Innovatiefonds beloont jouw vernieuwend idee!

Zit jij vol vernieuwende ideeën of heb jij iets nieuws bedacht op jouw bedrijf? En is het iets dat ook door andere ondernemers opgepakt kan worden? Dan komt jouw innovatie misschien wel in aanmerking voor een beloning tot € 5.000 uit het ‘Innovatiefonds voor telers’. Stuur jouw innovatie in voor 15 mei op www.innovatiefondsvoortelers.nl.

Het Innovatiefonds voor telers stimuleert innovatie bij agrarische ondernemers in akkerbouw en tuinbouw. Deze ondernemers maken kans op een financiële beloning voor vernieuwende ideeën op het boerenerf. Het Innovatiefonds is een sectorinitiatief vanuit NAJK met meerdere samenwerkende partners die nauw betrokken zijn bij de agrarische sector. De partners zijn Abemec, Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer CropScience, KWOOT en OCI Agro. Het Innovatiefonds is een doorstart van het ‘Wim Luijkx Innovatiefonds’ dat in 2009 door Agrifirm is opgericht en al verschillende ideeën heeft opgeleverd.

Creativiteit op het boerenerf

De Nederlandse agrarische sector onderscheidt zich door hoog opgeleide ondernemers. Akkerbouwers en tuinders zijn creatief in het bedenken van praktische oplossingen. Het Innovatiefonds wil telers stimuleren om deze expertise ook met anderen te delen. Iedere teler die een goed idee heeft ontwikkeld, kan in aanmerking komen voor een stimuleringsprijs. Die kan oplopen tot € 5.000. Met deze beloning kunnen boeren hun ingestuurde idee verder uitvoeren of perfectioneren.

Mogelijkheden benutten

Inmiddels zijn al vele innovaties beloond. Zo ontving Jan Reinier de Jong dit jaar een mooi bedrag voor zijn initiatief ‘Energieopslag op het Boerenbedrijf’. De via zonnecollectoren gewonnen energie bewaart hij sinds eind 2015 in een meters grote accu. De ondernemer uit Odoorn is zijn vernieuwende idee momenteel aan het doorontwikkelen.

Maak ook kans op € 5.000,-

Heb jij een vernieuwend idee en ben je bereid om dat verder uit te voeren? Meld jouw innovatie dan voor 15 mei 2016 aan op www.innovatiefondsvoortelers.nl. Een vakjury beoordeelt de ingezonden innovaties. Zien zij potentie in jouw innovatieve concept, product of dienst, dan wordt de beloning toegekend.

NAJK neemt sectorinitiatief Innovatiefonds over

Sinds begin 2016 heeft NAJK het initiatief voor het Innovatiefonds voor telers overgenomen. Met het Innovatiefonds wil NAJK met de partners, Abemec, Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer CropScience, KWOOT en OCI Agro, agrarische ondernemers in de akkerbouw en tuinbouw stimuleren om te innoveren en hun expertise te delen.

Het Innovatiefonds voor telers stimuleert innovatie bij agrarische ondernemers in akkerbouw en tuinbouw. Deze ondernemers maken kans op een financiële beloning voor hun vernieuwende ideeën op het boerenerf. Het Innovatiefonds is een sectorinitiatief vanuit NAJK met meerdere samenwerkende partners die nauw betrokken zijn bij de agrarische sector. De partners zijn Abemec, Agrico, Agrifirm Plant, BASF, Bayer CropScience, KWOOT en OCI Agro.

De Nederlandse agrarische sector heeft een sterke positie op de wereldmarkt. Om deze koppositie vast te houden zijn innovaties belangrijk. “Nederland heeft creatieve akkerbouwers en tuinders die goed zijn in het bedenken van praktische oplossingen”, aldus NAJK-voorzitter Eric Pelleboer. “Met het Innovatiefonds wil NAJK en de partners van Innovatiefonds, telers stimuleren om deze expertise ook met anderen te delen.” Iedere teler die een goed idee heeft ontwikkeld, kan in aanmerking komen voor een stimuleringsprijs die kan oplopen tot € 5.000. Met deze beloning kunnen boeren hun ingestuurde idee verder uitvoeren of perfectioneren. Het Innovatiefonds is een doorstart van het ‘Wim Luijkx Innovatiefonds’ dat in 2009 door Agrifirm is opgericht en al verschillende ideeën heeft opgeleverd.

Maak ook kans op € 5.000,-

Zit jij vol vernieuwende ideeën of heb jij iets nieuws bedacht op jouw bedrijf? En is het iets dat ook door andere ondernemers opgepakt kan worden? Dan komt jouw innovatie misschien wel in aanmerking voor een beloning tot € 5.000 uit het ‘Innovatiefonds voor telers’. Meld jouw innovatie dan voor 15 mei 2016 aan op www.innovatiefondsvoortelers.nl. Een vakjury beoordeelt de ingezonden innovaties. De beste innovatieve concepten, producten of diensten maken kans op een beloning.

Kom in de Kas op 2 en 3 april

Heb jij je wel eens afgevraagd waar al die mooie bloemen vandaan komen, tropische planten zien groeien in Nederland of gezien hoe cocktail tomaatje worden gemaakt? Nee? Dan ben je waarschijnlijk nog nooit in een kas geweest. Op zaterdag 2 en zondag 3 april 2016 kunnen consumenten en burgers weer kennis maken met de Nederlandse glastuinbouw tijdens ‘Kom in de Kas’.

Voor de 39e keer wordt dit grootste publieksevenement van de Nederlandse glastuinbouw georganiseerd. Ruim 200 glastuinders zetten hun deuren open en laten zien dat de tuinbouw één van de meest innovatieve en duurzame sectoren van Nederland is. Kom in de Kas wordt mede mogelijk gemaakt door GroentenFruit Huis, Bayer CropScience, Royal FloraHolland, Interpolis en Rabobank.

Kijk op www.komindekas.nl welke kassen bij jou in de buurt open zijn en volg Kom in de Kas op Facebook en Twitter. De toegang is gratis.

Boer zoekt Boer op vernieuwde bedrijfsovernameportal.nl

NAJK lanceert vandaag, vrijdag 18 maart 2016, de vernieuwde website www.bedrijfsovernameportal.nl. Deze website bevat alle informatie die agrarische bedrijfsovernamekandidaten nodig hebben. Speciaal voor buiten familiaire bedrijfsovername heeft het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) met de projectpartners bedrijfsovernameportal.nl uitgebreid met het vernieuwde platform Boer zoekt Boer. Het online platform is een gebruiksvriendelijk afgeschermde omgeving waarin bedrijfsopvolgers en bedrijfsoverdragers elkaar kunnen vinden.

”Veel agrarische bedrijven eindigen omdat er geen opvolger is. Tegelijkertijd is er ook een groep enthousiaste jongeren, die geen bedrijf thuis hebben, maar toch graag boer willen worden”, aldus Sander Thus, portefeuillehouder Bedrijfsovername bij NAJK. “Via Boer zoekt Boer willen wij samen met Countus accountants + adviseurs, Flynth adviseurs en accountants, Lianne Veenstra Agrocoaching en Rabobank agrarische ondernemers en bedrijfsopvolgers bij elkaar brengen, zowel binnen als buiten Nederland.”

Boer zoekt Boer-profiel
Het online platform Boer zoekt Boer is een beschermde omgeving waar bedrijfsopvolgers en bedrijfsoverdragers zichzelf en hun bedrijf kunnen aanbieden. Na registratie en goedkeuring kunnen deelnemers een eigen profiel aanmaken. Op dit profiel omschrijven bedrijfsoverdragers hun bedrijf en geven aan wat voor een type opvolger zij zoeken. Bedrijfsopvolgers geven aan wat zij te bieden hebben en welk type bedrijf zij zouden willen opvolgen. Op de eigen profielpagina kunnen foto’s en berichten geplaatst worden. Ook is het mogelijk om openbare reacties te plaatsen. De kosten voor een registratie zijn eenmalig € 75,-.

Match
Via de eenvoudige zoekfunctie ‘boeren gezocht’ kunnen deelnemers zoeken naar een match. Er kan aangegeven worden in welke sector en provincie gezocht mag worden. Via het profiel van de match kan met een privébericht contact opgenomen worden. Voor de verdere mogelijke samenwerking en de daaropvolgende bedrijfsovername is goede communicatie essentieel. Dit kan ondersteund worden door de partners van Boer zoekt Boer. Een adviseur kan in een-op-een gesprekken grote vraagtekens naar boven halen. Door deze vragen te bespreken en te beantwoorden, krijgen beide partijen duidelijkheid, wat de samenwerking ten goede komt en het proces rondom bedrijfsovername versoepelt.

Bijeenkomsten
Ter ondersteuning van het online platform Boer zoekt Boer worden informatie- en matchbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens de informatiebijeenkomsten wordt toegelicht wat buiten familiaire bedrijfsovername inhoudt. Matchbijeenkomsten geven bedrijfsopvolgers en bedrijfsoverdragers ondersteuning bij het ontdekken wat ze willen. Deze focus helpt de ondernemers om op het platform Boer zoekt Boer een duidelijk profiel te schetsen.

Van Dam wil verdere samenwerking met NAJK

Op vrijdag 11 maart 2016 bracht staatssecretaris Van Dam met het dagelijks bestuur van NAJK een bezoek aan kaasboerderij Captein in Zoeterwoude. Staatssecretaris Van Dam gaf hierbij aan verdere samenwerking met NAJK aan te willen gaan.

Tijdens het keukentafelgesprek, dat vooraf ging aan een rondleiding op de boerderij, stipten zowel NAJK-voorzitter Eric Pelleboer als staatssecretaris Van Dam een aantal thema’s aan. Pelleboer legde hierbij de nadruk op de problematiek rond bedrijfsovername. “Het is tegenwoordig steeds lastiger om een bedrijf over te nemen. Bedrijven zijn steeds kapitaalintensiever geworden en het rendement in de agrarische sector is relatief laag. NAJK zet zich ervoor in om bedrijfsovername te versnellen en bedrijfsopvolgers hierin te ondersteunen. De genoemde problemen wil NAJK graag aanpakken. Daarom zien we de overheid in deze graag aan onze zijde.”

Staatssecretaris Van Dam liet op zijn beurt weten graag met NAJK in gesprek te gaan over een toekomstig gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). “Voor NAJK is het essentieel om hierover mee te praten. De uitdagingen in de sector zijn alleen aan te gaan met een werkbaar beleid voor jonge boeren. Daarom zullen we als NAJK proactief handelen wanneer we in gesprek gaan met Van Dam over het GLB”, aldus Pelleboer.

Na het gesprek tussen het bestuur van NAJK en de staatssecretaris, kreeg de groep een rondleiding op Kaasboerderij Captein. De voorzitter van het Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt, Kees Captein, vertelde over de 190 koeien die gemolken worden en legde uit hoe de eigen kaasmakerij functioneert. Van Dam gaf aan het bedrijf van de jonge boer een goed voorbeeld van verbreding in de landbouw te vinden.

Pelleboer: “NAJK werkt al geruime tijd op een goede manier met het ministerie samen. Voor verdere samenwerking zullen de handen ineengeslagen moeten worden. Niet alleen de sector zal proactief te werk moeten gaan, maar ook de politiek. Een open gesprek als vandaag is daarvoor belangrijk.”

Weidegang: geen verplichting, wel meer vakmanschap

NAJK is verheugd dat staatssecretaris Van Dam weidegang niet verplicht wil stellen, maar initiatieven die weidegang ondersteunen wil stimuleren. Dit gaf staatssecretaris Van Dam aan in zijn brief naar aanleiding van de initiatiefnota Wei voor de koe. Hierin pleitten verschillende leden uit de Tweede Kamer voor verplichte weidegang.

NAJK staat achter het standpunt van staatssecretaris Van Dam dat weidegang niet verplicht gesteld moet worden. Weidegang moet volgens NAJK wel gestimuleerd worden. Dit is ook de reden dat NAJK in 2013 het Convenant Weidegang heeft ondertekend, waarin dit doel wordt nagestreefd.

Ambitie weidegang

Staatssecretaris Van Dam geeft aan dat hij ambieert het aandeel weidegang van 69% in 2014 te verhogen naar 80% in 2020. “De staatssecretaris streeft een forse ambitie na op het gebied van weidegang,” aldus Koen Bolscher, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij. “Bij deze ambitie voor de melkveehouderijsector moeten de retail en de maatschappij ook de ambitie hebben om meer weidezuivel te verhandelen en te consumeren.” Wanneer deze ambitie niet gedeeld wordt door de retail en maatschappij, ontstaat er een dubbel gezicht. Dit is geen goede stimulans voor boeren. NAJK roept daarom samen met LTO en NMV staatssecretaris Van Dam op om zich hiervoor in te zetten.

Onderwijs

Om weidegang te stimuleren zijn kennis en kunde van groot belang. Zoals staatssecretaris Van Dam in zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft, zet NAJK zich al geruime tijd in om weidegang beter in het onderwijs verankerd te krijgen. “Binnen het onderwijs is er de laatste decennia te weinig aandacht geweest voor weidegang, gras en voerderbouw”, aldus Bolscher. “Echt vakmanschap van het beweiden moet weer terug in het onderwijs.”

Bevordering kennis en kunde

NAJK zet zich in om door middel van verschillende projecten kennis en kunde over weidegang bij jonge ondernemers te vergroten. “Naast lopende initiatieven zoals het project Nieuwe Weiders, zijn er extra projecten nodig waarbinnen met name jonge ondernemers kennis en kunde kunnen opdoen die nodig zijn om graslandmanagement en beweiding te kunnen optimaliseren.” NAJK zet zich in om dit vakmanschap beter verankerd te krijgen onder jonge melkveehouders. Bolscher: “Want goed vakmanschap staat aan de basis van goed en efficiënt weiden.”

GGO: kans of bedreiging?

De laatste tijd staat de discussie over het toestaan van genetisch gemodificeerde teelten steeds meer in de belangstelling. GG-teelt is een breed begrip. Het komt erop neer dat er op een versnelde manier aanpassingen in het genoom van een plant worden gedaan om een gewenst resultaat te bereiken. Dit gaat veel sneller dan via klassieke veredeling. Daarnaast kunnen eigenschappen van het ene naar het andere organisme overgezet worden. De ontwikkelingen op GGO-gebied gaan erg snel. Er bestaan vele technieken om gewenste eigenschappen versneld in een plant aan te brengen.

Onlangs heeft de Tweede Kamer gevraagd om een nationaal afwegingskader voor GG-teelten op te stellen. Hierbij gaat het om de vraag of de in Europa toegelaten GG-gewassen ook in Nederland toegelaten mogen worden. Oftewel: kan Nederland de in Europa toegelaten GG-gewassen weigeren? In Europa worden GG-teelten getoetst aan de hand van milieu- en veiligheidseisen. Zo is er op dit moment een GM-maïsras in Europa, en dus in Nederland, toegelaten. Het Nederlands afwegingskader gaat vooral over ethische en maatschappelijke criteria. Al snel kom je dan in de discussie hoe de landbouw er in Nederland uit moet zien. De angst is dat er grote monoculturen ontstaan. Aangezien we al met regelgeving op het gebied van gewasdiversificatie te maken hebben, denk ik niet dat dit het gevolg van GG-teelten is. Belangrijker is te bedenken met welk doel je GG-teelt in wilt zetten. Denk aan ziekteresistentie, opbrengstverhoging of kwaliteitverbetering, maar niet herbicideresistentie. De vraag is: biedt het echt kansen voor de teler of zijn de grote multinationals de winnaars? Een brede toegang tot uitgangsmateriaal is en blijft erg belangrijk. Hierin moeten we niet in een afhankelijke positie van die bedrijven terechtkomen. De valkuil is dat je hier pas achter komt als je er eenmaal aan begint.

NAJK gaat de komende maanden zich beraden over de GGO-discussie. Moeten en kunnen wij hier een visie over hebben? Tot nu toe is deze er niet. Partijen die ons hiernaar vragen, kunnen we momenteel geen pasklaar antwoord geven. Ik moedig NAJK-leden aan over GGO na te denken.

Doeko van ‘t Westeinde
Dagelijks bestuur NAJK, portefeuille akkerbouw

Het bestuur van… AJK Eemland

Met de doorstart van AJK Noord-Oost Utrecht is afgelopen jaar AJK Eemland ontstaan. Niet alleen een naamwisseling maar ook een vernieuwd bestuur gaat deze AJK weer op de kaart zetten. Voorzitter Gerwout Netjes (26 jaar) en penningmeester Niels Breij (24 jaar) zijn onderdeel van dit nieuwe bestuur. Naast hun bestuurswerk is Gerwout, met zijn hbo-diploma Dier- en veehouderij op zak, volledig thuis werkzaam. Niels is bezig aan het laatste jaar van zijn studie Dier- en veehouderij in Dronten, hiernaast is hij thuis werkzaam op het ouderlijk bedrijf. Aan hen de uitdaging om AJK Eemland te laten groeien.

Hoe is AJK Eemland ontstaan?

“Het oude bestuur van AJK Noord-Oost Utrecht wilde graag een doorstart maken en vroegen ons om aan te schuiven in het bestuur. Het is voor ons een uitdaging om jonge agrariërs informatieve en gezellige avonden aan te bieden zodat de jongeren in deze regio met elkaar in contact komen. Momenteel heeft onze AJK ongeveer 60 leden uit de plaatsen Amersfoort, Baarn, Bunschoten-Spakenburg, Eemnes, Hoogland en Soest.”

Wat zijn de voordelen van het bestuurswerk?

“Het bestuurswerk geeft de mogelijkheid om in contact te komen met alle agrarische jongeren uit onze eigen regio. Het is extra leuk als er een goede opkomst bij bijeenkomsten is. Tijdens ons bestuurswerk leggen we ook veel nieuwe contacten met bedrijven. Het vergroot ons netwerk en onze eigen kennis.”

Wat heeft AJK Eemland haar leden te bieden?

“Het doel van AJK Eemland is om de agrarische jongeren binnen onze regio met elkaar in contact te brengen. Daarbij staat kennis en gezelligheid voorop. Wij proberen vooral onze leden een passend programma te bieden, voor ieder wat wils. Jaarlijks behandelen we uiteenlopende thema’s tijdens vier á vijf AJK-avonden. Daarbij brengen we theorie en praktijk bij elkaar door middel van korte presentaties en bijvoorbeeld een rondleiding. Binnenkort houden we een avond met als thema: diergezondheid. Ook organiseren we jaarlijks een excursie met een bedrijfsbezoek en afsluitend een leuke activiteit. Zo staat er een excursie naar veevoederbedrijf Denkavit gepland.”

Wat hopen jullie in de toekomst te bereiken?

“We hopen de komende jaren nog meer agrarische jongeren te mogen ontvangen zodat het ledenaantal verder groeit. Verder hopen we nieuwe actieve bestuurders te krijgen zodat het bestuurswerk gecontinueerd blijft. Onze kerntaak als bestuur blijft het organiseren van interessante en gezellige bijeenkomsten. AJK Eemland moet in de toekomst een begrip zijn voor de agrarische jongeren binnen onze regio!”

Wat zijn tot nu toe de hoogtepunten voor AJK Eemland?

“Ons eerste hoogtepunt was de allereerste avond die we als AJK Eemland organiseerden. We mochten 25 nieuwe leden verwelkomen en er waren totaal ruim 35 jongeren aanwezig. Ook de volgende avonden waren wat ons betreft een groot succes, met altijd een opkomst van rond de dertig leden. Dit werkt motiverend op ons als bestuursleden.”

Financiering en vergunning, kip of ei?

Ik spreek regelmRabobanklogo_RGB_JPEGatig ondernemers die plannen hebben om het bedrijf verder te ontwikkelen. Een belangrijke voorwaarde voor de financiering van deze plannen is uiteraard het rendement van het bedrijf. Als je wilt investeren is het vaak nodig om ook extra omzet te genereren, waardoor je aan de nieuwe financiële verplichtingen kunt voldoen. Deze extra omzet is afhankelijk van het aantal dieren dat gehouden mag worden of de nieuwe gebouwen voor bijvoorbeeld koelcapaciteit. Hier heb je vaak een nieuwe vergunning voor nodig.

Nu is het verkrijgen van de benodigde vergunningen niet altijd even gemakkelijk. In de veehouderij ben je vaak afhankelijk van de Natuurbeschermingswet. In feite komt het erop neer dat er niet meer ammoniak mag worden geproduceerd dan wat in het verleden werd gedaan. De depositie op het nabijgelegen natuurgebied mag niet toenemen. Technisch kan dit opgelost worden door een speciaal type vloer of door een luchtwasser. Echter voordat dit onderkend wordt door (provinciale)overheden dient er vaak een lange weg te worden afgelegd. Waarbij allerlei milieu-instanties bezwaar kunnen maken en zelfs verkregen vergunningen door de Raad van State nietig verklaard kunnen worden. Dit traject is soms lang en onvoorspelbaar. Om als bank te kunnen financieren moet het traject van de NB-vergunning dan ook afgerond zijn.

Daarnaast moet de nieuwe stal aan allerlei eisen voldoen om een omgevingsvergunning (bouwvergunning) te krijgen, maar misschien nog wel belangrijker is het om afstemming te zoeken met omwonenden. Ik ken een aantal situaties waarin omwonenden zo bezwaar maakten dat het toekomstperspectief van een onderneming in gevaar is gekomen. Ook de bank kijkt hoe de omgevingsvergunning tot stand is gekomen. Het verdient de voorkeur dat de ondernemer met een open vizier in gesprek is gegaan met de buren en zo tot consensus is gekomen. In die gevallen waarin de ondernemer de vergunning heeft verkregen na een lange strijd met alle buren, is het maar de vraag of het financieren van een dergelijke stal wenselijk is. Het is als ondernemer belangrijk om gedragenheid vanuit de omgeving te houden om op langere termijn ondernemer te kunnen blijven. In dergelijke trajecten merk ik ook nog wel eens dat de financiering van een nieuwe stal als sluitstuk wordt gezien. Maar als na een lang en moeizaam traject de vergunning is verkregen, is het zeer teleurstellend wanneer een bank niet wil financieren. Zeker nu merk ik in de melkveehouderij dat wanneer sommige langdurige trajecten zijn afgerond, NB-wet en omgevingsvergunning zijn geregeld, de financiering niet vanzelfsprekend is. Het speelveld is veranderd. We krijgen ineens te maken met onduidelijke fosfaatregels. Hoe voorkom je dit nu? Ga je eerst de financiering regelen? Maar een toezegging is maar drie maanden geldig. Dan toch maar eerst de vergunning?

Dit is te voorkomen door elkaar, ondernemer en bank, continu te informeren over de mogelijkheden. Hierbij mag vanaf het begin duidelijkheid (geen toezegging) van de bank worden verwacht ten aanzien van financiering, maar ook realiteitszin van de ondernemer. Als het niet kan, wil de bank graag meedenken in oplossingen. Als de financiële kans van slagen groot is, kun je met een gerust hart verder werken aan de vergunning. Maar ook dan blijft het belangrijk om elkaar te informeren gedurende het proces. Soms bestaat de indruk dat de bedenkingen van de bank niet worden gehoord en dat de teleurstelling groot is wanneer het plan niet door kan gaan vanwege onvoldoende verwacht rendement. Dit is te voorkomen door de financiering van het geheel niet als sluitstuk te zien, maar als een continu doorlopend proces. Waarbij direct geanticipeerd kan worden op veranderende wet- en regelgeving. Hiermee wordt het samenspel tussen vergunning en financierbaarheid geen kip-of-ei-verhaal.

Jan van Beekhuizen
Sectormanager Food & Agri Rabobank

Drie misverstanden rondom vergunningen voor veehouders

Een nieuwe stal betekent nieuwe vergunningen. Dat is bekend. Minder bekend is dat ook bij andere wijzingen in de bedrijfsvoering aanpassingen in de vergunningen nodig zijn. Karin Kooijman, specialist vergunningen bij DLV Advies, zet de meest voorkomende misverstanden rondom vergunningen op een rij en geeft tips.

Karin Kooijman komt het in haar werk regelmatig tegen. Ondernemers denken dat ze de vergunningen in orde hebben, terwijl dit niet zo is: “Veehouders weten niet altijd wat er vergund is op het bedrijf of denken bijvoorbeeld dat het hebben van een NB-vergunning voldoende is.”

Uitbreiden verplicht beweiden

Een veel voorkomend misverstand is dat het aan de ondernemer zelf is om te bepalen of hij beweidt of opstalt. Echter, melkveebedrijven die na 2008 op de traditionele manier, dus met roosters, hebben gebouwd en daarmee een uitbreiding van meer dan 20 koeien hebben gerealiseerd moeten verplicht weiden. In het verleden werd hier door gemeenten vaak coulant mee omgegaan maar Karin ziet hierin een verandering: “Gemeenten leggen milieuzaken steeds meer neer bij omgevingsdiensten. Vanuit hier worden ook de controles uitgevoerd. Deze mensen zijn vaak beter op de hoogte van de wetgeving dan de gemeenteambtenaar die het voorheen deed.” Het gevolg hiervan is dat óf de dieren alsnog naar buiten moeten, óf de stal emissiearm gemaakt moet worden. Karin: “Er zijn verschillende mogelijkheden die allemaal een behoorlijke investering vereisen. Denk aan de installatie van een luchtwasser, het plaatsen van een nieuwe emissiearme vloer of de bestaande roostervloeren emissiearm maken.”

Maar ook wie niet gebouwd heeft in de afgelopen tijd moet opletten. “Veel bedrijven hebben een NB-vergunning aangevraagd met beweiden. Als je dit niet doet, dus niet doet wat in de vergunning staat, dan kan dat gevolgen hebben voor de toeslagrechten,” vertelt Karin.

Vergelijken van vergunningen

Daar komt bij dat de instanties die verantwoordelijk zijn voor vergunningsverlening de informatie met elkaar uitwisselen. Zo informeren provincies de gemeenten over verleende NB-vergunningen. Wanneer de NB-vergunning afwijkt van de verleende milieuvergunning kan de gemeente hier actie op ondernemen. Karin noemt een voorbeeld: “Stel een veehouder heeft een omgevingsvergunning voor het houden van 100 koeien en 100 stuks jongvee. Hij stopt vervolgens met het houden van jongvee en gaat 120 melkkoeien houden, die hij ook weidegang geeft. Voor deze nieuwe situatie vraagt hij een NB-vergunning aan en die wordt verleend. Dan betekent dit niet dat de veehouder toestemming heeft om ook daadwerkelijk 120 melkkoeien te houden. Deze wijziging zal ook bij de gemeente bekend moeten worden gemaakt middels een melding Activiteitenbesluit of het aanvragen van een vergunning.”

Besluit huisvesting

Een laatste aandachtspunt is het besluit huisvesting. Hierin staan alle stalsystemen die toegestaan zijn bij nieuwbouw. Deze is in augustus 2015 aangepast. Sindsdien is het niet meer toegestaan om te bouwen met een traditionele roostervloer. Karin geeft aan dat hierbij wel een overgangsrecht geldt: “Is je bouwvergunning voor 1 juli 2015 verleend, dan mag je nog met roosters bouwen. De bouw moet dan wel voor 1 oktober 2016, oftewel 15 maanden na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning, gereed zijn.”

Vergunningen complexer

Vergunningen worden steeds complexer en de controles nemen toe. Karin adviseert dan ook bij elke verandering op het bedrijf goed na te gaan of dit gevolgen kan hebben voor de vergunningen en regelmatig de werkelijke situatie op het bedrijf te vergelijken met de vergunde situatie. “Bij twijfel is het goed om een check door een specialist te laten doen.”

karin 2