisten die door de Europese Commissie zijn gesteld en komt de derogatie in gevaar. Om te voldoen aan de afspraken/vereisten vanuit Europa en toch mogelijkheden voor ondernemerschap voor (jonge) melkveehouders te behouden, zijn de invulling van de details van het fosfaatrechtenstelsel van cruciaal belang.

KringloopWijzer

NAJK heeft mede de voorkeur uitgesproken voor fosfaatrechten boven dierrechten, omdat het de mogelijkheid biedt om via voer- en managementmaatregelen te sturen op de fosfaatproductie van de dieren. Hierdoor blijft er ruimte voor ondernemerschap voor individuele melkveehouders, wat kan resulteren in een beter economisch rendement en milieutechnische resultaten. Helaas zijn in het huidige voorstel geen garanties opgenomen voor het al dan niet kunnen toepassen van de KingloopWijzer methode in 2017 tijdens de introductie van het stelsel, terwijl dit wel cruciaal is om op voer- en managementmaatregelen te kunnen sturen.

Hierdoor blijft er ruimte voor ondernemerschap voor individuele melkveehouders, wat kan resulteren in een beter economisch rendement en milieutechnische resultaten.

Evaluatie moment

NAJK wil pleiten voor een evaluatiemoment van het fosfaatrechtenstelsel wat gelijkgeschakeld is aan de termijnen voor het actieprogramma rondom de nitraatrichtlijnen. Er zijn duidelijke winstwaarschuwingen gegeven over het verkrijgen van een nieuwe derogatie. Wanneer derogatie niet behouden wordt voor de Nederlandse melkveehouderij is dit weer een inbreuk op de stabiliteit van de melkveehouderijsector. Daarom vindt NAJK dat als in 2018 geen derogatie wordt verleend, fosfaatrechten overbodig zijn. Door periodiek het stelsel met elkaar te evalueren kan een opeenstapeling van productiebeperkingen worden voorkomen. Daarnaast biedt het inbouwen van een evaluatie of herzieningsmoment de mogelijkheid om rechten te kunnen afschrijven. Het afschrijven van rechten geeft belastingtechnische voordelen voor de melkveehouderij. Zonder herzieningsmoment is afschrijven van de rechten niet mogelijk.

Daarom vindt NAJK dat als in 2018 geen derogatie wordt verleend, fosfaatrechten overbodig zijn.

Verleasen rechten

Bij het verleasen van rechten pleit NAJK voor een minimale inspanningsverplichting van 90% voor de verleaser. Ook bij het melkquotum was dit het geval. De eigenaar van de rechten moet een minimale hoeveelheid fosfaat zelf produceren. Op deze manier wordt voorkomen dat stoppende bedrijven jaren kunnen gaan wachten met het verkopen van hun rechten tot er voor hun een gunstig prijsmoment is. Wanneer bedrijven rechten kunnen vasthouden, zal dit invloed hebben op de beschikbaarheid van vrije rechten en de mogelijke prijs van rechten. Door de minimale inspanningsverplichting ontstaat er een stimulans voor oude boeren om te stoppen en voor jonge boeren om vrije rechten te verkrijgen.

Bij het verleasen van rechten pleit NAJK voor een minimale inspanningsverplichting van 90% voor de verleaser.

Fosfaatbank

De fosfaatbank wordt in het leven geroepen om ontheffingen af te geven aan bedrijven die uit maatschappelijk of milieukundige oogpunt een voorkeurspositie hebben. Jonge boeren zijn degene die de melkveehouderijsector van de toekomst vormen. Zij verkeren ten opzichte van oudere boeren echter in een achterstandspositie, doordat de financiële last door de bedrijfsovername voor de jonge boer hoger is. Vanuit de maatschappelijke voorkeurspositie zouden jonge boeren daarom in aanmerking moeten komen voor de ontheffingen van de fosfaatbank. NAJK pleit er daarom ook voor dat jonge boeren als eerste ontheffingen krijgen uit de fosfaatbank. Daarbij is het natuurlijk ook belangrijk om een aantal andere aspecten in het oog te houden, zoals grondgebondenheid en weidegang. Jonge, grondgebonden boeren die aan weidegang doen verdienen daarom een voorkeurspositie. Deze voorkeurspositie neemt daarna af naarmate de jonge boer aan minder maatschappelijke of milieukundige aspecten voldoet.

Jonge, grondgebonden boeren die aan weidegang doen verdienen daarom een voorkeurspositie.

Wat deed NAJK voor jou in september?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden, ontwikkelen trainingen en cursussen, regelen winacties en behartigen jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in september? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • Zaterdag 17 september vond het NK Veebeoordelen plaats in Kampen. 60 jonge beoordelaars uit het hele land gingen de strijd met elkaar aan om de titel Nationaal Kampioen Veebeoordelen. NAJK organiseert dit evenement jaarlijks met CRV. In 2017 vind het plaats in Zuid-Holland.
  • Deze maand gingen de dagelijks bestuurders van NAJK in gesprek met de SGP, CDA, CU en PVV. Net zoals bij de gesprekken met de andere politieke partijen, waren ook dit goede en openhartige gesprekken. Naast de actuele thema’s in de land- en tuinbouw, zijn ook onder-werpen als Jonge Landbouwersregeling, pacht, fosfaatrechten en macht van retail besproken.
  • NAJK heeft de openstelling voorjaar 2016 van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) geëvalueerd onder haar leden. Er zijn veel reacties binnengekomen. NAJK en de provinciale AJK’s gaan met deze resultaten naar de makers van deze regeling (provincies) om zo te zorgen dat de JOLA terecht komt bij de juiste doelgroep en daadwerkelijk een steuntje in de rug is.

Wat zal NAJK voor jou doen in oktober?

Natuurlijk zal er in oktober ook veel door NAJK worden georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • Loop jij op jouw agrarische bedrijf tegen opgelegde regels aan die praktisch niet uitvoerbaar zijn? NAJK en het ministerie willen weten tegen welke knelpunten jij aanloopt en welke oplossingen er voor zijn. Binnenkort wordt een vragenlijst hiervoor uitgezet. Houd de website en social media van NAJK in de gaten.
  • Van 25 t/m 27 oktober staat NAJK met een stand op de Landbouwdagen Intensieve Veehouderij in Hardenberg en van 1 t/m 3 november op de Rundvee & Mechanisatie Vakdagen in Hardenberg. We hopen veel nieuwe leden te verwelkomen en zien jou graag op onze stand!
  • NAJK sluit zich aan bij het traject om een Internationaal MVO convenant voor de land- en tuinbouw vorm te geven. In dit traject werken verschillende partijen samen aan een convenant.
  • Ook dit jaar organiseert NAJK weer een buitenlandreis. Dit jaar gaat deze naar Argentinië. Wil je de agrarische sector in Argentinië ontdekken? Geef je voor 24 oktober hier op.
  • NAJK is een van de sprekers tijdens het rondetafelgesprek over het fosfaatrechtenstelsel op donderdag 6 oktober. Het gesprek is hier live te volgen tussen 14.00 en 17.00 uur.

‘We need to work, in order to grow: potential can not be eaten!’

Ook al heb ik de portefeuille internationaal, als dagelijks bestuurslid bij NAJK kan ik niet iedere maand naar Afrika. Deze zomer heb ik die kans wel gekregen. Samen met Nicole Sloot, stagiaire bij Agriterra, bracht ik tien dagen in Zambia door. We onderzochten hoe de positie van jonge boeren in Zambia verbeterd kan worden.

Voor en namens Agriterra en NAJK hebben we jonge boeren uit verschillende sectoren gesproken. Nicole deed dat vooral gericht op jongerenraden van coöperaties. Mijn invalshoek had betrekking op belangenbehartiging. Beide spraken we op het Youth in Agribusiness Event in Lusaka en bezochten een aantal boerenorganisaties en -coöperaties.

Verschillen met Nederland

De verschillen tussen bijeenkomsten met jonge boeren in Nederland en in Zambia waren voor mij erg zichtbaar. Ik denk alleen al aan de gebeden die voor en na een vergadering werden uitgesproken en waar iedereen zichtbaar aan deelnam. Ook het feit dat oudere bestuurders automatisch veel meer aanzien hebben en veel respect krijgen van de jongere generatie, zie ik niet direct terug in Nederland. Toch is het grootste verschil wat mij betreft zeker niet cultureel, maar hoort dit wel het fundament te vormen voor de boeren van de toekomst: kennis!

De uitdagingen zijn gigantisch

Binnen NAJK werk ik vaak samen met mensen die een agrarische opleiding hebben gedaan. Zij hebben een heldere visie over waar hun bedrijf heengaat. Dat is in Zambia niet het geval. Er zijn talloze (potentiële) jonge, enthousiaste boeren met ambitie die helaas geen toegang hebben tot een agrarische opleiding. Ook op andere wijzen kunnen zij maar beperkt bijgeschoold worden. Negatief omschreven: jongeren missen de kennis om de melkproductie van hun koe te verhogen. Ze weten niet welk gewas geschikt is om te telen of ze hebben beperkte toegang tot leningen. Ook toegang tot landbouwgrond is lastig. Er is geen kadaster en jongeren moeten via goede relaties met stamhoofden in de plattelandsgebieden grond zien te verkrijgen.

Door schade en schande wijs

Wonder boven wonder komen veel jonge boeren hier wel doorheen. Niet iedereen heeft succes, maar de jongeren blijven ambitieus en enthousiast. Ik heb eigenlijk niemand echt bij de pakken neer zien zitten. Wat dat betreft heb ik ook wel ervaren dat de mentaliteit in Zambia in grote mate verschilt van de Nederlandse. Mensen in landelijke gebieden zijn met weinig tevreden. Opgegroeid in relatieve armoede, met het perspectief van een grote kans op werkloosheid, is het al snel iets beter dan vroeger.

Stappen vooruit

Ondanks dat de jonge boeren het zelf niet per se zo ervaren, vond ik het schrijnend om jonge boeren met zo weinig kansen te zien. Wel zie ik dat er langzaam maar zeker verandering in komt. Door trajecten van Agriterra, inmenging van NAJK en met name door de eigen wil om te veranderen, zal het beetje bij beetje, maar wel structureel, beter worden. De tientallen jongeren die we gesproken hebben, melkveehouders, katoentelers en potentiële akker- en tuinbouwers, willen in ieder geval een grote bijdrage leveren. Zij zien in dat er stappen gezet kunnen worden in kennisontwikkeling, maar ook in organisatie en belangenbehartiging.

Eigen ontwikkeling

Het is irreëel om te denken dat Zambia over vijf of tien jaar het niveau van de Nederlandse landbouw heeft. Dat is ook niet wat we moeten willen nastreven. Zambia en haar inwoners ontwikkelen zich op geheel eigen wijze. Zambia is een van de Afrikaanse landen met het grootste potentieel in de landbouw. Het land zou in theorie tweehonderdmiljoen mensen kunnen voeden. Dat terwijl er nog veel mensen in Zambia momenteel ondervoed zijn, velen lijden aan een nutriëntentekort.

Het land heeft de jongste populatie van de wereld, zo’n 85% van de bevolking is onder de 45 jaar. Er is nog veel ongebruikte vruchtbare landbouwgrond en met een lang regenseizoen en een grote ondergrondse watervoorraad, is er goede toegang tot water. Je zou toch denken, dat land, dat komt er wel. Maar zoals een jonge boerin op het Youth in Agribusiness evenement zo treffend zei: ‘we need to work, in order to grow: potential can not be eaten!’

En dat klopt volgens mij. Kansen moeten er zijn, om benut te worden. Jongeren moeten die ook kunnen zien, zo blijven ze enthousiast en ambitieus. Ik denk dat zowel Agriterra als NAJK daar een grote rol in spelen. Zeker in de tuin-/akkerbouw en in de melkveehouderij. Wij kunnen toch helpen. Jonge boeren melken er nu tien koeien per dag en brengen dan twintig liter op de fiets naar de fabriek. Dat kan toch beter? Wij hebben de kennis al. We hoeven het alleen maar te delen!

Iris Bouwers