Waterschap Vechtstromen gooit eigen ruiten in met glyfosaat- en teeltverbod

De afgelopen 25 jaar is er onder alle meetpunten van de waterschappen in Nederland slechts één keer een normoverschrijding van de toegelaten werkzame stof glyfosaat waargenomen. Op basis van deze meetgegevens kan geconcludeerd worden dat glyfosaat geen enkele serieuze bedreiging vormt voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat we nu niks meer hoeven te doen om emissies van glyfosaat en andere werkzame stoffen terug te dringen, maar het besluit van waterschap Vechtstromen, gaat echt een aantal bruggen te ver!

Waterschap Vechtstromen wil op hun 250 hectare pachtgronden het gebruik van glyfosaat niet meer toestaan. Hiermee hebben ze zichzelf naar mijn idee volledig gediskwalificeerd als serieuze partij. Als je samen met onder andere de Unie van Waterschappen afspraken maakt richting een reductie in het gebruik van middelen, dan gaat het niet werken als waterschappen zelf restricties gaan opstellen zonder enige grondslag. Het kan niet zo zijn dat waterschap Zuiderzeeland in 2019 nog besluit te stoppen met het bemonsteren van het water op glyfosaat, omdat het simpelweg niet meer werd gevonden, om vervolgens 1,5 jaar later vanuit een andere hoek zulke belemmeringen opgelegd te krijgen.

Glyfosaat was klaarblijkelijk niet het enige wat Vechtstromen dwarszat: in dezelfde adem kondigde ze ook een verbod op de teelt van uien, lelies en andere bolgewassen aan. Een volkomen zinloze beslissing als je het mij vraagt. Emissies naar het oppervlaktewater verminder je hier niet mee. Sterker nog, doordat de teelt zich meer gaat concentreren, kan het zelfs een averechts effect hebben. Het areaal van deze gewassen zal niet minder worden, maar verplaatst naar andere percelen in het gebied van Vechtstromen. Jammer, want als het waterschap Vechtstromen in overleg was gegaan met hun pachters over hoe de emissies verder teruggedrongen konden worden, hadden ze waarschijnlijk veel meer kunnen behalen. Het aangekondigde teeltverbod is ook nog eens ontzettend hypocriet, want het lijkt mij sterk dat de bestuurders die voor het verbod gestemd hebben nu geen uien meer eten en bloembollen in hun tuin planten. Oftewel: prima dat het verbouwd wordt, maar dan wel ergens anders waar het mijn probleem niet meer is.

Ik hoop dat andere waterschappen en verpachters van grond begrijpen dat ze meer voor zichzelf, hun omgeving en de boeren kunnen betekenen door samen te werken. Samen met boeren doelen op te stellen en gezamenlijk plannen te maken om deze doelen te behalen. Want als meer verpachters net als Vechtstromen hun eigen ruiten in gaan gooien, is straks veel moeite op het gebied van emissiereductie helaas voor niks geweest.



Leendert Jan Onnes

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Leendert Jan Onnes verantwoordelijk voor de portefeuille akkerbouw. Hij heeft samen met zijn vader een akkerbouwbedrijf van 120 hectare in het Groningse Finsterwolde. Met de afgeronde studies internationale bedrijfskunde en Business Marketing / Marketing Research is Leendert Jan een goede aanvulling op het dagelijks bestuur van NAJK.

Zorgen om doorgeven maïspercelen op zand en löss

Vanaf dit jaar is het verplicht om op zand- en lössgronden vooraf aan te geven welke percelen worden gebruikt voor de teelt van maïs. NAJK heeft signalen gekregen van leden dat het niet in alle gevallen goed is gegaan. Deze regel is een voorbeeld van de toenemende regeldruk binnen de agrarische sector. NAJK roept het ministerie van LNV dan ook op om met praktische oplossingen te komen.

Met deze regel probeert het ministerie te handhaven dat de maïspercelen pas na 15 maart worden bemest. Het is een praktischere manier dan bijvoorbeeld het verplicht stellen van rijenbemesting, maar brengt wel een extra administratieve last met zich mee. NAJK heeft onder haar leden gemerkt dat het doorgeven van de maïspercelen niet overal goed is gegaan, met de nodige frustraties tot gevolg. In sommige gevallen wisten leden niet van deze nieuwe regel af en bij sommigen ging het fout omdat er, naast de wijziging in ‘mijn percelen’, ook een apart formulier moest worden in gevuld. Dit is niet altijd even duidelijk gecommuniceerd.

NAJK betreurt dat deze nieuwe regeling ervoor heeft gezorgd dat er in de praktijk zaken mislopen en dit de bedrijfsvoering en de boer frustreert. De toenemende regeldruk is een zorgpunt voor NAJK en dit is daar een typisch voorbeeld van. NAJK roept het ministerie van LNV op om te kijken naar een praktische oplossing voor dit probleem zodat de percelen die zijn bedoeld voor maïs ook gebruikt kunnen worden voor deze teelt. Laten we de praktijk niet frustreren als we te goeder trouw handelen in een inmiddels zeer onpraktisch regeldoolhof.

NAJK heeft grote zorgen over openbaarmaking PAS-melders

Afgelopen woensdag, 27 januari, heeft de Raad van State (RvS) geoordeeld dat het ministerie van LNV de locatiegegevens van tien PAS-melders bekend moet maken. NAJK maakt zich grote zorgen over de gevolgen van deze bekendmaking waarbij privacygevoelige informatie op straat komt te liggen. Bedrijven die altijd te goeder trouw hebben gehandeld, maar nu in een illegale situatie zijn terecht gekomen, worden benadeeld.

De specifieke reden dat de RvS op deze wijze heeft geoordeeld, is dat het hier gaat om emissiegegevens die samenhangen met de locatie. Dit is volgens de rechter belangrijk, omdat de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in vergelijking met andere soorten informatie minder mogelijkheden biedt om het verstrekken van milieu-informatie te weigeren, in het bijzonder bij emissiegegevens. Het ministerie van LNV heeft echter altijd betuigd dat het hier gaat om privacygevoelige informatie en dat juist daarom deze gegevens niet daar buiten gebracht zouden moeten worden. Een PAS-melding heeft namelijk vrijwel altijd betrekking op een boerenbedrijf waar de ondernemer met zijn familie woont en werkt. ‘Bedrijfsgegevens’ hebben daarom een sterk persoonlijk karakter. De rechter heeft echter anders geoordeeld.

Minister Schouten heeft meerdere malen in de Tweede Kamer genoemd dat zij PAS-melders gaat legaliseren. Ook in de nieuwe stikstofwet waarover de Eerste Kamer nog moet stemmen staat dit. NAJK blijft benadrukken dat boeren met een PAS-melding volgens de wet hebben gehandeld en dat zij niet de dupe mogen worden van het falende systeem. De angst is dat de gegeven van de PAS-melders gebruikt zullen worden voor het opstarten van procedures. ‘Het kan niet zo zijn dat de continuïteit van bedrijven die niks fout hebben gedaan in het geding komt, legaliseren is de enige optie’! Het legaliseren heeft door de uitspraak van RvS nog meer prioriteit gekregen”, aldus NAJK-voorzitter Roy Meijer.

Lees de hele uitspraak van de Raad van State hier.

LTO Nederland en NAJK: aanscherping POP3+ en COVID19 Herstelfonds nodig

Eind december 2020 heeft de EU overeenstemming bereikt over het Meerjaren Financieel Kader 2021-2027 en besloten tot de instelling van het COVID19 Herstelfonds. Aan Nederland is 52,2 miljoen euro toegekend voor de jaren 2021 en 2022. Dat bedrag wordt toegevoegd aan het budget voor het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) in de transitieperiode van het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland (POP3+). Binnenkort worden door betrokken overheden besluiten genomen over het POP3+. De besluitvorming raakt boeren en tuinders in hun inkomenspositie en mogelijkheden om te investeren in hun bedrijf. LTO Nederland en NAJK hebben in een brief aan minister Schouten aangedrongen om POP3+ en het COVID19 Herstelfonds aan te scherpen.

LTO Nederland en NAJK dringen er op aan POP3+ en het COVID19 Herstelfonds aan te scherpen op vier hoofdprioriteiten:

  1. Directe ondersteuning van inkomens door beperking overheveling
    Covid19 crisis treft ook in de land- en tuinbouw veel bedrijven. De inkomens van agrarisch ondernemers zijn gedaald en vooruitzichten voor dit jaar zijn in veel sectoren wederom matig. LTO Nederland en NAJK vinden een beperking van overheveling nodig – deze geeft direct enige steun aan de inkomens van agrarische ondernemers. Ook geeft het een belangrijk signaal dat de inkomensproblematiek serieus wordt genomen. Overheveling betekent dat de basis ha toeslag en extra toeslag jonge landbouwers (pijler 1) wordt verlaagd en het betreffende budget wordt besteed in het kader van het POP3 in pijler 2.
  2. Investeren in maatschappelijke opgaven verbinden met versterken economische vitaliteit
    Agrarisch ondernemers staan voor grote maatschappelijke opgaven op het gebied van onder andere water, klimaat, stikstof en biodiversiteit. Ondernemers moeten daarom blijven investeren in kennis en bedrijfsmiddelen om zich aan te passen aan veranderende eisen en omstandigheden. LTO Nederland en NAJK dringen er op aan dat in het POP3+ extra prioriteit wordt gegeven aan maatregelen die gericht zijn op het ondersteunen en stimuleren van kennisoverdracht en investeringen door en op de bedrijven met het oog op de genoemde opgaven.
  3. Versterken positie jonge boeren bij bedrijfsovername
    LTO Nederland en NAJK noemen de opvolging van agrarische bedrijven als andere belangrijke prioriteit. De recent verschenen cijfers over agrarische bedrijfsopvolging schetsen een zorgelijke situatie. Een voldoende aantal bedrijven in de toekomst is noodzakelijk voor behoud van de landbouwinfrastructuur, een netwerk van bedrijven in de keten en de beschikbaarheid van hoogwaardige en betaalbare kennis.
  1. Co-financiering en stroomlijnen uitvoering POP3+
    Voorlopige cijfers laten een daling in de EU-bijdrage voor het ELFPO budget voor 2021 en 2022 zien: €89,5 mln voor 2021 en €73,3 mln voor 2022. Aan de ELFPO bijdrage is een gelijk bedrag co-financiering gekoppeld dat in hoofdzaak door provincies wordt toegezegd. Omdat provincies veel belang aan plattelandsontwikkeling hechten en sturen op de programmering en uitvoering zou het logischer zijn dat provincies hun bijdrage aan het POP handhaven en ook voor 2022 €89,5 mln toezeggen voor in het POP3 genoemde maatregelen.

Voor de uitvoering van POP3 regelingen is meer stroomlijning en afstemming tussen Rijk en provincies nodig. Ook de uitvoering van de Subsidie Jonge Landbouwersregeling (JOLA) zou nader moeten worden bezien. Logischer en doelmatiger is dat de regeling voor jonge boeren centraal – bijvoorbeeld onder regie van provincies –  wordt uitgevoerd met voor het hele land gelijke regelingsvoorwaarden.

Lees hier de volledige brief.

NAJK: Eerste Kamer, schrap de 50 procent stikstofreductie in 2035!

Nadat de Tweede Kamer in december het wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering heeft aangenomen, zal de Eerste Kamer op 23 februari aanstaande de wet gaan behandelen. NAJK pleit voor het schrappen van de doelstelling om in 2035 de stikstofreductie te halveren. Deze past niet bij de huidige uitdagingen waar de agrarische sector mee moet dealen en is daarnaast simpelweg onhaalbaar.

Sinds de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 zit Nederland in een stikstofimpasse. Daar is vorig jaar maart ook nog de coronacrisis bij gekomen. Beide crises zijn volgens NAJK een grote bedreiging voor de continuïteit van de landbouwsector. Jonge boeren zijn daardoor steeds meer gaan twijfelen over hun toekomst.

Stikstofruimte behouden
NAJK pleit er daarom voor om zoveel mogelijk stikstofruimte te behouden voor economische ontwikkelruimte, zodat onder andere onze jonge boeren en tuinders hun familiebedrijf weer verder door kunnen ontwikkelen. “Een stikstofreductie van 50% in 2035 zoals die nu in de wet is opgenomen, past hier totaal niet bij en is daarnaast onhaalbaar. Om dit te realiseren moet innovatie in sneltreinvaart plaatsvinden en een hele grote zak met geld beschikbaar worden gesteld door het kabinet”, aldus NAJK-voorzitter Roy Meijer. “Dit is ook de reden dat NAJK de Eerste Kamer oproept om middels een motie, de in de wet opgenomen doelstelling 50 procent stikstofreductie in 2035, te schrappen”, aldus Meijer.

Samen sterk
De in de Tweede Kamer aangenomen wet stikstofreductie en natuurverbetering is een politieke deal geweest waar geen enkele landbouwbelangenbehartiger een handtekening onder heeft gezet. Wel heeft NAJK in samenwerking met LTO Nederland, Agractie, Netwerk Grondig en Biohuis geprobeerd om zoveel mogelijk wijzigingen alsnog te regelen in deze politieke deal. Dat is voor een groot gedeelte ook gelukt. Zie bijlage voor een extra toelichting.

Uitvoering stikstofwet gewenst
NAJK vindt dat de Eerste Kamer de wet, na het schrappen van de stikstofreductie van 50% in 2035, wel moet aannemen. Meijer: “De uitvoering van deze wet, met daarin opgenomen de bovenstaande wijziging, zorgt ervoor dat de legalisering van bedrijven zonder een NB-vergunning een stap dichterbij is. Ook wordt hiermee de kans op het intrekken van NB-vergunningen verkleint, gezien het arrest van de Raad van State van 20 januari 2021. Daarnaast moet het kabinet aan de slag met de financierbaarheid van knelgevallen in de periode tot aan legalisering. Als laatste heeft de wet met alle wijzigingen door de Tweede Kamer veel praktische haakjes voor de landbouw in een gebiedsgerichte aanpak, zoals een kosten-baten analyse en hoe je om moet gaan met depositie uit het buitenland.”

NAJK hoopt dat de Eerste Kamer inziet dat deze doelstelling simpelweg onhaalbaar is. Na bijna twee jaar onderhandelen wordt het tijd om de spreekwoordelijke handen ineen te slaan. Want: tijd is geld, onze jonge boeren en tuinders moeten door!

De Toekomst Begint Vandaag: een goede start van 2021!

Het jaar 2021 begon goed voor de vijf jonge agrarisch ondernemers die als winnaars uit de bus kwamen bij de actie ‘De Toekomst Begint Vandaag’. Deze actie biedt jonge boeren en tuinders professionele ondersteuning bij een grote verandering of cruciaal punt in hun professionele leven. Donderdag 21 januari leerden de jonge boeren elkaar en elkaars uitdagingen kennen tijdens de online startbijeenkomst van De Toekomst Begint Vandaag.

Samen met een professioneel bedrijfsadviseur gaan de jonge ondernemers aan de slag met hun toekomstvisie, probleem of grote verandering. Ze stellen samen een persoonlijk activiteitenplan op en worden professioneel gecoacht. Hiervoor krijgen ze vanuit de Rabobank en NAJK een budget van €2.500,- toegereikt. NAJK en Rabobank stellen de winnaars en hun vraagstukken graag aan jullie voor.

Leon Tijink
Bedrijfsovername, het blijft een ingewikkeld onderwerp. Helemaal wanneer er meerdere kinderen in het spel zijn. De 22-jarige Leon Tijink weet hier alles van. Hij zit in proefmaatschap met zijn ouders op een varkenshouderij. Sinds juli vorig jaar is hij klaar met school en fulltime thuis aan het werk. Komende jaren willen ze maar wat graag verduurzamen en de eerste stappen zetten richting bedrijfsovername. Maar hoe pak je dit aan? En hoe zorg je ervoor dat je zowel als bedrijf als gezin met een positief gevoel de toekomst ingaat?

Karin Schukkink
Karin Schukkink, 33 jaar, heeft samen met haar man en ouders een melkveebedrijf aan de rand van Enschede en is op zoek naar de mogelijkheden voor de toekomst. Gaan ze groeien, verbreden of slaan ze een andere weg in? De ligging van het bedrijf biedt wellicht veel meer kansen, maar past dat ook bij hen?

Harm Steenge
De 34-jarige Harm Steenge staat op het punt om het veenkoloniale akkerbouwbedrijf (420 ha) van zijn ouders over te nemen in Drenthe. Om het bedrijf toekomstbestendig te kunnen maken, wil hij het bedrijf graag verder verduurzamen. Maar waar moet je beginnen?

Agnes en Gert-Jan Terwel
Na tien jaar boeren in Zweden, hebben Gert-Jan en Agnes de keuze gemaakt om weer te gaan boeren in Nederland. Ze zijn momenteel in gesprek met een melkveehouder in Nederland voor een buitenfamiliaire overname. Gezien de hoge aanschafkosten van een melkveebedrijf in Nederland willen ze het bedrijf in gedeeltes overnemen. De volledige overname wordt hierdoor over een aantal jaren verspreid. Zowel voor overnemer als overdrager een interessante constructie. Bij het opstellen van een ondernemersplan lopen ze echter tegen een aantal zaken aan. Ideeën uitwisselen en sparren met een adviseur kan Agnes en Gert-Jan weer een stap verder helpen.

Kees van Vuuren
Tot voor kort wist Kees van Vuuren (27) het vrij zeker: ik word geen boer. Inmiddels begint het toch weer te kriebelen. De komende maanden wil Kees onderzoeken wat de mogelijkheden voor hem en zijn partner zijn met het melkveebedrijf van zijn ouders in Montfoort. Kunnen ze daar bijvoorbeeld aan de slag met een B&B, theetuin of zorgvoorziening? Hoe brengen zij deze nu nog wilde ideeën verder naar een concreet plan van aanpak en wat komt daar allemaal bij kijken?

NAJK zal de jonge boeren op de voet volgen en aan de hand van blogs en vlogs hun verhaal met jullie delen. Houd onze website en social media dus goed in de gaten!

De winnaars zijn ook te volgen op het agrarisch Rabobankplatform Global Farmers waar je ze vragen kunt stellen of tips kunt geven.

Het gevecht om ons landschap, vroeger wist Nederland daar wel raad mee

Vroeger vocht men met harnas en zwaard voor een stuk extra grond, tegenwoordig vecht de overheid dit voor ons uit achter de beleidstafel. Waar vroeger land werd veroverd om de bevolking van meer voedsel te voorzien, wordt tegenwoordig het land veroverd voor het nastreven van de ‘groene ideologie’ en de vergrijzing van het Nederlandse landschap.

Daar stond hij dan, mijn eerste auto. Helemaal trots liet ik de nieuwe aanwinst aan mijn familie zien. Natuurlijk kon ik het niet laten om die middag een stuk te gaan toeren. ‘‘Zo kom ik ook nog eens van het bedrijf af’’, grapte ik tegen mijn broertje. Met het rondrijden door het Overijsselse landschap is te zien dat het Nederlandse landschap ingrijpend verandert. Het grote geld lonkt voor de provincies en gemeenten, wanneer het oer-Hollandse landschap verruild wordt voor een grijs uitzicht. Een grijs uitzicht met grote blokkendozen voor de ‘internet industrie’ nimmer rekening houdend met haar omgeving. Ook ziet elke burger het boerenlandschap verruild worden voor grote zonneparken, alsmaar groeiende natuur, en de oprukkende woningbouw. Het Rijk lijkt wel met alles rekening te houden, behalve met de boer.

Vanaf de Gouden Eeuw, tot aan het einde van de 20e Eeuw, deed Nederland waar het het allerbeste in was: inpolderen. Het inpolderen deed de overheid echter niet alleen voor bescherming tegen het water en het creëren van nieuwe woningbouw, maar ook voor de boeren. Voedselzekerheid was in die tijd namelijk niet zo vanzelfsprekend als vandaag de dag. Het inpolderen van Flevoland is beleidsuitvoering van het hoogste niveau. Gebieden werden gestructureerd ingericht met maar één doel voor ogen. Hierdoor ontstond er geen gevecht om de grond. De huidige politiek kan hier een groot voorbeeld aan nemen.

Gedane zaken zijn lastig ongedaan te maken. Boeren zitten nog steeds in de verdrukking tussen industrie, klimaatdoelstellingen, natuur en woningbouw. Ten strijde trekken met harnas en zwaard zie ik de huidige boer niet zomaar meer doen. Wat de boer, de burger, de politiek en het Nederlandse landschap nodig heeft, is een Jan Adriaanszoon Leeghwater of een Cornelis Lely. Een soortgelijk genie is nodig, om in Nederland datgene te blijven doen waar wij het beste in zijn: inpolderen.

Harold Overmars

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Harold Overmars verantwoordelijk voor de portefeuille leefomgeving. Hij combineert deze functie met het werk als melkveehouder in het Overijsselse Broekland.

Cijfers over agrarische bedrijfsopvolging blijven onverminderd slecht

Op woensdag 13 januari 2021 publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de cijfers over bedrijfsopvolging in de agrarische sector. Deze uitkomsten zijn gebaseerd op de voorlopige Landbouwtelling 2020. De cijfers bewijzen jammer genoeg dat de lobby van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) niet zonder reden is: ondersteuning van jonge boeren en tuinders is broodnodig. Slechts 41% van de agrarische bedrijven heeft een bedrijfsopvolger, waardoor veel agrarische bedrijven de komende jaren zullen verdwijnen. Echter, door de alsmaar groeiende wereldbevolking zal de vraag naar voedsel juist stijgen. Jonge boeren zijn de voedselmakers van de toekomst.

In 2020 waren er ruim 52 duizend landbouwbedrijven. Dit zijn er zo’n drieduizend minder dan vier jaar geleden, terwijl de bedrijven zonder opvolger juist zijn gestegen. Het zijn voornamelijk de kleine bedrijven die niet worden opgevolgd: het aantal stoppers onder de kleine bedrijven is groter dan onder grote bedrijven.

Daling zet voort
“Net als vier jaar geleden is het aantal stoppers groter dan de groei van de blijvende bedrijven en dat is zorgelijk voor de voedselproductie van morgen en voor het behoud van voldoende omvang, zodat de landbouwinfrastructuur op orde blijft!”, aldus Eke Folkerts, dagelijks bestuurder met de portefeuille bedrijfsovername. De cijfers van het CBS laten zien dat meer dan de helft van de Nederlandse boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder geen bedrijfsopvolger had in 2020. “Dit zijn niet de cijfers waar we op hoopten, maar dit was wel te verwachten. Jonge boeren hebben behoefte aan kennis, kapitaal en grond. De financiën op bedrijven staan onder druk, er dreigt een enorm gebrek aan ruimte, de toenemende (tegenstrijdige) wet- en regelgeving gooit roet in het eten en bedrijfsovername is en blijft een complex proces. Allemaal zaken waardoor de jonge boeren het gevoel hebben de grip op hun toekomst te verliezen. Om de agrarische infrastructuur op orde te houden, is het belangrijk dat er voldoende bedrijven blijven. NAJK wil daarom in gesprek met de minister over een gezamenlijk opgesteld plan met overheid, keten- en sectorpartijen om zowel in 2030 als in 2050 duurzaam te kunnen blijven ondernemen, geld te verdienen met ons levenswerk en internationaal leidend te blijven”, aldus Folkerts. “De agrarische sector in Nederland is verantwoordelijk voor een totale exportwaarde van 94,5 miljard. Van deze producten blijft 75% binnen Europa. Het is dus in het belang van zowel heel Nederland als Europa om deze jonge ondernemers niet tegen te werken, maar juist te stimuleren om een agrarisch bedrijf over te nemen. Helaas is dit nu niet wat er gebeurt. De cijfers zijn in de afgelopen jaren verre van verbeterd.”

Kenniscentrum bedrijfsovername
“De cijfers van het CBS maken onder andere de noodzaak van een kenniscentrum bedrijfsovername weer pijnlijk duidelijk. Het kenniscentrum bedrijfsovername moet het onafhankelijke expertisecentrum op het gebied van duurzame agrarische bedrijfsovernames worden. Het kenniscentrum bundelt en verspreidt kennis over bedrijfsovername en helpt opvolgers, overdragers en overige gezinsleden op weg naar een succesvolle bedrijfsovername”, aldus Folkerts. “Een bedrijf overnemen is niet iets wat je van de ene op de andere dag doet. Het is een complex proces op zowel financieel als sociaal-emotioneel vlak en vraagt een jarenlange voorbereiding.”

Boer zoekt Boer
Helaas ziet NAJK al jaren agrarische bedrijven stoppen omdat er geen opvolger is. Tegelijkertijd zijn er veel jongeren die graag boer willen worden, maar geen bedrijf tot hun beschikking hebben. Om deze bedrijfsopvolgers en overdragers met elkaar in contact te brengen is NAJK het online platform Boer zoekt Boer gestart. Folkerts: “Het initiatief loopt nu een paar jaar en het aantal profielen stijgt nog steeds. Gezien de gevoeligheid en de enorme impact van een buitenfamilaire overname, zou het een mooie invulling zijn om hierbij ook matchmaking aan te bieden. Iemand die persoonlijk en actief kan bemiddelen tussen overdragers en opvolgers. We zijn momenteel aan het kijken wat hierin mogelijk is.”

NAJK pleit voor een landbouwsector die aantrekkelijk is voor onze jonge boeren en tuinders. Nederland is de koploper binnen de agrarische sector en die positie moeten we behouden.

Lees hier de cijfers van het CBS over bedrijfsopvolgers.

NAJK toegetreden tot Praktijkcluster Agro

Belangenbehartiger NAJK is toegetreden aan de stuurgroep van Praktijkcluster Agro CIV Groen. Daarmee heeft de organisatie direct invloed op de activiteiten van het cluster. NAJK bestuurslid Leendert Jan Onnes neemt plaats in het overleg: “Met onze deelname willen wij jongeren een stem in geven in de invulling van het onderwijs. Daarnaast komen diverse uitdagingen op de landbouw af. De jongeren zijn bepalend in het succes hiervan. Dat begint bij het onderwijs.”

Praktijkcluster AGRO is een van de vijf praktijkclusters onder CIV Groen. Zeven groene-mbo’s zijn aangesloten bij dit cluster en trekken samen op om de driehoek van onderwijs, bedrijfsleven en onderzoek aan elkaar te verbinden binnen akkerbouw en agrarisch loonwerk. Projectleider Miriam van Bree geeft invulling aan deze verbinding en zorgt dat alle partijen zijn aangehaakt, waarbij het steeds draait om leven lang leren, te beginnen bij de mbo-student. Ze is dan ook blij dat NAJK is toegetreden tot de stuurgroep “NAJK staat voor de jonge boeren, en dat een belangrijke doelgroep waar we dit allemaal voor doen. Het is belangrijk hen op alle mogelijke wijze te betrekken bij innovaties en kennisdeling in de sector.” Naast NAJK zijn BO – Akkerbouw, Cumela Nederland, LTO Nederland, vakgroep Akkerbouw en Bionext actief binnen het praktijkcluster.

Kennis over bodem stimuleren
NAJK zet zich op verschillende manieren in om nieuwe kennis bij de jonge boeren te verspreiden. Momenteel draait het project ‘Een duik in de Bodem 2.0’ met het spel de ‘BodemBattle’ en de verdieping ‘BodemMasters’. Met het spel interesseert NAJK-jongeren voor het thema ‘bodem’ en geeft daarbij praktische handvatten om de bodemkwaliteit te verbeteren. In dit spel strijden de studenten in groepen tegen elkaar in de verschillende categorieën: pech of kans, vragen, battle, discussie en tekenen. Mbo-studenten hebben het spel al met veel enthousiasme gespeeld in de akkerbouwlessen.

Online akkerbouwdagen
Op dit moment organiseert Praktijkcluster Agro Akkerbouwdagen, een reeks donderdagen waarop sprekers uit het bedrijfsleven een podium krijgen om studenten mbo te informeren én inspireren op actuele thema’s uit de praktijk. Dit jaar natuurlijk geen fysieke bijeenkomst maar een online-webinar. Daarom zijn belangstellende uit de sector ook van harte welkom deel te nemen aan een van de webinars. Meer informatie https://www.groenpact.nl/praktijkcluster-agro

De boer als ‘watergeus’

De watergeuzen worden door de een geroemd en door de ander in een negatief daglicht gezet. Waar de watergeuzen met hun actie in 1572 Den Briel innamen en zo de opstand begon tegen de Spaanse heerser, staan ze aan de andere kant ook bekend als een stel zeerovers, vrijbuiters en gespuis. Zoals de watergeuzen bekend staan, met de huidige onderzoek en wetenschap van vandaag de dag, zo kunnen we ook verbanden leggen met de hedendaagse praktijk die zich afspeelt in de Nederlandse landbouw.

Afgelopen zomer heb ik mij verdiept in de geschiedenis rondom de watergeuzen. Puur omdat onze familie ver weg afstamt van een van de hoofdpersonages die rondom de watergeuzen een belangrijke rol vervuilde. Tijdens deze verdieping kom je diverse verhalen tegen in boeken en op internet. Men roemt ze of verdomd ze, maar je kan concluderen dat zonder de watergeuzen de Nederlandse geschiedenis een heel ander verloop zou hebben gekend, los van de verschrikkelijke bloedige gebeurtenissen.

Deze rode draad in de geschiedenis is ook wat we nu in hedendaagse praktijk zien. Je kunt verschillende meningen en visies hebben over boeren, maar de visie en eigen voorkeur is bepalend voor hoe je jezelf en de ander wilt zien. Dit zie je ook terug in het hedendaagse debat en de beslissingen rondom de landbouw. We kunnen als maatschappij ons heel goed tegen elkaar in verzet komen,  rondom thema’s maar zoals de geschiedenis rondom de watergeuzen ons kan leren is dit juist de slechtste manier.

Een debat op emoties, verdraaide feiten of persoonlijke voorkeuren en belangen zorgt naar mijn idee alleen maar voor polarisatie. Het betekent automatisch dat de afstand groter wordt en het wantrouwen toeneemt tot elkaar. Deze situaties komen steeds vaker voor en zorgen alleen maar dat we minder gaan samenwerken en stoppen met naar elkaar te luisteren.

Samengevat: geef elkaar de ruimte, leer van elkaar en durf verder te kijken dan je eigen visie en belangen. Want, zoals de geschiedenis van de watergeuzen ons kan leren, kunnen grote verschillen in een gepolariseerde maatschappij afschuwelijke gevolgen hebben. Ik ben er van overtuigd dat samenwerking, wederzijds begrip en een eerlijk speelveld iedereen een uitkomst kan bieden.

Met deze gedachte wens ik iedereen, ondanks de huidige situatie, goede feestdagen en een vruchtbaar 2021!

__________________________________________________________________________________________________________________


Tim van der Mark

Binnen het dagelijks bestuur van NAJK is Tim van der Mark verantwoordelijk voor de portefeuille intensief. Hij combineert deze functie met het werk op zijn varkenshouderij in Middenbeemster.