Jonge boeren en tuinders roepen politiek op te investeren in hun toekomst

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) vindt het onbegrijpelijk dat er geen extra budget is opgenomen in de rijksbegroting om vergrijzing in de landbouw te stoppen. De economie groeit dit jaar met 3,3% en volgend jaar met 2,5%. De land- en tuinbouw heeft uitstekende prestaties geleverd op verschillende gebieden. “Een uitgelezen moment om de vergrijzing te stoppen”, aldus Andre Arfman, voorzitter NAJK.

Vergrijzing

Het is inmiddels bijna een jaar geleden dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) haar alarmerende cijfers over bedrijfsopvolging in de agrarische sector bekend heeft gemaakt. Slechts 40% van de agrarische bedrijven heeft een bedrijfsopvolger. Met name kleine agrarische bedrijven zullen de komende jaren verdwijnen. Arfman: “NAJK vraagt zich af of beleidsmakers zich wel voldoende bewust zijn van deze ontwikkelingen, gezien er geen extra budget is opgenomen voor jonge boeren en tuinders”.

Verlies koploperspositie

”De vergrijzing zorgt ervoor dat vernieuwing en innovatie in de sector minder snel wordt doorgevoerd. Op dit moment is Nederland koploper in de agrarische sector. Om die koppositie te behouden is vernieuwing en innovatie hard nodig. “Jonge boeren en tuinders zijn de voedselproducenten van de toekomst. Het is in het belang van Nederland dat jonge boeren en tuinders gestimuleerd worden om het agrarische bedrijf over te nemen”, aldus Arfman.

Familie- en gezinsbedrijven

NAJK verwacht dat, wanneer de politiek niet ingrijpt om de tendens van vergrijzing in de landbouw te stoppen, het karkater van de agrarische sector blijvend zal veranderen. Nederland staat bekend om haar familie- en gezinsbedrijven in de agrarische sector. “Wanneer er blijvend minder jonge boeren een agrarisch bedrijf overnemen zal dit een versnelling van de schaalvergroting op gang brengen”, geeft Arfman aan. “Het zullen dan minder de familie- en gezinsbedrijven zijn die de Nederlandse agrarische sector zullen kenmerken. Bedrijven worden overgenomen door investeerders van buiten de landbouw of de periferie als belegging. Dit is een bedreiging voor het langetermijndenken dat de land- en tuinbouw kenmerkt.”

Stimulering

De steun voor jonge boeren blijft belangrijk om de opvolging, ontwikkeling en optimalisering van de agrarische sector te stimuleren. Arfman: “Wij vragen de politiek om ook in de nationale begroting een substantieel bedrag op te nemen om jonge boeren en tuinders te stimuleren het bedrijf over te nemen en hen te ondersteunen in hun ontwikkeling. Alleen als de politiek zelf in actie komt kunnen we voorkomen dat er steeds minder jonge boeren en tuinders willen starten in de landbouw.”

Ben Knoef wint NK Veebeoordelen 2017

Op zaterdag 16 september vond het jaarlijkse NK Veebeoordelen plaats. Dit jaar in kaashoofdstad Gouda. Op de Markt kwamen 59 afgevaardigde jonge koeienkenners uit alle provincies van Nederland bij elkaar om zwartbonte en roodbonte koeien te keuren op exterieur: frame, type, uier, beenwerk en het algemeen voorkomen. Ben Knoef werd bekroond tot Nationaal Kampioen Veebeoordelen 2017, gevolgd door Rienk Jonkers. Wieger Vliek sluit de top 3 af. De beste nieuwkomer dit jaar is Joost Versluis.

Het NK Veebeoordelen wordt jaarlijks georganiseerd door het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) in samenwerking met CRV Holding BV. Het NK Veebeoordelen is elk jaar in een andere provincie. Dit jaar is gekozen voor de provincie Zuid-Holland. De deelnemers hebben zich via provinciale voorrondes geplaatst voor de landelijke finale. Door deel te nemen aan deze wedstrijden leren de deelnemers een goede koe te herkennen en beschrijven. Vaak zie je voorgaande winnaars van het NK Veebeoordelen dan ook terug als juryleden bij fokwedstrijden.

Zwart- en roodbonte koeien

Bart van der Hoog, dagelijks bestuurder en portefeuillehouder melkveehouderij bij NAJK, en wethouder van de gemeente Gouda, Corine Dijkstra, openden de dag met bemoedigende woorden voor de deelnemers. De ochtendronde werd aan zwartbonte koeien besteed. De tien koeien werden in twee wedstrijdringen opgesplitst. De jonge koeienkenners kregen bij beide wedstrijdringen 25 minuten de tijd het keurdersoog over de zwartbonte koeien te laten gaan. Uiteindelijk plaatsten 15 deelnemers zich voor de finaleronde.

Winnaar: Ben Knoef

De finaleronde bestond uit een keuring van vijf roodbonte koeien en een mondelinge toelichting aan de jury, die werd vertegenwoordigd door Marc Kouwenberg en Michiel Scherders. Met 46 punten voor de plaatsing en een 8,5 voor zijn mondelinge toelichting won Ben Knoef het Nationaal Kampioenschap. Met kop en schouders stak Ben Knoef boven de rest uit. Op 14 punten na verdiende Rienk Jonkers wederom een tweede plek, op de voet gevolgd door Wieger Vliek. De beste nieuwkomer, Joost Versluis, verdiende de aanmoedigingsprijs. Hij eindigde op de zevende plek.

Het NK Veebeoordelen zorgde voor veel bekijks op de Markt in Gouda. Jong en oud genoten van de zwart- en roodbonte koeien. Dierenarts in spe Fietje van Bokhoven liet kinderen naar het hart en de maag van een koe luisteren en gaf voorlichting. NAJK kijkt samen met de organisatie, sponsoren en vele vrijwilligers terug op een geslaagd kampioenschap.

Uitslag:

  • 1e: Ben Knoef (Overijssel)
  • 2e: Rienk Jonkers (Drenthe)
  • 3e: Wiecher Vliek (Gelderland)
  • Beste nieuwkomer/aanmoedigingsprijs: Joost Versluis (Zuid-Holland)

Bekijk hier de volledige uitslag.

V.l.n.r.: Joost Versluis, Rienk Jonkers, Ben Knoef, Wiecher Vliek en Veehouders Hoogerbrugge
Foto: Lisette in ’t Hout – NAJK

 

Wedstrijd veebeoordelen op de Markt in Gouda

61 jonge koeienkenners keuren koeien op de Markt in Gouda

 

Op zaterdag 16 september is de Markt in Gouda het toneel van het jaarlijks terugkerende Nationaal Kampioenschap Veebeoordelen. 61 jonge deelnemers uit heel Nederland beoordelen die dag 15 koeien op hun uiterlijke kenmerken. De deelnemer die zijn keuze volgens de jury het beste kan toelichten, wint de wedstrijd en mag zich komend jaar Nationaal Kampioen Veebeoordelen noemen. Een wedstrijd waarbij niet de 15 koeien, maar de deelnemers moeten presteren! 

 

De wedstrijd bestaat uit een ochtend- en een middagronde. In de ochtendronde beoordelen alle deelnemers schriftelijk twee koppels van vijf zwartbonte koeien op hun uiterlijke kenmerken. In de middagronde beoordelen de beste deelnemers van de ochtend vijf roodbonte koeien en lichten hun keuze mondeling toe aan de jury en het publiek. Degene die de koeien goed beoordeeld heeft en dit ook goed heeft toegelicht, wint de titel Nationaal Kampioen Veebeoordelen.

 

Het NK Veebeoordelen is elk jaar in een andere provincie. Dit jaar is gekozen voor de provincie Zuid-Holland. De deelnemers hebben zich via provinciale voorrondes geplaatst voor de landelijke finale. Door deel te nemen aan deze wedstrijden leren de deelnemers een goede koe te herkennen en beschrijven. Vaak zie je voorgaande winnaars van het NK Veebeoordelen dan ook terug als juryleden bij fokwedstrijden.

 

Het NK Veebeoordelen wordt georganiseerd door het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) in samenwerking met CRV Holding BV. Wethouder Dijkstra van de gemeente Gouda en dagelijks bestuurder van NAJK, Bart van der Hoog openen de wedstrijd om 10.15 uur. Vanaf 15.30 uur staat de prijsuitreiking gepland. Nederlands Kampioen Veebeoordelen 2016, Jan Wouter van Noord, verdedigt dit jaar zijn titel.

Innovatiefonds voor telers beloont vier innovaties tijdens de PotatoEurope 2017

Op donderdag 14 september 2017 heeft het Innovatiefonds voor telers de winnende innovaties van het voorjaar 2017 bekendgemaakt. Dit gebeurde tijdens de PotatoEurope 2017 in Emmeloord. De aanmoedigingsprijzen gingen naar Erik Jeucken, Jan van den Oever, Linda Cebrian-Rampen en Sander Hendrikx. Het publiek koos het verbouwen van de Camellia Sinensis en verwerken tot echte Nederlandse thee uit als winnaar.

De ingezonden innovaties zijn beoordeeld op de mate van innovatie, implementeerbaarheid, verbetering van productie, innovatief vermogen en de inbreng van de ondernemer. “Akkerbouwers en tuinders zijn creatief in het bedenken van oplossingen voor hun bedrijf. Het Innovatiefonds wil deze innovaties stimuleren en hun expertise delen met anderen”, aldus Doeko van ’t Westeinde, voorzitter van het Innovatiefonds voor telers. Het Innovatiefonds voor telers heeft uit inzendingen vier innovatieve ideeën van telers beloond met een financiële stimulans.

Plantgattoepassing bodemverbeteraar en nutriënten in boomkwekerij

Een van de vier aanmoedigingsprijzen ging naar Erik Jeucken. Hij stuurde zijn innovatie in, gericht op de boomkwekerij. “Boomkwekerijteelten staan meerdere jaren op dezelfde plek op het perceel. Daarmee is een gezonde bodem van groot belang. Bodemverbetering vindt nu vaak na het planten plaats. We willen kijken op welke wijze en met welke producten de bodem verbeterd kan worden op gebied van bodemleven, organische stof en nutriënten, toegepast in het plantgat”, aldus Erik Jeucken.

Drukontlaster hydraulische koppelingen

Jan van den Oever ontving ook een financiële beloning van het Innovatiefonds voor telers. Hij bedacht een drukontlaster voor hydraulische koppelingen. Jan: “Bij machines die buiten in de zon staan komt door opwarming druk op de hydraulische leidingen. Dit is enkel te verhelpen door de koppeling op een hard voorwerp te stuiken waarbij olie vrijkomt en daarmee de druk verdwijnt. De olie komt op de grond, op de machine en in de kleding. Iedere agrariër, loonwerker en tuinder kent dit probleem. Mijn idee, de drukontlaster, lost dit probleem op en vangt de olie op zodat die niet in het milieu terechtkomt.”

Biologische Nederlandse thee

Linda Cebrian-Rampen is betrokken bij het opzetten en ontwikkelen van de eerste Nederlandse theeplantage. “Steeds meer mensen ervaren hoe lekker en gezond losse thee is en de vraag naar dit product stijgt ieder jaar. Echter, dit product wordt nog steeds uit Azië of Afrika gehaald. Met het verbouwen van de Camellia Sinensis, oftewel: de theeplant, in Nederland ontwikkel je een geheel nieuwe tak binnen de Nederlandse land- en tuinbouw”, vertelt Linda. Het publiek bracht ook de meeste stemmen uit op de innovatie van Linda. Hiermee won zij de publieksprijs van het Innovatiefonds voor telers.

Terugdringen van herbiciden- en kunstmestgebruik

Sander Hendrikx liep, net als vele anderen, op zijn bedrijf aan tegen strengere regels voor herbicidengebruik en het gebruik van (kunst)meststoffen. Hij ontving met zijn plan ook de aanmoedigingsprijs van het Innovatiefonds voor telers. Sander: “Het plan is om onder de planten een laagje compost of koemest te strooien dat vrij is van onkruidkiemen. Hierdoor heeft het onkruid minder kans om te ontkiemen en wordt het bodemleven gestimuleerd om dit organisch materiaal om te zetten in beschikbare elementen voor de plant.

De verwachting is ook dat er minder beregend hoeft te gaan worden in droge periodes, omdat de grond onder de zogenoemde mulchlaag langer vochtig blijft. Inmiddels is er een compostwagen geheel op maat ontwikkeld en kunnen we dit jaar gaan proefdraaien.”

Met het Innovatiefonds wil NAJK met de partners ABAB, Abemec, Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer Crop Science, Kwoot, OCI Agro en Syngenta, innovatie bij agrarische ondernemers in de akkerbouw en tuinbouw stimuleren. Ook in het najaar van 2017 kunnen agrarische ondernemers hun innovaties indienen opwww.innovatiefondsvoortelers.nl. De volgende openstelling loopt tot 6 november 2017.

Jonge Landbouwersregeling in december opnieuw open

De openstelling van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) vindt in december voor de derde keer plaats. De uitkomsten van de enquêtes van NAJK onder jonge boeren en tuinders zijn gebruikt om de regeling aan te passen. Eind oktober worden de publicaties, en daarmee duidelijkheid over de investeringsmogelijkheden, in alle provincies verwacht.

De subsidieregeling is onderdeel van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en loopt via de provincies. De regeling is bedoeld om jonge boeren en tuinders te ondersteunen met investeringen die hun bedrijf toekomstbestendiger maken. Zo kunnen jonge agrarisch ondernemers, met een zware financieringslast door bedrijfsovername, toch hun bedrijf verbeteren.

De voorwaarden en invulling van de JOLA wordt door een landelijke werkgroep voorbereid. De provincies beslissen vervolgens afzonderlijk van elkaar in welke mate ze de regeling openstellen. Provincies zouden hierbij nog onderdelen van de voorgestelde investeringslijst uit kunnen sluiten van openstelling. De meest duurzame technieken krijgen voorrang bij toekenning.

Op de openstellingen van maart 2016 en december 2016 was veel kritiek vanuit NAJK. Uit enquête bleek dat 70% van de respondenten, jonge boeren en tuinders, geen investering tussen de mogelijkheden vond waar zij behoefte aan hadden. Ook bleken investeringen op de lijst af te vallen voor aanvragers omdat deze investeringen niet aan een vereist minimaal investeringsbedrag voldeden. Deze resultaten werden door een onafhankelijk onderzoek door bureau Bartels bevestigd. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de werkgroep JOLA NAJK nauwer bij de totstandkoming van de derde openstelling betrokken.

Afgelopen dinsdag 12 september heeft de werkgroep de invulling van de JOLA aan de provincies voorgesteld. In ieder geval komt het minimale bedrag per investering te vervallen. Hierdoor komen ook de kleinere investeringen op de lijst in aanmerking. Het minimale uit te keren subsidiebedrag blijft wel gelijk om de uitvoeringskosten binnen de perken te houden. De voorgestelde investeringslijst is ten opzichte van de eerdere openstellingen uitgebreid met een selectie van wensen uit de enquête van NAJK en aanbevelingen van lokale en provinciale AJK’s. Het is nu aan provincies om te besluiten over de exacte openstellingen per provincie. In oktober/begin november wordt er door NAJK in alle provincies duidelijkheid over de openstelling verwacht. NAJK heeft de provincies opgeroepen zo spoedig mogelijk met duidelijkheid over de exacte invulling en voorwaarden te komen.

NAJK verzoekt de provincies de volledige voorgestelde lijst op te nemen om een brede doelgroep jonge boeren en tuinders te bereiken.

Goed nieuws voor grondgebondenbedrijf bij bedrijfsoverdracht

Er is een oplossing gevonden voor grondgebondenbedrijven bij bedrijfsoverdracht. “Eerder dit jaar kregen wij te horen van een groot aantal NAJK-leden dat bij bedrijfsoverdracht de gegevens van de fosfaatrechten wel werden overgeschreven bij RVO maar de grond gegevens niet. Op deze manier zou een melkveebedrijf in 2018 bij de toewijzing van fosfaatrechten onterecht worden aangemerkt als niet-grondgebonden. Gevolg hiervan zou zijn dat een melkveebedrijf na bedrijfsovername onterecht 8,3% gekort zou worden in 2018”, aldus Bart van der Hoog, portefeuillehoudermelkveehouderij NAJK.

Deze situatie is in februari door NAJK voorgelegd aan het ministerie en de verschillende landbouwwoordvoerders in de Tweede Kamer. Vervolgens is er een motie ingediend door Helma Lodders van de VVD die oplossing moest bieden. Vorige week heeft Minister Kamp gereageerd op deze aangenomen motie. In de kamerbrief laat hij de kamer weten rekening te houden met de grondpositie van voor de bedrijfsoverdracht. Dit geldt ook voor splitsingen van bedrijven, wijzigingen van rechtsvormen en wanneer bedrijven zijn samengevoegd. Op deze manier is er een praktische oplossing gevonden en zullen grondgebondenbedrijven geen onterechte fosfaatkorting tegemoet zien.

“Het blijft wel goed opletten voor melkveehouders”, volgens Van der Hoog. “Het is van belang om nu alvast te controleren of RVO de gegevens op de juiste manier heeft overgeschreven bij bedrijfsoverdracht.” Wanneer de grondgegevens niet juist zijn overgenomen kun je een zienswijze indienen waarbij verwezen kan worden naar deze kamerbrief.

Showtime!

Selamat soree (ja, het is hier alweer avond!)

Gisteren en vandaag was het showtime voor ons, de training voor de 21 Indonesische jonge boeren. Deze deelnemers zijn door FrieslandCampina geselecteerd uit 260 aanmeldingen en behoren dus tot de meest getalenteerde en gemotiveerde (toekomstige) jonge boeren van West Java. Maar daarover straks meer, want ik wil eerst vertellen over de prachtige, meest bijzondere ochtend van onze reis; het ontbijt op de bergtop.

De wekkers stonden vroeg, om 5 uur zouden we vertrekken om de zon op te zien komen vanaf een bergtop in de theeplantage. Zo gezegd zo gedaan, en om 5 uur zaten we allemaal met kleine oogjes in de auto. Wie had gedacht dat hij in de auto wel verder kon slapen, had het mis, want de weg naar de bergtop was eigenlijk geen weg te noemen. Met een gangetje van 5 km/uur hobbelden we over keien, stenen, gaten en scheuren, maar jongens, was dát het waard! Boven op de top stond een klein rond huisje, oorspronkelijk bedoeld om de theeplukkers in de gaten te kunnen houden. Vanaf dat huisje had je een fantastisch uitzicht over de plantage, de bergen, de vallei, de ondergaande volle maan, het meer en het dorp Pangalengan. Het begon al te schemeren en elke minuut veranderde het daglicht van kleur. Van paars naar rood, naar oranje en vervolgens naar het vroege daglicht. Het beeld van de zon die langzaam boven de bergtop uitkomt maakte ons allemaal (ja, allemaal!) sprakeloos. Syamsul en Tino, medewerkers van FrieslandCampina Indonesia hadden zelfs gedacht aan romantische muziek. Een beter begin van de dag kan je je niet wensen. Toen de brommertjes van de theeplukkers de berg op kwamen rijden, zijn wij met pijn in ons hartje teruggereden, want er was immers werk aan de winkel!

De 21 deelnemers zijn jongens en meisjes tussen de 16 en 25 jaar, die ofwel zoon/ dochter van een melkveehouder zijn, ofwel geschoold zijn tot melkveehouder. Het verschil tussen beide groepen is dat de een al een bedrijf heeft, en de ander nog vanaf nul moet beginnen. Omdat de bedrijven hier gemiddeld uit 2 tot 3 koeien bestaan, heeft de boer er vaak een baan naast. Daardoor krijgt de melkveetak niet de aandacht die het verdient en valt er veel meer rendement te halen voor de boer. Onze opdracht is tweeledig; motiveer de jonge boeren om een bedrijf te starten/ te verstevigen en help de jonge boeren bij het opzetten van een eigen jonge boerenorganisatie.

De groepen werden gesplitst en volgden de ene dag het ene onderdeel, en de volgende dag het andere onderdeel. Wij moesten de training dus dubbel geven. De eerste dag was voor iedereen nog wat onwennig. De taalbarriere is groter dan we van tevoren gedacht hadden, dus alles wat wij vertelden, moest vertaald worden naar het Bahasa. Dat kost niet alleen tijd, maar haalt ook de snelheid uit je verhaal. Ondanks dat verliep de eerste dag prima. De deelnemers zijn enthousiast, leergierig en vooral erg gemotiveerd. Ze weten precies hoe de zaken ervoor staan en hebben voor het opzetten van de jonge boerenorganisatie een helder doel; het hebben van een netwerk en kennisuitwisseling. Met een paar kleine wijzigingen in het programma hebben we vandaag de tweede dag getraind. We hebben onder andere gezorgd voor meer interactie. Ook hielp het om kortere zinnen te gebruiken, zodat de vertaling snel verliep. Dat verliep perfect, de training verliep op rolletjes. Halverwege de dag kwamen er trouwens 17 mensen van verschillende media langs, om een deel van de training mee te kijken en twee van ons te interviewen. Stel je voor: de voorzitter van de coöperatie, 2 Indonesische deelnemers, 2 NAJK-leden en Liesbeth, de NAJK-medewerker op een rijtje, met daartegenover 17 man aan Indonesische pers! Het voelde als een waar kruisverhoor, maar we hebben ons er kranig doorheen geslagen, al zeg ik het zelf. Daarna nog een groepsfoto, en de tweede trainingsdag was alweer ten einde! Morgen presenteren de deelnemers hun plannen; in groepjes het stappenplan voor het opzetten van een jongerenvereniging, en individueel een businessplan voor hun melkveebedrijf. Wij zullen de deelnemers allemaal voorzien van feedback, maar aan het enthousiasme en de betrokkenheid van de deelnemers te zien, verwacht ik niet dat er iets is aan te merken op de presentaties.

Na de presentaties morgen worden wij weer terug naar Jakarta gebracht (een vijf uur durende rit), waarna we zaterdag alweer terug naar Amsterdam vliegen. Jammer, Indonesië heeft zoveel moois te bieden, we waren graag langer gebleven! Al zijn de meeste deelnemers nu wel weer toe aan wat anders dan Nasi Goreng bij het ontbijt, lunch en avondeten.

 

Blog 2

5 september 2017, Pangalengan

Vandaag vertrekken we richting Pangalengan, meer zuidelijker dan Bandung. Pangalengan ligt in de heuvels en is daardoor koeler en groener dan Lembang en Bandung, en dus beter geschikt om melkvee te houden. De reis ernaartoe was adembenemend, eerst de stad uit zien te komen (wat bijzonder lang duurde, Bandung en Pangalengan lijken naadloos in elkaar over te lopen) maar via erg kronkelige weggetjes hadden we prachtige uitzichten en zicht op schitterende bergtoppen!
Als eerste stond een bezoek aan melkveecooperatie KPBS op het programma. We werden hartelijk ontvangen door de voorzitter Aun Gunawan. Dhr. Gunawan vertelde ons over de coöperatie en wat zij voor de leden doen. In grote lijnen komt het aanbod overeen met dat van KPSBU waar we gisteren waren. Dus veel service voor de leden, zoals medische zorg voor koe en mens, inseminatie, medicijnen voor de koeien, veevoer uitgifte enz.

KPBS telt momenteel 4200 leden, waarvan 3300 actieve leden. Inactieve leden zijn leden die op het moment geen melk leveren (bv door droogstand). De leden bezitten samen 13500 koeien, wat neerkomt op wederom 2 a 3 koeien per lid. De coöperatie ontvangt per dag 85000 liter melk. Een deel ervan wordt gepasteuriseerd verkocht in bekers en verwerkt tot mozzarella.

De grootste uitdaging ook hier weer is land. De meeste boeren hebben geen land en moeten dus op zoek naar gras, het snijden en mee terugnemen naar de boerderij. Dit alles gaat handmatig en kost dus veel tijd. Hij hoopt dus dat de overheid ervoor kiest om land te kopen en dat aan de melkveehouders te verhuren.

Dhr Gunawan vertelt blij te zijn met onze aanwezigheid, hij hoopt dat wij de jonge boeren op Java kunnen motiveren om volledig boer te worden. Nu is het zo dat 2 a 3 koeien niet rendabel zijn, en zij er dus een baan naast hebben. Dhr. Gunawan zou graag zien dat zij zich volledig focussen op of het melken van koeien, of een baan buitenshuis zoeken, want nu gebeurt het melken van de koeien niet met de aandacht die het verdient.

Na het bezoek aan de coöperatie en een lokale lunch, vertrokken we naar de boerderij van de zoon van de voorzitter van de coöperatie. Hij had een prachtig bedrijf met een vrijloopstal voor 100 koeien (inclusief jongvee). 30 daarvan zijn aan de melk. Hij heeft grootse plannen voor de toekomst; zo heeft hij onlangs een 6×6 melkmachine uit Nederland gekocht, deze staat nu in Singapore en kan elk moment arriveren op Java. Als die machine is geinstalleerd, melkt hij de koeien in een melkput en slaat de melk gekoeld op in een eigen koeltank. Hij hoopt over 5 tot 10 jaar 500 koeien in de stal te hebben lopen. Aan ambitie geen gebrek dus!

Daarna hebben we een erg traditionele melkveehouder bezocht. Deze man heeft 5 koeien, in een ouderwetse grup (lees: een vervallen overkapping met zeilen eromheen gespannen waar de koeien in staan met de stront tot achter hun oren). Wat een contrast vergeleken met het bedrijf hiervoor!

Verder hebben we een melkcollectiepunt bezocht, een punt waar de melkveehouders na het melken hun melk naartoe brengen. Daar wordt het overgegoten in standaard melkbussen, gewogen, een monster van genomen en in de koeltank gegoten. Via een chipkaart wordt precies opgeslagen hoeveel de melkveehouder heeft weggebracht, en de melkveehouder krijgt daar direct een uitdraai van. Daarna moeten de eigen melkbussen via een streng systeem gewassen en gedroogd worden. Op dit moment heeft FrieslandCampina Indonesia vijf van dit soort melkcollectiepunten, en twee zijn in opbouw. Het grote voordeel is dat er een schakel uit het systeem gehaald is. Een belangrijke, namelijk het ongekoeld vervoer per melktank.

Op alle bedrijven waar we vandaag geweest zijn, waren we een ware attractie. Kinderen renden de straat op en riepen “Buli, buli!” (uitgesproken als bullee), wat “witte mensen” betekent. De kinderen, maar ook hun ouders wilden graag met ons op de foto. Elk bezoek werden we achtervolgd door hordes kinderen, die uiteindelijk ook een high five durfden te geven (na eerder luid gillend weg te rennen als we te dicht in de buurt kwamen).
Na de bedrijfsbezoeken hebben we nog een bezoek gebracht aan een grote theeplantage, opgezet in 1887 door de Nederlander dhr. Bosscha. Hij heeft onder andere deze theeplantage opgezet, een universiteit gebouwd, een observatorium, de Technische Hogeschool in Bandung en de sociëteit. Hij wordt tot op de dag van vandaag gerespecteerd. Helaas was het mistig geworden en konden we niets van het schijnbaar spectaculaire uitzicht zien. Maar morgenochtend 5.00 uur brengt Tino ons naar de top van de berg voor een ontbijt met zonsopgang. Het belooft prachtig te worden!

Na deze volle dag werden we naar ons nieuwe hotel gebracht. Zojuist hebben we samen met Tino, Samju en Akhmad gegeten en de komende dagen besproken. Morgen gaat het echte programma beginnen, de training aan de jonge boeren. We hopen ze de komende dagen te motiveren om een agrarisch bedrijf op te zetten of te verbeteren, en ze te helpen bij het opzetten van een jongerenorganisatie. Een vol programma dus!

Sampei jumpa vanuit het prachtige Pangalengan! Helaas is het internet hier te slecht om foto’s te posten. Jammer, want ze zijn jaloersmakend en facinerend!

    Jonge boeren en tuinders worden oud

    NAJK viert 40-jarig jubileum

    De jonge agrarisch ondernemer kreeg te weinig aandacht. Daar was maar één oplossing voor: een eigen belangenorganisatie. Zo ontstond op 1 september 1977 het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). Dit seizoen viert de vereniging haar veertigjarig bestaan.

    Sinds 1977 komt NAJK op voor de belangen van de Nederlandse jonge boeren en tuinders. Door de jaren heen is bedrijfsovername het speerpunt van NAJK geweest. De Tante Agaath-regeling, die de financieringslasten voor jongeren vermindert, is hier een zeer concreet voorbeeld van. Ook de welbekende Jonge Landbouwersregeling (JOLA) is een resultaat van de inzet van NAJK. Daarbij heeft NAJK zich in de afgelopen veertig jaar beziggehouden met de planvorming rond allerlei actuele thema’s zoals de top-up-regeling in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, alternatieve financiering en de fosfaatwetgeving.

    De organisatie voor jonge boeren wordt oud

    “Volgens de EU-regels mag een agrariër tot zijn 40ste jong genoemd worden. De jonge jaren vliegen voorbij. Zo wordt een organisatie voor jonge agrariërs al snel tot de oudjes gerekend. Wij zijn trots dat NAJK al 40 jaar de belangenbehartiger is voor jonge boeren en tuinders”, aldus Andre Arfman, voorzitter NAJK.

    Jubileumactiviteiten

    Het activiteitenseizoen 2017-2018 staat in het teken staan van het 40-jarige jubileum. Aan de hand van het thema ‘Wie de klomp past, trekt hem aan!’ besteedt NAJK extra aandacht aan de toekomstrichting van jonge boeren en tuinders. Verschillende verdienmodellen, ketenconcepten en innovatie komen hierbij aan bod. Vanaf september tot en met half november gaan de 10 provinciale AJK’s de strijd met elkaar aan in de ProvincieBATTLE. Jonge boeren en tuinders strijden met hun provinciale AJK’s door opdrachten uit te voeren. Op 2 december 2017 is er een inspiratiedag speciaal voor alle NAJK-leden. Tickets hiervoor zijn verkrijgbaar via: www.najk.nl/inspiratiedag/

    De jubileumactiviteiten worden mede mogelijk gemaakt door de hoofdsponsors van het jubileum ForFarmers en Vion en diverse andere sponsoren.

    Eerste dagen op Java

    4 september 2017, Bandung, Java Indonesia

    Na een reis van 26 uur zijn we eindelijk op de plek van bestemming; ons hotel in Bandung. Het was al donker toen we in Jakarta landden, maar wat we vanuit de auto gezien hebben, is Jakarta een megastad. Zoveel hoogbouw, zoveel verkeer, we keken onze vermoeide ogen uit! Op het vliegveld van Jakarta stonden twee chauffeurs ons op te wachten en zij brachten ons in 3,5 uur rijden naar het hotel. Onderweg even gestopt bij een lokaal eettentje waar we van alle kanten aangestaard werden en we kennis hebben gemaakt met de lokale keuken.

    De volgende dag (zondag), stond er niets op het programma. Tino, een medewerker van FrieslandCampina Indonesia appte om te vragen wat we die dag op het programma hadden staan. Ons originele idee om een kratermeer te bezoeken, werd hartelijk weggelachen, veel te ver weg van Bandung. Tino kwam met de suggestie om met ons naar een park in het noorden van de stad te gaan. Zo gezegd, zo gedaan en anderhalf uur later stond Tino, zijn vrouw en twee kinderen klaar om ons op sleeptouw te nemen. Na nog eens een uur in de auto (het Indonesische verkeer is net een mierennest, er zal vast een systeem in zitten, maar onbegrijpelijk voor een buitenstaander) zijn we in het park aangekomen. Het is een bos met verschillende grotten die in de oorlogstijd gebruikt zijn door zowel de Nederlanders als de Japanners om munitie in op te slaan. Indrukwekkend om door de zogenaamde Goa Belanda te lopen.

    En vandaag begon dan het programma; een bezoek aan de coöperatie KPSBU en enkele melkveebedrijven in Lembang. Bij de coöperatie zijn we verwelkomd door drs. Dedi Setiadi, de voorzitter van de coöperatie, een bestuurslid en de secretaris. Akhmad Sawaldi, projectleider Dairy Development Programme bij FrieslandCampina Indonesia heeft ons het een en ander uitgelegd over de melkveehouderij in Indonesië.

    De coöperatie heeft momenteel zo’n 4500 actieve leden, telt 20.000 koeien die samen 150.000 liter melk per dag produceren. De coöperatie biedt werk aan 310 medewerkers. De gemiddelde zuivelconsumptie in Indonesië is 12 liter per persoon per jaar, het op een na laagste niveau van Azië (ter vergelijking: in Nederland is dit 350 liter pp/jaar). Indonesië telt 261 miljoen inwoners, dus kan je je voorstellen wat voor ’n uitdaging er ligt wanneer de melkconsumptie ook maar met 1 liter pp/jaar zou stijgen? De grootste uitdagingen waar Indonesië mee te kampen heeft, zijn de infrastructuur, de afhankelijkheid van import, educatie, armoede/ inkomenskloof, investeringen en corruptie. Aan de andere kant zijn er ook voldoende kansen; export (palmolie, mineralen, soja), natuurlijke bronnen, bevolking (60% van de Indonesiërs is jonger dan 30 jaar!) en de hoge economische groei (gemiddeld 5%).
    De meeste melkveebedrijven zijn familiebedrijven en bevinden zich in de hoger gelegen (dus koelere) gebieden van Java. 98% van alle zuivelproductie gebeurt op Java, enkel en alleen omdat hier de verzamel- en verwerkingsstations zijn. Een gemiddeld melkveebedrijf heeft 2 a 3 koeien, melken gebeurt veelal met de hand (enkele boeren hebben een handmelkmachine).

    De coöperatie verzamelt en verwerkt niet alleen de melk van de leden, maar importeren ook krachtvoer wat ze aan de leden verkopen, verstrekken renteloze kredieten, verkopen melkproducten aan de mensen in de omgeving, hebben een supermarkt voor de leden (de leden geven schriftelijk door wat ze nodig hebben en dat wordt thuisbezorgd) en verzorgen de ziektekostenverzekering van de leden.

    Na het bezoek aan de coöperatie gaan we onderweg naar 3 relatief grote melkveebedrijven. Onderweg kwamen we langs een melkophaalpunt, waar op dat moment net de melkwagen aankwam. Op zo’n punt komen alle boeren volgens een bepaald schema twee keer per dag hun melk brengen. De melk wordt ter plekke gemonsterd en indien goed bevonden, in de melktank gegooid. De melk wordt ongekoeld in melkbussen naar het verzamelpunt gebracht, en overgebracht in een eveneens ongekoelde melktank. Het is dus zaak om in deze hitte zo snel mogelijk naar de coöperatie te rijden met de melk. Er zit maximaal 1,5 uur tussen melkbus en koeltank, aldus Rik-rik (medewerker FrieslandCampina Indonesia). Een bijzonder gezicht, al die boeren met hun melkbussen (sommige achterop de brommer, andere aan een stok over hun nek).
    De stallen van de bezochte bedrijven staan achter het huis, door smalle steegjes en vrij dicht bij de buren. Veel stallen worden gedeeld met hun vader, broers of oom. Vanaf 5 tot 6 koeien is een medewerker eigenlijk noodzakelijk, omdat er veel werk verzet moet worden. De koeien worden gevoerd met voornamelijk (olifanten)gras wat soms op eigen grond geteeld wordt, maar vaak langs de weg geplukt wordt. Het voer van de coöperatie wordt aangelengd met cassave. Omdat de koeien in een grup-opstelling staan, schijten ze zichzelf en de vloer onder, zodat hun plek elke keer schoon gemaakt moet worden. Om mastitis te voorkomen, worden de koeien minimaal om de dag schoon gemaakt. De werkzaamheden bestaan dus uit schoonmaken, gras plukken en melken. Arbeidsintensief dus! De NAJK-leden zagen al snel veel kleine punten voor verbetering, zoals droge vloeren en de continue beschikbaarheid over water en voer. De bezochte bedrijven waren zonder meer erg netjes, en de boeren ambitieus! Een van de jonge boeren (die later deze week ook deelneemt aan het Farmer2Farmer programma) heeft als droom een vrijloopstal en voersilagesysteem, zodat hij het teveel aan voer uit het regenseizoen op kan slaan voor mindere tijden in het droge seizoen.

    Een heel verhaal zo, terwijl we nog veel meer hebben meegemaakt (een boom op de auto, de keuze tussen een boete of mee naar het bureau omdat je je gordel niet om hebt, drinken uit een kokosnoot, Indonesiërs die met ons op de foto wilden, je maakt wat mee in een paar dagen!)