Verkiezingsretoriek

In de aanloop naar komende verkiezingen voor de Provinciale Staten en het Waterschap valt op dat de debatten die lokaal en provinciaal gevoerd moeten worden vaak landelijk worden bevlogen. Voor bepaalde thema’s is dat logisch, de invloed van de Eerste Kamer is groot. Hier moeten andere meerderheden worden gevonden als in de Tweede Kamer. Thema’s die gedecentraliseerd zijn naar provincies en gemeenten, zoals ouderen en plattelandsbeleid, hebben een hoge interesse van de burger. Dit zorgt ervoor dat de Tweede Kamer zich geroepen voelt om een bijdrage te leveren aan deze debatten. Politici hanteren hierbij vaak de positieve profilering, in andere woorden: verkiezingsretoriek. Het onderscheiden ten opzichte van andere partijen met als doel het winnen van stemmen leidt vaak tot opmerkelijke ideeën en uitspraken, zoals de uitspraak van Partij van de Arbeid (PvdA) afgelopen week over de waterschapslasten. Dit zijn niet altijd uitspraken waar een landbouwsector meteen van moet schrikken, maar het geeft wel aan dat een goede belangenbehartiging erg belangrijk is. Hiermee zorgen we ervoor dat we ontwikkelingskansen op het platteland benutten daar waar mogelijk.

Koen Bolscher
Dagelijks bestuur NAJK, portefeuille melkveehouderij

AgroEnergiek in het teken van ‘energiebesparing in de bewaring’

Er is veel energie nodig om de kwaliteit van producten te bewaken. Energiekosten van de bewaring zijn op veel agrarische bedrijven de grootste kostenpost op de stroomrekening. Reden voor NAJK en AgroEnergiek om tips over energiebesparing in de bewaring te geven aan telers. In de tips wordt rekening gehouden met het belangrijkste speerpunt van bewaring: behoud van de productkwaliteit.

Wil jij weten hoe je efficiënter kan omgaan met het energieverbruik in de bewaring? In de maanden maart en april wordt op elke dinsdag en donderdag om 12:00 uur via Twitter (@NAJKtweets en @AgroEnergiek) een tip gegeven over energiezuinig bewaren. Op deze pagina komt een overzicht van de tips te staan.

Jonge boeren en GLB-subsidies, hoe zit dat nou?

NAJK krijgt veel vragen van leden en accountants/adviseurs over hoe het zit met de subsidiemogelijkheden voor jonge boeren. Wie is de doelgroep en wat kunnen jonge boeren eventueel krijgen? Hoewel nog niet alles bekend is, wil NAJK zo veel mogelijk duidelijkheid verschaffen.

Binnen het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn er twee pijlers waarbinnen specifiek voor jonge boeren subsidiemogelijkheden liggen: een uitbetaling (top-up) bovenop de waarde van de betalingsrechten per hectare via de eerste pijler en een indirecte investeringssubsidie (Jonge Landbouwersregeling) via de tweede pijler.

Top-up

De doelgroep van de top-up bestaat uit alle jonge boeren onder de 41 jaar die minder dan 5 jaar geleden een bedrijf hebben opgericht (of hebben overgenomen) of minder dan 5 jaar geleden zijn toegetreden tot een maatschap of andere rechtspersoon. Daarnaast dien je beslissingsbevoegd te zijn wanneer je in een maatschap of andere rechtsvorm zit. Voor starters geldt dat je op zijn vroegst in 2013 mag zijn gestart en 5 jaar voor de start geen landbouwbedrijf mag hebben gehad.

NAJK is van mening dat beslissingsbevoegdheid (ook) aannemelijk is voor jongeren die langer in maatschap zitten. Daarom is NAJK op dit moment volop in overleg met het ministerie van Economische Zaken en de Europese Commissie om ervoor te zorgen dat iedere jongere zelf kan bepalen wanneer hij/zij beslissingsbevoegd is. Onbekend is echter nog hoe beslissingsbevoegdheid (Europees) kan worden aangetoond en of het ook mogelijk is om de datum van ingang zelf te bepalen. Hierover hoopt NAJK zo spoedig mogelijk nadere informatie te kunnen verschaffen.

Het subsidiebedrag van de top-up bedraagt +/- € 50,- per hectare vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal betalingsrechten van jouw bedrijf tot een maximum van 90 hectare.

Jonge Landbouwersregeling

De doelgroep van de Jonge Landbouwersregeling bestaat uit jonge ondernemers die bijna een bedrijf hebben overgenomen of reeds zelfstandig ondernemer zijn. Je komt alleen in aanmerking voor de regeling als dit jouw eerste bedrijf is en wanneer je in het verleden nog geen Jonge Landbouwerssubsidie toegekend hebt gekregen.

Wanneer je jonge boer in samenwerking bent (bijvoorbeeld in maatschap) kun je een percentage van de subsidie aanvragen dat gelijk is aan jouw percentage van het eigen vermogen binnen de samenwerking. Je zult minimaal 50% van het eigen vermogen op naam moeten hebben staan voor je het minimale bedrag aan Jonge Landbouwerssubsidie aan kunt vragen. Verder geldt: hoe dichter bij de overname, hoe hoger het subsidiebedrag. Het is dus aan te raden de subsidie aan te vragen op het moment wanneer de meeste ondersteuning nodig is: na bedrijfsovername.

De Jonge Landbouwerssubsidie wordt toebedeeld via een tendersysteem op basis van duurzaamheid. Dit betekent dat er een lijst komt van investeringen, verdeeld in een vijf categorieën, waarvoor je in aanmerking kunt komen voor Jonge Landbouwerssubsidie. De meest duurzame investeringen worden het eerste toegekend, net zolang totdat het budget (per provincie) verdeeld is. Welke investeringen op de lijst komen is op dit moment nog niet bekend, NAJK blijft hierbij nauw betrokken.

Het subsidiebedrag wordt naar alle waarschijnlijkheid 30% van een investering tot een investeringsbedrag van € 67.000,- per aanvraag. Het minimale bedrag om de aanvraag in behandeling te laten nemen is € 10.000,- (dit i.v.m. uitvoeringskosten) en het maximale bedrag is € 20.000,- (dit i.v.m. beperkt budget). Dit wordt in het geval van een samenwerking nog gecorrigeerd voor jouw aandeel in het eigen vermogen (let hierbij op de drempel van € 10.000,-).

Het aanvragen van de top-up zal synchroon lopen met de Gecombineerde Opgave. De Jonge Landbouwersregeling zal aan het einde van de aankomende zomer opengesteld worden.

Stuur jouw idee in en maak kans op € 10.000,-

Als iemand 100 jaar geleden zou vertellen dat we in 2015 bellen met een telefoon zonder snoer en het land bewerken door middel van GPS-systemen zou niemand het geloven. Alles begint met innovaties. Ook wel baanbrekend, grensverleggend, vernieuwend en iets nieuws brengend genoemd. Het innovatiefonds voor telers roept jonge agrarische ondernemers op om hun innovaties, goede ideeën en ontwerpen in te zenden. Het hoeft niet ingewikkeld te zijn, als het maar innovatief is. De meeste boeren hebben wel een trucje om looplijnen zo kort mogelijk te maken en gebruiksgemak te optimaliseren. Verras de onafhankelijke vakjury hiermee  en maak kans op 10.000 euro om jouw innovatieve concept, product of dienst verder uit te voeren.

Meld jouw innovatie aan

Meld jouw innovatie voor 15 april 2015 aan op de website en maak kans op € 10.000,- om jouw innovatie werkelijkheid te maken.

Neem ook eens een kijkje bij innovaties die het Innovatiefonds voor telers al toegekend hebben gekregen.

Interessante bijeenkomst klankbordgroep akkerbouw

Afgelopen vrijdag kwam de klankbordgroep akkerbouw van NAJK bijeen op het hoofdkantoor van Rabobank Nederland in Utrecht. De klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers uit alle provincies, communiceert voornamelijk online en komt minimaal een keer per jaar bij elkaar om te praten over onderwerpen die spelen in de akkerbouwsector.

Arjan Ausma, sectormanager akkerbouw bij Rabobank Food & Agri, leidde de bijeenkomst in. Hij sprak met de aanwezige NAJK-leden over de nieuwe visie van Rabobank (Banking for Food), voedselverspilling en de financiële stand van zaken in de akkerbouwsector. Vervolgens sprak Doeko van ’t Westeinde, dagelijks bestuurder bij NAJK met portefeuillehouder akkerbouw, met de leden over vergroening in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, agrarisch natuurbeheer en GMO-teelt.

Wil jij je aansluiten bij de klankbordgroep akkerbouw? Neem dan contact op met Doeko van ’t Westeinde via dvantwesteinde@najk.nl.

NAJK schetst realistisch beeld van verdeling waterschapslasten

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) reageert op de bewering van de Partij van de Arbeid (PvdA) over de oneerlijke verdeling van de waterschapslasten tussen boeren en burgers. NAJK acht het misleidend om de kosten te herleiden tot een prijs per vierkante meter grond in gebruik, zoals onder meer PvdA’er Marleen Barth afgelopen weekend in een Radio 1 uitzending deed.

“De campagnes voor de provinciale verkiezingen en waterschapsverkiezingen zijn in volle gang”, zegt Eric Pelleboer, voorzitter van NAJK. “Stevige statements horen daarbij. Wat de PvdA nu heeft gedaan doet geen enkel recht aan het werk van boeren en tuinders, waarbij in samenwerking met het waterschap iedereen droge voeten kan houden. ”De PvdA beweert dat de waterschapslasten oneerlijk zijn verdeeld. Volgens de partij betalen burgers 94% van de waterschapslasten, terwijl zij 38% van de grond in gebruik hebben. Boeren dragen volgens de partij 6% van de lasten, maar hebben 62% van de grond in gebruik. De PvdA meent dat die verdeling eerlijker kan.

“De PvdA zet een verkeerd beeld neer van de lasten die boeren dragen in het waterbeheer. Dit is misleidend voor burgers die straks zullen stemmen. Wij willen dat rechtzetten”, zegt Pelleboer. “Waterschappen hebben met reden een systeem waarbij de waterlasten worden verdeeld op basis van verschillende tarieven in categorieën. De vergelijking van de lasten op basis van grond in gebruik, zoals de PvdA nu doet, is niet rechtvaardig en doet geen recht”, aldus de NAJK-voorzitter. “De tarieven in categorieën zorgen voor een verdeling van de lasten op basis van bebouwing, infrastructuur en grondgebruik, die zijn veel belangrijker als het gaat om waterkwaliteit en waterafvoer. Kwaliteit en afvoer zijn essentieel om ons veilig te voelen, water te kunnen drinken, in te zwemmen of ons voedsel van te laten groeien. Bebouwde gronden, zoals steden en dorpen, vragen meer watermanagement door het waterschap. Dat is de reden dat de lasten hoger liggen.”

“Daarnaast”, vervolgt Pelleboer, “is er bij de PvdA geen oog voor alle extra taken en verborgen lasten voor agrarische ondernemers. Daar gaat de PvdA nu wel erg eenvoudig aan voorbij. Wij zagen de noodzaak om een completer beeld te schetsen, namens de agrarische ondernemers.”

‘Doen we graag!’

De campagnes omtrent de verkiezingen voor de waterschappen en provinciale staten zijn in volle gang. Met ‘Doen we graag!’ reageert NAJK op het bericht van PvdA’er Marleen Barth over de verdeling van de waterschapslasten.

Het bestuur van…. AJK Zuidwesthoek

De 21-jarige Rens Mulder is na zijn mbo-opleiding Veehouderij direct in maatschap gegaan met zijn ouders. Samen runnen ze een melkveebedrijf net buiten Dwingeloo (Drenthe). Op dit moment melken ze 120 koeien en hebben ze 70 hectare grond in gebruik. Hiervan is 56 hectare grasland en 14 hectare maïs. In het nieuwe bestuur van AJK Zuidwesthoek is Rens actief als vicevoorzitter.

Waarom zit je in het bestuur van AJK Zuidwesthoek?

“Onze afdeling was doodgebloed. Om weer leven in de AJK te blazen, moest er een nieuw bestuur gevormd worden. Met hulp van DAJK is er een enthousiaste groep bestuurders bij elkaar gezocht. De huidige voorzitter is een oud-klasgenoot van mij, via hem hebben ze mij gevraagd voor het bestuur.”

Waar zijn jullie de laatste tijd mee bezig?

“We zijn voornamelijk bezig met het bij elkaar krijgen van een enthousiaste club jongeren die graag deelneemt aan onze activiteiten. Daarom organiseren we veel verschillende avonden. De startavond over weidegang heeft plaatsgevonden op ons melkveebedrijf. Ook hebben we een avond gehouden over fokkerij, waarbij we een spoedcursus veebeoordelen kregen.”

Hoe hebben jullie de doorstart van jullie AJK gemaakt?

“We hebben met behulp van de oude ledenlijst en ons netwerk uitnodigingen verstuurd naar jonge agrariërs in onze omgeving. Met het bestuur hebben we afgesproken dat ieder bestuurslid een auto vol jongeren meeneemt naar de activiteiten. Zo krijgen we snel een grote groep bij elkaar. We proberen ook veel reclame te maken via Facebook. Het belangrijkste is dat wij interessante activiteiten organiseren, dan komen de leden vanzelf.”

Wat zijn de grootste uitdagingen voor de komende tijd?

“We willen graag een grote club actieve leden krijgen, waarmee we bijvoorbeeld discussieavonden kunnen houden.”

Wat was jouw hoogtepunt binnen het bestuur?

“Mijn hoogtepunt was de eerste avond die wij georganiseerd hebben. Deze avond was bij mij op het bedrijf. Wij hebben net een nieuwe stal gebouwd en de aanwezigen vonden het leuk om dat te bekijken. We hadden een opkomst van ruim vijfendertig mensen. Daar ben ik enorm trots op!”

“Gewasbescherming is noodzakelijk in onze teelt”

Johan de Jong teelt 36 hectare appels en peren

Op 36 hectare in Leerbroek, Harmelen en Kedichem teelt Johan de Jong (28) in VOF met zijn ouders en broer zeven rassen appels en peren. Op de hoofdlocatie van fruitbedrijf De Jong in Leerbroek wordt naast de boomgaard gewerkt aan het koelen, sorteren, verpakken, verkopen en transporteren van hardfruit voor eigen bedrijf en voor derden. Johan is verantwoordelijk voor de teelt van het fruit en het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen in de boomgaard.

Tekst en beeld: Ellen van den Manacker

Groei

“Naast de fruitteelt, verzorgen we ook dienstverlening als koelen, sorteren en verpakken voor andere fruitbedrijven”, vertelt Johan. Vanuit de toenemende vraag voor deze dienstverlening is het bedrijf van familie De Jong in de afgelopen vijftien jaar enorm gegroeid. Inmiddels telen ze op 36 hectare appels en peren, daarnaast koelen, sorteren, verpakken, verkopen en transporteren ze fruit. “Dat doen we voor bedrijven door heel Nederland”, vertelt Johan. “Zo’n 90% van het fruit dat over onze sorteerbanden gaat, is voor andere bedrijven.”

Passie

“Ik zit in VOF met mijn broer en ouders. Mijn zus werkt in loondienst op de sorteerafdeling”, legt Johan uit. De passie van Johan in het familiebedrijf ligt bij de fruitteelt. “Het hele plaatje van mooi fruit tot een financieel goed resultaat, dat vind ik interessant.” In de vennootschap heeft elke vennoot zijn eigen specialisatie. Zo is Johan verantwoordelijk voor de fruitteelt, zijn broer Dirk voor de commerciële tak, zijn vader voor de sorteerafdeling en zijn moeder neemt de boekhouding voor haar rekening.

Ziektes en plagen

“Gewasbescherming is heel belangrijk in onze teelt”, vindt Johan. “Als we niet spuiten, dan krijgen we last van ziektes en plagen in onze boomgaard.” Vanaf het voorjaar, als de boom begint uit te lopen, tot juni is gewasbescherming een groot aandachtspunt in de boomgaard van familie De Jong. Op jaarbasis schat Johan dat hij vijftien uur per hectare gewasbeschermingsmiddelen toedient. Schurft, een schimmel die zorgt voor zwarte plekken op appels en peren, is een van de belangrijkste plaagdoeners in de teelt van appels en peren.

Advies

Voor het spuiten werkt De Jong met een teeltadviseur en een vast model dat op basis van vorige bespuitingen en het klimaat berekent wanneer er weer gespoten moet worden. “Ik wil niet overmatig spuiten, daarom moet ik goed inspelen op de weersvoorspelling. De teeltadviseur en het werken met zo’n model helpen mij om een betere indicatie te maken van wanneer ik wat moet spuiten”, vertelt Johan.

Gevolgen

“Tegen plagen in de fruitteelt is goed te spuiten”, geeft Johan aan. “Maar als het misgaat, dan is het ook goed mis.” Afgelopen seizoen kampte de boomgaard van familie De Jong met een koude en natte bloeiperiode. “In de oogst van vorig jaar was dat terug te zien”, geeft Johan aan. Voor het aankomende seizoen heeft dat ook gevolgen: “We moeten harder werken om de schimmels van afgelopen jaar te verwijderen.”

Minder middelen

Ondanks dat vele spuitmomenten nodig zijn op het bedrijf van De Jong, ziet Johan de noodzaak om minder chemische middelen te gebruiken. “Er worden steeds meer middelen verboden of er worden beperkingen opgelegd. We zijn continu op zoek naar mogelijkheden om minder te spuiten of met middelen van biologische oorsprong te werken.”

Natuurlijke vijanden

“Wij werken met een natuurlijke vijand voor fruitmotaantasting”, vertelt Johan. “Veel natuurlijke vijanden voor plagen in de boomgaard zijn er niet of ze zijn moeilijk verkrijgbaar en prijzig. Het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen is daardoor voor ons een goedkopere oplossing.”

Genetische modificatie

Helemaal geen gewasbeschermingsmiddelen meer toepassen in de fruitteelt is onmogelijk, voorziet Johan. “In de biologische teelt wordt veel kalkzwavel gespoten. Zij moeten vaker spuiten dan gangbare telers en de kwaliteit van het fruit is onder de maat.” Wel denkt Johan dat met genetische modificatie veel te winnen is in het reduceren van gewasbeschermingsmiddelen. “Ik spuit gemiddeld 22 keer per jaar tegen schurft. Als schurft er door genetische modificatie uitgehaald kan worden, zou dat veel spuitbeurten schelen”, legt Johan uit.

Schurftresistent ras

Een stormloop van consumenten op schurftresistente rassen is er echter niet, zo ervoer Johan vorig jaar. Hij teelde het schurftresistente appelras ‘Santana’. “Ik heb in dat ras twee keer gespoten tegen schurft”, vertelt Johan. “Ondanks het sterk verminderde aantal spuitbeurten, was de appel slecht verkoopbaar. Dat vind ik jammer. Voor de Nederlandse fruitteelt is dit een goed product, maar het wordt niet opgepakt door media en consumenten”, concludeert Johan.

Consument

Vorig seizoen stond de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) bij familie De Jong op de stoep. Een echtpaar dat naast een perceel van De Jong woont, kreeg last van hoestbuien. “Daarnaast dacht het echtpaar, omdat ik vanwege het klimaat voornamelijk vroeg in de ochtend of in de avond spuit, dat mijn werkzaamheden het daglicht niet konden verdragen”, vertelt Johan. De AIVD heeft zijn percelen en spuit onderzocht op onder andere middelengebruik, de wijze en tijd van toediening. “Alles is uiteindelijk goedgekeurd.”

Verschuiving

Johan voorziet, ondanks de discussie in de samenleving en politiek over gewasbeschermingsmiddelen, niet direct gevaren voor de fruitteelt. “De fruitteelt zal altijd blijven. Er zal wel een verschuiving komen in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen”, verwacht Johan. “We moeten meer op onze middelen letten of de consument moet schade aan het product accepteren.”

Schoner, Groener, Beter

Actieplan gewasbescherming 2015-2020

De Nederlandse land- en tuinbouw is wereldspeler in de teelt van schone producten. Toch blijft het reduceren van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen hoog op de agenda staan. Om ambitieuze doelstellingen, die gesteld zijn in de kabinetsnota ‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst’ en verwacht worden vanuit de maatschappij, te behalen heeft LTO Nederland vorig jaar het actieplan ‘Schoner, Groener, Beter!’ geschreven. Joris Baecke, voormalig dagelijks bestuurder bij NAJK en inmiddels voorzitter van de werkgroep Plantgezondheid bij LTO Nederland, vertelt over dit groot opgezette actieplan.

Tekst: Ellen van den Manacker

De milieubelasting is in de afgelopen jaren al sterk afgenomen. Is zo’n actieplan nog wel nodig?

“Naar aanleiding van de kabinetsnota ‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst’ die van 2004 tot 2010 liep is de milieubelasting met 85 procent verminderd. Dat is een indrukwekkend resultaat, behaald door verbeteringen in spuittechnieken en het vervangen van milieuschadelijke gewasbeschermingsmiddelen. De doelstelling was destijds 95 procent. De lat lag dus hoger. Niet behaalde resultaten van de vorige nota zijn doorgetrokken naar de tweede nota ‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst’.”

Wat houdt de tweede kabinetsnota ‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst’ in?

“In 2013 bracht het kabinet de tweede nota ‘Gezonde Groei, Duurzame Oogst’ uit. De nota is een vervolg op de eerste nota. In de nota worden doelstellingen voor de periode 2013 tot 2023 geformuleerd over een veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor mens, dier en milieu.”

LTO Nederland heeft de leiding in het actieplan genomen. Wat is jullie drijfveer daarvoor?

“De Nederlandse land- en tuinbouw heeft een leidende positie in wereld. Onze kwalitatieve producten worden geteeld in een dichtbevolkt land met veel water. Die factoren maken het extra uitdagend om te zorgen dat emissie naar de omgeving zo beperkt mogelijk blijft. We hebben de ambitie om wereldwijd toonaangevend te blijven. Daarvoor moeten we continu werken aan onze ‘license to produce’. Als er druk ontstaat op ons middelenpakket, wat gevolgen heeft voor onze productie, dan moeten wij als sector proberen die belemmeringen weg te nemen. Daarom vond LTO Nederland het tijd voor een actieplan.”

Het actieplan ‘Schoner, Groener, Beter!’ is het resultaat…

“Dat klopt. Het actieplan loopt van 2015 tot 2020 en is deels gebaseerd op de doelstellingen uit de tweede kabinetsnota, maar ook op wensen van de maatschappij en onze achterban. De doelen in het actieplan zijn samen te vatten onder de noemers schoner, groener en beter. Schoner door de verdere emissiereductie in zowel open teelt als bedekte teelten, groener door vergroening van middelen- en maatregelenpakket en beter door verdere optimalisatie van geïntegreerde teeltsystemen en borging van duurzame gewasbescherming in ketenverband.”

De doelstellingen van het actieplan richten zich op alle sectoren van de land- en tuinbouw. Hoe hebben jullie dat aangepakt?

“Het actieplan is breed opgezet. Voor alle sectoren die met gewasbescherming te maken hebben zijn doelen gesteld. Dit is in samenwerking met sectorvertegenwoordigers tot stand gekomen. Iedereen werkt  ook actief mee om gestelde doelen in het actieplan te behalen. De brede opzet is ambitieus, maar wel realistisch. Ambitieus omdat we de hele sector meenemen en realistisch omdat het om maatregelen gaat die in principe al markintroductie hebben gehad en praktijkrijp zijn.”