“Een maatschap met Paul aangaan was voor ons beiden de leukste oplossing”
Ad van Schaik (58) is biologisch melkveehouder en zit sinds 2010 in maatschap met de 32-jarige oud-stagiair Paul Zwetsloot. Sinds 2014 verwerken Paul en zijn vrouw Lise een deel van de melk tot biologische kaas. Op het moment zijn Ad en Paul bezig met de bouw van een nieuwe melkveestal en melkput (2×9 zij aan zij), kaasmakerij en kaasopslag. Het jongvee staat nu nog elders, maar wordt na voltooiing van de nieuwe ligboxenstal, in de oude ligboxenstal geplaatst. Paul en Ad vertellen hoe zij tot het voornemen tot buitenfamiliaire bedrijfsovername gekomen zijn.
Van timmerman naar varkensboer en uiteindelijk melkveehouder
Ad van Schaik is geboren en getogen op melkveehouderij Vrede-Oord in Kamerik. Hij wilde graag het ouderlijk bedrijf overnemen en trad zodoende in 1982 in maatschap met zijn vader. In 1986 overleed zijn vader en nam Ad het bedrijf na slechts vier jaar maatschap over.
Paul Zwetsloot kwam er tijdens de lagere technische school (lts) achter dat timmerman geen vak voor hem was. Boer, en dan specifiek varkensboer worden, dat leek hem wel wat. Eigen baas zijn met een vrij bestaan, werk dat aanvoelt als een hobby. Van school moest hij echter eerst stage lopen op een melkveehouderijbedrijf. Zo kwam het dat Ad op een dag in 2000 een jongen met een grote bos krullen de steeg in zag fietsen. De toen 17-jarige Paul was op zoek naar een stagebedrijf en het AOC Houten waar Paul op school zat, had het bedrijf van Ad aangedragen. Het bleek te klikken tussen de twee en Paul kon bij Ad aan de slag. Na zijn stage is Paul in de weekenden en vakanties altijd bij Ad blijven lopen.
In maatschap met iemand van buitenaf
Ad heeft geen kinderen en vanuit de familie is er niemand met de interesse om boer te worden. Omdat de gezondheid van Ad een rol begint te spelen, voorzag hij voor de toekomst van zijn bedrijf een aantal opties: helemaal stoppen met melken, werken met personeel of in maatschap met iemand van buitenaf. Ad is nooit bewust op zoek geweest naar een opvolger. “Paul is een toevalstreffer”, aldus Ad. “Hij wilde graag boer worden en ik vind het leuk om op deze manier boer te kunnen blijven. Een maatschap met Paul aangaan, was voor ons beiden dus de leukste oplossing.” “Het klikt goed tussen Ad en mij”, vertelt Paul. “We liggen op een lijn. Natuurlijk verschil je op sommige punten van mening, maar dat is niet meer dan gezond.” Een mooie en niet onbelangrijke bijkomstigheid is dat de vrouw van Paul, Lise, goed in het totaalplaatje past.
In 2005 vertrok Paul voor een jaar naar Australië en Nieuw-Zeeland. Vlak voor zijn vertrek begon Ad geheel vrijblijvend over de optie om samen in maatschap te gaan. Paul: “In Australië en Nieuw-Zeeland heb ik er verder over nagedacht. Toen ik terugkwam ben ik uit gaan zoeken hoe een maatschap in z’n werk gaat en wat ervoor geregeld moet worden.”
Proefmaatschap
Voor Ad wijkt dit maatschapstraject niet veel af van zijn maatschap met zijn ouders. Voor Paul was het allemaal nieuw. Ad en Paul hebben een bedrijfsovername-adviseur van Gibo Groep (inmiddels Flynth Accountants en Adviseurs) ingeschakeld. Deze adviseur heeft een proefmaatschap van drie jaar (een maatschapsovereenkomst waarbij je binnen een bepaalde tijd de maatschap kan beëindigen, zonder dat daar grote consequenties aan verbonden zijn) opgesteld. Zowel Paul als Ad hebben hun wensen en eisen besproken, die hierin zijn meegenomen. Paul: “Ik wilde wel de zekerheid hebben dat ik het bedrijf op termijn over kon nemen, dus dat de maatschap niet te vrijblijvend bleef. Je moet elkaar hierin tegemoet komen.”
Evenwicht vinden
Ook de financiële kant van de maatschap werd besproken en vastgelegd. Na taxatie van het bedrijf en alle wensen en eisen gehoord te hebben, heeft de boekhouder een berekening gemaakt. Daarin zijn beide partijen realistisch. Paul vindt het belangrijk dat hij qua inkomen in de maatschap ongeveer op hetzelfde niveau zit als wanneer hij buiten de deur aan het werk zou zijn. Ook Ad staat er nuchter in: “Ik ga jou boer maken, maar ik ben Sinterklaas niet. Daarin moet je samen een evenwicht zien te vinden. Je moet het elkaar gunnen. Paul moet mij gunnen dat ik hier op mijn manier rondhobbel, en ik moet hem gunnen dat hij de dingen op zijn manier doet. Daarin is vertrouwen nodig.”
Investeren
Ad: “Als er geïnvesteerd moet worden, moeten we dat nu doen. Nu wil ik daar nog aan bijdragen, als ik straks boven de 60 ben heeft het voor mij weinig zin om er nog veel geld in te steken.” Op dit moment zijn Ad en Paul bezig met nieuwbouw van de melkstal, een kaasmakerij en -opslag. Het ontwerp komt van Paul, samen hebben ze overleg over de praktische invulling daarvan. Paul: “Het idee voor de nieuwe stal was er al een tijdje, ik ben er verder mee aan de slag gegaan. Ad heeft aangegeven wat zijn wensen zijn. Toen de tekenaar kwam om de plannen door te spreken, liet Ad het vrij snel aan mij over. Ik wist wat Ad wilde, de tekenaar en ik zouden er samen wel uitkomen. Ad is daar wel makkelijk in, hij laat me vrij in de te nemen beslissingen. Soms is het wel eens lastig om aan te voelen of hij zaken oké vindt of niet.”
Als je samenwerkt is goede communicatie erg belangrijk, beamen ze allebei. Beiden noemen het risico van te weinig communicatie. Ad: “Je kan aannames hebben van elkaar, bepaalde verwachtingen die niet uitgesproken zijn. Wat voor de een vanzelfsprekend is, is dat voor de ander niet. Dat soort dingen moet je uitspreken, anders ga je er van alles achter zoeken en hoopt dat op. Goede communicatie en een goede omgang met elkaar is belangrijker dan een ton meer of minder, bij wijze van spreken.”
Paul denkt dat de communicatie beter kan. “We nemen niet de tijd om er echt voor te gaan zitten. Zolang het goed gaat, gaat het goed, waardoor je geen tijd neemt om met elkaar in gesprek te gaan. Maar als het Ad niet zint, dan hoor je het wel van hem hoor.”
“Er zijn vast en zeker maatschappen tussen vader en zoon waarbij de samenwerking stroever verloopt dan bij ons”, zegt Ad. “Wij hebben geen grote strategische verschillen. Ik kan me bijvoorbeeld goed vinden in de kaasuitdaging van Paul, dat laat ik helemaal aan hem over.”
Overname
Ad en Paul weten nog niet precies wanneer de overname plaatsvindt. “We bekijken de situatie van jaar tot jaar, maar ik denk niet dat ik na m’n 65e nog koeien melk,” aldus Ad.
“Buitenfamiliaire bedrijfsovername moet je wel liggen”, sluit Ad af. “Als je nooit stagiairs hebt gehad, beslissingen hebt hoeven delen of samen hebt gewerkt, wordt buitenfamiliaire bedrijfsovername nog een grotere kluif. Het is de kunst om van tevoren uit te vinden of je er de persoon voor bent”. Paul: “Elke situatie is natuurlijk anders, maar blijven communiceren en weten wat je van elkaar wilt zijn belangrijk voor een geslaagde overname. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar weet wat je samen wilt!”
Bedrijfsgegevens
- Biologische melkveehouderij en kaasmakerij Vrede-Oord
- 70 melkkoeien
- 30 stuks jongvee
- 38 ha land
- Kamerik