EU Debat: Vertrouwen, maatwerk en ruimte voor de boer

Europese landbouwwoordvoeders van BBB, CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks-PvdA, SGP, SP, Volt en VVD spraken op woensdag 22 mei met elkaar tijdens het EU Debat: Toekomst van Agri & Food. In opmaat naar de verkiezingen voor het Europees Parlement kwamen thema’s als uniforme duurzaamheidsstandaarden voor landbouw en ketenverantwoordelijkheid aan bod.

Op voorhand mikten dagvoorzitters Amber Laan (jonge melkveehouder en adviseur duurzame landbouw bij Schuttelaar & Partners) en Gerben Boom (dagelijks bestuurder bij NAJK en adviseur duurzame landbouw bij Schuttelaar & Partners) op een debat met inhoud en verbinding. Gerben: “Tijdens de stevige gesprekken werden de verschillende standpunten van de politieke partijen goed zichtbaar, maar lukte het ook consensus te vinden. Het is goed om met deze haakjes na de verkiezingen verder het gesprek aan te gaan.”

In meerdere rondes gingen we in gesprek met Anna Strolenberg (Volt #1), Bart Millenaar (VVD #7), Bas Eickhout (GroenLinks-PvdA #1), Bert-Jan Ruissen (SGP #1), Fenna Feenstra (SP #1), Gerben-Jan Gerbrandy (D66 #1), Jessika van Leeuwen (BBB #2), Johanna Koffeman (ChristenUnie #4) en Willemien Koning (CDA #4). Wat gaan de aanwezige politieke partijen de komende 5 jaar doen en veranderen, hoe zien zij hun rol? In de gesprekken werd ingezoomd op lange termijnoplossingen en structuurveranderingen om problemen die nu spelen aan te pakken met duidelijke beleidskeuzes.

Generiek beleid en vruchtbare delta
Er is brede consensus over het belang van duurzaamheid en het behoud van een sterke voedselpositie, ondanks bepaalde verwachtingen met verrechtsing in Nederland en binnen de EU. De meningen verschillen echter over de manier waarop dit bereikt moet worden. Waar sommigen pleiten voor maatwerk en herziening van bestaande gebieden, zien anderen generiek beleid als noodzakelijk om klimaatdoelen te behalen. De dialoog over hoe landbouw en natuur beter geïntegreerd kunnen worden en hoe de financiële positie van boeren versterkt kan worden, blijft essentieel.

Volgens CDA-kandidaat Willemien Koning: “Er is geen generiek beleid nodig, maar maatwerk. Herijking van de Natura2000-gebieden en verruiming van de mestnormen zijn essentieel om een gezonde balans te bereiken.” Volt-kandidaat Anna Strolenberg voegt hieraan toe: “Generiek beleid is nodig voor de klimaatomslag en moet als hefboom werken, niet als last. De klimaatomslag moet op EU-niveau gestimuleerd worden, waarbij maatwerk de klimaattransitie verder ondersteunt.”

Handvaten voor jonge boeren
Er is brede consensus dat het huidige Europees duurzaamheidsbeleid jonge boeren onvoldoende economisch ondersteunt bij de verduurzaming van hun bedrijven. Verschillende partijen benadrukken de noodzaak van eerlijke prijzen, financiële steun en maatwerk in regelgeving om de transitie naar duurzame landbouw mogelijk te maken. True pricing en afrekenbare stoffenbalansen worden gezien als potentiële oplossingen om vervuiling door te berekenen en duurzame productie te stimuleren. Volgens VVD-kandidaat Bart Millenaar: “Vergroening is alleen effectief als boeren ruimte krijgen voor eigen invulling met fatsoenlijke compensatie. Boeren willen verduurzamen, maar de overheid moet ook bereid zijn om te ondersteunen.” CU-kandidaat Johanna Koffeman voegt hieraan toe: “Duurzaamheid loont nu te weinig, vooral voor jonge boeren. Brussel moet perspectief en duidelijkheid bieden voor investeringen in duurzaamheid.”

Doelsturing voor betere waterkwaliteit
Er is brede consensus dat doelsturing noodzakelijk is voor betere waterkwaliteit, waarbij het vakmanschap van boeren centraal moet staan. Er zijn echter verschillen in hoe streng de normen moeten zijn en hoe deze gemeten en gehandhaafd moeten worden. BBB vindt de normen te streng, en wijst de Natura 2000-gebieden aan als boosdoener, net als het CDA. De VVD en SGP leggen de nadruk op het afschaffen van middelvoorschriften en het ondersteunen van innovaties. De CU en D66 benadrukken dat doelsturing niet gelijk staat aan minder strenge normen en dat Nederland zijn waterkwaliteit drastisch moet verbeteren.

Volgens D66-kandidaat Gerben-Jan Gerbrandy: “Nederland scoort laag in waterkwaliteit. Doelsturing is een goed idee, maar het meten ervan kan moeilijk zijn. Nitraat, fosfaat en PFAS vervuilen het water, en daarmee gaat de ecologische waterkwaliteit achteruit.” Jessika van Leeuwen (BBB) reageerde hier fel op door te stellen dat Nederland strengere normen stelt voor het oppervlaktewaterkwaliteit dan in het buitenland. Beide partijen waren het zeer oneens in hoeverre Nederland nu een slechte waterkwaliteit heeft en het slechtste jongetje van de Europese klas is. SP-kandidaat Fenna Feenstra voegt hieraan toe: “Doelsturing moet vergezeld gaan met duidelijke doelen en controles. Kennis over hoe deze doelen te bereiken moet gratis beschikbaar zijn en boeren moeten beloond worden voor het behalen van doelen met minder input.”

De afwegingen die achteraf blijven hangen worden door Amber kort samengevat: “Kies je voor hoogproductieve landbouw en voedselzekerheid op korte termijn en laat je daarmee de actuele data links liggen? Of richt je je op natuurherstel, biodiversiteit en leefomgeving, met als (onbedoeld) gevolg productieverlies en kostenprijsverhoging die zonder ondersteunende regelingen alleen door de allergrootste boeren opgevangen kunnen worden.”

 

De keus ligt bij Nederland op 6 juni. Wil je meer weten over weten over de Europese verkiezingen? Kijk het debat terug via deze link.

Organisatie
Het EU Verkiezingsdebat over de toekomst van Agri en Food in de Mauritskazerne in Ede is een initiatief van Schuttelaar & Partners en NAJK en wordt door BO akkerbouw en ZuivelNL ondersteund.