NAJK maakt zich grote zorgen: extern salderen veel te vroeg

Het Interprovinciaal Overleg meldt dat meerdere provincies de komende weken extern salderen met veehouderijbedrijven zullen openstellen. Alle provincies zijn al geruime tijd in overleg met betrokken sectoren over het openstellen van extern salderen. NAJK is hier een grote tegenstander van omdat dit de toekomst van onze jonge agrariërs afneemt en er nog steeds geen oplossing is voor melders en knelgevallen. Om over een fatsoenlijk registratiesysteem voor stikstof nog maar te zwijgen.

In de provincie Brabant zal het vanaf 15 september mogelijk zijn om extern te salderen met veehouderijbedrijven en ook de provincie Zeeland zal dit medio september gaan openstellen. De verwachting is dat meerdere provincies de aankomende weken een datum voor het openstellen van extern salderen zullen publiceren.

 Ondernemers vanuit verschillende sectoren zijn, door het wegvallen van de PAS, in directe onzekerheid geraakt. Veel provincies zien extern salderen momenteel als een van de weinige beschikbare opties. Volgens NAJK biedt dit geen toekomst. ”Jonge boeren die tegenwoordig het bedrijf over willen nemen, moeten door de alsmaar stijgende grondprijzen al een flinke smak geld neerleggen. Als ze dan ook nog geld vrij moeten maken voor stikstofruimte, is het einde nabij”, aldus NAJK-voorzitter Andre Arfman.

Alles op zijn tijd
NAJK benadrukt al vanaf het begin af aan dat er verschillende stappen moeten worden genomen voor het oplossen van de stikstofimpasse. Met het openstellen van het extern salderen worden de stappen in de verkeerde volgorde genomen. “Niks doen is geen optie. De jonge agrariërs willen door!”, aldus Andre Arfman. NAJK wil dat alles in de juiste volgorde gebeurt:

  1. PAS-melders en knelgevallen legaliseren
    De (agrarische) ondernemers worden al te lang van het kastje naar de muur gestuurd.  PAS-melders en andere knelgevallen moeten zo snel mogelijk zekerheid en perspectief krijgen. Iedereen moet de mogelijkheid hebben voor een vergunning. Volgens het ministerie kan hier pas op zijn vroegst in 2021 duidelijkheid over gegeven worden. Dit kan niet! Ondernemers verkeren hierdoor te lang in onzekerheid.
  2. Fatsoenlijk stikstofregistratie en -depositiesysteem
    Het is van groot belang om de stikstofreducties juridisch houdbaar in te kunnen boeken. Om er achter te komen hoeveel er precies wordt gereduceerd, staan er een aantal vragen centraal: Wie heeft er welke stikstofruimte? Welke transacties vinden er plaats? En hoeveel wordt er gereduceerd door ontwikkeling en verduurzaming? Een stikstofregistratie en -depositiesysteem (SRDS) kan hierbij uitkomst bieden. We hebben transparantie en duidelijkheid nodig.
  3. Spelregels opstellen stikstof- en depositietransacties
    Wanneer er een fatsoenlijk stikstofregistratie en -depositiesysteem is, moeten er spelregels worden gesteld rondom de transacties. De agrarische sector moet zich kunnen blijven ontwikkelen. Een jonge boer moet er zeker van zijn dat er binnen het systeem ruim voldoende stikstofruimte voor hem of haar en dus de agrarische sector beschikbaar is, zodat bedrijfsontwikkeling mogelijk blijft! Stikstofreductie is een brede opgave waar ook de land- en tuinbouw een bijdrage aan zal leveren, maar dit wordt erg lastig als de andere sectoren je concurrenten zijn. NAJK pleit voor een eerlijk speelveld, waarbij voorgaande stappen in aanzienlijke tijd geregeld moeten zijn. Extern salderen zonder voorgaande stappen te hebben uitgevoerd is geen optie.

Kortom: extern salderen is momenteel nog niet de oplossing. De jonge boeren en tuinders, de voedselproducenten van de toekomst, zijn gebaat bij structurele, maar doortastende oplossingen. Er moet eerst meer tijd genomen worden om bovenstaande punten op te lossen en duidelijkheid te creëren.

Opluchting bij NAJK: de voermaatregel eindelijk van tafel

NAJK is opgelucht dat de overheid toch heeft besloten om de voermaatregel niet in te voeren. Vanaf begin af aan heeft NAJK zich, net als vele andere partijen, ingezet om de voermaatregel van tafel te krijgen. Daar waar aan eerdere alternatieven nauwelijks gehoor werd gegeven, lijkt de minister van LNV vandaag toch tot ommekeer te komen. De maatregel levert bij nader inzien te weinig stikstofruimte op en gaat daarmee per direct van tafel.

NAJK vindt dit een verstandig besluit. De maatregel greep veel te ver in op het boerenerf en sloot niet aan bij de praktijk. Ook dierenartsen gaven aan dat er met deze maatregel gezondheidsrisico’s voor het vee ontstonden. De droogte die het huidige groeiseizoen parten speelde, leverde voorjaarskuilen op die qua eiwitgehalte tegen vielen. De recente hittegolf deed daar nog een schepje bovenop en zorgde voor een laag eiwitgehalte in het weidegras. Kortom: de uitvoerbaarheid van de voermaatregel werd alleen maar moeilijker. Fijn om te zien dat de ernst van de situatie ook bij de minister is geland en ze het evaluatiemoment van de matrixtabel hebben aangegrepen om de regeling in zijn geheel niet in te voeren.

NAJK kijkt vooruit
Hoewel er met deze mededeling enorme opluchting is ontstaan binnen de sector, realiseert NAJK zich dat het stikstofdossier hier nog niet mee gesloten is. Voor 2021 zijn er immers nieuwe maatregelen afgekondigd voor eiwit in het voer, weidegang en het verdunnen van mest met water. NAJK hoopt dat de overheid inziet dat het alleen samen met de sector kan komen tot goed werkbare maatregelen die ook kunnen rekenen op draagvlak. Uitgangspunt voor NAJK hierin is dat er binnen dit nieuwe beleid gekozen wordt voor een sterke robuuste melkveesector waarbij er volop perspectief is voor onze (jonge) boeren.

Grote opluchting, maar onzekerheid blijft
NAJK realiseert zich dat veel van haar leden nog steeds in grote onzekerheid verkeren over de rechtmatigheid van het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten, omdat ze knelgeval zijn. Ze hebben in het verleden een melding ingediend onder de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) of waren hiervan vrijgesteld. Na het ongeldig verklaren van de PAS waren deze bedrijven opeens vergunningplichting. Daarnaast heeft NAJK ook leden die in het verleden netjes een bouw- en milieuvergunning hebben aangevraagd en de vergunde gebouwen hebben gerealiseerd, maar geen NB-vergunning hebben. NAJK roept de minister dan ook op om de onzekerheid op deze bedrijven weg te nemen door deze activiteiten zo snel mogelijk te legaliseren. NAJK vindt bovendien dat de overheid eerst bovenstaande onzekerheden moet oplossen en moet werken aan een goed stikstofregistratiesysteem, voordat er überhaupt over extern salderen kan worden gesproken. Wij laten de sector niet leegkopen!

LTO en NAJK: Voerspoor heeft geen zin, gesprekken met LNV gestaakt

LTO Nederland en NAJK hebben het ministerie van LNV laten weten de gesprekken over de voerspoormaatregel te staken. Het voerspoor staat symbool voor regelzucht, micromanagement en detailregelgeving. Verder praten is zinloos zolang het alternatieve plan van de sector als ‘onuitvoerbaar’ wordt bestempeld én er geen PBL-doorrekening is.

Onvoldoende ruimte
In afwachting van de PBL-doorrekening van het sectoralternatief eind augustus hebben de melkveepartijen met het ministerie gesproken over de praktische uitvoerbaarheid van het sectorplan. Alle demonstraties, juridische procedures en lobbyinzet ten spijt wordt er door het ministerie onvoldoende ruimte gegeven aan het gepresenteerde alternatief dat een betere situatie voor boeren moet opleveren.

Zelfs bij een positieve doorrekening door het PBL biedt het proces onvoldoende vertrouwen in het tot wasdom komen van het sectoralternatief. Er zullen nu eerst stappen richting de sector moeten worden gezet om het vertrouwen te herstellen voordat gesprekken tot resultaat leiden. De voermaatregel moet wat de sector betreft van tafel.

Brief aan Tweede Kamer
Met het ontstaan van deze nieuwe situatie hebben Wim Bens (waarnemend voorzitter van LTO Nederland) en Andre Arfman (voorzitter van het NAJK) een brief gestuurd aan de fractievoorzitters en landbouwwoordvoerders in de Tweede Kamer (zie: Brief LTO NAJK – Gesprekken alternatieve voermaatregel gestaakt). In hun brief wijzen de voorzitters erop dat het mislukken van de gesprekken tot de conclusie leidt dat een voerspoormaatregel voor vier maanden niet gaat werken.

‘Het laatste restje goodwill in de sector verder verspelen, enkel en alleen voor een papieren juridische werkelijkheid van vier maanden, is zeer onverstandig. De minister heeft bovendien voldoende alternatieven. Zelfs MOB, die met haar procedures aanstichter van de hele stikstofcrisis is, vindt de voorgestelde voermaatregel onverstandig ‘, schrijven Bens en Arfman aan de Kamer.

LTO en NAJK wijzen erop dat álle sectoren reducties moeten gaan leveren. De landbouw ontloopt haar verantwoordelijkheid niet, maar kiest voor duurzame inzet gericht op innovaties, structuurversterking en stimuleringsregelingen die meerjarig effect hebben. We stellen stappen voor die niet alleen op papier maar ook in de echte boerenwereld werkbaar zijn. ‘De voermaatregel heeft gewoon geen zin en is niet uitlegbaar’, zo besluiten beide voorzitters.

Laat Planbureau voor de Leefomgeving de (alternatieve) voermaatregel doorrekenen

Het vertrouwen in de overheid en het draagvlak voor de voermaatregelen onder de boeren neemt in rap tempo af. NMV, LTO, DDB, Netwerk Grondig en NAJK roepen minister Schouten daarom op om de motie Geurts/Harbers uit te voeren. Deze motie vraagt om een doorrekening van het Planbureau voor de Leefomgeving van de voermaatregel en de aangedragen alternatieven. Op deze manier kan een stap gezet worden richting herstel van vertrouwen.

Vanaf 28 mei hebben NMV, LTO, DDB, Netwerk Grondig en NAJK intensief samengewerkt aan verschillende alternatieven voor de voermaatregel van de overheid. De voermaatregel van de overheid is onwerkbaar voor de melkveehouderij. De maatregel gaat namelijk ten koste van de diergezondheid, valt in de overgangsperiode van het weideseizoen richting meer opstallen en geeft veel uitvoeringslast bij de melkveehouderij. Daarnaast hebben de partijen meerdere malen gevraagd om de onderbouwing van de voermaatregel, maar deze niet ontvangen.

Zes alternatieven
In totaal zijn er zes alternatieven uitgewerkt en aangedragen:
1. Voermaatregel volledig van tafel door reeds behaalde stikstofreductie sinds 2018 in te rekenen.
2. Het rekenen met een gewogen gemiddelde RE over alle geleverde-gekochte diervoeders.
3. Uitzonderen van specifieke diercategorieën van de maatregel (jongvee en hoogdrachtige koeien).
4. Aanpassing van het RE in mengvoer. Per 1 juli starten met reduceren, een buffer gereduceerde stikstof opbouwen voor de voermaatregel van kracht gaat. Maandelijkse monitoring naar de reductie conform fosfaatreductieplan. De veevoermaatregel fungeert als stok achter de deur bij ontoereikendheid.
5. Aanpassing van RE in mengvoer en enkelvoudige producten door referentie te nemen op basis van geleverd RE, inzichtelijk gemaakt door in 2020 -3% RE aan te voeren ten opzichte van voerleveranties in dezelfde periode van 2018, gecorrigeerd op dieraantallen. Daar totaal eiwit op reduceren.
6. Maatregel zoals beschreven bij punt 5 referentie op basis van leveranties, als vrijwillige keuze naast de voermaatregel. De melkveehouder is in deze optie zelf verantwoordelijk voor de administratie, en committeert zich middels een privaatrechtelijk contract met de overheid aan de reductiedoelstelling van de overheid.

Alle voorgestelde alternatieven zijn afgewezen. De eerste vijf vanwege onvoldoende juridische houdbaarheid voor de borging en omdat deze niet op hexagonen zouden zijn toe te rekenen. Het laatste alternatief werd afgewezen vanwege een te hoge uitvoeringslast.

“We hebben hard en eensgezind gewerkt aan de alternatieven. Helaas zonder resultaat. Het draagvlak in de sector voor de maatregel brokkelt enorm hard af. Het wordt daarom des te belangrijker om uitvoering te geven aan de motie Geurts/Harbers. Op deze manier komen we allemaal nergens’, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij.

NAJK geeft input voor verkiezingsprogramma’s 2021-2025

De voorbereidingen voor de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021 zijn in volle gang. NAJK heeft daarom input gegeven voor de verkiezingsprogramma’s die de politieke partijen aan het opstellen zijn. NAJK roept de politieke partijen op om oog te hebben voor de belangen van de jonge boeren en jonge tuinders, de ondernemers van de toekomst. Lees de input van NAJK hieronder:

Toekomst voor jonge boeren en tuinders

Puntenplan van jonge boeren en tuinders voor de verkiezingsprogramma’s 2021

De land- en tuinbouw zorgt voor ons voedsel, het landschap en is een belangrijke pijler voor onze economie. De Nederlandse land- en tuinbouw is innovatief en vooruitstrevend, waardoor ook andere landen grote interesse hebben in onze kennis en kunde. Nederland beschikt over een goed klimaat en juiste landbouwbodems om kwalitatief hoogwaardig voedsel te produceren, niet alleen voor ons zelf, maar ook voor de bevolking in omringende landen. Tegelijkertijd beseffen we dat we voor grote uitdagingen staan. Uitdagingen waar soms de land- en tuinbouw ook een oplossing kan zijn. Uitdagingen die we met z’n allen moeten oplossen. Samen moeten we de schouders eronder zetten. Wij, jonge boeren en tuinders, geven daarom graag een aantal punten mee voor de verkiezingsprogramma’s 2021.

  1. Ruimte voor diversiteit agrarische ondernemingen

Nederland kent veel verschillende typen boeren, bedrijfssituaties en omgevingen. Dit zorgt voor een grote verscheidenheid aan agrarische bedrijfsvoeringen. De ene boer wil alleen koeien melken, de andere wil er horeca bij en een derde houdt zich bezig met het opwekken van duurzame energie. Het één is niet beter dan het ander. Deze diversiteit maakt juist de kracht van de sector en die moeten we koesteren. Diversiteit maakt de land- en tuinbouwsector robuuster, draagt bij aan de prestaties, sluit aan bij de brede consumentenbehoefte en het helpt om talenten te benutten. Wij vinden dat het bedrijf als een geheel gezien moet worden met alle activiteiten die daarbij horen. Bied ruimte in regelgeving voor deze diversiteit, bied ontwikkelingsruimte zodat deze diversiteit zich kan ontpoppen en waardeer het als boeren ergens een bewuste keuze in maken, welke manier van onderneming zij ook hebben. Zorg dat deze diversiteit kan blijven bestaan. Dit kan door te kiezen voor doelgericht beleid, waarbij juist gestuurd wordt op doelen en niet op middelen door alles dicht te regelen. Hiermee behoud en versterk je het ondernemerschap van juist die diverse typen boeren.

  1. Verdienmodel behouden

Een belangrijk deel van onze achterban bevindt zich in het proces rondom bedrijfsovername. Dit is de periode waarin veel geïnvesteerd wordt in het toekomstbestendig maken van het bedrijf. De toenemende eisen op het gebied van onder andere gewasbescherming, dierenwelzijn, fosfaat en ammoniak, zorgen ervoor dat de financieringsgraad op veel bedrijven de limiet dreigt te bereiken. Daarbij geldt dat veel van de investeringen een terugverdientijd van meer dan 15 jaar hebben. Geld voor extra investeringen op het gebied van onder andere klimaat, biodiversiteit en kringlooplandbouw is dan ook zeer beperkt aanwezig. Daarnaast is het creëren van een verdienmodel voor deze investeringen vaak een lastige opgave: de afnemer betaalt immers niet direct meer voor het product. NAJK pleit dan ook in eerste instantie voor consistente landbouwvisie. De afgelopen jaren hebben we verschillende visies de revue zien passeren, wat het, zeker in de agrarische sector, lastig maakt hierop te investeren. Daarnaast moeten de (nieuwe) doelen, behorend bij de uitgewerkte  landbouwvisie, geleidelijk geïmplementeerd  worden, waardoor investeringen op de natuurlijke investeringsmomenten kunnen plaatsvinden. Daarnaast is het niet reëel om investeringen met onrendabele toppen (deel van de investering dat niet uit de markt terugverdiend kan worden) of (flinke) kostprijsstijgingen alleen op het bord te leggen van de (jonge) boer en tuinder. Zorg ook dat maatregelen de boerenpraktijk versterken, dan is het een win-winsituatie voor iedereen. Ten slotte blijft een gelijk speelveld met de omringende landen in Europa van belang om een gezonde en toekomstbestendige landbouwsector te behouden in Nederland. De inzet op de invulling van het nieuwe GLB zou hier een rol in moeten spelen, waarbij het budget wordt gekoppeld aan de gestelde doelen. Dit houdt in dat wanneer doelen worden verhoogd die niet betaald worden uit de markt, ook een ruimer GLB-budget nodig is. Natuurlijk staat het marktinitiatieven vrij om zichzelf een hogere lat op te leggen. Ook dient er gekeken worden naar de positie van de boer in de keten, een eerlijke margeverdeling in de keten en dienen oneerlijke handelspraktijken te worden aangepakt.

  1. Integraliteit tussen dossiers

Een belangrijke voorwaarde voor de verdere implementatie van beleid is integraliteit met andere dossiers. NAJK constateert dat hierin nog grote uitdagingen te overwinnen zijn voor de Nederlandse landbouw. We zien tegenstrijdigheden die de boer op zijn erf moet oplossen. Positieve maatregelen voor het milieu zijn niet altijd goed voor biodiversiteit of dierenwelzijn. De verantwoordelijkheid voor het niet kunnen behalen van het maximum op alle terreinen mag niet op het individuele erf van de boer of tuinder gelegd worden. Veel van onze leden zien nu door de vele wet- en regelgeving op verschillende dossiers door de bomen het bos niet meer. Vang tegenstrijdigheden vooraf af door te sturen op (sector)doelen. Maak gebruik van de kracht van de ondernemer, de onderneming en de daarbij behorende omgeving. Wat de ene niet kan halen, kan de ander wel halen. Gezamenlijk kunnen we doelen behalen.

  1. Zet de bodem centraal

De bodem is ons belangrijkste bezit: de basis waarin onze gewassen groeien en voor het voedsel dat onze dieren eten. De productiviteit van de gewassen moet in verhouding staan met de hoeveelheid en manier van toediening van de mest. Daarbij voorkomt een gezonde bodem uitspoeling van nitraat en andere nutriënten naar het grondwater. De mestwetgeving moet daarom ruimte bieden voor evenwichtsbemesting. Ook moet er meer ruimte komen voor kunstmestvervangers. Soms kan dierlijke mest binnen de akkerbouw niet goed worden ingepast door de eigenschappen van dierlijke mest. Door dierlijke mest te bewerken kan de toepasbaarheid worden verbeterd waardoor de dierlijke mest kan worden gebruikt als kunstmestvervanger. Als laatste zijn er binnen de verschillende typen bodems ook weer veel verschillen. Een veenweide in het ene gebied is weer anders dan een veenweide in een ander gebied. Heb oog voor deze verschillen, kijk naar de gevolgen voor de verschillende grondsoorten en zet de bodem centraal.

  1. Kringlopen lokaal waar mogelijk, zo groot als noodzakelijk

Voor een verdere vormgeving van kringlooplandbouw speelt de schaal waarin de kringlopen gesloten worden een grote rol. Voor NAJK geldt: lokaal waar mogelijk, zo groot als noodzakelijk. Landsgrenzen spelen hierin geen rol. Nederland is een groot landbouwexporteur, maar verreweg het grootste deel van deze export komt terecht in onze buurlanden in Noordwest-Europa. Daarnaast is er een grote diversiteit aan bedrijven en aan mogelijkheden in verschillende regio’s. Het gebruikmaken van de capaciteiten en mogelijkheden van de individuele boer en grond moet voorop staan. Productie in Nederland kan bijvoorbeeld voor bepaalde producten een veel lagere milieu-impact hebben dan productie elders. Een voorbeeld: een zeer capabele en passievolle varkenshouder moet niet verplicht worden ook akkerbouwer te zijn. Hetzelfde geldt omgekeerd. Ook is het de vraag of hoogwaardige akkerbouwgronden gebruikt moeten worden voor de teelt van veevoer of dat hier beter samenwerking gezocht kan worden met boeren elders in Europa die veevoer efficiënter en effectiever kunnen telen. Samenwerking in de keten moet leidend zijn om optimaal gebruik te kunnen maken van ieders capaciteiten en mogelijkheden.  Kijk wat regiospecifiek mogelijk is.

Daarnaast zien we dat er in toenemende mate gekeken wordt naar de impact van de consumptie van dierlijke eiwitten en met name vlees. Er zijn geluiden om deze producten zwaarder te belasten om op deze manier de ‘eiwittransitie’ te versnellen. NAJK is hier tegen. Wij vinden dat je de consumptie circulair moet bekijken. Een mens heeft behoefte aan diverse nutriënten en eiwitten. Veel van deze voedingsstoffen zijn beschikbaar via plantaardige producten, maar een aantal ook via dierlijke producten. Daarnaast kan het kiezen voor plantaardige producten ervoor zorgen dat deze producten uit (overzeese) regio’s geïmporteerd moeten worden waar nu al voedselschaarste heerst. Het is de vraag of dat ethisch verantwoord is. NAJK pleit er daarom ook voor juist in het voedseldieet rekening te houden met de beschikbaarheid van regionaal aanwezige producten. Voor Nederland/Noordwest-Europa is dat bijvoorbeeld ook gras en vele reststromen uit de voedselindustrie die omgezet kunnen worden door dieren in voor de mens waardevolle eiwitten als melk, vlees en eieren. Daarnaast hebben planten weer voedingsstoffen in de vorm van mest nodig om te kunnen groeien. Dieren en dierlijke producten vormen dus een essentieel onderdeel in verschillende kringlopen.

  1. Koppositie behouden door stimuleren onderzoek en innovatie

De landbouw in Nederland heeft een internationale koppositie opgebouwd in de afgelopen decennia. Wereldwijd komen mensen naar Nederland om hier te leren van onze landbouw en gaan Nederlanders naar het buitenland om daar kennis over te dragen over voedselproductie. Op dit moment zijn we in een stadium terechtgekomen waarbij we producten produceren met de laagste milieu-impact per eenheid product op de wereld en hebben we al grote reducties laten zien als het gaat om uitstoot van CO2 en stikstof, maar ook op het gebruik van antibiotica en gewasbeschermingsmiddelen. Wij vinden dat de sector hiervoor waardering verdiend en niet op afgestraft dient te worden in bijvoorbeeld de uitwerking van de Green Deal. Als jonge boeren en tuinders realiseren we ons echter ook dat we met het bereiken van zo’n koppositie het werk niet gedaan hebben. We zien grote uitdagingen als het gaat om de impact van klimaatverandering, het behalen van doelstellingen op het gebied van biodiversiteit en duurzaamheid met minder beschikbare grondstoffen. Die uitdagingen gaan we graag aan. Volgens ons wordt er vaak naar landbouw gekeken als één van de veroorzakers van diverse problemen, maar weinig naar het feit dat de landbouw ook veel oplossingen kan bieden. Dit vraagt samenwerking, zowel in de land- en tuinbouwsector, als in de voedselketen. Onderzoek en innovatie spelen hierin ook een belangrijke rol. Door onderzoek en innovatie zijn we zo ver gekomen en kunnen we de koppositie ook behouden. Hierbij dient ook de overheid een belangrijke rol te spelen die de weg naar deze oplossingen stimuleert en belemmerende regelgeving wegneemt. Een zekere omvang van de sector speelt hier ook een belangrijke rol, waardoor het voor het bedrijfsleven ook interessant blijft om te blijven investeren in innovaties. Ook is het belangrijk om geen werkwijze te beëindigen (gewasbeschermingsmiddelen) wanneer hier nog geen nieuwe oplossing beschikbaar voor is.

  1. Sluit aan bij de markt

De agrarisch ondernemer wordt steeds meer in staat gesteld om te monitoren voor welke producten er een afzetmarkt is. Ook in de toekomst zullen boeren hun producten vermarkten richting marktpartijen, maar ook zal een deel van de ondernemers rechtstreeks aan de consument leveren. Dit draagt bij aan het bewustzijn van de consument en op deze wijze kan er nog meer voldaan worden aan de wensen die er binnen die markten bestaan op het gebied van kwaliteit, gezondheid en dierenwelzijn. Differentiatie speelt hierbij een sleutelrol. De (jonge) ondernemer heeft hierbij een overheid nodig die faciliteert door ruimte te bieden voor deze differentiatie in beleid en regelgeving en ruimte biedt om marktconcepten te ontplooien.

  1. Maak bedrijfsovername mogelijk

Slechts vier procent van de boeren in Nederland is jonger dan 35 jaar. Ondersteun de jonge generatie, zorg dat zij de agrarische ondernemingen over willen en kunnen nemen of nieuwe bedrijven op willen en kunnen starten. Hiermee dragen we bij aan de economie, de leefbaarheid van het platteland, de toekomst van jongeren en de zekerheid van onze voedselproductie. Een goede implementatie van het Bedrijfsovernamefonds, ondersteuning van jonge landbouwers via het GLB en behoud van fiscale regelingen als de Bedrijfsovernamefaciliteit zijn hierbij cruciaal.

  1. Ruimte houden voor landbouw

Er staat veel druk op de ruimte die Nederland heeft. Met de groeiende bevolking is er meer ruimte nodig voor woningbouw, recreatie en bedrijventerreinen. De klimaatopgave vraagt om de opwekking van meer groene energie. We willen natuur, we willen wonen, we willen een goed draaiende economie, we willen duurzaam zijn en ga zo maar door. Ook op het platteland wordt deze druk gevoeld. Het is steeds lastiger om landbouwgrond te behouden en te verkrijgen. Zorg dat vrijkomende ruimte behouden wordt voor de landbouw, leg geen zonnepanelen of nieuwe natuur aan op goede landbouwgrond. Nederland heeft boeren en tuinders nodig; niet alleen akkerbouwers en tuinders, maar ook (intensieve) veehouderij. De landbouw is een belangrijke economische motor. De landbouw is een van de weinige sectoren die ook in tijden van crisis door blijft draaien. Volledig inzetten op een kenniseconomie is gevaarlijk. Daarnaast willen we niet dat er nieuwe Natura-2000-gebieden worden aangewezen, voordat er een grondige evaluatie is geweest van de huidige gebieden en de problemen in die gebieden zijn opgelost.

  1. Werk aan respect en waardering van de landbouw

De afgelopen jaren zien we een toename van framing en onjuiste berichtgeving over de landbouw door individuen, schoolboeken, bepaalde belangenorganisaties en zelfs politieke partijen. Media nemen deze berichtgeving zonder hoor en wederhoor over en spelen een belangrijke rol in deze framing. Wij constateren dat dit toeneemt tot extreme vormen, waarbij criminele activiteiten als bezetting, intimidatie en brandstichting zelfs worden goed gepraat. Wij zijn dan ook van mening dat het volgende kabinet moet inzetten in het ombuigen van deze trend door in te zetten op onderwijs met objectieve informatie over de landbouw/voedselproductie, door framing aan te pakken en door paal en perk te stellen aan extremistische uitspattingen. Immers ook een (jonge) boer of tuinder heeft recht op een veilige (werk)omgeving en een stukje respect voor zijn bijdrage aan de samenleving.

We willen als jonge boeren en tuinders ook over 50 jaar ons vak nog kunnen uitoefenen en de samenleving blijven voorzien van kwalitatief hoogwaardig voedsel.  Geef ons bewegingsvrijheid en vertrouwen in de toekomst.

Reactie NAJK op internetconsultatie Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering

Hieronder is de reactie te lezen van NAJK op de internetconsultatie van de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering.

Internetconsultatie Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering

In dit document geeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) reactie op de internetconsultatie van de Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering. NAJK is de belangenvereniging voor jonge boeren en tuinders. De vereniging heeft zo’n 8000 leden; de ondernemers van de toekomst.

Onze vereniging is een vereniging voor, door en met jonge boeren en tuinders. Aan de ene kant staan we midden in de praktijk en aan de andere kant strijden wij voor de belangen van jonge boeren en tuinders. Wij zijn voorstander van voortvarend handelen, echter is de reactietermijn van vier werkdagen wel erg kort om een goede en complete inhoudelijke reactie te verwachten. Zeker gezien wij ons bestuurswerk vrijwillig doen.

Meten is weten
Het streefdoel van 50% reductie van depositie op stikstofgevoelige natuur in 2030 is erg ambitieus. Deposities worden namelijk berekend uit stikstofemissies en niet als zodanig gemeten. NAJK pleit er dan ook voor om de komende jaren uitgebreid onafhankelijk onderzoek te doen naar depositie in relatie tot emitters in de omgeving. Op basis van dit onderzoek kunnen (wellicht) betere keuzes worden gemaakt in maatregelen om het streefdoel te bereiken. Dit onderzoekstraject moet gekoppeld worden aan de jaarlijkse monitoringscyclus en deze vormt tevens de basis voor nieuwe onderzoeksvragen en -inzichten.

Streefwaarde onwenselijk en onhaalbaar
Het is volgens NAJK maar zeer de vraag of uit de Vogel- en Habitatrichtlijn volgt dat er een harde streefwaarde opgenomen moet worden in de wetgeving om een gunstige instandhouding te bereiken in natuurgebieden. Dit laatste zou juist het doel moeten zijn en niet een hard ‘cijfer’ waar mogelijk later door bijvoorbeeld onvoorziene omstandigheden niet meer van afgeweken kan worden. Ook kunnen mogelijk nieuwe inzichten in de veroorzakers van depositie een ander licht werpen op de te realiseren doelstelling. Door deze streefwaarde vast te leggen kan deze mogelijke ongewenste belemmeringen oproepen. Het is volgens ons maar zeer de vraag of het op een later moment, met nieuwe inzichten, nog mogelijk is om de streefwaarde aan te passen.
Ook valt of staat beleid met draagvlak. Een strenge norm die van bovenaf wordt opgelegd, legt een extra bom onder eventueel draagvlak in de provinciale gebiedsgerichte aanpakken bij de landbouw. Immers, de landbouw kreeg al de zwartepiet toegespeeld door het kabinet in de Kamerbrief van 24 april 2020. Deze brief stelde dat de landbouw de komende jaren voor 90% aan stikstofdepositie moet gaan reduceren. Hier komt nu een streefwaarde van 50% overheen en dat geeft een extra knauw aan de bereidheid van de landbouw om vol energie en passie te participeren aan de gebiedsgerichte aanpak.

Onmogelijke KDW’s
Onderzoeken hebben aangeven dat de kritische depositiewaarden (KDW) van Natura 2000 (N2000)-gebieden dusdanig streng zijn vastgesteld dat het vrijwel onmogelijk is deze te behalen. NAJK pleit dan ook voor een grondige herijking van soorten en bijbehorende KDW’s in de N2000-gebieden.

Geen uitbreiding N2000-gebieden
NAJK vindt dat eerst alle KDW’s (bij voorkeur aangepast) moeten worden behaald alvorens gekeken wordt naar uitbreiding van N2000-gebieden, zowel in aantal als in omvang. Deze kanttekening dient opgenomen te worden in de wettekst.

Geen uitwisseling NH3 en NOx
NAJK pleit ervoor dat erop toegezien wordt dat de depositie van zowel NH3 als NOx daalt. Een daling van depositie door NH3 mag niet leiden tot een toename van depositie van NOx, doordat NH3 stikstof vervangen wordt door NOx stikstof. Een gedegen registratiesysteem van zowel NH3 als van NOx is hierbij van belang.

Registratiesysteem
Dit gedegen registratiesysteem levert bovendien een bijdrage aan de monitoring van verplaatsing van stikstofemissies tussen verschillende bedrijven. NAJK beveelt hierbij het systeem aan dat is aangedragen door de werkgroep stikstofregistratiesysteem van het LandbouwCollectief.

Voorkom ongelijk speelveld
De Wet Stikstofreductie en Natuurbehoud is erop gericht dat in 2030 op 50% van de hectares in N2000-gebieden de KDW wordt gehaald. Anderzijds betekent dit dat het kabinet het acceptabel vindt dat op de overige hectares de normen worden overschreden. Dit zou er niet toe mogen leiden dat lokale en regionale overheden aanvullende maatregelen (kunnen) opleggen om ook voor deze overige hectares de normen te behalen. Dit zou tot een ongelijk speelveld leiden tussen (agrarische) ondernemers in verschillende delen van Nederland.

Houd platteland leefbaar
Maatregelen die genomen worden ter bescherming van N2000-gebieden, mogen er niet toe leiden dat leefbaarheid op het platteland in de buurt van deze gebieden te veel schade ondervindt, door bijvoorbeeld wegtrekkende bedrijvigheid en (sociale) voorzieningen.

Behoud ontwikkelingsruimte
Individuele (agrarische) ondernemers in de buurt van N2000-gebieden moeten ontwikkelingsperspectief behouden om investeringsruimte te behouden om ook mogelijkheden te houden om bijvoorbeeld te voldoen aan de klimaat- en/of kringloopdoelstellingen.

Bedrijfsovernames niet de dupe laten worden
Bedrijfsoverdrachten van (agrarische) bedrijven mogen niet worden bemoeilijkt door regelgeving rondom stikstofreductie en/of natuurverbetering.

Naar rato bijdragen
In de Kamerbrief van 24 april 2020 heeft het kabinet het maatregelenpakket gepresenteerd om de beoogde streefwaarde te halen. NAJK benadrukt dat hoewel de landbouw voor ruim 40% verantwoordelijk wordt geacht voor de stikstofdeposities op N2000-gebieden, het programma erop neer komt dat reductiemaatregelen in de komende jaren voor 90% door de landbouw geleverd moeten worden. Dit is onevenwichtig. Iedere sector moet naar rato bijdragen aan reductie. Hoewel de consultatie niet de inhoud van de maatregelen betreft, ziet NAJK evenwel reden enkele algemene opmerkingen bij de maatregelen in de Kamerbrief te maken.

Investeer in innovatie en bronaanpak
NAJK pleit ervoor om een gro(o)t(er) deel van de beschikbare middelen in te zetten voor innovatie en bronaanpak (geen opkoop). Door hierop meer de nadruk te leggen investeert men meer in de toekomst van bedrijven en daarmee heeft de investering vanuit de overheid ook een langer effect. Bijkomend nevenvoordeel is dat dit de leefbaarheid in plattelandsgebieden ten goede komt.

Vergund is vergund
NAJK is van mening dat vergund ook echt vergund moet blijven. Deze stikstofregeling biedt hiervoor totaal geen ruimte. De bedrijven die wel hun NB-vergunningen op orde hebben, maar nog geen uitvoering aan het plan hebben gegeven, kunnen nu geen kant op. In de afgelopen vier jaar van de PAS zijn er velerlei regels veranderd die voor veel ondernemers hebben geleid tot uitstel van investeringen. Doordat deze investeringen niet zijn voltooid, zijn deze ondernemers hun niet voltooide vergunningsruimte kwijtgeraakt. Dit vindt NAJK een kwalijke zaak. NAJK had het dan ook niet meer dan billijk en redelijk gevonden dat het kabinet hiervoor een oplossing zou bieden in hun stikstofaanpak. Dat is niet het geval en dat vindt NAJK een gemiste kans.

Legale activiteiten, legaal houden
NAJK vindt dat de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving er niet toe mag leiden dat reeds toegestane activiteiten of activiteiten die reeds plaatsvinden en voorheen niet vergunningplichtig waren, geen doorgang meer kunnen vinden, zoals:
– beweiden
– bemesten
– diegene die onder PAS waren gelegaliseerd
Een nieuw programma moet dusdanig worden ontworpen dat de bovenstaande activiteiten op geen enkele wijze illegaal kunnen worden verklaard.

Knelgevallen
Nederland kent een grote groep knelgevallen die te goeder trouw de volgende zaken hebben geregeld:
– een bouwvergunning
– een milieuvergunning
– een realisatie van de vergunde activiteit.
Echter is er nooit door de ondernemer een NB-vergunning aangevraagd, omdat in de tijd van realisatie dit niet nodig werd geacht door gemeentelijke overheden ofwel provinciale overheden. De depositie van deze gerealiseerde bedrijven en/of projecten is tot op de dag van vandaag meegeteld in de berekening van de belasting van habitattypes in Natura2000-gebieden, maar zijn in het licht van de huidige Wet Natuurbescherming in een illegale activiteit veranderd. Dit is een doorn in het oog van NAJK. Daarbij zijn deze knelgevallen niet alleen aanwezig in de landbouw, maar ook veelvuldig in het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de industrie. Ook voor deze groep bedrijven biedt deze programmatische stikstofaanpak ook geen soelaas. NAJK vindt dit een gemiste kans. Juist de invoer van een nieuw programma maakt dat er nieuwe referentiemomenten worden ingesteld. Wanneer we kijken naar de bronmaatregelen, dan gebeurt dit ook. Waarom wordt er niet gekozen voor een nieuw referentiemoment voor bedrijven die zowel beschikten over een bouw- als milieuvergunning en de vergunde activiteit hebben gerealiseerd? Het ontwerpen van een nieuw stikstofprogramma biedt hier volop ruimte voor.

Melden voorgenomen aankoop
Bij extern salderen moet de initiatiefnemer zich vooraf melden bij de provincie over de voorgenomen aankoop. De provincie zelf kan ook de initiatiefnemer zijn. De provincie moet in dat geval over haar eigen voornemen besluiten. Dit is niet wenselijk.

Geef ruimte voor diversiteit bedrijven
Nederland kent vele verschillende soorten en maten agrarische bedrijven. Gangbaar, biologisch, klein, groot, met neventak en zonder neventak. Iedere locatie, ondernemer en markt is weer anders. Deze diversiteit moeten we koesteren. De maatregelen moeten recht doen aan deze diversiteit.

Met vriendelijke groet,
namens het dagelijks bestuur van NAJK,

Andre Arfman
voorzitter

JOLA-openstelling 2019 geëvalueerd door NAJK-leden

Na de openstelling van de Jonge Landbouwersregeling (JOLA) in 2019 heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) haar leden opnieuw om een beoordeling gevraagd. Afgelopen drie jaar heeft NAJK dezelfde evaluatie gehouden. Opvallend is dat de onvrede over de investeringslijst alle jaren is gebleven. Uit de evaluatie blijkt dat jonge landbouwers vooral behoefte hebben aan financiële steun voor de kleinere investeringen.

Grote bekendheid JOLA

Opvallend is de grote bekendheid die de JOLA heeft onder jonge boeren. Voor het vierde  jaar op rij gaven bijna alle respondenten aan op de hoogte te zijn geweest van de openstelling. Iets minder bekend zijn de investeringen waarvoor de JOLA-regeling kan worden aangevraagd, maar ook met 89% is deze bekendheid behoorlijk hoog.

Van de respondenten was 52% op de hoogte van de openstelling, maar vond geen passende investering die op het bedrijf toepasbaar zou zijn. “De JOLA kent een grote bekendheid onder jonge boeren. Helaas sluiten de investeringen nog niet aan bij de jonge boeren. Investeringen op de investeringslijst zijn vaak te groot voor jonge boeren en tuinders. Het geeft meer ruimte als jonge boeren meerdere kleine investeringen kunnen doen.”, aldus Sietse Draaijer, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille bedrijfsovername.

Behoefte jonge landbouwers

Veel jonge landbouwers geven aan dat ze geen passende investering kunnen vinden voor hun bedrijf. Er staan volgens de respondenten te weinig kleine investeringen op de lijst. De respondenten gaven aan behoefte te hebben aan investeringen in kennis, voorzieningen voor korte ketens, (her)isoleren en bodemgerelateerde investeringen.

Ondersteuning na bedrijfsovername

Vanaf maandag 2 december 2019 tot en met vrijdag 7 februari 2020 konden boeren en tuinders onder de 41 jaar zich aanmelden om in aanmerking te komen voor de JOLA. De regeling is bedoeld als steun in de rug om investeringen te doen in de financieel zware periode na bedrijfsoverdracht. Toch zorgt de JOLA er bij 96% van de jonge landbouwers nog niet voor dat het bedrijf sneller wordt overgenomen.

Kleinere investeringen nodig

Ruimte voor kleinere investeringen op het gebied van korte ketens, kennis, (her)isoleren en bodem is nodig. De praktische investeringen hebben jonge agrarisch ondernemers graag binnen een jaar op het erf. Jonge landbouwers zouden de beslistermijn van de JOLA graag korter zien en daarnaast zou het goed zijn om de JOLA het gehele jaar geopend te houden.

De evaluaties van 2016 tot 2019

 

 

 

Wat deed NAJK voor jou in april?

Iedereen bij NAJK zet zich dag in dag uit voor 100% in voor jou als lid. We zorgen bijvoorbeeld voor het materiaal, de achtergrondinformatie en gespreksleiders voor interessante bijeenkomsten of discussieavonden. Daarnaast ontwikkelen we trainingen en cursussen, regelen we winacties en behartigen we jouw belangen in Den Haag of Brussel. Wat deed NAJK voor jou in april? Hier een kleine greep uit alle activiteiten:

  • Het Landbouw Collectief, waarvan NAJK één van de dertien partijen is, heeft de overleggen met minister Schouten en het ministerie van LNV stopgezet. Verder overleggen had geen zin, omdat de kaarten eerder al geschud leken.
  • Naar aanleiding van de ontwikkelingen in het stikstofdossier en het stopzetten van de overleggen tussen het Landbouw Collectief en het ministerie van LNV heeft NAJK de afvaardiging van de provincies en de provinciale stikstoflobbyisten van NAJK bijgepraat.
  • NAJK-voorzitter, Andre Arfman, heeft een interview gegeven aan een student over de belangenbehartiging en standpuntvorming binnen NAJK.
  • De sollicitatiegesprekken voor twee nieuwe dagelijks bestuurders voor NAJK hebben plaatsgevonden. We hopen jullie hier snel een update over te kunnen geven.
  • De vijfde editie van de MaïsChallenge is van start gegaan. 46 jonge boeren gaan met elkaar de strijd aan wie het beste maïs kan telen.
  • Alle overleggen vinden op dit moment digitaal plaats. Zo ook het overleg binnen het Europees overkoepelend orgaan CEJA. Er is gesproken over de impact van corona en de maatregelen in de verschillende landen. Ook is gesproken over de problemen die hierdoor ontstaan voor jonge boeren.
  • Dagelijks bestuurders Andre Arfman en Marije Klever hebben kennisgemaakt met Hester Maij, als corporate director public & quality affairs bij FrieslandCampina.
  • Leendert Jan Onnes, dagelijks bestuurder met de portefeuille akkerbouw, was aanwezig bij een werksessie over Groen Kennisnet 3.0. Daar heeft hij gepleit om de content op het kennisnet breder te maken.
  • Andre Arfman, voorzitter NAJK, is bij een online bijeenkomst geweest over social all inclusive farm. Dit is een project met HAS Den Bosch over de verschillende toekomstbeelden van de land- en tuinbouw in 2050.
  • NAJK deelde een aantal tips van Interpolis om diefstal op de boerderij te voorkomen.
  • Het dagelijks bestuur van NAJK vergadert nog gewoon door in deze tijd, alhoewel op aangepaste wijze. Hoewel verschillende dossiers en activiteiten door het coronavirus on hold zijn gezet, spelen er nog voldoende zaken om de vergadering goed mee te vullen.
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij, Marije Klever, heeft met LTO, NMV en NZO gedachtes uitgewisseld over grondgebondenheid.
  • NAJK heeft positief gereageerd op de aanvullende maatregelen voor de sierteelt, voedingstuinbouw en fritesaardappelen in verband met de coronacrisis. NAJK heeft de overheid opgeroepen ook oog te houden voor de andere sectoren, om daar de klappen door de coronacrisis op te vangen.
  • Provincie Drenthe meldde namens alle provincies dat koeien beweiden vergunningsvrij blijft. Marije Klever, dagelijks bestuurder met de portefeuille melkveehouderij, heeft hierop gereageerd dat dit volgens NAJK niet meer dan logisch is.
  • Het EU-project Greener Future for Young Farmers organiseert drie prijsvragen voor jonge boeren, studenten en docenten in groen onderwijs over natuurinclusieve landbouw. NAJK heeft haar leden opgeroepen om een foto of video over natuurinclusieve landbouw in te sturen en daarmee een mooie prijs te winnen.
  • Er is gesproken over de invloed van het coronavirus op de zuivelmarkt. Dagelijks bestuurder Marije Klever was hierbij aanwezig.
  • NAJK heeft een enquête onder de provinciaal en lokale bestuurders uitgezet om in beeld te krijgen wat zij vinden en verwachten. We willen iedereen dit heeft ingevuld hartelijk bedanken voor de reacties. Een eerste analyse geeft al nuttige informatie. Aankomende maand gaan we de reacties verder analyseren.
  • Op 22 april vond de eerst NAJK-ledenbijeenkomst over stikstof plaats. De bijeenkomst werd zeer positief ontvangen en er werden veel vragen gesteld. Het is voor herhaling vatbaar.
  • Minister Schouten van het ministerie van LNV stuurde een brief naar de Tweede Kamer over de structurele aanpak stikstof. Vanuit het Landbouw Collectief en vanuit NAJK is een reactie gegeven op de Kamerbrief. De zorgen blijven groot.
  • Dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal, Willem Voncken en NAJK-voorzitter Andre Arfman, waren bij de vergadering van CEJA. Hierin werd verder gesproken over de maatregelen in verband met
  • NAJK-voorzitter, Andre Arfman, was te gast bij Agrio TV live. Dit keer ging het over ‘Stikstof, wat je al kunt doen als agrarisch ondernemer’.
  • Het maandelijkse overleg met de provinciale afvaardiging heeft plaatsgevonden. Op de agenda stonden onder andere klimaat, stikstof en corona.
  • NAJK heeft een vacature voor ruwvoerspecialist Zuidoost-Nederland van Limagrain gedeeld.
  • Dagelijks bestuurder met de portefeuille akkerbouw, Leendert Jan Onnes, schreef een column met als titel ‘Een (corona)virus voorkomen is beter dan genezen’
  • NAJK-partner Flynth maakte een webinar over de gecombineerde opgave. Door de coronacrisis kan het nu lastig zijn om deze in te vullen. Met deze online video helpt Flynth jou op weg.
  • NAJK is bezig met een project om de veiligheid op het erf te vergroten. NAJK heeft haar leden opgeroepen om de enquête van het ministerie van SZW in te vullen, zodat een goed beeld gekregen kan worden.

Wat doet NAJK voor jou in mei?

Natuurlijk wordt er in mei ook veel door NAJK georganiseerd. Lees het laatste nieuws op de NAJK-website. Hierbij alvast een voorproefje:

  • NAJK is bezig om de volgende NAJK-ledenbijeenkomst te organiseren. Kon jij er de vorige keer niet bij zijn? Of wil je weten wat allemaal na de laatste bijeenkomst is gebeurd? Houd dan onze website en socialmediakanalen in de gaten.
  • Voorzitter van NAJK, Andre Arfman, en dagelijks bestuurder met de portefeuille internationaal, Willem Voncken, hebben deze maand weer een overleg met het Europees overkoepelend orgaan CEJA.
  • Ook deze maand vinden er weer bijeenkomsten plaats over de verschillende toekomstbeelden van de land- en tuinbouw in 2050. Dit in het kader van een project van HAS den Bosch waar NAJK aan deelneemt.
  • NAJK is druk bezig met een check van het ledensysteem om te zorgen dat alles up-to-date is. Ontvang jij geen BNDR of nieuwsbrief, terwijl jij die wel zou moeten krijgen? Of zijn pas jouw gegevens veranderd? Geef dit dan aan ons door!

Vacature agrarisch ondernemer melkveehouderij

Altijd al een eigen melkveebedrijf willen runnen, maar nooit deze kans gehad? Wil je graag met koeien werken in een prachtige omgeving en stel je verder geen eisen aan je inkomen of levensstandaard? Dan is de baan agrarisch “ondernemer” melkveehouderij ideaal voor jou! Solliciteer nu!

Deze nep vacature is gemaakt door NAJK en haar leden om de enorme regeldruk ludiek te tonen.

Jonge boeren geconfronteerd met enorm ambitieus stikstofbeleid

Er wordt meer tijd genomen voor de uitwerking van extern salderen, er wordt meer dan een miljard euro beschikbaar gesteld voor vrijwillige uitkoop en PAS-melders worden gelegaliseerd. Dit zijn een aantal zaken die vandaag, 24 april, in een Kamerbrief van minister Schouten van het ministerie van LNV over stikstof stonden. NAJK is blij dat er meer tijd wordt genomen voor extern salderen, dat beweiden en bemesten vergunningsvrij is en dat de PAS-melders gelegaliseerd worden. Echter blijven de zorgen en onzekerheden in het stikstofdossier groot.

Het Landbouwcollectief, waar NAJK onderdeel van uitmaakt, had eerder al besloten om niet meer verder in gesprek te gaan met de overheid over stikstof. De gesprekken liepen stroef en er werd weinig vooruitgang geboekt om tot een akkoord te komen.

Extern salderen
Er gaat meer tijd genomen worden om het extern salderen op een juiste wijze op te tuigen. “Het is positief dat er meer tijd genomen wordt. De provincies moeten hier nu verder over met elkaar in gesprek. Wij roepen provincies op om de landbouw te beschermen voor uitkoop door kapitaalkrachtige bedrijven en instanties en daarmee samenhangende wild west taferelen. De jonge boeren staan klaar voor hun toekomst maar hebben daarvoor wel stikstofruimte nodig voor de ontwikkeling en verduurzaming van hun bedrijven. Dit kan niet als zij tegen die kapitaalkrachtige partijen moeten opboksen. Geef ons de ruimte. Betrek ons bij de uitwerking”, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK en verantwoordelijk voor het dossier stikstof.

Vrijwillige uitkoop
De overheid stelt naast de al bekende 180 miljoen euro, nog een extra 275 miljoen euro beschikbaar voor de uitkoop van de varkenshouderij en vervolgens nog 1 miljard euro voor de overige veehouderij. Alle uitkoop is op basis van vrijwilligheid. Klever: “Het blijft ontzettend zonde dat er zoveel geld wordt gestoken in de opkoop van bedrijven terwijl dit een beperkt effect heeft op de stikstofdepositie en het geld ook gebruikt had kunnen worden om de veehouderij en de jonge boeren verder te helpen naar een robuuste toekomst. Het wordt cruciaal om de grond die gepaard met opkoop op een goede manier beschikbaar te houden voor de landbouw en op deze manier bij te dragen aan een betere structuur van die landbouw.”

Voerspoor
“Helaas is er toch gekozen voor een ministeriële regeling in het diervoederspoor. Hierbij kan een maxima worden gesteld vanuit de overheid aan het ruw eiwitgehalte in mengvoer (en mogelijk ander krachtvoer) dat een melkveehouder gebruikt. Deze regeling zal de laatste maanden van 2020 worden ingevoerd en uiterlijk tot 1-1-2021 duren. De werkbaarheid van deze ministeriële regeling is cruciaal, bedrijven mogen niet belemmerd worden in hun praktische bedrijfsvoering en uiteraard mag de productie en de diergezondheid niet in geding komen. De precieze uitwerking volgt later” aldus Klever. Voor de jaren na 2020 wordt ingezet op een convenant, een afsprakenkader, met de sector gericht op voermanagementmaatregelen op sectorniveau om de stikstofuitstoot te verlagen. Daarbij worden dan ook de maatregelen ‘meer weidegang’ en ‘mest aanlengen met water’ die aangedragen zijn door het landbouw collectief verder uitgewerkt.

Lange termijn
NAJK heeft vanaf het begin gepleit voor maatregelen die inpasbaar en werkbaar zijn en waarbij jonge boeren kunnen ontwikkelen richting de toekomst. “Wij jonge boeren, zijn bereid om ons steentje bij te dragen, maar de maatregelen moeten wel praktisch toepasbaar zijn op de boerenerven. Er moet voldoende tijd zijn om de bedrijven erop in te stellen. Er zijn grote investeringen gedaan, bedrijfsprocessen zijn er op ingericht, dat kun je niet van vandaag op morgen veranderen. De maatregelen in verschillende dossiers moeten niet elkaar tegenspreken. In de Kamerbrief wordt een grootte ambitie uitgesproken. De grote vraag is of het realistisch is en of de budgetten toereikend zijn.”, aldus Klever. In de Kamerbrief geeft de minister aan dat de keten ook belangrijk is bij het behalen van de doelen. De maatregelen mogen er niet toe leiden dat sectoren worden uitgekocht en dat daarmee ook de keten aan kracht verliest en niet meer in staat is om te innoveren en voorop te blijven lopen. Ook geeft de minister aan de omschakeling te willen maken naar natuurinclusieve landbouw. Er is ons nog geen duidelijke definitie bekend voor deze term. Dit is wel bepalend voor het succes van natuurinclusieve landbouw.

Komende periode zal NAJK blijven strijden voor de toekomst van de jonge boer en blijven vechten voor het toekomst van de landbouw in Nederland.