Agrarische sector bespreekt alternatief plan voor waterkwaliteit

Het voorgestelde ontwerp 7e actieprogramma betreffende de Nitraatrichtlijn (APN) heeft vergaande gevolgen voor boeren, tuinders en de verwerkende ketens. Het is onhaalbaar, ontwrichtend en onbetaalbaar, bleek ook uit de consultatie van LNV. Vertegenwoordigers van de primaire sector en ketenpartijen werken daarom samen aan een effectief, haalbaar en betaalbaar alternatief via een maatwerkaanpak. 

De basis voor de actieprogramma’s ligt in de Europese Nitraatrichtlijn van 1991, waarin iedere lidstaat verplicht is iedere vier jaar een actieprogramma in te dienen om aan te tonen hoe men de verontreinigingen van het grond- en oppervlaktewater vanuit de landbouw met nitraat gaat verminderen. Indien een lidstaat kan aantonen dat ze een lang groeiseizoen heeft en een gewas die meer nitraat op kan nemen dan gemiddeld, kan ze (gewas)derogatie aanvragen. Ook zonder derogatie dient een lidstaat een actieprogramma op te stellen en uit te voeren. Voor ons als primaire sector en ketenpartijen is de derogatie van groot belang en onmisbaar.

Kort samengevat stelt het ministerie van LNV met haar ontwerp 7e APN algemeen geldende regels voor waarmee maatregelen worden opgelegd voor alle grondsoorten, alle teelten en alle ondernemers. Dit vinden wij onhaalbaar, ontwrichtend en onbetaalbaar. Om die reden stellen wij een twee-sporenbenadering voor, waarbij de ondernemer kan kiezen: voor een maatwerkaanpak óf de algemeen geldende regels. De betrokken partijen, BO Akkerbouw, Cumela, LTO Nederland, NAJK, NAV, NZO, POV en Rabobank ,pleiten voor systeemverandering met eigen verantwoordelijkheid, in plaats van regels op regels op regels. De basis voor deze maatwerkbenadering is dat de meest effectieve maatregelen op de meest zinnige plek horen. Dat betekent een meer regionale aanpak, met de focus op de inzet van effectieve maatregelen ter verbetering van de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit; dus daar waar ze ook daadwerkelijk nodig zijn.

In deze voorgestelde maatwerkaanpak heeft de ondernemer de keuze tussen een maatwerkaanpak en de algemeen geldende regels. Bij de keuze voor maatwerk staat het doel centraal en kan de ondernemer maatregelen nemen die het beste bij hem/haar en het bedrijf passen om het gewenste doel te bereiken met een beperktere economische impact voor ondernemer, loonwerker en de keten. Deze maatwerkaanpak is een heel andere insteek dan die van LNV en vraagt op dit moment om het nodige overleg en verdere uitwerking. Parallel aan onze inzet voor het uitwerken van deze maatwerkaanpak zetten we ons gezamenlijk vol in om alternatieven te bieden voor de voorgestelde onwerkbare generieke regels, zoals de voorgestelde inzaai van een vanggewas voor 1 oktober op alle zand- en lössgronden, de bouwplanvoorschriften, het verplicht aandeel rustgewas voor graasdierbedrijven en de algehele verbreding van bufferstroken. Het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) kan hierbij de ondernemer faciliteren.

Nederland moet voor 1 december een voorstel aan Brussel doen, dus staat er forse tijdsdruk op. Wij voeren momenteel constructieve gesprekken met de ministeries van LNV en I&W over zowel de maatwerkaanpak als alternatieven voor de voorgestelde onwerkbare generieke regels. We verwachten de komende twee weken helderheid van de minister van LNV over een aangepast 7e APN, dat effectief maar ook haalbaar en betaalbaar moet zijn.