NAJK: realisme nodig in Farm to Fork Strategie

Vanmiddag om 16:00 uur presenteerde de Europese Commissie de Farm to Fork Strategy om de biodiversiteit te verbeteren en de voedselproductie te verduurzamen. Een greep uit de plannen: 25 procent van de landbouwgrond in de EU moet biologisch zijn, de helft minder bestrijdingsmiddelen, 20 procent reductie van meststoffen en 50 procent reductie van antibiotica en dit alles binnen tien jaar. NAJK zet vraagtekens bij de uitvoerbaarheid van het beleid. Er moet niet alleen op cijfers gestuurd worden, maar er moet ook naar de praktijk gekeken worden.

De hele Farm to Fork Strategy staat in het teken om de hele voedsel keten te verduurzamen, een plan waarbij de voedselketen in 2030 duurzaam moet zijn en wij in 2050 klimaat neutraal moeten produceren. ‘’Een plan maken voor de komende 30 jaar, dan heb je toch juist de jonge generatie nodig. Helaas worden jonge boeren niet genoemd in de hele strategie. Dan zet ik toch grote vraagtekens bij het echte doel van deze Farm to Fork Strategie.’’ aldus Voncken.

De Green Deal in het kort

De biodiversiteitsstrategie en de plannen voor verduurzaming in de landbouw – de zogenaamde Farm to Fork strategie – zijn onderdeel van de Green Deal. Dit plan is eind vorig jaar gepresenteerd door Commissaris Timmermans. In de periode na deze eerste presentatie zijn de plannen verder uitgewerkt en deze zijn vandaag gepresenteerd. Onderdeel van de uitgewerkte plannen zijn:

  • In 2030 moet een kwart van alle landbouwgrond in de EU biologisch zijn.
  • In 2030 moet het aantal bestrijdingsmiddelen in de landbouw met de helft zijn afgenomen.
  • Het gebruik van meststoffen moet met 20 procent verminderen de komende tien jaar.
  • Er komt nieuwe wetgeving voor het transport en de slacht van dieren.

Boeren zijn volgens de Europese Commissie onderdeel van de oplossing, maar hebben wel aanmoediging en steun nodig om de groene stap te maken. “Het is goed om naar een doel te werken maar wees wel realistisch in wat er mogelijk is. Er worden nu allerlei reductiegetallen geroepen. In Nederland lopen we al voorop en hebben we al enorm gereduceerd. We hebben nog wel ruimte nodig om te ondernemen. Het moet passen bij de praktijk.” Aldus Willem Voncken, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille internationaal.

Markt van vraag en aanbod

Momenteel is 3% van het Nederlandse landbouwareaal biologisch. “Het is alleen mogelijk om 20% van het areaal om te zetten naar biologisch wanneer deze vraag ook daadwerkelijk uit de markt komt, we kunnen wel omschakelen naar biologisch maar als de consument niet bereid is hier extra voor te betalen en er zo dus een overschot aan biologische producten ontstaat hebben we niks bereikt. Verder moet er ook voldoende tijd zijn. Er staat nu 10 jaar voor. Dit is extreem kort.” Aldus Voncken. Dit betekent dat boeren een hoger inkomen moeten ontvangen om deze vergroeningsslag te kunnen slaan.

Bestrijdingsmiddelen

Het gebruik van bestrijdingsmiddelen moet met de helft gehalveerd worden, hiermee wil de EU voorop lopen om de biodiversiteit te versterken. Hier moeten dan wel goede alternatieven tegenover staan, aldus Voncken: “Het is onmogelijk om zomaar te stoppen met het gebruik van bestrijdingsmiddelen omdat deze de plant beschermen tegen ziektes. Zomaar stoppen met bestrijdingsmiddelen zonder goed alternatief zou enorme negatieve consequenties kunnen hebben op onze voedselzekerheid.”

Aansturen op koopgedrag

De Commissie wil producten gaan voorzien van een label waaraan te zien is of het gezond en duurzaam is. Daarnaast wil men gezonde producten zoals groenten en fruit goedkoper maken en minder gezond voedsel met bijvoorbeeld veel vetten en suikers juist duurder. ‘’Het is natuurlijk niet slecht om de consument te vertellen wat er in hun voedsel zit en waar het vandaan komt maar men moet de consument wel vrij laten in de keuze van wat men wil eten.’’

CO2-zuinig

Naast deze plannen worden Europese boeren aangemoedigd CO2-zuinig te werken door andere gewassen te produceren en ploegmethodes te herzien. Volgens de plannen kunnen landbouwers op bescherming rekenen tegen de import van producten van buiten de EU dat geproduceerd is met in Europa verboden middelen.

Het Europees Parlement en de lidstaten zullen deze plannen de komende tijd bespreken waarbij de wetsvoorstellen dit en volgend jaar zullen volgen. Wil je de plannen lezen? Deze zijn hier te vinden.

NAJK en Flynth verlengen partnercontract

Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Flynth hebben de partner overeenkomt verlengd waarmee Flynth en NAJK de samenwerking versterken. De verlenging van de samenwerking tussen NAJK en Flynth is op maandag 11 mei online beklonken met Andre Arfman, voorzitter van NAJK, en Frank Zeinstra, sectorleider Food & Agri bij Flynth. NAJK is blij dat Flynth op deze wijze ervaring en kennis uitwisselt met jonge boeren en tuinders.

Flynth en NAJK werken al jaren samen om jonge agrarische ondernemers te ondersteunen in hun ambities. Ook de komende jaren zal visieontwikkeling en kennisdeling rondom agrarisch ondernemerschap centraal staan.

Toekomstbestendig

Om jonge agrarisch ondernemers zo goed mogelijk te ondersteunen, sluit NAJK partnerovereenkomsten met de belangrijkste spelers uit de agrarische sector. Op deze manier kunnen de leden van NAJK verrijkt worden met belangrijke up to date kennis, ontwikkelingen en informatie uit de sector. “Het is van belang dat jonge boeren en tuinders toegang hebben tot relevante kennis uit de agrarische sector om de sector toekomstbestendig te houden. We zijn daarom blij dat we samen kunnen blijven werken met Flynth het komende jaar. Flynth kent de sector en kan onze achterban van interessante informatie en advies voorzien”, aldus Arfman.

Samen werken aan uitdagingen agrarische sector

Met de verlenging van de partnerovereenkomst verbindt Flynth zich voor het komende jaar aan NAJK als partner van de jongerenvereniging. Frank Zeinstra, sectorleider Agro bij Flynth: “Ik hoop dat het snel weer mogelijk is elkaar te ontmoeten, maar ik denk ook graag in mogelijkheden. Via videomeetings kunnen we NAJK leden die verspreid over het hele land wonen snel en efficiënt van actuele ontwikkelingen te voorzien.”

Begrenzing eiwitgehalte krachtvoer melkveehouderij onwerkbaar

Minister Schouten van het ministerie van LNV heeft een concept-regeling naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd waarin een maxima wordt gesteld aan het ruw eiwitgehalte in krachtvoer. NAJK is zeer negatief over deze regeling. De regeling grijpt enorm in op de bedrijfsvoeringen op melkveehouderijbedrijven. Daarnaast is de regeling  niet praktisch, is kostprijsverhogend en draagt nauwelijks bij aan de verlaging van de stikstofdepositie.

Per 1 september 2020 tot en met 31 december 2020 wordt er een maxima aan ruw eiwit in krachtvoer gesteld. Melkveehouders mogen in die periode geen aangekochte krachtvoer op het erf hebben die de maxima overschrijd. De precieze norm varieert van grondsoort en de melkproductie per hectare. Zie de afbeelding hieronder voor de normering. “Elk bedrijf is anders en ieder rantsoen is ook specifiek. Deze regeling ontneemt de melkveehouders de mogelijkheid om een optimaal rantsoen samen te stellen. De gehaltes in ruwvoeders kunnen sterk variëren door bijvoorbeeld droogte. Deze regeling maakt het voor melkveehouders onwerkbaar.” aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij.

Met deze maatregel moet de stikstofdepositie uit de melkveehouderij verlaagt worden en wordt er voor de korte termijn, samen met onder andere de snelheidsverlaging op snelwegen, stikstofruimte gecreëerd voor (woning)bouwprojecten. “Deze regeling grijpt enorm in op onze bedrijfsvoeringen, terwijl er maar een kleine verlaging van stikstofreductie te halen is. Boeren die met losse grondstoffen werken zijn nu verplicht om hun voer te laten mengen in de voerfabrieken. Dit werkt kostprijsverhogend. Ook boeren met speciale brokken voor bijvoorbeeld verse koeien komen met deze regeling in de knel.”, aldus Klever. NAJK is ook bang voor het neveneffect wat door deze regeling gaat ontstaan. “We zien het draagvlak om bij te dragen aan de stikstofreductie drastisch verlagen. Dit gaat het kabinet ook bij de toekomstige maatregelen ernstig in de weg zitten.”

Minister Schouten houdt de ontwikkelingen van het ruw eiwitgehalte in het ruwvoer in 2020 in de gaten. Mocht het nodig zijn, dan zal ze in augustus nog beperkte wijzigingen in de normering aanbrengen.

Convenant

Vanaf 2021 wil minister Schouten een convenant met de sector overeen komen, waarin afspraken worden gemaakt om de stikstofdepositie door middel van voermanagementmaatregelen te verlagen.  De huidige regeling komt dan te vervallen.

De Tweede en Eerste Kamer hebben nog de mogelijkheid om op de concept-regeling te reageren. Daarna moet de regeling nog goedgekeurd worden door de Europese Commissie. NAJK roept de Kamerleden op om aandacht te hebben voor de praktische toepasbaarheid van de regeling.

Vacature Limagrain: Ruwvoer specialist Zuidoost-Nederland

Limagrain is op zoek naar een enthousiaste Ruwvoer specialist in Zuidoost-Nederland. In deze buitendienstfunctie heb je een belangrijke rol in de productpromotie en begeleiding van maïs en voedergrassen in Midden- en Oost-Brabant , Limburg en Gelderland rivierengebied. Je bezoekt en onderhoudt nauwe contacten met veehouders, loonwerkers en studieclubs. Daarnaast zorg je voor de opzet en uitvoering van demovelden, open dagen en lezingen. Verder verzamel je marktgegevens, houd je ons CRM up-to-date en rapporteer je productinformatie.

Wil je meer weten over deze functie? Bekijk dan hier de hele vacature!

 

NAJK: beweiden vergunningsvrij, logische keuze

Een deel van de koeien staat al in de wei, maar nu is ook bekend dat dit wettelijk geregeld is. Donderdag 16 april meldde provincie Drenthe namens alle provincies dat koeien beweiden vergunningsvrij blijft. Volgens de provincies is het beweiden al onderdeel van de huidige vergunning voor stalemissies en zijn extra vergunningen daarom niet nodig. Volgens NAJK is dit niet meer dan logisch. NAJK gaat er vanuit dat de overheid op korte termijn met eenzelfde soort berichtgeving komt voor bemesten en dat legalisering van de PAS-meldingen dan ook geregeld zijn.

Minister Schouten van het ministerie van LNV en de gedeputeerden van de provincies geven aan dat boeren in hun stalvergunning al een vergunning hebben voor het houden van hun dieren, inclusief de uitstoot die daarbij vrijkomt. Bij beweiden komt minder stikstof vrij dan bij het op stal houden van de koeien. Een afzonderlijke vergunning volgens de Wet Natuurbescherming voor het beweiden zou dan ook dubbel zijn. “Maanden was onduidelijk of beweiden vergunningsplichtig zou gaan worden of niet. Het weideseizoen is ondertussen begonnen, dus het was de hoogste tijd voor duidelijkheid. Beweiden zorgt voor minder stikstofemmissie en is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse landschap. Het is dus volledig terecht dat beweiden vergunningsvrij blijft.’’, aldus Marije Klever, dagelijks bestuurder NAJK met de portefeuille melkveehouderij.

PAS-meldingen en bemesten
Er zijn alleen nog veel onzekerheden in het stikstofdossier. Over bijvoorbeeld de PAS-meldingen en bemesten zijn nog geen officiële uitspraken gedaan. Klever: “We hopen dat er snel positieve berichten over de PAS-meldingen en bemesten gaan volgen. We leven nu met z’n allen nog in grote onzekerheid. De onzekerheid duurt nu al veel te lang. Dit komt de landbouw niet ten goede.”

Lees het bericht van provincie Drenthe: https://www.provincie.drenthe.nl/actueel/nieuwsberichten/@136018/koe-wei-blijft/

Aanvullende maatregelen op noodpakket positief voor sierteelt en frietaardappelensector

NAJK is positief over de aanvullende maatregelen voor de sierteelt, voedingstuinbouw en fritesaardappeltelers in verband met de coronacrisis. Deze sectoren worden hard geraakt door de coronacrisis en hebben steun hard nodig. NAJK had ook de overheid opgeroepen oog te hebben voor de land- en tuinbouw. De overheid heeft dit hiermee laten zien, maar het is belangrijk dat de overheid de gevolgen blijft inventariseren en daar actie op blijft ondernemen. Ook andere agrarische sectoren merken de gevolgen al of krijgen er hoogst waarschijnlijk mee te maken.

Omdat de bestaande noodmaatregelen, zoals de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), voor een aantal groepen onvoldoende steun biedt, heeft het kabinet aanvullende maatregelen getroffen. In totaal trekt het kabinet 650 miljoen euro uit voor de aanvullende maatregelen. “Dit is een goede maatregel van de overheid. Op deze manier kan pijn verzacht worden en komt hopelijk de continuïteit van de bedrijven niet in gevaar. We hopen dat het kabinet ook andere agrarische sectoren te hulp schiet bij problemen door de coronacrisis op de kortere en langere termijn.”, aldus NAJK-voorzitter Andre Arfman.

Sierteelt en voedingstuinbouw
De tuinbouw kent een grote piek in het voorjaar. De overheid komt nu tuinders tegemoet die in de periode maart, april en mei 2020 een forse omzetderving hebben ten opzichte van maart, april en mei 2017-2019. Dit om bijvoorbeeld de onvermijdelijke seizoensgebonden loonkosten te kunnen blijven betalen. Uitgangspunt is dat de eerste 30% van de omzetderving onder ondernemersrisico valt en dat de staat de resterende 70% van de schade voor een aanzienlijk deel compenseert.

Fritesaardappelen
De meeste fritesaardappelen worden afgezet in de horeca. Nu de horeca gesloten is en de vrieshuizen vol liggen, ontstaan er grote problemen bij de afzet van fritesaardappelen. De overheid komt nu met een compensatie voor telers voor de hoeveelheid fritesaardappelen die zij nog in opslag hebben liggen. De vergoeding zal 40% bedragen van de gemiddelde marktwaarde van deze fritesaardappelen over de periode september 2019 t/m februari 2020.

De precieze invulling van deze regelingen is nog niet bekend. Beide regelingen worden nu verder uitgewerkt. Verschillende agrarische partijen zijn daar nauw bij betrokken. Arfman: “Het is nu van belang dat de regelingen snel worden uitgewerkt en goed aansluiten bij de praktijk. Op die manier wordt het ook een effectieve regeling.“
Lees de gehele Kamerbrief op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/04/15/kamerbrief-aanvullende-maatregelen-op-het-noodpakket

Bijzondere aftrap 5e MaïsChallenge in 2020 

Woensdag 18 maart stond de aftrap van alweer de vijfde editie van de MaïsChallenge gepland op Aeres Hogeschool Dronten. Helaas gooide de coronacrisis roet in het eten en kon deze bijeenkomst niet doorgaan. Daarom is er een alternatieve aftrap georganiseerd via een online kickoff op ruwvoerforum.nl/challenge-2020. In de MaïsChallenge gaan 46 jonge boeren met elkaar de strijd aan wie het beste maïs kan telen. Dit jaar is er speciale aandacht voor het verkleinen van de yield gap in snijmaïs. 

Op proefvelden ligt de opbrengst vaak hoger dan in de praktijk, dit noem je een yield gap. De jongeren krijgen via diverse masterclasses kennis aangereikt die zij gelijk in de praktijk kunnen toepassen op hun eigen percelen. Ze krijgen kennis over alle facetten van maïs telen: van keuze van het perceel tot en met het inkuilen. Veehouders moeten van heel wat markten thuis zijn om succesvol een bedrijf te leiden. De ruwvoerteelt is hierin een belangrijke factor. Met extra aandacht voor de teelt, het uitwisselen van ervaringen met collega’s en praktische kennis van een toonaangevend maïsveredelaar worden deelnemers aan de challenge echte maïsspecialisten. 

Maïs in tijden van crisis

Jos Groot Koerkamp van Limagrain gaf aan dat de aftrap van de MaïsChallenge er dit jaar iets anders uitziet door de coronacrisis. Koerkamp: “Uiteraard blijft het telen van de maïs op eenzelfde manier doorgaan! Dit jaar focussen we op de yield gap. Deze is in Nederland bij maïs vrij hoog en ligt nu op 22%. Normaal gesproken hoort deze tussen de 12% en 15% te zitten. Dit heeft invloed op je opbrengst.” Na de opening door Jos Groot Koerkamp was het woord aan Jan Roothaert, productmanager veehouderij bij Limagrain. Roothaert benadrukt dat er ook goed gedacht moet worden aan de bodem: “De bodemgezondheid heeft een hele belangrijke functie bij de kwaliteit van maïs.” Bob Keurentjes van ForFarmers benoemt het belang van goede kwaliteit maïs voor de voeding. Optimalisatie van de maïsteelt is belangrijk en het is goed om daar nog meer aandacht aan te besteden. Keurentjes: “Aangezien we beperkt zijn in het areaal maïsland moeten we ervoor zorgen dat er naast kwaliteit maïs ook een hoge opbrengst vanaf komt.” 

Het belang van samen leren

Marije Klever, portefeuillehouder melkveehouderij bij NAJK, onderstreepte het belang om van elkaar te leren tijdens deze challenge. “Juist nu we elkaar fysiek niet kunnen zien, moeten we toch proberen om te blijven leren van elkaar. Dit kan via vlogs, appjes met foto’s of videobellen. Trek je LG-begeleider aan de jas via een appje wanneer je er niet uitkomt en schroom niet om in de appgroep van je te laten horen!” Klever neemt zelf ook deel aan de MaïsChallenge: “Ik doe zelf natuurlijk ook mee, want het is leuk en leerzaam om met een groep collega’s bij elkaar te komen en ervaringen uit te wisselen. Je wordt als deelnemer gecoacht door een ruwvoerspecialist van Limagrain en tijdens de bijeenkomsten geven ook andere deskundigen hun adviezen.” 

Tips uitwisselen

Tot slot wisselden de deelnemers in appgroepen tips uit op het gebied van bodem, bemesting en gewasbescherming, zaaibed en zaaien en in/uitkuilmanagement. De tips die in de verschillende groepen besproken werden, werden vervolgens aan de hele groep gepresenteerd.

Komend jaar krijgen de deelnemers nog diverse masterclasses en krijgen ze een bedrijfsbezoek van de ruwvoerspecialisten van Limagrain om hun kennis te vergroten. Samen gaan de deelnemers, Limagrain, ForFarmers en NAJK op weg naar de beste maïsteelt! 

Volg de MaïsChallenge 2020 via facebook.com/MaïsChallenge, najk.nl en limagrain.nl.

Maak noodpakket voor land- en tuinbouw ook praktisch toepasbaar

Op 17 maart 2020 presenteerde het kabinet het noodpakket banen en economie om de gevolgen van het coronavirus voor het bedrijfsleven te beperken. Zo wordt onder andere de borgstelling MKB-landbouwkrediet tijdelijk verruimd, komt er een tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud, wordt er een noodloket opgezet voor een tegemoetkoming en is er uitstel van betaling van belastingen. NAJK is tevreden met de aangekondigde maatregelen, maar deze maatregelen moeten in de verdere uitwerking wel aansluiten op de dagelijkse praktijk in de agrarische sector. Ook dient er aandacht te zijn voor bijkomende problemen die ontstaan als gevolg van het coronavirus. NAJK pleit er daarom voor dat de uitwerking van het noodpakket van de land- en tuinbouw praktisch wordt ingevuld en oog heeft voor bijkomende gevolgen.

De gevolgen van het coronavirus gaan niet voorbij aan de Nederlandse land- en tuinbouw. Dit is nu al duidelijk zichtbaar in de sierteelt, prijzen die dalen en nevenactiviteiten die moeten sluiten. Hoogstwaarschijnlijk worden de gevolgen nog groter door onder andere uitval van vraag en mogelijk beperkte beschikbaarheid van seizoensmedewerkers. “De regelingen die het kabinet heeft aangekondigd zijn goed, maar de impact op de land- en tuinbouw gaat nog verder. Voor de toekomst van de sector is het belangrijk dat het noodpakket ook toegankelijk is voor ondernemers zonder personeel in de land- en tuinbouw om bedrijven met toekomstperspectief overeind te houden”, aldus Andre Arfman, voorzitter NAJK.

Aangekondigde regelingen

NAJK pleit ervoor dat het pakket aan regelingen ook toegankelijk moet zijn voor de individuele ondernemers in de land- en tuinbouw.

De regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL), wordt tijdelijk verruimd.  Agrarische ondernemers die in liquiditeitsproblemen zijn gekomen door de uitbraak van het coronavirus kunnen op deze financiering via de bank een beroep doen. Het ministerie van LNV staat borg voor een deel van deze lening, waardoor banken eenvoudiger werkkapitaal kunnen verstrekken. “Deze regeling kan essentieel zijn in de liquiditeitsbehoefte voor bedrijven die op korte of op middellange termijn als gevolg van lagere prijzen en/of vraaguitval door het coronavirus in de problemen zijn gekomen. Hierbij is het essentieel dat de voorwaarden voor deze regeling dusdanig zijn dat ze passen binnen de financieringsstructuur van agrarische bedrijven. Hieronder verstaat NAJK onder ander een voldoende lange aflossingstermijn”, aldus Arfman.

NAJK doet ook een beroep op ketenpartijen in de sector die ook met de gevolgen van deze crisis worden geconfronteerd. Arfman: “Individuele ondernemers in de land- en tuinbouw hebben vaak de zwakste positie in de keten, het zou zeer ongepast zijn dat partijen met een sterkere positie en meer mankracht nu misbruik zouden maken van de situatie door onredelijke prijsonderhandelingen.”

Voor agrarische bedrijven met personeel, die ook vaak zijn ingehuurd op projectbasis of via uitzendbureaus met doorlopende contracten, dienen de regelingen voor werktijdverkorting ook toegankelijk te zijn. Hierbij gaat het om loonbetaling en het behoud van werkgelegenheid te kunnen garanderen.

Seizoensarbeiders

Een belangrijk aspect waar op dit moment nog geen aandacht voor is zijn de seizoensarbeiders. Op agrarische bedrijven is vaak sprake van arbeidspieken. Gedurende deze pieken wordt de (extra) arbeidsbehoefte in verschillende sectoren ingevuld met extern personeel, soms ook afkomstig uit het buitenland (‘seizoenswerkers’). Maatregelen moeten erop gericht zijn dat de beschikbaarheid van deze ‘seizoenswerkers’ niet verder verstoord worden. Daarnaast dient er oog te zijn voor voldoende beschikbaarheid van deze medewerkers of er moet een stimuleringspakket komen voor mensen die zich hier tijdelijk voor inzetten. NAJK ziet graag dat de overheid hier nog een regeling voor maakt.

Voor alle Nederlanders zijn het op dit moment heftige tijden. Met elkaar moeten we de schouders eronder zetten.

CDG Arable Crops | Dezelfde opbrengst, minder middelen

Waar het de vorige keer ging over ‘The food vs. feed competition’, ging het dit keer meer over de vraag: ‘hoe kunnen we de opbrengsten van gewassen continueren als we minder pesticide moeten gebruiken?’ Is dat mogelijk? En wat is daarvoor nodig? Dit was één van de discussies tijdens de akkerbouw adviesgroep voor de Europese Commissie specifiek over granen, oliehoudende zaden en eiwithoudende gewassen (CDG Arable COP).

Het is natuurlijk een complexe vraag wat al een tijd speelt, maar nu meer dan ooit van belang wordt geacht door The Farm to Fork-strategie. Deze strategie maakt deel uit van The Europeaan Green Deal dat oplossingen en mogelijkheden zoekt om Europees voedsel veilig, voedzaam en van hoge kwaliteit te blijven produceren, maar met een minimum impact op de natuur. Door de verschillende aanwezige experts van FoodDrink Europe (met o.a. Unilever, Nestlé) en COPA COGECA (met o.a. LTO) tot aan CELCAA (handelaars van grondstoffen), Europa Bio en BeeLife lijkt het dat er veel verschillen zijn, maar in het algemenen waren we het eens met de vraag aan de commissie: hoe dan?

Drie kanttekeningen die ik daarbij graag naar voren wil halen:

  • Je kunt bepaalde of alle pesticide verbieden, maar deze middelen worden nu niet voor niks gebruikt. Ik ben van mening dat geen enkele boer bestrijdingsmiddelen gebruikt, omdat ze het leuk vinden, maar uit noodzaak voor een goede kwaliteit en een goede opbrengst van een gewas. Het kost tijd om andere methodes te vinden en daarbij, wie moet dit regelen? De boer die de zaadveredelaar de opdracht geeft, producenten van landbouwmechanisatie of organisaties daar weer omheen? Minder pesticide gebruiken is mogelijk, maar dan gaan de opbrengsten in eerste instantie wel naar beneden.
  • Meer biologisch produceren is een optie, maar hoe willen we dat gaan doen? Stel we gaan meer importeren (de EU importeert grofweg 150 miljoen ton per jaar), hoe krijgen we dan dezelfde Europese standaard? En hoe ga je om met bijvoorbeeld de arbeidskosten/omstandigheden als je soja uit Brazilië haalt? Daarbij accepteer je de afhankelijkheid. We kunnen op dit moment nog niet de omslag maken dat elke boer biologisch wordt en de huidige hoeveelheid produceert.
  • Wie gaat de kosten betalen die met deze omslag verband houdt. Is de consument bereid om voor biologische producten meer te betalen? Hoe zouden we die omslag kunnen creëren zodat het direct verband houdt met het verdienmodel van de boer.

Een vertegenwoordiger van de Europese Commissie was aanwezig om The Farm to Fork-strategie te presenteren, een update te geven, feedback op te halen en toelichting te geven op de discussie. De Europese Commissie gaf aan dat ze de problemen en vragen erkennen en daarbij benadrukken ze o.a. dat niet iedereen biologisch moet worden. Er zijn meer systemen om duurzamer te boeren.

Een ander standaard onderwerp op de agenda dat voortborduurt op het voorgaande is de marktsituatie van de gewassen waarbij we terugkijken en vooruitkijken naar de situatie. Zoals iedereen het wel eens was: na een zeer droge en hete zomer van 2019 konden we wel wat water gebruiken maar de regenval deze winter was weer te extreem. De milde wintertemperaturen en overvloedige regenval hebben echter een gunstig effect gehad op de productie van wintertarwe in Europa dit seizoen. Toch is er ook hier een keerzijde. De zeer natte omstandigheden in Europa kunnen de komende aanplantingen van tarwe deze lente weer vertragen. En wat de lente niet kan zaaien, kan de zomer niet rijpen en de herfst niet oogsten. We zullen eraan moeten wennen. Want veranderingen in temperatuur en neerslag, evenals andere weersextremen, zullen de komende jaren nog veel invloed gaan hebben op de gewasopbrengsten en de productiviteit.

Zoals verwacht zijn er nog veel vragen en nog geen concrete antwoorden omtrent hoe we verder moeten met o.a. de invulling van the Farm to Fork-strategie en wat voor concrete impact dat gaat hebben op de Europese en op de Nederlandse landbouw. Door mee te geven waar wij (jonge) boeren tegen aanlopen, kan de Commissie de opmerkingen en ideeën gebruiken voor een betere implantatie en realisatie van het beleid. In de lente komt de Europese Commissie met een meer inhoudelijke invulling op deze strategie.

Het voordeel dat Nederland heeft, is dat we vooroplopen met kennis en ontwikkelingen en op dit moment aan de (meeste) eisen kan worden voldaan waar andere Europese landen nog (meer) moeite mee hebben. Echter, hoe produceren we genoeg op een duurzame manier? Hoe creëren we een eerlijke prijs? En hoe passen we nieuwe ontwikkelingen toe om de hoge doelstellingen te halen? Dit zijn reële vragen waar nog geen direct antwoord op kan worden gegeven. Het is abstract en makkelijker gezegd dan gedaan, maar persoonlijk denk ik dat door wetenschap te combineren met praktijkervaringen, we moeten komen tot een toekomstbestendige landbouw. Waarbij tijd, geld en het proces zo moeten worden ingericht dat het haalbaar en begrijpelijk is.


Een aantal NAJK leden nemen namens NAJK deel aan cdg’s, dit zijn de adviesgroepen van de Europese Commissie. Zij vertellen graag over hun ervaringen en over de onderwerpen die hier worden besproken. 

Joline Brouwers vertegenwoordigd NAJK in Brussel op het gebied van Arable Crops.

Maatregelen NAJK Coronavirus

Beste allemaal,

Naar aanleiding van de aangescherpte regels rondom het coronavirus vanuit de overheid en het RIVM geeft NAJK een advies voor de komende evenementen en bijeenkomsten van alle AJK’s. Zie onderstaand bericht:

Beste leden,

Door verspreiding van het coronavirus zouden wij als NAJK de leden van onze lokale en provinciale afdelingen willen adviseren alle activiteiten tot en met 31 maart op te schorten. Hoewel de meeste NAJK activiteiten onder de 100 deelnemers blijven (de huidige grens van de landelijke richtlijn om bijeenkomsten af te gelasten), zien wij echter dat er landelijk veel (kleine) bijeenkomsten uiteindelijk niet door gaan in verband met de vele afmeldingen. Naast dat er bij NAJK activiteiten ook veel afmeldingen ter verwachten zijn, willen wij niemands gezondheid in gevaar brengen. Om die redenen en omdat we de continuïteit van onze bedrijven voorop stellen, gaan we op dit moment wat verder dan de landelijke voorschriften en adviseren wij alle NAJK gerelateerde bijeenkomsten tot en met 31 maart voorlopig uit te stellen.